- Zeef de bloem in een grote kom. Voeg het zout en de suiker toe. Maak een putje in het midden.
- Neem de gist en het lauwe water.
- Giet een weinig water in het putje en strooi er de gist over. Strooi er een lepel bloem op. Wacht 10 minuten tot er bellen verschijnen.
- Begin het meel te verzamelen en doe er water bij tot u een soepel deeg verkrijgt.
- Begin het deeg te kneden: men trekt n deel van het deeg naar zich toe en met de muis van de hand drukt men het krachtig neer. Men draait het deeg n kwart en herbegint.
- Neem het deeg met beide handen vast. Hef het op en klop het met n harde tik op tafel. Terug n bol maken en herhaal dit gedurende minstens 15 minuten. Het deeg moet lucht krijgen om goed te kunnen rijzen. U moet afwisselend kneden en slaan.
- Maak een bol. Leg het deeg op het werkblad en bedek het met doek en plastic folie en laat het ca 2 u rijzen tot het verdubbeld is in volume.
- Bestrooi het werkblad goed met meel alvorens u het deeg erop legt.
- Leg bakpapier op de bakplaat of inoliën en met meel bestrooien.
- Duw het deeg plat.
- Doe de helft van het zaad op het brood en rol het deeg op. Kneden om de graantjes goed te mengen onder het brood.
- Met een kwast wrijft u het brood in met water.
- Doe de rest van de zaadjes in een bord. Draai het brood in alle richtingen in het bord en plaats het brood op de bakplaat.
- Met een scherp mes maakt u inkervingen.
- Bedek het brood met doek en plastic folie en laat opnieuw 1u à 1u30 rijzen.
- Verwarm de oven voor op 210°C.
- Bak het brood af in ca 30 minuten tot het gaar is.