Eten&Genieten - gezond genieten van eten & drinken
05-08-2009
Verse kaas met radijs
Verse kaas met radijs
De verse kaas op smaak brengen met peper, fijngehakte sjalot en gesnipperd bieslook. Een sneetje brood besmeren met de kaas en afwerken met schijfjes radijs.
Groenten en eieren hebben iets met elkaar en laten zich eindeloos lekker combineren: als voedingsstoffen zijn ze perfect complementair terwijl het kleurrijke bord zorgt voor een sterke visuele aantrekking. Een ei is vanzelfsprekend een bron van eiwitten en precies daarom een uitstekende begeleider van groenten. Het bevat alle essentiële aminozuren in een goede verhouding. De dooier bevat ijzer, foliumzuur, vitamines als B2 en B12, E en D. Bovendien is een ei arm aan calorieën én aan verzadigde vetzuren. Het eiwit bevat geen cholesterol, de dooier zon 200 mg. Dat is niet weinig maar als vervanger van vlees en bij beperkt gebruik van andere vleeswaren, kaas en gebak past een ei uitstekend in een gezonde dagvoeding. Voeg daarbij de vezelrijke en vitaminerijke kracht van frisse lentegroenten en je creëert een heerlijke maaltijd die sterk maakt
Omelet met radicchio
Ingrediënten voor 4 personen:
4 vastkokende Flandria-aardappelen
1 kropje Flandria-radicchiosla
1 eetlepel lightsladressing
6 eieren
4 eetlepels magere melk
50 geraspte Parmezaanse kaas
1 bosje bieslook
peper en zout
Bereiding
Kook de geschilde aardappelen niet langer dan 18 minuten. Giet ze af en snijd ze in blokjes. Snijd de voet uit het slakropje en haal de bladeren uit elkaar. Spoel ze, droog ze en meng ze met de sladressing. Klop de eieren op met de melk, peper en zout. Bak zonder vetstof vier omeletten in een pan met een anti-aanbaklaag. Leg blokjes aardappel op de omeletten zodra ze beginnen te stollen en laat dan nog even verder laten stollen. Leg elke omelet op een bord en bestrooi ze met geraspte kaas en fijngehakte bieslook. Zet de borden eventjes in een warme oven tot de kaas gesmolten is. Serveer met de sla.
Omeletboterhammen
Nodig per kind:
2 sneden bruin brood
2 eieren
50 ml magere of halfvolle melk
2 plakjes lightkaas
Bereiding:
Breek de 2 eieren in een glazen potje en klop ze samen met de melk op. Giet het eimengsel in een hete pan totdat een stevige omelet ontstaat. Snijd de omelet en de plakjes kaas in reepjes. Beleg elke broodsnede met reepjes omelet en kaas. Sluit de boterhammen en verpak ze in vershoudfolie.
Andere mensen worden bij het horen van 'ravioli in blik' helemaal blij. De witte kussentjes in plakkende rode saus brengen midlifecrisissers zoals ik in een nostalgische bui. Ravioli was het schoolvoedsel dat we wél lekker vonden (als er maar geen schoolgekookte aardappelen bij waren, dan was alles al lekkerder). Op kampen en bij jeugdbewegingen sloten volle borden ravioli met raspkaas een dag van ravotten feestelijk af. Ik denk dat dit soort voedsel de Vlaamse jeugd tomaten heeft leren eten, want een generatie of twee geleden gingen die hoogstens in de soep, mét balletjes welteverstaan, anders wou niemand ze. Mijn moeder was ooit 'Chef Monitrice' in zo'n vakantiekolonie. Zij getuigt hoe de kinderen in de jaren 1950 alles lieten staan waar tomaat in zat. Vandaag kun je, in de laatste vakantiekolonies die er nog zijn, horen: "Als er geen tomatensaus over is, dan eten ze het niet." De tijden veranderen!
Mijn kinderen zijn er altijd dol op geweest, en voor mij hoeft ravioli ook niet zo nodig gevuld te zijn met verse spinazie/ricotta of truffel met zee-egelkuit. Ik toog op zoek naar het meest sprekende blik ravioli dat men zich kan bedenken, dat van Buitoni. Ik heb het weten evolueren van vierkante kussentjes over ronde tot de vorm van de letter B, van Buitoni.
Bij Carrefour hadden ze er geen, alleen huismerk. En ik ben tegen huismerken. Bij Delhaize: geen Buitoni-blik te zien. Dan naar Colruyt, die hebben er zeker. Welnee, alleen deze Zapetti (uitspreken op zijn Frans, dan krijgt het betekenis) en hun eigen goedkoopmerk, Econom. Het verschil tussen beide? Op Zapetti staat 'zuiver rundsvlees', op Econom 'zonder varkensvlees'. Nuance!
Misleiding Wat is er gebeurd met Buitoni? Dat symbool van Italië is ouder dan het land. In 1827 opende mevrouw Buitoni, geboren Giulia Boninsegni, een pastawinkeltje. Haar zoon bouwde het uit tot de eerste waarlijk industriële drogepastafabriek. Die opereert vandaag nog steeds in San Sepolcro, een stadje in Toscane. Buitoni diversifieerde en werd het grootste pastabedrijf ter wereld, tot het in de yuppe jaren 1980 van hot naar her werd verkocht en versmolten. Danone wou het, Carlo De Benedetti won het, maar verkocht het weer door aan Nestlé, en daar willen ze nu van de fabriek af. Het pastamaken wordt uitbesteed. Het is net als met de Guinness van enkele weken geleden. Zo'n prestigieus merk genereert veel geld, maar zelf hun handen vuil maken, ho maar, dat is er voor die grootgrutters te veel aan. Alleen de schijn telt.
Maar of men ze nu in Belarus of op de Seychellen maakt, waar zijn die blikken gebleven? Ik heb gezocht in winkels en het internet bevaren geen spoor. Tot ik op Zapetti stuitte. Als ik het goed begrijp, is de pasta-in-blik van Buitoni gekocht door het Franse Raynal et Roquelaure, een huis dat doorgaans cassoulets en zo inblikt. Vandaar de Franse naam met nep-Italiaanse schrijfwijze van het merk. Er zijn blijkbaar geen blikproducten van Buitoni meer in de handel. Wel 'verse' (nu ja) of diepvriesbuitoni's.
Tot zover de blikjes. De ravioli dan maar. Zijn die wel Italiaans? De oudste geschreven vermelding van ravioli zou in Engeland te vinden zijn, op een Anglo-Normandisch perkament uit 1290. Nu leverden de Normandiërs in die tijd koningen voor de helft van de Middellandse Zee, dus is een Arabisch-Italisch-Siciliaanse oorsprong niet onmogelijk. Vergelijkbare, in gekookt deeg verpakte hapjes vindt u overigens over heel de wereld. Gyoza is een specialiteit van Okinawa, die men onmiddellijk als ravioli herkent. Bij de Chinezen zijn er dimsum die op ravioli lijken. We mogen ook de won ton niet vergeten, ravioli-achtige wrongen die in bouillon worden geserveerd. De monniken van de abdij van Maulbronn in Zwaben vertellen dan weer dat hun versie, Maultaschen, bedoeld waren om Onze-Lieve-Heer te misleiden tijdens de vasten. Verpakt in pasta kon Hij van daarboven niet zien dat er vlees in zat.
Een recept ga ik u vandaag niet geven. Dit artikel begon immers als een ode aan kant-en-klaar blikvoer. Maar wie zelf ravioles of roffioelen wil maken: er zijn overal recepten voor de pasta te vinden. De vulling kiest u zelf. Zorg ervoor dat die gaar is vooraleer u gaat koken, dan kan het resultaat niet meer stuk. Alles kan, zelfs chocopasta.
Ik herinner me een televisiedocumentaire over de Zijderoute. In de film konden we zien hoe Chinese expeditieleden, ergens in Mongolië, een gazelle schoten voor het avondmaal. Groot evenement, een afwisseling van het blikjesvoer uit de voorraden. Dan toonde men hoe ze het verse gazellenvlees klein hakten (pas geschoten wild is natuurlijk veel te taai om als 'steak' te eten) en er stante pede... ravioli mee vulden. Een raar beeld. Het bewijst dat ravioli eten is voor ontdekkingsreizigers en scoutskampen. Maar ik zou dat nooit zelf bedenken, ik zou er mee hebben in blik. Smakelijk.
Bij brouwerij Cantillon in Anderlecht zijn maandagmorgen de befaamde Schaarbeekse krieken aangekomen. Maar die naam is misleidend. Aan het woord: bioboer Peter Vandendaele en brouwer Jean-Pierre Van Roy
Bij brouwerij Cantillon in Anderlecht zijn maandagmorgen de befaamde Schaarbeekse krieken aangekomen. Daarmee maakt de Brusselse brouwer een speciale kriek. Maar de krieken komen al lang niet meer uit Schaarbeek zelf.
Brouwerij Cantillon bestelde 890 kilo Schaarbeekse krieken. Maar die naam is wel misleidend. De krieken komen niet uit Schaarbeek maar van bioboer Peter Vandendaele uit Pepingen, bij Halle in het Pajottenland.
"De naam van die krieken verwijst naar Schaarbeek, maar ik heb nooit goed begrepen waarom. Het Pajottenland, waar de geuze en de kriek vandaan komt, is ook de streek waar men die bomen vindt," vertelt Peter Vandendaele.
De Schaarbeekse krieken zijn zoet en die suikers zijn uitermate geschikt voor de speciale Kriek Cuvé Lou Pépé van Cantillon. Dat is een kriek van lambic en een hoge concentratie fruit, 300 gram krieken per liter.
De krieken gaan nu in eiken vaten met een lambic van twee jaar oud. Eind oktober wordt de kriek gebotteld en dan begint de tweede gisting in de fles. Volgende zomer Cuvé Lou Pépé te degusteren.
Brouwerij Cantillon is de laatste brouwerij in Brussel en brouwt nog op traditionele wijze lambic.
Het is een van mijn eigen favorieten. En een ontdekking uit nood geboren. Ik had geen court-bouillon in huis. Court is een simpele basisbouillon, die je naar eigen smaak maakt en waar je later in kookt of pocheert. Bij mij lagen alleen nog maar bouillonblokjes .
Nodig voor 4 personen: 4 moten zalm of zalmfilet, niet te dun, 300 cl bouillon
Voor de saus tartaar: 4 eetlepels mayonaise, 1 fijn gesneden augurk, scheut Worcestershiresaus, scheutje tabasco, 2 theelepels citroensap
In ieder geval, er was niets anders en ik maakte de lekkerste zalm ooit
Breng bouillon aan de kook. Dan op het allerlaagste pitje met nog wat eronder. Het water moet heet blijven maar mag niet meer koken. Hou wat hete bouillon bij de hand en leg de zalm in de bouillon. Vul aan tot de zalm tot de helft in het vocht ligt.
Nu kijken, na een paar minuten zie je kleine vlokjes eiwit in de bouillon komen. Nu de zalm omdraaien en weer met rust laten tot er zich weer eiwit afscheidt. De zalm is nu klaar en perfect. Voor de saus tartaar alle ingrediënten door elkaar doen. Simpel, snel en overheerlijk. Felix Wilbrink bron; telegraaf.nl
Ik was stomverbaasd toen ik bij mijn Marokkaanse visboer een piepschuimbak vol van deze geelgroenglimmende rolronde visjes zag liggen. Hij lachte breed en zei: "Éperlans." Neen, goede man, diende ik hem van repliek, dit zijn geen spieringen, dit zijn smelten, zandspieringen, des lançons, des équilles.
Hij wilde nog tegensputteren, maar zag toen dat een verkoper in Rungis in vette zwarte letters équilles op het piepschuim had gestift. "Des éperlans?" Had hij zich laten rollen in de hallen van Parijs?
Wel, ja en nee. Smelten liggen haast nooit in de winkel. Dit is pas de tweede keer in mijn leven dat ik ze te koop vind voor menselijke consumptie. De eerste keer was aan de Minck in Duinkerke, rechtstreeks van een visser. Maar zelfs die brengen er zelden mee, want wie lançons vangt, gooit ze onmiddellijk terug. Het zijn ook zulke kleine, onnozele visjes. Deze hier waren hoogstens tien centimeter, al kunnen ze dertig centimeter halen.
Er bestaan verschillende soorten zandspiering, en ze komen in alle koude zeeën voor. De grote noemen we vaker smelt en dragen de naam Ammodytes lanceolatus. Tobis, zeggen de Duitsers, lançon voor de Fransen. De kleinere A. lancea kennen wij als zandspiering, équille in het Frans.
U hebt er nog nooit van horen spreken? En dat terwijl dit hou u vast de meest voorkomende vis in de Noordzee is! En niet alleen de meest voorkomende, het is ook de meest gevangen soort. In 1990 nog werd er een miljoen ton zandspiering bovengehaald, voornamelijk door de Denen. Daarmee vergeleken zijn de haring- en kabeljauwvisserijen in de Noordzee borrelnootjes.
Waar al die vis naartoe gaat? In Denemarken en Noorwegen staan fabrieken die de visjes verwerken tot vismeel en visolie. Vroeger was daar al wat vraag naar, maar voor de komst van de grootschalige viskweek stonden er in Denemarken ook elektriciteitscentrales die op visolie draaiden. Vandaag is visolie veel te duur om te verstoken. Denk maar aan de mode van de omega-3. Zonder zandspiering zou de kweek van Noorse en Schotse zalm, van tarbot, zeebaars of goudbrasem onmogelijk zijn. De sector van de viskweek kan nauwelijks groeien, omdat er te weinig visolie en -meel te vinden is. Laboratoria zijn op zoek naar alternatieven, maar de aquacultuur snakt naar steeds meer vismeel.
Zoiets moest wel nare gevolgen krijgen. In Schotland leven vogelsoorten die volledig afhankelijk zijn van deze visjes, de prachtige papegaaiduiker bijvoorbeeld. Op heel veel foto's ziet u ze met een bek vol zandspiering zitten. Maar ook sterns, alken en jan-van-genten hebben deze kleine visjes nodig om hun jongen te voeden. Om maar te zwijgen van de makrelen onder water. Die willen ook zandspiering. Zo weet de visser trouwens of er ergens makreel zit. Boven water cirkelen vogels waar een school makreel de zandspiering naar de oppervlakte jaagt. Dat is van kilometers ver te zien.
Door de overdreven vangst op deze industriële' vis verdween de zandspiering uit bepaalde gebieden van de Noordzee; de vogels moeten nu veel verder vliegen om vis voor hun jongen te vinden. Vanaf het jaar 2003 zien we de vangsten van zandspiering halveren. Was er niet méér te vangen, of werden de Europese regeringen verstandiger? Hoe dan ook, de wetenschappers raden aan om enkele jaren helemaal geen zandspiering meer te vissen, tot nut van iedereen. Eens kijken of de Denen dat kunnen.
In België wordt er niet op zandspiering gevist. De visjes die hier op mijn aanrecht belandden, kwamen uit een andere visserij, ergens in het Kanaal. Die populatie zou veilig moeten zijn: geen Denen in de buurt. En zoals ik al schreef: er is toch geen mens die zich voor deze kleine dingetjes interesseert. Vroeger was er wel een strandvisserij op smelt en zandspiering, ook in België. De diertjes kunnen zich met hun spitse snuit bijzonder snel in het zand ingraven. Zo wachten ze dan op de terugkeer van het tij. Daar werden ze vroeger gevangen met een hark of een spade, soms zelfs door het strand te bewerken met paard en ploeg.
Gefrituurd Culinair heeft de zandspiering zijn verdedigers. Er zijn heel weinig boeken die de vis vermelden, maar Henri Paul Pellaprat, een kookboekenkok uit het eerste deel van de twintigste eeuw, doet dat wél. Hij noemt met stip de gefrituurde équille: "servi bien croquant, c'est très bon." In een ander boekje, een bijlage van een Frans damesblad uit de jaren 1960, staat de soort beschreven als "een van de beste frituren die men zich kan wensen." Ik heb het me geen twee keer laten zeggen, en het was een succes bij al mijn huisgenoten.
Spoel de visjes en laat ze goed uitdruppen. Droog ze dan af en doe ze in een oude broodzak, samen met een schep bloem, wat peper en desnoods een snuif zout. Zak dichtplooien, goed schudden.
Laat olie heet worden in een pan. Dat hoeft geen diepe frituurpan te zijn, een gewone koekenpan of wok werkt ook. Haal een greepje bebloemde visjes uit de zak, schudt het teveel aan bloem eraf in een zeef en gooi ze in de zingende olie. Niet te veel ineens. Laat mooi krokant bruinen. Even in de zeef laten uitdruppen en met de vingers oppeuzelen in gezelschap van een goed glas bier. Smakelijk.
bron; brusselnieuws.be
Belgisch bier opnieuw uitgeroepen tot beste seizoensbier
Belgisch bier opnieuw uitgeroepen tot beste seizoensbier
Vorig jaar was de eer weggelegd voor de Tripel Karmeliet van brouwerij Bosteels om als beste bier van hoge gisting te worden bestempeld door de jury van de World Beer Awards. Dit jaar kaapte het bier Saison van brouwerij Saint-Feuillien uit Le Roeulx (Henegouwen) de prijs voor beste seizoensbier weg.
Saison is een bitter, niet gefilterd bier van hoge gisting, maar met een relatief laag alcoholpercentage (6,5%). Het bier is een ongekende hit in het buitenland, maar in België is het de nobele onbekende. Die rol wil het nu van zich afwerpen en daarbij rekenen ze op de steun van de horeca en later ook de groothandel.
De World Beer Award moet de brouwerij Saint-Feuillien alvast de nodige ruggensteun bieden. De awards zijn internationaal gerenommeerd en worden uitvoerig besproken in het Britse vaktijdschrift Beer of the World.
Foto: St. Feuillien bron; gva.be
03-08-2009
Karnemelkstoemp met gepocheerd ei, Gandaham, Vlaamse grijze garnalen en zure saus
Karnemelkstoemp met gepocheerd ei, Gandaham, Vlaamse grijze garnalen en zure saus
Benodigdheden : - voor 4 personen -
400 g Vlaamse grijze garnalen, handgepeld 4 eieren 6 grote aardappelen 4 schijven Gandaham 2 ajuin 1 l karnemelk 250 g boter 100 g bloem nootmuskaat peper en zout
Bereidingswijze : (15 + 25 minuten)
1. Kook de aardappelen en pureer. Kruid met peper, nootmuskaat en zout, voeg 1/2 l karnemelk toe en werk af met gebruinde boter. 2. Voor de saus: smelt boter en voeg de versnipperde ajuin toe, laat goed bruin kleuren. Bestrooi met bloem en vermeng. Voeg al roerend koude karnemelk toe tot de saus de gewenste dikte heeft. 3. Gebruik voor het pocheren van het ei een tas, bedek de bodem met plastiekfolie. Doe het volledige ei in de tas en bind de folie dicht. Leg het pakje met het ei een 3-tal minuten in kokend water, haal er uit en laat rusten op een doek. Open pas bij het schikken op het bord. 4. Schik de stoemp op het bord, leg daarop wat garnalen, het pocheerd ei en snippers Gandaham. Werk af met de saus, wat bieslook en een schijfje gedroogde Gandaham.
Combinatie zout, suiker en vet maakt eten verslavend
Combinatie zout, suiker en vet maakt eten verslavend
Een bepaalde combinatie van vetten, suikers en zouten misbruikt door voedingsproducenten zorgen voor een 'zalig' gevoel in de hersenen. Dit maakt dat fastfood en gezonde snacks verslavend zijn. Dat blijkt uit recent onderzoek van een vooraanstaand Amerikaans professor.
Zaligheid David Kessler, de voormalige voorzitter van de Commissie voor Gezondheid in de Verenigde Staten, zegt dat voedingsproducenten bepaalde ongezonde voeding verslavend maken. Hij bestudeerde namelijk bepaalde producten op een wetenschappelijke manier. "De juiste combinatie van smaken activeren een groot aantal neuronen in de hersenen. Daardoor wordt de boodschap om te eten in het brein sterker en gaat de persoon op zoek naar nog meer voeding. Veel mensen bereiken tijdens het eten een punt van 'zaligheid'. Dat is het moment waarop we het meeste plezier halen uit een bepaalde combinatie van suiker, vet of zout. Als je over dat punt gaat, wordt eten te zoet en neemt het plezier dat we eruit halen af."
Twijfelachtige ingrediënten "Sommige producten veroorzaken dat gevoel van zaligheid meer dan andere. Maar je vindt het bij dingen als ketchup, chips en haast alles wat je in McDonalds kunt verkrijgen. Dertig jaar geleden werden chocoladecakejes gemaakt van echte eieren, echte chocolade en echte boter. Maar vandaag bestaat het uit ingrediënten van mindere kwaliteit, maar zijn de cakejes groter, waardoor de klant denkt dat hij meer waar voor zijn geld krijgt," aldus Kessler. "Slechts weinigen zijn immuun voor de gevaren van te overeten. De industrie maakt het ze moeilijk: je kunt overal en altijd voeding krijgen, de porties worden groter en ongezonde snacks zijn vaak goedkoper dan gezonde producten."
Obsessie Kessler was vroeger zelf een jojoër. "Mijn kast hangt vol kledij in alle verschillende maten. Maar ik heb mijn probleem onder controle nu ik ontdekte dat we onze kijk op voeding moeten veranderen. Eten is niet langer een instrument om te overleven of iets waar we van genieten, het is een obsessie. Om het wereldwijde obesitasprobleem op te lossen, is het belangrijk om ons gedrag rond eten en de immense invloed van de voedingsindustrie leren te begrijpen." Stoppen met roken "Als je begrijpt wat overeten veroorzaakt en je je eetgedrag hierop afstemt, is de kans groter dat je de situatie kunt controleren. Je moet het bekijken als een verslaving en op dezelfde manier aanpakken als stoppen met roken. Rokers belonen zichzelf namelijk met een sigaret. Mensen die overeten moeten dus stoppen zichzelf met chips en suiker te belonen als ze stress hebben. Het is belangrijk te leren genieten, maar met mate. De maatschappij mag dikke mensen niet langer beschuldigen en veroordelen, het zijn gewoon mensen die gevoeliger zijn aan de prikkels die zout, suiker en vet geven", geeft Kessler nog als raad. (ep) bron; hln.be
Pippijn; Vergeten verrassing in kersenland
Pippijn
Vergeten verrassing in kersenland
Pieter Nijdam
We zijn in kersenland, maar het seizoen van de kleine dieprode vrucht is alweer bijna voorbij. Onder het motto profiteer ervan zolang het nog kan steken we de Kromme Rijn over. Links en rechts van de weg grote kersengaarden, overdekt met netten. We zijn niet de enigen die gek zijn op kersen.
Illuster Ongeveer op de plek van Wijk bij Duurstede lag vroeger Dorestad, een van de grootste en belangrijkste Noord-Europese handelssteden. Hier wist de Frankische vorst Pippijn in 689 de Friezen te verslaan. Reden voor patron-cuisinier Maarten van Zanten om zijn restaurant te vernoemen naar deze illustere voorvader van Karel de Grote.
Pippijn zit middenin het centrum aan een fraai marktpleintje schuin tegenover het Oude Raadhuis. En dat alweer zon tien jaar. Daarvoor heette het restaurant De Oude Lantaarn, net als nu nog het aanpalende hotel. Voordat chef Van Zanten het hotel en restaurant overnam, verdiende hij zijn sporen bij Le Canard Sauvage in Vinkeveen en t Kerckebosch in Zeist. Koken kán de man dus.
Dat maakt het des te merkwaardiger dat hij steevast wordt overgeslagen door Nederlandse restaurantgidsen zoals Lekker, Gault Millau en GrootSpraak. Alleen de Guide Michelin (nota bene Frans!) weet hem te vinden. Hoewel, wij dus ook wanneer we op een donderdagavond mogen aanschuiven in de knusse opkamer. Het restaurant in een 17e-eeuws pand is smaakvol klassiek ingericht met eigentijdse accenten. Alleen het wijnrek in het midden stoort. Zo jaren zeventig, maar daarover straks meer.
Op de avond van ons bezoek heeft Van Zanten een snipperdag. De keuken is echter in veilige handen van sous Arjuna Besemboen, naar later zal blijken. Terwijl de relaxte sommelier ons een prima glaasje witte huiswijn (4,25, keurig toch) uit Piemonte brengt, bestuderen wij de kaart. We zien nogal wat gevogelte (piepkuiken, duif, taling) en vlees (big, lam, kalf en rund), dus bestellen we alvast een rode Chassagne-Montrachet Vieilles Vignes 2001 van tophuis Bernard Morey. Voor 55,75 een koopje.
De fles kwam echter uit het rek middenin de eetzaal en had een temperatuur van dik 22 graden. De ijsemmer bood gelukkig uitkomst. Deze lichte bourgogne bleek geweldig goed te gaan bij de gerechten die zouden volgen, maar was wel behoorlijk ontwikkeld. Wijn moet je gewoon niet op zon hoge temperatuur wegleggen. Maak toch een wandje vrij voor zon mooie hightech klimaatkast. Doet het nog goed ook in het interieur.
Boerenduif Mijn eerste gang was meteen bingo! Borstje van boerenduif met een lekkere krul eendenlever in een saus met warme kersen. Heerlijk, zon hapje warme duif, waarbij tegelijkertijd de koude eendenlever in je mond wegsmelt. Ook een mooi contrast tussen het zout van de eendenlever en het zoet van de kersen. Aan de overkant van de tafel positieve geluiden over de op lage temperatuur gegaarde kalfshaas. Dun8gesneden, zeg maar een carpaccio, met stukjes gebakken zwezerik, een salade van paddenstoelen en ravioli met kalfswang. Toe maar.
Mijn hoofdgerecht bestond uit Baambrugse big (jawel, van de Lindenhoff) op een andijvie8stamppotje met gebakken kalfszwezerik en een heerlijk gefrituurd bitterballetje van groene linzen en uitjes. Alles werkelijk perfect gebraden. Het biggetje rosé en sappig, de zwezerik heerlijk krokant van buiten en zacht van binnen. Klasse, net als de drie bereidingen van Hollandse lam. Van links naar rechts het ruggetje, de schouder en de bout, alles weer mooi rosé en heel sappig in een mooie lamsjus met wat gerookte knoflook en auberginecompote.
We zouden bijna vergeten dat we in kersenland zijn, dus snel het toetje van de dag. Dit keer liefst vier bereidingen van Wijkse kersen (11,50). Weer van links naar rechts een zandtaartje met warme kersen, potje met kersencompote, kersenbavarois en tot slot een bolletje kersenijs. Helemaal tóp deze zaak. Ons oordeel: 2½ T, daar kunnen die eetgidsen niet langer meer omheen.
Pippijn, Markt 2, 3961 BC Wijk bij Duurstede, tel. 0343-571372, www.pippijn.nl . Alle dagen open, ma. geen lunch, terras, parkeren voor de deur, hotel, menus: 34,50 (3 gangen) 68 (8). bron; telegraaf.nl
Is er een koeienparadijs?
Is er een koeienparadijs?
Felix Wilbrink
Als kind zat ik vaak achterop de brommer van een oom, een boerenbezoeker. Dat waren mannen die boerderijen afgingen, meestal in opdracht van een veevoederbedrijf, om daar de nieuwste stand van zaken uit te leggen. En natuurlijk om veel veevoer te verkopen.
Er kon toen niet genoeg melk worden geproduceerd. Eigenlijk verkondigde die goede man precies waar ik later zo op tegen zou worden, namelijk het uiterste uit een beest halen, een kalf en honderdduizenden liters melk per jaar en dan vetmesten om ze ook nog als slachtvee te kunnen verkopen. Bijkomstigheid was dat ik door al die bezoeken de boerenkeuken en echte eerlijke smaken leerde kennen.
En omdat ik nu ook weet wat ik eet, was ik een paar dagen bij vriendje Frans van het Voorste Huis (waar je echte en ouderwetse kookworkshops kunt doen) om samen weer eens flink te koken. Hij kwam met een grand veneur, een schitterende saus bij een prachtig stuk Nieuw-Zeelands hert.
