Stadium van "Symbolische, Intuitieve Inteligentie" (2)
Van 1,5 j tot 6 - 7 j :
We zien dat de kinderen nu 'net-alsof-spelletjes' gaan doen : een houtblok wordt een autootje, een telefoonhoorn; de pop krijgt te eten; zachtjes mompelend wordt de krant gelezen. Kinderen blijken na te doen wat ze eerder gezien en gehoord hebben. Symbolisch stadium, omdat de voorstelling los komt te staan van de eigenlijke handeling. Ook kunnen niet aanwezige - situaties worden opgeroepen.
Intuitief, omdat het kind nog niet in staat is om verrichtingen uit te voeren volgens logische denkregels. De kinderen kunnen zich nog niet verplaatsen in de positie van een ander. Ze maken nog geen onderscheid tussen eigen waarnemingen, gedachten en gevoelens en die van anderen.
De contouren van een zelfstandige buitenwereld en een eigen binnenwereld tekenen zich maar vaag af. Ze kunnen niet loskomen van hun eigen gezichtshoek. Zo bepalen eigen wensen en behoeften in hoge mate de kijk die het kind op zijn werkelijk-heid heeft. In deze kijk op de wereld - die fysiognomisch waarnemen wordt genoemd - is het vanzelfsprekend dat dieren praten, dat bomen verdriet hebben. Het kind leeft in een wereld waar alles mogelijk is (kinderlijk egocentrisme)
Rond de leeftijd van vier jaar zien we her en der een glimp van een zakelijker en nuchterder kijk op de dingen en omstandigheden. Waarnemen en denken verliezen geleidelijk aan hun sterke subjectieve inslag en gaan zich verzelfstandigen S.N.G. (Sinterklaas en de kinderwereld)
|