Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
25-06-2007
Een Russische legende
Een geschenk van Nicola (3)
Iwan was verbaasd en dacht na over de raad die hem gegeven was. Na lang twijfelen besloot hij het advies op te volgen. Hij verkocht nog diezelfde avond zijn graan voor honderd roebel aan zijn rijke buurman Boris. 's Nachts stak er een hevig onweer op met flinke rukwinden en stevige hagelbuien. Het graanveld sloeg plat en toen Iwan de volgende dag ging kijken, lag het veld er vernield bij. Ook Elias en Nicola gingen naar het veld om de schade te zien die de hagelbui had aangebracht. ' Je ziet dat ik woord gehouden heb,' zei Elias. Kijk eens wat er van de akker van Iwan terechtgekomen is!' 'Maar weet je dan niet dat deze akker niet meer van Iwan is? Hij heeft het graan verkocht aan zijn buurman Boris. Je hebt een onschuldige een flinke strop bezorgd.' En Nicolaas had heimelijk schik. 'Dat wist ik niet,' zei Elias geschrokken. 'Dan zal ik het goedmaken. De oogst van het veld zal nog beter zijn dan de groei al beloofde.' Daarop liepen de twee mannen verder langs de vernielde velden. Nicolaas dacht met spijt hoe Iwan, die het toch al niet zo getroffen had in het leven, een prachtige oogst zou mislopen. Iwan echter stond die avond voor de icoon van Sint Nicola en dankte de heilige ervoor dat deze de oude man naar hem had toegezonden. Toen hij opkeek, zag hij dezelfde pelgrim als een paar dagen geleden langs zijn woning lopen. 'Goedenavond pelgrim,' groette Iwan. 'Kom hier even uitrusten, drink een glas thee en blijf vannacht in dit huis slapen.' Nicola glimlachte. Het gesprek kwam op het korenveld. En toen zei Nicola: 'Luister Iwan, je moet het platgeslagen koren terugkopen van je buurman Boris. Hij zal blij zijn met elke prijs die je hem ervoor biedt. Koop het, dat is wat ik je aanraad!' Hij stond op en vertrok. (wordt vervolgd)
uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
Daarop liepen de twee oude mannen verder langs de ingezaaide velden. Na enige tijd zei Elias met een venijn in zijn stem: 'Wat zei die man nu precies? Zorg jij er tegenwoordig voor dat de tarwe groeit? Ik dacht dat dat mijn werk was!.' Je moet een beetje mild zijn voor die arme man,' probeerde Nicolaas Elias te kalmeren. 'Het is een eenvoudige Russische boer. Je moet het hem maar niet kwalijk nemen dat hij dat allemaal niet zo precies weet.' 'Dan zal ik zorgen dàt hij het te weten komt,' zei Elias knorrig? 'Eerst zal ik zijn tarwe mooi laten opgroeien. Als het dan op kniehoogte is, zal ik het zo hard laten hagelen, dat al het koren platslaat.' De strenge Elias hield zijn woord. De tarwe groeide zo goed op , dat de gehele buurt Iwan gelukwenste. Het beloofde een rijke oogst te worden. Nicola kreeg medelijden met de arme Iwan. In de gedaante van een oude pelgrim, met een staf in zijn hand en een tas op zijn rug, liep hij op een avond langs de woning van de boer. 'Goedenavond pelgrim,' groette Iwan. 'Kom hier even uitrusten, drink een glas thee en blijf vannacht in dit huis slapen.' Nicola glimlachte. Het gesprek kwam op het korenveld en toen zei Nicola: 'Luister eens, beste Iwan, je moet je tarwe verkopen. Je kunt er nu een goede prijs voor krijgen. Verkoop het vanavond nog. Dat is wat ik je aanraad!' Hij stond op en vertrok. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
Een geschenk van Nicola (1) Er leefde eens een arme en eenzame boer, die Iwan heette. Het leven was hard voor hem. Zijn land was klein en leverde hem slechts een schamel inkomen op; maar pijnlijker nog was het verlies van zijn vrouw en twee kinderen, die enige jaren geleden gestorven waren. Hij was daar soms verdrietig onder, maar hij beklaagde zich niet. De ramp die over zijn gezin gekomen was, aanvaardde hij als de wil van God. Doorgaans was hij daarom opgewekt en vrolijk, tevreden met wat het land hem te eten bood. Het was eens in het voorjaar dat Iwan zijn akker met tarwe inzaaide. Hij zong een vrolijk liedje en de vogels tjilpten mee. Op de weg langs de akker liepen twee oudere mannen, de een met een streng uiterlijk, de andere met een innemend gezicht. Het waren de heiligen Elias en Nicolaas. 