De dagen, die voornamelijk bestaan uit het kijken over de weilanden, het bestuderen van de wolken en een bezoekje aan de kaasboerderij in de buurt, worden dagelijks verstoord door een bezoekje van een koppel koeien op het weiland naast zijn erf. Minstens tien kalveren, bonkig, totaal uitgemolken, sommige nog met volle uierspanning, die nog wat moeten grazen om nog iets op te leveren bij de slacht.
Er zit er één bij waarmee ik bijzonder medelijden heb, mager tot op het bot, nooit eerder de stal uit geweest en totaal vergroeid. Dat zon dier überhaupt naar de slacht mag. Daar moet toch ergens een koeienparadijs voor zijn? Ik heb wel eens twee boerenboterproducenten gesproken die hun koeien juist niet tot het uiterste melken omdat ze anders de kwaliteit ervan niet goed meer vinden, maar zij zullen uitzonderingen zijn, vrees ik.
Een lezer schreef me dat het juist dit soort vee is waar het stuntgehakt van de supers vandaan komt.
Er loopt ook nog een stiertje rond dat zo de weg kwijt is dat het probeert bij die scharminkels te drinken. Soms staan ze dat toe en kijken ze dromerig voor zich uit. Ik kom er niet uit, is dit eigenlijk heel leuk voor die koeien of laat het zien hoe genadeloos wij zijn? Frans, haal nog eens een biertje...! bron; telegraaf.nl
Coquilles in Parmaham Helma Wortelboer
Coquilles in Parmaham Helma Wortelboer
Helma Wortelboer maakt alles op de barbecue, voorgerecht, hoofdgerecht en het dessert. Lees hier haar recept voor coquilles in Parmaham.
Foto: Rias Immink
Foto: Rias Immink
Nodig voor 6 personen:
12 coquilles
12 plakjes parmaham (of vergelijkbaar zoals rauwe ham of jambon Iberico)
12 18 blaadjes citroenmelisse
12 satéprikkersFrisse jonge stevige bladsla (bv de kern van een krop sla) of ijskruid / kristalsla
Bereiding:
Week de satéprikkers in koud water. Leg de plakjes ham op een werkblad en verdeel hierop de blaadjes citroenmelisse. Leg op ieder plakje ham een coquille en vouw de ham er omheen. Prik vast met een satéprikker. Gril de ingepakte coquilles ca 4 minuten op een bbq van ca 180 graden en draai ze daarna om met een tang. Gril ze aan de andere zijde nog ongeveer 2 minuten. De ham is nu droog en licht krokant en de coquilles net niet helemaal gaar.
Serveer de coquilles met de knapperige sla of het ijskruid. Indien je een dressing wenst, maak dan een lichte dressing met citroensmaak.
Let op:
De werkelijke baktijd is afhankelijk van de dikte van een coquille. Probeer er bij voorkeur eerst 1 uit.
Indien de coquille te gaar is wordt deze taai!
Voeg geen zout aan het gerecht toe. De ham is na het verwarmen nog geconcentreerder van smaak.
De citroenmelisse en de knapperige sla zijn een fris contrast bij het gerecht. bron; telegraaf.nl
Haggis blijkt niet Schots maar Engels
Haggis blijkt niet Schots maar Engels
De beroemde Schotse delicatesse haggis zou niet door de Schotten zelf zijn bedacht, maar afkomstig zijn uit Engeland. Geschiedkundige Catherine Brown heeft verwijzingen naar het gerecht gevonden in een kookboek uit 1616.
Het receptenboek van auteur Gervase Markham was zeker 170 jaar eerder gepubliceerd dan het gedicht 'Ode aan de Haggis' van de Schotse nationale dichter Robert Burns, die het gerecht beroemd maakte. Markham schreef dat het gerecht "zeer populair is onder alle Engelsen".
Haggis is een schapenmaag of runderdarm, gevuld met stukjes hart, long, lever, niervet en havermout. Naar smaak kan een gesnipperd uitje toegevoegd worden, en peper, zout, nootmuskaat en foelie. (mvl) bron; demorgen.be
Tapas, trend en tradición
Tapas, trend en tradición
Door Puck Kerkhoven.
Foto: Karel de Vos
Ola! Deze column bereikt u vanuit San Sebastian; de stad die samen met Barcelona strijdt om de titel culinaire hoofdstad van Spanje. Een gezonde strijd met alleen maar winnaars, te weten de tienduizenden gasten die, net als wij, de talloze tapasbarretjes in de oude binnenstad opzoeken voor heerlijke hapjes.
Als tegen zessen de stadsstranden van Donostia (Baskisch voor San Sebastian) leeglopen, stromen de tapastentjes vol. Met het zand nog tussen de tenen kiezen de zonaanbidders drie, soms vier verleidelijke hapjes van de overladen schalen en borden op de donkere houten bar. Eigenlijk is er geen plaats voor hun wijnglazen en schoteltjes, maar met wat duwen en schuiven blijken ze er toch tussen te passen. Kantoormensen arriveren: nette broeken, korte mouwen, aktetassen onder de arm. Ze mengen zich onder de toeristen, het winkelend publiek en locals. Iedereen praat, eet, drinkt, lacht, discussieert en bestelt nog eens een rondje. Prikkers en servetjes eindigen op de grond, dat is hier gebruikelijk.
Je kunt in zon tapasbar met gemak je avondmaal bij elkaar scharrelen, maar beter is het om je een beetje in te houden. Er zijn nog zoveel meer adresjes, letterlijk op elke straathoek, en daartussen ook nog een paar. Ze hebben allemaal hun eigen specialiteit. Eén is goed in groentegerechten (nergens eet je lekkerder gevulde artisjokkenharten), de ander is een meester in hammen. Zijn plafond wordt aan het zicht ontnomen, door de hammen die daar hangen. De volgende maakt zijn eigen bloedworst en weer een ander marineert zijn ansjovisjes en olijven op onnavolgbare wijze. Er valt hier zoveel te proeven. En gelukkig kan dat ook, want de hapjes zijn klein en bescheiden.
