Hello evrybody,
1988
Het was op 25 januari dat ik het blaadje van de kalender scheurde.
Het was de verjaardag van mijn moeder.
Verjaardagen werden bij ons niet echt gevierd.
We liepen elkaar tijdens de dag tegen het lijf, en dan wensten we elkaar een gelukkige verjaardag.
In januari vielen de verjaardagen kort na elkaar.
Mijn moeder de 25ste en mijne zoon de 26ste.
Mijne zoon was een uitzondering.
Hij kreeg wel een geschenk.
Ja, hij was de oogappel van zijn oma.
Mijne zoon was 5j geworden, en ik had hem niet eens zien opgroeien in de mooiste tijd van een kinderleven.
De jaren vlogen voorbij, en om de veertien dagen moest ik telkens vaststellen hoe hij weer veranderd was.
Als men een persoon elke dag ziet valt dat niet op hé.
Maar om de veertien dagen is er wel altijd iets dat verandert aan een kind.
Zijn blonde lokken staken af tegen mijn zwart haar.
Het kleine ventje groeide dag na dag naar een volwassen leven, maar veel van die groeitijd zou ik moeten missen.
Ik zag hem vertrekken in volle groei, en dan zag ik hem twee weken later terug met nen tand minder.
Ja, dat is ook een manier van groeien hé.
Op de ijsbaan had ik de vraag gekregen of ik interesse had om met de snelschaatsers naar Canada te gaan.
De snelschaatsers gingen er in Ottawa een wedstrijd rijden, en hoe meer inschrijvingen hoe goedkoper de reis.
Het was de kans om de jeugd een prachtig land te laten ontdekken.
Om ze te brengen naar de ijshockeytempels bij uitstek.
Om ze te tonen wat ijshockey juist is.
We kregen met snelschaatsers en ijshockeyspelers zo een 50 man samen.
Voor ongeveer 25.000bfr konden we de reis naar Ottawa aanvatten.
Het was voor velen een ongekende ervaring.
Maar het was ook een grote verantwoordelijkheid.
Ik vertrok met een groep, waar een deel van de spelers nog ver onder de 18 jaar zaten.
De dag dat we vertrokken was een zenuwachtige bedoening.
Zaventem zag ons heen en weer lopen.
Tickets zoeken paspoort klaar houden, en vooral onze schaatsen niet vergeten.
En toen ging het allemaal zo vlug.
Na de inscheping gingen velen van ons voor de eerste maal van de grond.
Na uren vliegen, wisselden we het miezerige België voor een ongekend landschap.
We kenden Canada van boeken of tijdschriften.
En velen droomden er ooit eens te komen.
Vandaag was het zover!
We stapten uit het vliegtuig en werden met een bus overgebracht naar de luchthaven.
Er werd gelachen, en er werd over avontuur en schaatsen gesproken.
Avontuur zouden we zeker krijgen, vermits de thermometer op de luchthaven -22 aangaf.
Ne mens stapt in België op het vliegtuig met een annorakske, maar hier zou andere kledij nodig zijn.
We werden met de bus naar ons hotel gebracht waar we terug onze ogen de kost gaven.
Alles was zo groots en luxueus.
Ik lag in een hotelkamer die eerder op een appartement leek.
Alles was er voorzien.
Van salon tot slaapkamer tot ingerichte keuken.
De jonge gasten voelden zich in hun sas zonder ouders, maar ik moest af en toe wel eens de puntjes op de i zetten.
De dag zelf gingen we nog eens wandelen naar Le canal Rideau
Een kanaal die door Ottawa loopt, en waar in de winter allerhande activiteiten zijn zoals de snelschaatswedstrijd waarvoor de Gentse rijders waren meegekomen.
De koude liet zich voelen, maar het plezier van de reis gaf ons zoveel warmte dat het geen probleem was.
We zagen mensen op het kanaal die zich kilometers voor ons uitstrekte.
En we wisten allen zeker dat we hier s anderdaags ook zouden staan met onze schaatsen aan.
IJssculpturen sierden de parken, en op het kanaal was er altijd iets te doen.
Er stonden tenten en iglos.
Er werden honden en paardenraces gehouden op ijs.
Er werd verspringen gedaan op schaatsen en nog zoveel meer.
Er was zelfs een kasteel gebouwd in sneeuw waar men kon in en uit lopen.
Via glijbanen kon men van boven naar beneden komen.
Maar we waren gekomen om te schaatsen, en alles wat schaatsen betrof trok onze aandacht.
Schaatswinkels hadden hier de oppervlakte van een kleine GB.
Ook de ijsbanen waren hier buiten proportie.
In Ottawa lag een ijsbaan die juist gebruikt werd voor juniorwedstrijden.
Een enorme hall met 20.000 zitplaatsen.
We gingen er naar een paar wedstrijden kijken, en zagen onmiddellijk dat het niveau ver boven dat van ons kleine landje lag, waar de ijshockeysport nog onbekend is.
Het was echt genieten van wat we daar te zien kregen.
Toen de snelschaatsers aan de wedstrijd deelnamen op het kanaal, waren we allemaal paraat om te supporteren.
Het was niet het ijscircus van de elfstedentocht, maar er was sfeer en ijs, en dat was meer dan voldoende voor ons.
We deden ook af en toe een uitstap.
Zo gingen we op een dag naar bevroren watervallen kijken.
Een enorm meer waar het leven tot stilstand was gekomen.
Het meer lag er stil en wit bij.
Het uitgestrekte wateroppervlak bood plaats voor menige visser die zijn lijntje door een gat in het ijs liet zakken.
Zelfs wagens stonden op het ijs geparkeerd.
In feite zagen we hier het echte beeld zoals het ons soms op tv werd getoond in film of documentaire.
De waterval was tot stilstand gekomen.
Het water hing in ijskegels naar beneden.
Stromend water was nu een gordijn geworden die hemel en meer verbonden.
In feite stonden we in een andere wereld.
Zelfs een andere cultuur en andere gewoonten en wetten.
Zo ondervonden we bij onze avondlijke uitstappen dat op restaurant een fooi geven verplicht was.
Dat cafés toelating voor minderjarigen verboden, en dat ze s avonds zelfs zeer vroeg dicht waren.
Dat het water in het restaurant een rare geur had, omdat er een ontsmettingsproduct werd aan toegevoegd.
En dat vele restaurants met een ober werkten om de kaart en de drank te brengen, maar dat de rest zelfbediening was.
Zo hebben we eens 1u30 aan tafel gezeten in een Indisch restaurant, waar ze ons na enige tijd kwamen vertellen dat het tijd was om achter ons eten te gaan, want dat ze niet gans de nacht open bleven.
Zoveel ervaringen rijker vertrokken we nar een week terug naar de luchthaven met pak en zak.
Sommigen hadden nieuwe uitrustingen gekocht.
Valiezen puilden uit van souvenirs.
En het aantal sticks waren niet te tellen.
Op de luchthaven zullen ze wel gedacht hebben dat de nationale ploeg naar één of ander WK vertrok.
We waren het er allemaal over eens dat we hier nog eens moesten terugkomen.
Zelfs in de zomer moet Canada heel wat te bieden hebben.
Sommigen zijn ondertussen wel teruggeweest, en anderen hebben er zelfs een stage gevolgd.
Maar persoonlijk ben ik er tot nu niet meer geraakt.
De jaren vliegen voorbij en de sport ligt achter mij.
Canada is vandaag verder dan ooit verwijderd van mij.
En toch hoop ik ooit nog eens een reis te mogen maken naar dit prachtige land.
Groetjes chauffeurke
|