De klokkenluider van Eeklo (1888 - 1979)
Gustaaf Joseph De Roover geboren in Eeklo op 26 mei 1888. Zijn vader was baardscheerder in de Collegestraat.
Staf werd geboren met een handicap. Hij had een horrelvoet en strompelde steunend op zijn stok, trekkebenend over de weg. Gustaaf werd zeer katholiek opgevoed. Staf Roovers, zoals hij in de volksmond genoemd werd op 15-jarige leeftijd klokkenluider in de Sint-Vincentiuskerk. Gustaaf stond officieel ingeschreven als knape of kerkbediende als klokkenluider en orgeltrapper op het doksaal. Staf Roovers was meer dan zestig jaar klokken- luider, een lastig werk dat hij vaak niet alleen aankon, want de grootste klok woog 2 600 kg! en diende met vier man geluid te worden. De klokken moesten niet alleen dagelijks geluid worden voor de aanvang van de kerkelijke diensten (missen, vespers, lof en angelus), vaak waren er ook speciale feestdagen, heiligendagen en andere plechtigheden waarvoor de klokken luiden.
Staf was ook orgeltrapper op het doksaal. In die tijd moesten de blaasbalgen die het orgel aanblazen, met mankracht worden bewogen. De orgeltrapper stond boven op de twee blaasbalgen en drukte met zijn ene voet de ene blaasbalg leeg in het orgel, terwijl de andere blaasbalg zich met lucht vulde. Dan verplaatste hij zijn lichaamsgewicht op zijn andere voet en gebeurde het tegenovergestelde. Niet alleen tijdens de kerkelijke diensten, maar ook als de organist wilde oefenen, moest Staf present zijn. Het moet een heel karwei geweest zijn voor de gehandicapte kerkbediende om dagelijks enkele keren de smalle wenteltrap naar het doksaal op en af te gaan om het orgel te trappen en of de klokken te luiden.
Staf was lange tijd rozenkransbidder. Op de vooravond van de begrafenis werd de familie naar de kerk uitgenodigd om voor het zieleheil van de overledene een rozenkrans te bidden, een gebruik dat in de jaren zeventig verdween. De voorbidder las luidop alle gebeden, vijftien maal tien weesgegroeten en onzevaders van de paternoster, gevolgd door enkele litanieën. Het volk bad mee en antwoordde na elke aanroeping van een heilige 'bid voor ons'. Zoals gezegd was Staf De Roover zeer godsvruchtig en klerikaal. Dit engagement trok hij ook politiek door. In verkiezingsperiodes ging hij plakken voor de Katholieke Partij, dan was hij fanatiek 'tjeef'. Hij reed op zijn gemak met zijn zware fiets, beladen met affiches, papemmer en papborstel, Eeklo rond om op toegelaten en niet-toegelaten plaatsen affiches, vooral het kiesnummer van de katholieke lijst te plakken en het verkiezingsplakwerk van andere partijen af te scheuren of te overplakken. In die hoedanigheid liep en reed hij veel op straat, kon je hem overal in de stad ontmoeten en werd hij een bekende Eeklonaar.
Voor en na de Tweede Wereldoorlog was Gustaaf De Roover colporteur van de Eeclonaar. Na de zondagsmissen stond hij aan de uitgang van de kerk om het weekblad te verkopen. Staf De Roover was een doodbrave man. Hij leide een bijna ascetisch leven. Veel luxe permitteerde hij zich niet. In eten en drinken was hij uitermate sober. Wanneer hij het druk had in de kerk, stelde hij zich tevreden met een korst droog brood. In café's was hij nooit te zien.
Komfort, weelde, een gezin kende hij alleen van horen spreken en een vleugje vriendschap vond hij alleen op straat. Op 91-jarige leeftijd overleed Staf. Hij is heengegaan zoals hij op de wereld gekomen is: ongezien en bij zijn afsterven ongelauwerd. Volgens zijn laatste wens werd afscheid genomen in zijn grote kerk en werd hij in Eeklo begraven.
(Jan Martens)
(Bron: Heemkundige bijdragen uit het Meetjesland)
|