Onbestaande personen? Auteur: Familie Deveux-Put, Stevoort
De 101... de invloedrijkste onbestaande personen (HBvL. 21/10/06) In het artikel over het boek '101... de onbestaande personen' staat vermeld: 'Sinterklaas heeft misschien nooit echt bestaan, hij was wel een van de sterkste karakters die de wereld heeft gekend'. Indien de schrijvers hier de Heilige Nicolaas van Myra bedoelen, durf ik schrijven dat deze heilige bisschop wel echt heeft bestaan. er is uiteraard een verschil tussen historiek en legenden. Ik vond hierover meer informatie bij het Sint-Nicolaasgenootschap in Sint-Niklaas. Iedereen mag ook dit andere verhaal leren kennen.
Met dat andere verhaal zijn wij volop bezig lieve Familie Deveux-Put. Hartelijk dank van mij en de vele kinderen!
Hij was dinsdag even een held toen hij van een drugsverslaafd koppel plotstwee kleine zusjes in zijn handen kreeg gestopt en op de kindjes paste alsof ze van hém waren. "Op die dutskes babysitten, was het mooiste wat mij als bedelaar ooit overkwam", zegt Louis (43), die al vijftien jaar als een dakloze leeft op het Antwerpse Koningin Astridplein. "Sinds die dag is mijn hart terug opengegaan." Veel is er niet nodig om deze look-a-like van Sinterklaas met zijn staalblauwe ogen te doen stralen. "Ik ben gelukkig hier, want ik krijg op mijn plein duizend keer meer vriendschap dan ik vroeger gekend heb." "Snoep eet ik nooit zelf op: dat geef ik aan de kinderen die passeren. Dat weten die ook.Voor kinderen ben ik het hele jaar door Sinterklaas"
Wie nog op zoek moet naar een sinterklaas voor huis-of winkelbezoek, kan deze dagen terecht op de veilingssite eBay.
Voor vijfendertig euro komen sint en twee pieten van de Antwerpse Sinterklaascentrale bij u langs. Brandt ondertussen het huis af, dan helpen ze meteen blussen, want het brein achter de actie, Roel Bleeckx, werkt zonder baard bij de Antwerpse brandweer. "Voor de zekerheid neem ik anderhalve maand vakantie vanaf halfweg november."
Bleeckx zette een advertentie voor het boeken van een sint op eBay op vraag van de veilingssite zelf. Is het niet een beetje vroeg? "Bijlange niet", vindt de pompier. "De meesten boeken bij ons een sint vanaf juni. We hebben maar een paar dagen meer vrij. En sinds we op eBay staan, staat de telefoon roodgloeiend."
De Antwerpse Sinterklaascentrale werd dertien jaar geleden in het leven geroepen. "Als een uit de hand gelopen studentengrap", vertelt Bleeckx. "Nu telt ons team zo'n dertig vrijwilligers. We kunnen tot zeven ploegen tegelijk op pad sturen. We doen vanalles: huis-winkel-of bedrijfsbezoeken. Niet gratis, want het pak en de baard van de sint alleen al kosten 1.000 euro en ze moeten elk jaar naar Nederland voor een onderhoudsbeurt. Al werken we af en toe ook voor het goede doel."
In het leven van een man zijn er vier belangrijke perioden: wanneer hij in Sinterklaas gelooft, wanneer hij niet meer in Sinterklaas gelooft, wanneer hij Sinterklaas is en tenslotte wanneer hij meer en meer op Sinterklaas gaat lijken.