'Hoe is het mogelijk ,' zei Elias, 'dat deze man zingt onder zijn werk terwijl het leven hem toch niet toelacht? Laten we het hem gaan vragen.' Ze groeten Iwan, waarop deze beleefd zijn muts afnam. 'Hoe komt het dat je zo vrolijk bent?' vroeg de man met het strenge gezicht. 'Waarom zou ik niet vrolijk zijn,' zei Iwan. 'Het paard is gezond, de voorjaarszon verwarmt me en ik denk dat Nicola ervoor zal zorgen dat ik dit jaar een goede oogst krijg.' (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
De vorm Karakteristiek voor het sinterklaasgedicht zijn het rijm en het metrum. Het gebruik van gepaard rijm komt het meeste voor: twee opeenvolgende regels rijmen op elkaar. Maar niets is verplicht, niets is voorgeschreven, als het maar rijmt! Hetzelfde is op te merken over het metrum. De trochee is een veelvoorkomende versmaat, zoals is te horen in de beroemde regels van denken/schenken, een beklemtoonde lettergreep gevolgd door een onbeklemtoonde. Er is geen enkele traditie omtrent het aantal versvoeten per dichtregel: het mogen er twee zijn, het mogen er acht zijn, het mag per regel wisselen. Veel hangt af van de persoonlijke voorkeur. Een andere versvoet is de jambe, type: cadeau, een onbeklemtoonde lettergreep gevolgd door een beklemtoonde. De lengte van het gedicht is volledig vrij. Wél verdient het aanbeveling hier een bepaalde grens aan te stellen in verband met het voorlezen in de klas. Sinterklaasgedichten behoeven geen perfectie. Integendeel, een beetje krom, een beetje geforceerd, een beetje noodgedwongen door het rijm, dit alles zorgt voor de lichte toets en het vluchtig karakter. Het is alsof we zeggen willen: het is maar voor één keertje, neem het maar niet te ernstig op. Sinterklaasrijmpjes verdwijnen nog dezelfde avond in de prullenbak! Het is een gelegenheidsvers, waaruit belangstelling en genegenheid voor de ander spreekt. Dàt is de kracht ervan, niet de perfectie en de vorm. Het is een genre, waarin de onvolmaaktheid misschien juist wel zorgt voor de charme. uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
De inhoud Inhoudelijk zijn enkele zaken van belang bij het maken van een sinterklaasgedicht. Het vers wordt bepaald door zijn licht spottende toon. De schrijver leest de ontvanger van het gedicht op een eigenschap of een schijnbaar onbelangrijke gebeurtenis de les. Dat betreft onderwerpen als: (te) lang slapen, niet tegen verlies kunnen, opruimen, etensvoorkeuren, verliefdheid, enzovoort.
Het is niet de bedoeling te verwijten Het gaat hier om wat blote feiten.
De bedoeling is een onderwerp aan te snijden dat direct betrekking heeft op de ontvanger. De toon is plagerig, kietelend. Het is een geintje met een serieuze (doch milde) ondertoon. Het gedicht oogt als een correctie op iemands houding of gedrag, een opwelling van de schrijver die zijn ergernis wel eens een keertje kwijt wil! Een tikkeltje afrekening. Maar het mag nooit leiden tot schade in de onderlinge relatie. Sint is een man die veel vergeven kan. Daarom valt er ook wat prijzenswaardig te lezen. De ontvanger krijgt lof toegezwaaid, in de trant van:
De Sint wil jou eens prijzen En doet dat op volgende wijze
In veel sinterklaasversjes is ook nog iets te vinden van een 'aansporing' om op de ingeslagen weg door te gaan.
Ga zo door, mijn zoon Sint schenkt hier je loon
Het gedichtje heeft iets belerends. Sint is de onaantastbare gezaghebbende in wiens naam de schrijver zich deze toon kan veroorloven. Zo kan een kind zijn ouders aanspreken op wat irriterende onderwerpen, zo kan een leerling de meester of de juf eens de waarheid zeggen. Het is gebruikelijk in het gedichtje iets te suggereren over de inhoud van het pakje. Het verraadt de inhoud nooit, het wekt een vermoeden op.
Je houdt zoveel van tuinieren, Sint zal je hiermee dus plezieren. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt