Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Deze uurwerken behoren nu tot onze KVVV-collectie!
Een overzicht:'Uurwerken met een apart verhaal'
Wijzerplaat watertorenuurwerk:
In het begin van de twintigste eeuw sloeg de bouwwoede toe bij de zusters Van Liefde aan de Zuidmoerstraat te Eeklo. Terwijl metselaars en timmerlieden koortsachtig werkten aan het ene complex, lagen de plannen voor een ander project al kant en klaar op de tafel. In 1901 startte de bouw van de nieuwe lagere school tegenover de Kaaistraat. In 1902 begon men in de tuin met de bouw van een watertoren voor interne waterdistributie. Door zijn hoogte en door zijn kuip met horloge werd dit bouwwerk een ware blikvanger voor de hele omgeving. Wanneer in 1967 het bovengedeelte van de watertoren werd gesloopt verdween de uurwerkklok uit het stadsbeeld. Eén van de vier wijzerplaten kwam in 1987 door tussenkomst van Antoine De Boever aan de buitenmuur te hangen van het Heemmuseum in het provinciaal domein Het Leen.
Stadshorloge
Op 1 juli 1878 werd begonnen met de afbraak van de oude St.-Vincentiuskerk. Hierdoor kwamen de bewoners van Eeklo zonder officiële stadshorloge te zitten. Horlogemaker Seraphien Minne kreeg dan ook de opdracht van het Eekloos stadsbestuur om een horloge te plaatsen in het driehoekig fronton van de stadhuisgevel. De wijzerplaat werd vervaardigd uit glas waarachter gasverlichting werd aangebracht. Nu kon men ook 's avonds zien hoe laat het was. Bij de grote uitbreiding van het stadhuis in 1931-32 verdween het stadsuurwerk uit de gevel en werd zorgvuldig bewaard door de familie Minne en later geschonken aan het Heemmuseum van Eeklo.
Slingeruurwerk Polydoor Lippens
Eeklonaar Polydoor Lippens woonde te Brussel in de Kruisvaartenstraat 31. Lippens was verbonden aan het ministerie van verkeerswezen. Hij was aangenomen als elektricien en werktuigkundige. Toen in 1835 de eerste trein reed op het vasteland van Brussel naar Mechelen was onze stadsgenoot bij de notabelen die deze eerste treinreis meemaakten. Van 1850 tot 1886 werkte hij voor de Belgische spoorwegen. Jarenlang werden de vertrekuren van de treinen in het Noordstation te Brussel geregeld bij hem thuis. Hij had namelijk een uurwerk gemaakt dat heel minitieus werkte en waarop de spoorwegklok in het station werd afgestemd. Deze moederklok van de Eeklose uitvinder en wetenschapper werd later geschonken aan het Eekloos Heemmuseum door Mevrouw Marie-Louise Vermast, achternicht van Polydoor Lippens.
De Galletklok
Charles-Joseph Gallet was afkomstig uit Moustier-sur-Sambre en vestigde zich na zijn huwelijk in een woning aan de Markt in Eeklo. Hij woonde daar vanaf 1885 tot hij in 1914 zijn intrek nam in een huis in de Brugsestraat. Daarna ging hij zijn geluk beproeven in de Boelare. Uiteindelijk kwam hij in de Molenstraat terecht. In 1922 besloot hij, met de hulp van zijn zonen Lucien en Georges een gigantische horlogecarillon te vervaardigen. Vader en zonen Gallet gebruikten daarvoor afgedankt oorlogsmateriaal. Elke vrije maandag werd er met koortsachtige ijver gewerkt om een uniek en monumentaal slingeruurwerk te maken. In 1926 was alles klaar. Georges zorgde voor de geschilderde versieringen. Lucien stierf vroegtijdig in 1930. In april van dat zelfde crisisjaar exposeerde Gallet zijn pronkstuk in de wereldtentoonstelling van Antwerpen. Een of ander fantast wou toen 100.000fr betalen om het uurwerk in zijn bezit te krijgen, doch de maker wou van geen verkoop weten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het koperen uurwerk veiligheidshalve verborgen achter het werkhuis van vader Gallet in de Molenstraat. Charles-Joseph stierf in 1942 en na de oorlog plaatste men het uurwerk in de winkel van zijn kleinzoon Karel op de hoek van de Kaaistraat en de Stationsstraat, tot deze uurwerkzaak opgedoekt werd. Daarna was het beroemde uurwerk een hele zwerftocht beschoren, tot het uiteindelijk in 1990 door VVV-Eeklo met hulp van het stadsbestuur (een renteloze lening van 5 jaar) kon aangekocht worden.