Tapas worden op zn Baskisch pintxos genoemd, waarbij je de x uitspreekt als sj. Vaak vormt een stukje stokbrood of een deegbakje de basis waarop dan van alles ligt. Fingerfood is het; twee, drie happen en wég. Je hebt er geen bestek bij nodig. In Andalusië (Zuid-Spanje), waar de tapascultuur zijn oorsprong vindt, zijn de tapas meer kleine gerechtjes. Vaak in lage bruine aardewerk schaaltjes geserveerd, waarbij je een vork wel kunt gebruiken. Hier in het Noorden werken ze met kleine bordjes.
Spanjaarden gaan in de regel pas om negen uur aan tafel. Tapas zijn bedoeld om de tussenliggende tijd te overbruggen, maar niemand neemt het je kwalijk als je zoveel snoept, dat het diner erbij in schiet. Ook tussen de middag serveren de barretjes tapas, tot een uur of drie. Dan gaan ze een paar uur dicht voor het publiek, zodat een verse voorraad hapjes kan worden aangemaakt. Vanaf half zes ben je overal weer welkom.
We waren al eerder in deze heerlijke stad, maar steeds ontdek je nieuwe culinaire vondsten. Ditmaal vielen de rode puntmutsen van gegrilde paprika, gevuld met tonijnsalade zeer in de smaak, en de sandwiches van tortilla (zie recept). De pintxos waarvan we nog een tweede móesten bestellen, is eigenlijk supersimpel: een spread van flintertjes serranoham (van kontjes en lelijke plakjes, slim restgebruik!) vermengd met stevige room, dik geplamuurd op een knapperig mini-stokbroodje. Té lekker!
RECEPT
Tortilla sandwich
(6 porties)
4 gekookte aardappels (vastkokend)
1 gesnipperde ui
6 eieren
zout en (Espelette) peper
3 eetlepels olijfolie
1 grote tomaat in plakken
4 stevige blaadjes sla
2 eetlepels mayonaise
half teentje knoflook fijngehakt
1 eetlepel fijngehakte peterselie
Snijd aardappels in plakjes van ca. 1 cm. Verhit olijfolie in anti-aanbakpan, bak aardappels 5 minuten. Voeg uisnippers toe, laat meebakken tot ze zacht zijn.
Klop eieren met (Espelette)peper en zout los. Voeg toe aan aardappel-ui mengsel bak 5 tot 7 minuten op een laag vuur. Draai omelet om met behulp van een bord en bak andere kant 5 min. Laat op bord glijden, laat even afkoelen. Halveer tortilla met lang mes in horizontale richting en klap open. Vermeng mayonaise met knoflook, peterselie, peper en zout. Besmeer beide helften hiermee. Beleg met sla en tomaat. Klap weer dicht. Snijd in 6 mooie punten en steek er prikkers doorheen. Serveer lauw of koud, met stukjes stokbrood. Lekker met een koele Spaanse rosado (rosé).
bron; gelderlander.nl
02-08-2009
Smeuig & royaal
Smeuig & royaal
De wijnkenners van De Standaard kiezen acht weken lang een wijn van Delhaize. Thuiskok Peter Jacobs gaat in zijn kookboekencollectie op zoek naar een bijpassend eenvoudig zomers gerecht. Peter Jacobs, foto Wouter Rawoens
'Vis met een licht mousselinesausje, bijvoorbeeld', was de opdracht die ik deze week van onze wijnkenner Simonne Wellekens kreeg. Deze degelijke Californische chardonnay van Beringer verdient dus boter bij de vis.
Meestal eten wij sausloos, want 'licht' en 'saus' passen in mijn culinaire woordenschat zelden samen. Dus bij gebrek aan ervaring krijg ik als thuiskok altijd een beetje de zenuwen als ik boter moet klaren, de bain-marie moet installeren en de garde moet hanteren. Maar ik heb de mousselinesuggestie toch maar ter harte genomen, omdat ze mij een perfect alibi biedt om te pronken met de nieuwste aanwinst in mijn kast bibliofiele kookboeken, die mij deze week per Royal Mail werd geleverd.
Ja, bibliofiele kookboeken, het bestaat. Niet alleen antiquarische exemplaren die vooral mooi zijn om te bestuderen, maar ook bibliofiele heruitgaven van standaardwerken die je vandaag nog kunt gebruiken. Zo ben ik geabonneerd op The Folio Society, een eerbiedwaardige (want Britse) vereniging die vooral literaire klassiekers uitgeeft. Genre Charles Dickens en Jane Austen. Gebonden, in harde kaft en foedraal en met nieuwe illustraties door grafici en kunstenaars. Bij de buitenbeentjes in het aanbod zitten de kookboeken van Elizabeth David (1913-1992), de vrouw die de weg gebaand heeft voor Jamie Oliver, Antonio Carluccio en Nigella Lawson. Zij haalde Groot-Brittannië uit het naoorlogse culinaire slop en richtte de blik resoluut op het zuiden. Bovendien schreef ze kookboeken die je kunt lezen. Ja, kookboeken lezen, er zijn mensen die dat doen.
Deze week is dus, precies op tijd voor de mousselinesaus, haar Summer cooking in de brievenbus gevallen. Een klassieker van 1955. Een genot, want zelfs in standaardrecepten als dat van mousselinesaus weet ze haar persoonlijkheid en liefde voor de keuken laconiek te verwoorden. Zo staat er tussen haakjes om de royale hoeveelheden te verantwoorden: 'niemand weigert ooit een tweede portie'. En ik moet het beamen: we hebben bij onze zalm de sauskom helemaal uitgelepeld.
