SinTor Van Peteghem geeft fakkel door (1) 'Ik speel hem niet. Ik bén hem'
Een vrouw doet de deur open. Ik ben de vrouw van de sint, zegt ze. Ik antwoord dat het me aangenaam is, en dat het me niet bekend was dat de goedheiligman er een first lady op nahield. Vervolgens begroet ik Tor Van Peteghem. Dat hij niet in spanje maar in Sint-Niklaas woont, lijkt me pardonnabel. Tor heeft intussen een gezegende mensenleeftijd bereikt en is mogelijk de oudste sint van het land. Zijn eerste verschijning dateert al van 1954!.
De Sint spreekt: enkele quotes "Ik had in die beginjaren een nogal bijzondere knecht. Die had nog maar een paar tanden in zijn mond: vandaar dat hij in de gemeente bekendstond als 't Schietkraam. Het was wel een beer van een vent, echt imposant, als die binnen kwam, werd het muisstil. Dat moest zo vroeger: zo'n knecht was erbij om de kinderen het zwijgen op te leggen. Zit stil! Zwijg! Alleen op maandag was mijn knecht tam. Dan had hij heel de zondag op café gezeten, dan sloeg de zure biergeur van hem af en uit goed fatsoen raadde ik hem dan aan om 'niet te dicht bij de kinderen te komen'."
"Hij moet écht zijn. Soms kom ik mensen tegen: 'Ha, Tor moet ge dit jaar weer Sinterklaas spelen?' 'Nee zeg ik dan, 'ik moet hem niet spelen, ik moet hem zijn.' In gedachten bén ik de sint als ik die kleren draag. Als ik in een auto zit en voor een stoplicht sta, zal ik minzaam wuiven naar de inzittende van de wagens naast ons. Dat hoort erbij."
"Een sint moet verzorgd spreken. Als zo'n gewijde figuur dialect zou spreken, dat wringt, dat klopt niet."
"De meerderheid van de Pieten zijn tegenwoordig vrouwen, maar ik heb nog nooit een vrouwelijke sint geweten. Het hebben van een zwaardere stem lijkt me toch wel een belangrijke vereiste." " Vroeger moest een sint alleen naar scholen en vereningingen gaan, en nu komen die private bezoeken meer en meer op. Ik heb er net nog één geweigerd: mensen die hun kinderen iets speciaals wilden geven, op een zondag een privéontbijt met de sint! Dat zou me allicht schoon geld opgeleverd hebben, maar als ik dat hoor, dan krijg ik hartzeer. Want wat doen die kinderen op maandag? Die gaan uitpakken tegen hun kameraadjes, "Sinterklaas heeft bij ons aan tafel gezeten!" En dat kan niet. De sint komt voor àlle kinderen en niet alleen voor degenen die het kunnen betalen! Ook in dat opzicht ben ik nog een échte sint. Een sint moet rechtvaardig zijn." (wordt vervolgd) uit:Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
|