Een toch wel onverantwoorde situatie in de Boelare deze namiddag. Er was daar een verhuis aan de gang maar zoals te zien is nam de verhuiswagen het niet te nauw. Zonder verdere signalisatie moesten de fietsers die van de kant Blommekens kwamen op het linker baanvak gaan rijden. Ook de auto's natuurlijk maar die zien iets meer. Mensen die uit de A. Van Ackerstraat kwamen moesten bijna volledig tot aan de andere kant rijden om te zien of er verkeer afkwam.
Op zaterdag 19-06-2021 kwamen The Victorsboven AZ Alma met hun vliegtuigen een mooie show brengen als dankbetuiging aan de mensen van de verzorging in het AZ Alma.
The Victors zijn in 2004 gesticht en hebben Ursel als thuisbasis. Lees er meer over op hun website:www.thevictors.be
De beloofde Power Point en kan u hier de vliegtuigen bekijken. U moet niet meer wachten en kan men direct op de pijltjes klikken.
Ons Lotjen van 't Rootjen: Alice De Roo, Liesken Toarte.
Alle sprookjes beginnen met "Er was eens...een fee en ze hield een herberg open in een rijtje huizen op een groot plein in een kleine stad".
Als je zou vragen aan veel mensen waar is café "Picasso", zouden er veel zijn die hun schouders zouden ophalen en het niet weten! Maar vraag naar de café bij "Liesken toarte" iedereen zal zeggen: "Ha ja, bij Liesken moar da's in 't Rotjen hé?
Ons Liesken kon ook discreet zijn en haar oortjes goed open zetten, want na zitting van de gemeenteraad trokken veel gemeenteraadsleden naar de café's op de Markt en kwamen de tongen los... Je ziet dat in volle verkiezingsstrijd haar café vol hing met politieke affiches. Voor haar was dat gelijk, was dat nu voor rood, geel, blauw of geel? T'en is genen ene mens die weet wat ik ga doen in da stemkotje' zei Liesken dan!
Als er een kindje gedoopt werd gingen er veel na den doop in de kerk een na-doop gaan doen bij Liesken! Dat werd dan nog eens gedoopt. Niet den baby maar de meter en de peter werden gedoopt door de papa!! Zo kreeg Lieske dan eveneens suikerballen en tweemaal is het gebeurd dat de vroedvrouw die vroeger ook bij 't feest was en ook meedronk, dat zij het kind vergaten op het cafétafeltje en Liesken de familie moest terugroepen!
Op latere leeftijd huwde ze met Hubert De Clercq een man die kelner was in 'Het Middenstandshuis'. Toen de bakker hun brood bestelde vroeg hij of ze nog dachten aan gezinsuitbreiding? Maar Liesken stelde hem gerust... Hubert was te moe na het werk...
Liesken werd niet zo oud! Ze stierf in 1996 en werd 72 jaar. Een dame om nooit te vergeten!!
Liesken fier bij haar café Picasso in het Rootjen op de Markt. Voor haar café was zelfs het vaste plaatsje van onze volkszanger Tamboer. Onzen troubadour stond hier graag daar hij af en toe zijn keelgat kon smeren met een echten Eekloosen jenever Van Hoorebeke. Tamboer zei ook altijd van zijn marktplaatsje: "Zet mij moar bij mijn broers k'zal hier euk wel succes hen". Lionel bedoelde dat hij te midden de virkens markt stond op donderdag!
Elia is vandaag begonnen met het plaatsen van de nieuwe aftapmast in de hoogspanningspost aan de Kraaiweg. Dit werk dient zeer voorzichtig te gebeuren met 180.000 volt in de omgeving op de hoogspanning.
Het is al een tijdje geleden dat ik hier nog eens een fietsroute heb kunnen opzetten die 't vrouwtje zelf heeft uitgestippend. Het is een route van iets meer dan 45 km doorheen ons mooie Meetjesland.