'Zo Speelgraag, waar ben je zolang gebleven? Heb je onderweg weer zitten spelen?' Sinterklaas kan heel streng zijn. 'O lieve Sinterklaas, ikke, ik heb de helft van mijn cadeautjes verloren, w...want er zat een gat in de zak, dat heeft de muis gedaan,' snikt Speelgraag. 'Maar dan kun je er niets aan doen,' zegt Sinterklaas. 'Muizen knagen alles kapot. daar hoef je niet om te huilen.' 'T...t...toch wél, Sinterklaas, want het was een speelgoedmuis en die had ik opgedraaid en zo in de zak gestopt, want op dat moment kwam hoofd-piet er aan, en ik moest eigenlijk de cadeautjes inpakken.' 'Zo, zo,' zegt Sinterklaas, 'jij bent een eerlijke Piet; en wat vind je er nu zelf van?' 'Ik vind het heel erg, Sinterklaas, ik zal u beloven dat ik niet meer zal spelen als ik moet werken.' 'Dat is goed van je, Speelgraag, ik vergeef het je. Je krijgt nog een kans van me. Als je dat probeert vol te houden, zullen we jou voortaan weer Piet Bernardo noemen. Nee, nee. Ik zal je dan Piet Speellàter noemen!' En Sinterklaas moet grinniken. Als hij het beteuterde gezicht van Speelgraag ziet, zegt hij: 'Och, goeie Piet Bernardo, het was maar een grapje van me. Ik plaagde je even.' Die nacht slaapt Bernardo zo lekker als hij nog nooit tevoren geslapen heeft.
Bron: naar een idee van Mieke van Bunningen uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
Hoe meer ik loop, hoe lichter de zak wordt denkt Speelgraag. 'Maar... hij wordt wel érg gauw een stuk lichter,' mompelt Piet Speelgaag. Dit is helemaal niet zo gek, want het gat dat het speelgoedmuisje heeft gemaakt, is steeds verder opengescheurd en daar zijn al een heleboel cadeautjes doorheen gevallen. Als hij bij zo'n tien huizen geweest is, voelt hij dat de zak bijna leeg is. Dat kan toch niet, denkt hij bij zichzelf, ik ben nog lang niet bij alle kinderen geweest. Hij kijkt nog eens goed in de zak en ziet net een cadeautje door het gat heen naar buiten vallen. 'O nee toch,' jammert hij, 'ik ben meer dan de helft van mijn cadeautjes verloren'. Speelgraag kijkt achterom en daar ziet hij ze liggen. Hij loopt terug en pakt ze, maar daar verderop ligt er weer een, weer een, en... Speelgraag moet bijna huilen, nu moet hij alle cadeautjes gaan zoeken in de regen en ze dan nog bij de kinderen brengen. Alsof dat nog niet genoeg is, begint het steeds harder te waaien. Het is laat die avond, als Speelgraag doornat terug komt. Sinterklaas is erg ongerust en ook wel een beetje boos. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
Ook deze middag is Speelgraag weer aan het spelen.Net heeft hij een mooie, grote, speelgoedmuis gevonden - zo eent die je moet opdraaien - of hoofdpiet Trapadoeli komt er aan. 'Zo Speelgraag, je hebt je zak nog lang niet vol, zie ik,' zegt de hoofd-piet. 'J...j...ja, m...maar...' Gauw stopt hij de opgedraaide speelgoedmuis in de zak. 'Niks te maren,' zegt de hoofd-piet, 'je moet niet spelen, maar inpakken, zodat alle kinderen op de verjaardag van Sinterklaas hun cadeautje krijgen'. Speelgraag krijgt een kleur als vuur, maar gelukkig is hij een echte Zwarte Piet met een echt zwart gezicht. En van de speelgoedmuis heeft Trapadoeli ook niets gemerkt! 'Voor straf moet je de zak wegbrengen als je hem vol hebt.'voegt de hoofd-piet er nog aan toe. Dat vindt Piet Speelgraag wel erg, want hij is een beetje bang in het donker en een dak vindt hij heel hoog. Daar kun je vanaf vallen. Trouwens, hij had vanavond nog naar Samson & Gert willen kijken. Vlug gaat hij weer aan het werk. In één minuut heeft hij de rest van de pakjes in de zak gedaan. Ondertussen is het muisje aan het ronddraaien in de zak. Maar niet alleen zijn pootjes bewegen, maar ook zijn bekje. Zo hapt hij telkens in het rond, hap, hap, hap, heel snel; Hij heeft al van een van de pakjes het papier stukgebeten. Ook zit er al een klein gaatje in de zak. Nu is de muis stil, hij draait niet meer. Speelgraag heeft daar allemaal niets van gemerkt en hangt gewoon de zak over zijn schouder. Hij gaat op pad.
