Mijn eerste Sintervaringen. (1)
"Weet je wat jij eens moest doen, Johny?" "Binnenkort komt Sint-Nicolaas. Zet dan een bakje water voor het paard klaar en leg er een winterpeen naast..." Het was 1939 en het waren de woorden van mijn oude grote broer. Wat bleek de volgende dag? Bakje leeg en de wortel verdwenen. Dat kan natuurlijk niet, was het eerste wat in mij opkwam. Maar ik dacht ook: "Wat zou het mooi zijn als het allemaal wél waar was..." Kinderen van toen kregen niet zoveel indrukken te verwerken als de jeugd van nu. In die tijd was er voor ons geen radio, geen telefoon, geen televisie, geen computer, geen mobieltje. Geen wonder dat zo'n gebeurtenis -water en wortel verdwenen- een gevoelige indruk op mij maakte. 't Was een soort van mystieke ervaring. Ik was ook vreselijk kwaad op die jongens uit de hoogste klas, die mij vertelden dat Sinterklaas niet bestond. Ik wilde dat hij wel bestond, al besefte ik ook dat het dan te mooi zou zijn om waar te zijn. 1943. De grauwheid van de oorlog hoef ik U niet te schetsen. (wordt vervolgd) John Kegel uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
|