We namen de start bij het rond punt aan de watertoren en rijden richting Peperstraat. Het eerste nummer is bij het inslaan van de Bus en we rijden voorbij de Huysmanhoeve. De nummers: 56-87-84-79-74-73-70-59-61-55-52-95-56-65-66-64-83-82-71-88-62-98-99-56
De zalige rust en stilte tussen het groen. Wat wil een mens nog meer...
De windmolens zijn niet meer weg te denken uit dit landschap maar last heeft men daar niet van.
De grootkeuken van het gesticht H.Vincentius A Paulo in de Koning Albertstraat in Eeklo. Zuster Lutgarde heft het deksel van het fornuis op.
Schoolwandkaart met binnenzicht van een slagerij. Toen slachtte de slager zelf nog zijn varken. Het varken werd op zijn zijde getrokken en de helper zette zich op het varken terwijl de slager het varken keelde. Nadien moest de helper met de poot pompen om het bloed eruit te laten stromen. Hoe meer bloed eruit kwam, hoe beter, want dan konden we meer bloedworst maken. Toen waren er veel arme mensen over de vloer die zich amper een goede portie vlees konden permitteren. Ze maakten koantjessesse of toatjespap om de buik te vullen. Ze kwamen om de kaantjes van het smout die men hen meegaf. Ook het sop van de hoofdvlakke, toch wel het gemeenste en het vetste van het varken, was zeer gegeerd. Ze kwamen daar met hun kannetje om, om er soep van te koken. Ze gooiden er wat prei, selder en vermicelli in, en konden weer hun buikje vol eten. Er was hoofdvlakke en af en toe eens paté. Rundvet werd als frietvet gebruikt. Het werd uit een kom gesneden en in het boterpapier gewikkeld. We hadden soms ook eens gekookte hesp, en daar zouden ze voor gevochten hebben.
Een typische groentenwinkel van Eveline Verhé in de Molenstraat in Eeklo.
De leskeuken van het Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn in Eeklo.
Julien Van Den Driessche (96) heeft eindelijk rust gevonden
Donderdagnamiddag is Julien Van Den Driessche op 96-jarige leeftijd overleden. Julien is 73 jaar gehuwd met Yvonne Vandekerkhove en is de vader van Rita, Linda en (schepen) Ann Van Den Driessche. Maar Julien was vooral bekend als oud-concentratiekampgevangene van nazi-Duitsland. Tussen 1943 en half 1945 onderging Julien, samen met een groep andere Meetjeslandse verzetslui, vreselijke gebeurtenissen, die hem een leven lang hebben getekend en achtervolgd. Hij werd in 1943 uit zijn bed, thuis in Nieuwendorpe, gelicht en eerst een tijdlang in Eeklo, Gent en Sint-Gillis gevangen gezet. Nadien werd hij overgebracht naar het kamp van Esterwegen, later naar de gevangenis van Bayreuth en tenslotte naar het concentratiekamp van Flossenbürg. Ook zijn broer Michel was samen met hem opgepakt, maar hij werd in Flossenbürg doodgeslagen. Toen de geallieerden naderden, werden Julien en de andere concentratiekampgevangenen (waaronder Armand Verstraete uit Maldegem en Marcel Durnez uit Geluwe) op een meedogenloze dodenmars gestuurd. Die duurde drie dagen en kostte aan heel wat gevangenen het leven. Na drie dagen zonder eten en drinken werden de uitgemergelde gevangenen bevrijd en opgevangen door Amerikanen en Britten. Het duurde nadien nog enkele maanden vooraleer Julien terug thuis kwam, waar hij moest vertellen dat zijn broer het niet gehaald had.
Julien Van Den Driessche werd heel actief in de Meetjeslandse tak van de Confederatie van Politieke Gevangenen en Rechthebbenden en beet zich vast in het bekendmaken van de gruwel van nazi-Duitsland. Het duurde nog tot begin de zeventiger jaren vooraleer hij met enkele vrienden van destijds zijn reisroute tussen 1943 en 1945 overdeed en er een film van maakte. Met die film trok hij met Armand Verstraete en Wilfrid Catrysse (ook uit Maldegem) naar honderden scholen in Vlaanderen om het verhaal van wat er daar was gebeurd te doen. Evenveel keer eindigde die aangrijpende getuigenis in een huilbui en werd ze gevolgd door slapeloze nachten. Maar Julien wilde niet opgeven, dat stond niet in zijn woordenboek. Hij had in 1945 niet opgegeven, ook in zijn latere leven bleef hij een vechter tegen het onrecht dat hem en vele anderen was aangedaan.
