De soldaat met het houten beeldje (1)
Een verhaal uit een oorlog. De soldaat krijgt geen naam: een jonge ridder uit het leger van de christenen. De andere kant wordt in de eerste versie van deze legende gevormd door een leger van de heidenen. Achtergrond: waarschijnlijk de kruistochten. De god van de heidenen krijgt wel een naam: Tergawant. Er is strijd tussen beide partijen op de grond. De strijd gaat op en neer, maar er komt een keerpunt. De heidenen krijgen de overhand. Ze slagen er in om meer overwinningen te behalen, ze nemen veel ridders van de christenen gevangen. Onder hen een jonge ridder. Bij het ontwapenen, blijkt hij onder zijn wapenuitrusting een klein houten beeldje te dragen van de heilige Nicolaas. Ze bespotten hem. Dat valt de vorst van de heidenen op en hij doet mee: "Heb jij vertrouwen in een onnozel stukje hout? Meer is het niet!" De jonge ridder heeft een eed gezworen om ridder te worden en zijn geloof trouw te blijven. Sterker nog, hij verdedigt het zelfs, al weet hij dat hij verloren heeft en is. We kennen de wreedheid van de heidense vorst niet, net zo min als het respect dat hij voor zijn tegenstanders heeft. De spot gaat over in een discussie tussen de vorst en de jonge ridder: "Stukje hout? Dat is het beeld van een heilige: Nicolaas de Barmhartige! Bij hem heeft nog nooit iemand tevergeefs om hulp gevraagd." Het antwoord is bits: "Mijn god, de grote Tergawant, hoef je niet om hulp te vragen, die is er al voordat je vraagt.!" (wordt vervolgd) René Klaassen uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
|