Hij komt! (1)
Vanonder zijn borstelige wenkbrauwen kijkt hij me zuchtend aan. "Ach kind, ik word oud. Mijn knieën zijn versleten en mijn lijf staat stijf van de jicht." Mijn ogen geraken verstrikt in zijn baard. Wollig wit. Ik wil hem aanraken. Hij kucht en strijkt zijn lange haren over zijn schouder. Ik ruik een scherpe, bijna weei'ge geur: oude man of pepernoot?
Lang geleden dat ik zo kort bij hem was. Zijn hand ligt vriendelijk en warm op mijn rug. Ze boezemt me geen angst meer in zoals vroeger. Toch versneld mijn hartslag bij de herinnering van mij als kind op zijn schoot.
"De tijden zijn veranderd meisje. Vroeger komt niet meer terug en wat brengt morgen? Ik ben moe, maar mijn werk is zonder einde. Het gaat maar door en door. Jaar na jaar. Ik mag wel veel mensen blij maken, maar voor mij is het geen godsgeschenk." Hij ziet er getekend uit. De wallen onder zijn ogen en de diepe lijnen in zijn kaken, stemmen mij droevig. Een burn-out, vraag ik me af. Je zou toch denken dat mensen van zijn kaliber hiervan gespaard blijven.
"Mijn stokoude benen en mijn bestoft brein houden de moderniteit niet meer bij. EPO, ECO, PC, ADSL." brabbelt hij. "Handenvol geld gaf ik uit om de CO2 -uitstoot van mijn boot binnen de normen te krijgen en voor mijn fabrieken regent het bekeuringen. Vroeger, als de hemel rood kleurde, werd er gezegd: de Sint bakt koeken. Tegenwoordig krijg ik na elke koekenbak de milieu-inspectie over de vloer." (wordt vervolgd)
|