In 1992 lag Julien aan de basis van het boek ‘De laatste Meetjeslandse getuigen’ waarin Marc Van Hulle het verhaal van 15 Meetjeslandse gevangenen uit de concentratiekampen bundelde. Inmiddels zijn al deze getuigen, op één na, overleden. Julien was de voorlaatste. In 2016 verscheen het verhaal van nummer 86.412 nog eens uitgebreider in het boek ‘Mijn naam werd een nummer’ van Mario Lampaert, Freddy Pille en Marc Verbiest.
Met Julien Van Den Driessche verdwijnt een moedig man die oneindig veel kracht had geput uit het onrecht dat hij en zoveel anderen in nazi-Duitsland hadden ervaren. Hij wilde met zijn kruistocht langs de schoolbanken wijzen op het gevaar van politieke indoctrinatie en vooral beletten dat het opnieuw zou gebeuren. Het verdriet bij zijn echtgenote Yvonne, zijn kinderen, klein- en achterkleinkinderen is groot, maar ze zijn dolgelukkig dat ze – ondanks alle ontberingen die hij heeft meegemaakt – Julien nog zolang bij hen hebben gehad en dat hij nu eindelijk rust heeft gevonden, 76 jaar na die bevrijding uit nazi-Duitsland.
Nu heeft Julien eindelijk rust gevonden. Hij verbleef de laatste maanden in Avondzegen, Bedankt Julien, rust nu maar, je hebt het verdiend!
(Tekst Marc Van Hulle)
(Deze foto nam ik op de Eeklose Markt bij een huldiging van Julien)
Zicht op de binnenplaats van brouwerij en mouterij 'De Koornbloem' van de familie Dhanens in de Boelare in Eeklo begin 20ste eeuw. De brouwerij Dhanens behoorde na WO 1 tot de verenigde groep brouwers uit ons Meetjesland die met leider Alfons Loontjens in Eeklo de brouwerij Krüger oprichtte. In totaal 23 brouwers behoorden tot brouwerij Krüger. Hun schriftelijke overeenkomst werd feestelijk in hotel 'Den Groenen Boomgaard' in de Koning Albertstraat in het jaar 1919 officieel gemaakt.
Het vatenblok van de brouwerij Krüger: de machine op de voorgrond diende voor het aanspannen van de ijzeren hoepels om de houten vaten. Rechts zien we de machine die de vaten opnieuw pekte. Achteraan staat de wasmachine van de vaten. In 1952 schakelde Krüger over naar ijzeren vaten.
De grootkeuken van Onze-Lieve-Vrouw-Ten-Doorn in de Zuidmoerstraat in Eeklo. In de keuken van het klooster werd ook soep gemaakt op de oude traditionele manier. Het soepvlees van de schenkel of van de kip werd eerst ontvet, daarna werd bouillon getrokken, na afkoeling gezeefd en het vlees eruit gelicht. Vervolgens werden de groenten gekuist en gestoofd, ook de ajuinen en een sjalotje, en daar werd de bouillon toegevoegd, gevolgd door de tomaten en de aardappelen. Het geheel werd door de passe-vite gedraaid, tegenwoordig wordt de mixer gebruikt, maar de passe-vite zorgt voor meer variatie in de stukjes.
'Eeklo smaakt' met foto's uit de rijke verzameling van wijlen onze vriend Staf De Roo.
Bron: boekje 5 ERFGOED LEEFT. Tekst: Marc Van Hulle Foto's: Staf De Roo
(Bundeling door Jan Martens)
Het grote herenhuis in de Boelare, met de poort ernaast, was de 'Koornbloem' in de tijd.
De voorbije week was er in de gemeenteraad een discussie om een nieuw stadion aan te leggen of niet voor de Eeklose voetbalclub. Maar vele jaren geleden moest KFC Eeklo, zoals de ploeg toen noemde, als eens verhuizen van de Gentsesteenweg naar de huidige locatie aan de Zandvleuge. Ze moesten daar weg omdat daar grote verandering gingen gebeuren.