Brr, het is koud buiten, het waait hard, het regend een beetje en het is donker. Speelgraag trekt zijn muts diep over zijn oren. In alle huizen ziet hij licht door de ramen schijnen. Hij hoort ook de kinderen zingen en juist dààr legt hij bij de voordeur pakjes neer. 'Trapadoeli heeft niet gezegd dat ik ze door de schoorsteen moet gooien,' zegt hij tegen zichzelf. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school
Bernardo is een Zwarte Piet die graag speelt en daarom noemt Sinterklaas hem plagend 'Piet Speelgraag'. Dit vindt Bernardo niet zo leuk. Hij heeft het gevoel dat hij door de andere Pieten een beetje wordt uitgelachen als Sinterklaas hem met deze naam aanspreekt. Hij wordt er helemaal kriebelig van. Maar hij speelt ook zo graag. Nu zit Piet Speelgraag in de grote werkkamer van de cadeau-Pieten. Daar liggen alle cadeautjes voor alle kinderen van heel Belgie. Je weet niet wat je ziet! Poppen en poppenhuisjes, houten treinen en elektrische treinen, voetballen, voetbalschoenen, voetbalkousen, prentenboeken, tekenboeken en leesboeken, zoooveel, zoooveel! Er is nog meer dan in de grootste speelgoedwinkel van het hele land. De cadeau-pieten pakken elk stukje speelgoed in hun hand. Ze schrijven overal een briefje bij: 'voor Jonas in Hasselt', 'voor Laura in Oostende'. Sommige cadeautjes moeten in papier worden verpakt. En zo gaat dat de hele dag door, de hele week, de hele maand zelfs. Want alle kinderen krijgen een cadeautje van de Sint. Speelgraag doet dit werk erg graag, want dan kan hij ondertussen lekker eventjes met al het speelgoed spelen voordat het in de zakken gaat. Hoofd-piet Trapadeoli vindt dat gespeel van Speelgraag absoluut niet goed, want wanneer Speelgraag steeds aan het spelen is, komt van cadeautjes uitzoeken voor de kinderen in Belgie niets terecht. Er moet flink doorgewerkt worden. Zo hoort dat!
uit: Sinterklaas op school, naar een idee van Mieke van Bunningen
Ik word altijd verguisd, Sinterklaas Door de leerlingen vergruist, Sinterklaas In een wereld vol tegenstand en voortdurende weerstand, Sinterklaas Daarom wil ik geen cadeautje maar een rustig klein bureautje ergens hier ver vandaan waar geen leerlingen bestaan
Op 19de eeuwse prenten is te zien dat Sint Nicolaas begeleid wordt door een lange magere man in een zwarte mantel met een vreemdsoortige steek op. Hij wordt Le Père Fouettard (=Vader gesel of Roe) genoemd en dreigt deugnieten met een lange roe, soms heeft hij er twee of meer bij zich. Hij lijkt op een soort kapelaan en totaal niet op een van de ruige Duitse begeleiders van Sint Nicolaas. Maar deze lange griezel stamt helemaal niet uit het rijke roomse leven, getuige uit een dagboekfragment uit december 1589 van Hubert Birelet, graanhandelaar te Metz, volgens Cuny (1987). Tot 1552 kwam Sint Nicolaas altijd op 6 december in z'n eentje naar de stad Metz om de kinderen speelgoed en lekkers te brengen. In 1552 belegerde keizer Karel deze stad, die toen onder Frans bewind viel. De inwoners van Metz riepen de koning van Frankrijk te hulp, want de strijd was hard en lang. Om hun stadsgenoten moed in te spreken hadden leden van de leerlooiersgilde een groteske personage bedacht en gemaakt, gewapend met een grote roe. Daarmee achtervolgde men de jeugd door de straten van Metz. Dit personage moest keizer Karel voorstellen, die door de Metzenaren natuurlijk als een tiran werd beschouwd. In het jaar daarna werd de stad bevrijd. Om dat te vieren lieten de leerlooiers het angstaanjagende personage weer door de stad gaan. Deze rondgang viel toevallig min of meer samen met die van Sint Nicolaas. In de jaren daarop werd het de gewoonte, dat Sint Nicolaas de brave kinderen beloonde en de groteske personage de stoute kinderen met een roe op hun billen sloeg. Later vergaten de Metzenaren dat deze figuur Karel V voorstelde en gaven de metgezel van Sint Nicolaas de naam 'Le père Fouettard'. Dit verschijnsel verspreidde zich door heel Frankrijk en kwam ook op kinderprenten terecht, waar deze 'knecht' ook wel met een lange bruine baard in een bruine pij wordt afgebeeld. Ook kent men in Frankrijk de kinderschrik Croque Mitaine die stoute kinderen in een zak meenam om op te eten.