De boeken van Elizabeth David bij The Folio Society:www.foliosociety.com bron; standaard .be
Cepa Gavilán 2006 Ribera del Duero
Cepa Gavilán 2006 Ribera del Duero
De Cepa Gavilan is een jong label van Hermanos Pérez Pascuas, het domein dat ook de bekende Viña Pedrosa maakt. Pérez Pascuas staat bekend voor zijn traditionele werkwijze, met lange rijpingstijden op vat, die ook een gigantisch bewaarpotentieel meebrengen. De Cepa Gavilan is een (bijzonder geslaagde) toegeving aan de vraag van de markt. De wijn is sneller klaar om drinken en charmeert al in zijn eerste jaren.
Appellatie Ribera del Duero is op tien jaar tijd uitgegroeid tot een van de toppers van Spanje. Tempranillo is er de dominante druif. De meeste wijnen die hier gemaakt worden zijn trouwens 100% tinto del pais, de lokale benaming voor tempranillo. Vatrijping is hier net zo ingeburgerd als in Rioja. Deze wijn rijpte gedurende 12 maanden op zowel Franse als op Amerikaanse eik.
Druivenrassen Tempranillo (100%)
Neus Charmant aroma van specerijen, room, moka, rood en zwart bessenfruit.
Mond en afdronk Sterke aanzet van rijp fruit, geconcentreerd maar soepel en rond, evenwichtig en elegant met in de finale terugkerende impressies van moka en gedroogde kruiden.
Combinatie met gerechten Deze wijn houdt van gegrild vlees, zowel varkens-, runds- als schapenvlees.
De Cepa Gavilán 2006 is beschikbaar bij La Buena Vida (Oud Turnhout) tegen 13,14
bron; skynet.be
De Vlaamse Keuken: 700 gerechten van eigen bodem
De Vlaamse Keuken: 700 gerechten van eigen bodem
Uitgegeven door: Standaard Uitgeverij
ISBN: 90-389-0796-6
Een elektronisch kookboek met 700 recepten en meer dan honderd beschrijvingen van producten van eigen bodem. Van het Belgisch witloof tot de grijze Noordzee-garnaal. Zoekt u een visbereiding die geen kokschoolervaring vereist ? Of wenst u een feestelijke vleesbereiding op tafel te toveren ? En muisklik en u krijgt alle beschikbare gerechten. De recepten zijn printbaar en u maakt automatisch een boodschappenlijstje voor alle geselecteerde gerechten. Ook eigen recepten toevoegen, is mogelijk. bron; xquis.com
konijn
konijn
Konijn behoort tot het zogenaamde haarwild. Het heeft een fijne smaak, het is sappig en het past perfect in de hedendaagse, lichte keuken. Konijnen worden altijd jong geslacht. Op die manier is het vlees steeds mals. Er is zowel tam als wild konijnenvlees verkrijgbaar. Een tam konijn van goede kwaliteit is kort en heeft een forse, brede rug. Het vlees is lichtroze. Op basis van de lever kan u zien hoe vers het konijn is. Hij moet egaal en bleek zijn en mag geen donkere verkleuringen vertonen. Een wild konijn is iets kleiner. Het vlees is lichter van kleur en heeft een uitgesproken wildsmaak.
Aankopen
Konijn wordt zowel in zijn geheel als in stukken verkocht. Konijn is het ganse jaar door te verkrijgen bij de slager, poelier en in het grootwarenhuis, zowel vers als diepgevroren. Vaak kan u bereid konijn kopen. Konijn wordt ook meer en meer verwerkt tot burger of worst.
Bewaren
Als u vers konijn koopt, consumeert u het best onmiddellijk. U kan eveneens diepgevroren konijn aankopen.
Bereiding
Het vlees van een tam konijn is malser dan dat van een wild konijn. Wild konijnenvlees is droger en dient gebardeerd te worden. (Barderen is het omwikkelen van wild met lapjes vers, vet spek om te vermijden dat het vlees uitdroogt tijdens het bakken.)
Konijn kan o.a. gestoofd worden, gebakken in de oven of in de pan, gestoomd, gewokt, roergebakken of geroosterd op de barbecue.
Gezondheid
Konijn is licht verteerbaar, mager en mals. Konijnenvlees bevat een laag vet- en cholesterolgehalte en dus weinig calorieën. Het is bovendien rijk aan onverzadigde vetzuren, vitamine B, mineralen en eiwitten. bron; skynet.be
Schrob de mosselen zo nodig schoon onder koud stromend water en verwijder de baard. Verwijder open exemplaren die niet dichtgaan als u ermee op het werkvlak tikt. Leg de mosselen in een grote pan, strooi er één ui, een teentje knoflook (in dunne plakjes gesneden), korianderstengels en rode-pepervlokken over, giet er de wijn bij en overgiet ze met kokend water. Leg een deksel op de pan en laat de mosselen ongeveer 5 minuten op een hoog vuur koken tot ze open zijn. Schep de mosselen een keer om, zodat ze gelijkmatig gaar worden. Laat ze uitlekken in een vergiet en bewaar het kookvocht. Zeef het vocht door een fijne zeef. Meng voor de salsa de ontvelde, van zaad ontdane en fijngesneden pruimtomaten met de ui, het teentje fijngewreven knoflook, het korianderblad, het witte-wijnazijn, de ahornsiroop, de Harissa, het citroensap en de geroosterde, ontvelde en versneden paprika's. Haal de mosselen uit de schelpen, maar bewaar voor elke mossel een schelp. Laat de mosselen afkoelen en ze ze 1 uur in de koelkast. Leg voor het serveren elke mossel in een schelp en schik ze op een schaal. Schep de salsa erover. bron; skynet.be