Maar heel veel is daar ondertussen niet gebeurd aan de foto te zien...
Op AZ Alma is het gebouw in wording Timanti al veel veranderd. Aan de straatkant zitten de ramen er al in maar daar kan ik bijna geen foto meer van nemen door de dichte groenbegroeing. Dan heb ik maar een paar foto's genomen van op AZ Alma.
Gisteren aan het werk in de Pokmoere . Toch wel een speciaal beroep. Wat er moet gebeuren weet ik niet, maar op de onderste foto zie je 2 man die kabels naar omhoog trekken via een katrol. Op foto 1 heb ik met pijltjes aangeduid waar dat die mannen zitten.
Stad Eeklo dient voor de verwezenlijking van zijn doel (zie meerjarenplanning 2021/A-2.02.01/ 0610-00/222000/STAD/CBS/IP-600NW2.02.01 – De stad heeft een stadsvernieuwingsbudget voor o.a. strategische aankopen, opwaarderen straten/pleinen) en voor het algemeen nut over te gaan tot de verwerving van het onroerend goed gelegen te Kaaistraat 25, 9900 Eeklo, het gewezen rijkswachtcomplex, kadastraal bekend als Eeklo, 2e afdeling, sectie E, perceelnr. 918/F/2, groot volgens opmetingsplan 2 737 m2.
Het te onteigenen onroerend goed is eigendom van de Belgische staat en wordt beheerd door de Regie der Gebouwen, Afdeling Vlaanderen Regio West, Ketelvest 23/301, 9000 Gent.
De locatie was in gebruik als rijkswachtkazerne tussen 1930 en 2003.
De stad heeft zich in de meerjarenplanning geëngageerd om door middel van een globaal stadsvernieuwingsbudget (A.2.02.01) diverse pleinen en straten op te waarderen. Dit gaat bijvoorbeeld om aanpak en aanplant van de middenberm, beperkte herinrichting van het ceremonieplein, het plein in de Witte wijk, het Herbakkersplein,... Dit kan ook gaan om aankopen van gebouwen/terreinen in het stadscentrum om beter te kunnen inspelen op stadsvernieuwing.
De rijkswachtkazerne vormt één van de stadskankers omwille van de vastgestelde verontreiniging en de daaraan gekoppelde leegstaand. Het volledige terrein is volgens het gewestplan gedeeltelijk in een woongebied en gedeeltelijk in een ambachtelijke zone gelegen. De omgeving is sterk verstedelijkt. De site ligt in een dens bewoonde visgraatstraat (Kaaistraat) en paalt ten oosten aan het shoppingcenter Kruger (voormalige brouwerijcomplex Krüger) en staalfabriek Steyaert-Heene.
De site heeft evenwel belangrijke potenties als stedelijk inbreidingsproject met complementaire functies voor de stad. Het is de rol van de stad om hierbij op zoek te gaan naar mogelijke (grond)coalities tussen verschillende partijen. De stad kan op haar beurt een RUP opmaken om dit stedelijk gebied op termijn te gaan herontwikkelen. Een stedelijk inbreidingsproject zoals in het verleden reeds gebeurde in Stassano, Sogeta, Covina, … Er kan hierbij evenwel gewerkt worden met een nabestemming voor de huidige zone staalfabriek, een bestemming die na verloop van tijd in werking treedt of op een bepaald tijdstip de oorspronkelijke bestemming vervangt (vb. bij definitieve verhuis).
De beoogde onteigening dient het algemeen nut. Het betreft een kankerplek in de stedelijke woonkern. Deze locatie vraagt een dringende sanering en invulling van decennialange leegstand. De herbestemming kadert volledig in de beleidsdoelstellingen van de stad om door middel van een stadsvernieuwingsbudget diverse pleinen en straten op te waarderen.
Regie der Gebouwen wenst zelf geen initiatief te nemen om de site te gaan ontwikkelen en wenste de verplichte sanering over te dragen aan de nieuwe eigenaar. De stad wenst hierbij zelf stappen te nemen om de stadskanker op korte termijn aan te pakken.
De oude rijkswachtkazerne zoals ze er nu bij staat in de Kaaistraat.