De Jood die christen wordt (2) (mirakelspel, 12e eeuw)
Als de oneerlijke christen naar huis terugkeert, opgetogen over het succes van zijn truc, overvalt hem een hevige vermoeidheid. Hij is niet in staat verder te lopen en moet dus wel op de weg gaan liggen. En niemand is in staat hem te wekken uit zijn diepe slaap. Daar komt een wagen aan, getrokken door twee ossen. De man ligt midden op de weg, de koetsier ziet het te laat...en het volgende ogenblik zijn de ossen én de wagen over hem heen gereden. De man is dodelijk gewond en de stok, in tweeën gebroken, toont triomfantelijk het geleende geld dat nu over de weg rolt. Het ongeluk trekt dadelijk mensen en onze joodse vriend wordt erbij geroepen. Ook de rechter, vergezeld van zijn mederechters, komt zien wat er gaande is. En allen ontdekken de laaghartigheid van de gierige christen. Daar tijdens het proces Sint-Nicolaas was genoemd, had men het gevoel dat hij ook de hand had in deze vreemde ontknoping. Hij zou zich zeker over deze zaak ontfermen. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas legenden
|