uit: op zoek naar Zwarte Piet, Frits Booy Een speurtocht naar de herkomst, de ontwikkeling en de betekenis van de dienaar van Sinterklaas Stichting Nationaal Sint Nicolaas Comité
Ieder jaar telkens weer weet de Sint het niet meer. Over wat hij jou zou willen schenken moet hij dan eerst heel goed nadenken.
Sint weet dat jou als brandweerman een grote fik erg fascineren kan. Maar het is van Sint wat veel gevraagd en bovendien ook nog eens erg gewaagd om voor jou een brandje te stichten. Nee, daarvoor zal Sint echt niet zwichten. Want Sint en zijn zwarte companen zijn nu eenmaal geen pyromanen.
Een ander cadeau wist Sint nog niet. Daarom ging hij vaak met pakjespiet lekker shoppen en winkels hoppen.
Op zijn zoveelste, uitbundige winkelronde heeft Sint ook voor jou een cadeau gevonden. Haal dus dan gauw het papier eraf, dan zul je zien wat Sinterklaas je dit jaar gaf.
Hij is steeds wéér wat Steve Stevaert maar een keer kan zijn. Vrijelijk strooit hij zijn noten op de grond, symbool van de zaden waaruit in het nieuwe jaar de gewassen zullen ontkiemen. Hij is als de natuur, die groeit en bloeit en zijn oogst kosteloos ter beschikking steld. Overvloedig. Anoniem. Om niet. Dit is immers het geheim van het leven: het schenkt om niet. Niet alles kun je verdienen, niet alles is te koop. Waar Sinterklaas verrast met zijn geschenken in de schoen bij de schoorsteen of in de surpriseverpakking, wordt van de ontvanger geen ander woord verwacht dan 'Dank U Sinterklaas.' Weten dat hij het niet verdiend heeft, maar het geschonken wordt om niet; wie dit kinderen meegeeft, leert hun dankbaarheid en vreugdevolle aanvaarding voor wat geschonken wordt. Dat is wat anders dan 'recht hebben op'. Dit is van hogere waarde dan de ervaring dat ijver, vlijt en deugdzaam gedrag beloond worden. Die ervaring is elders te leren. Het sinterklaasfeest staat voor een geheim. Kinderen kunnen ingewijden worden als we het spel goed spelen.
In de tweede helft van de twintigste eeuw staat deze rol van Sinterklaas ter discussie. Er gaan zelfs stemmen op die - en dat is kenmerkend voor het tijdsgewricht - pleiten voor 'het recht' van kinderen om te krijgen, voor niets. Was het vroeger bij de viering van het jaareinde ook niet zo dat kinderen de vruchten van het land werden toegestopt, gewoon omdat ze kinderen waren? Wat er ook van zij, het spel van Sinterklaas leent zich uitstekend voor dit idee van het gulle geven, van het weggeven voor niets. De sinterklaas die bevrijd is uit zijn kleinburgerlijke, pedagogische rol van dreiger en vermaner, is veel heiliger en de betekenis van het spel is veel dieper als we het van zijn moralistische ketenen ontdoen. Nicolaas geeft 'om niet'. Hij wordt in deze opvatting het symbool van de onvoorwaardelijke giften, het toonbeeld van het belangloze geven. (Wordt vervolgd)
uit: Sinterklaas op school: Jos Beke, Peter van Hasselt
Uit de kranten: "Arbitter als Sinterklaas - Sinterklaas Steve Stevaert" enzovoort!!
Een Sinterklaas in déze rol krijgt vele schimpscheuten over zich heen. Alleen de ontvanger kan het waarderen. Wie zoveel voor niets, dat wil zeggen zonder tegenprestatie, weggeeft wordt voor gek verklaard. Maar deze beschimpte sinterklaas lijkt slechts op de sinterklaas van pakjesavond en de sinterklaas van het huisbezoek. Bij deze laatste verschijningsvormen van Sinterklaas is wel degelijk sprake van wederkerigheid, van een tegenprestatie. 'Voor wat hoort wat', is het onuitgesproken motto. Zo spelen wij het spel. Wie veel te geven heeft aan anderen die niet in staat zijn hetzelfde te doen, ceëert bij die anderen een morele schuld (Van Leer, 1997). Wordt die schuld te hoog, dan is de aflossing alleen nog mogelijk door onderdanigheid en gehoorzaamheid. We zien hoe gemakkelijk opvoeders van dit beginsel gebruikmaken. Sinterklaas vraagt voor al zijn geschenken slechts gehoorzaamheid terug: het kind moet zich netjes gedragen en zijn best doen, meteen en gedurende het gehele jaar. Het met cadeautjes overladen kind kan in zijn afhankelijkheid slechts terugbetalen met vlijt, ijver en een deugdzaam leven. Wie dit volhoudt, wordt het jaar daarop weer volop beloond. In deze hele cyclus van belonen en dreigen met de straf niets van Sinterklaas te zullen krijgen, schuilt een vorm van chantage. Kinderen gaan zich gedragen omwille van de beloning en onderwerpen zich aan de persoon van Sinterklaas om het begeerte te verkrijgen. Er is geen keus voor hen. Bij weigering is de kans groot niets te ontvangen. Deze persoonlijke afhankelijkheidsrelatie wordt best verworpen. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school - Jos Beke, Peter van Hasselt
De school is zelfs nog niet bezig, nog geen speelgoed te bekijken, maar de SINTERKLAAS is al in het land, ja ja, hij was al in de wedstrijd Anderlecht - GBA te zaterdag.
Daar was al een mooi kadootje te bekijken!!! Jammer dat GBA ook niet zo een kadootje kreeg, zij hadden het meer verdient!!!
Auteur: Patrick Bloemen, Overpelt Uit Het Belang van Limburg, 7 augustus 2006
'Weet je kinderen, de mensen, en niet alleen de grote mensen maar ook de kinderen, vragen elk jaar grotere cadeaus. Tot nu toe had ik geld genoeg, maar toen we dit jaar inkopen wilden gaan doen, had ik veel te weinig geld om voor àlle mensen iets te kopen. Daarom laat ik me nergens zien, ik ben bang dat de mensen erg boos op me worden wanneer ze alleen maar van die kleine cadeaus krijgen.' 'Maar Sinterklaas,' zei Jonas, 'dat is toch heel oneerlijk van de mensen!' 'Dat is gemeen,' zei Lauren, 'Je krijgt al die cadeautjes toch zomaar cadeau, helemaal voor niks. We moeten wat verzinnen, zodat alle kinderen grote cadeaus krijgen als ze dat willen. Als we nu eens aan de grote mensen vragen of ze U willen helpen. Ze kunnen best zelf grote cadeaus betalen en dan net doen of ze van U komen. Daar hoeven ze met niemand over te praten.' 'Dat is helemaal geen gek idee, Lauren. Maar ik kan toch niet zomaar aan de mensen gaan vragen of ze me soms zouden willen helpen.' 'Dat doen wij toch gewoon,' zeiden Jonas en Lauren. 'Hoe dan?' vroeg de Sint. 'We schrijven een brief aan de burgemeester en daarin vragen we of hij het aan de mensen wil vragen.' Zo gezegd, zo gedaan. De burgemeester zorgde ervoor dat alle grote mensen een brief kregen waarin het probleem van Sinterklaas stond. Hij vroeg in die brief aan iedereen of ze Sint zouden willen helpen. De mensen waren zo blij dat Sinterklaas weer gevonden was, dat ze erg graag wilden helpen. Zo werd het toch een fijn Sinterklaasfeest, dat jaar. En toen Sint het jaar daarop kwam, hielpen de grote mensen hem spontaan weer. Misschien waren ze ook wel een beetje bang dat Sinterklaas anders niet meer zou komen. En zo komt het dat nog élk jaar de grote mensen Sinterklaas een beetje helpen met het kopen van de cadeautjes.
uit: Sinterklaas op school, praktijkboek voor de viering van het sinterklaasfeest. Jos Beke, Peter van Hasselt