p align="center"><a href="http://blog.seniorennet.be/hetbloggershoekje" target=_blank"><img alt="Welkom bij " src="http://i39.tinypic.com/yfhfq.jpg" bloggershoekje="het="border="0" /></a></p>
niet met jullie gelukkig door met het leven. Samen begingen we nog wegen zonder beven. Zag nu nooit geen luwte meer aan de kust.
Ik poogde steeds weer tegen beter weten in; te vergeten hoe je het historisch samen had. Steeds weer gaven nieuwe wegen weinig zin, toch blijf ik zoeken naar een nieuw levenspad.
Liefde blijft verliezen van zijn historische rol. Je hart blijft steeds in die van mij uitverkoren. Brak daarna ook harten maar nooit glorievol. Nieuwe Liefdes voelde nooit meer als te voren.
De Lucht is nog zwart, en sluit weer zijn kring. wolken lijken nu weer te plakken; neer op neer. Weer te verduisterten de lichte feestdagensfeer.
Wie kent niet Wodan, die met zijn achtbenig paard Sleipnir de lucht doorkliefde, bijgestaan doorzijn slaafje Eckhard, gevolgd door Oel en begeleid
door donder en bliksem? Voor hem bestond groot ontzag en een heilig geloof zoals dat van onszelf in onze kleuterjaren bestond voor die goeie ouwe Sint.
Aan Wodan moest regelmatig en royaal geofferd worden. In de tijd dat Wodan het hier voor het zeggen had, hadden onze voorouders contact met de goden zoals dat verzorgd werd door de lokale geestelijke, de sjamaan. Per stam trad de sjamaan op en hij was het die het kostbare vuur beheerde.
Hij fungeerde als intermediair tussen het gewone volk en de goden. Een van de belangrijkste taken van de sjamaan was om de mensen te leren over leven en dood, over de natuur, de vruchtbaarheid en uiteraard de voortplanting. Zijn lessen waren rituele vieringen met een feestelijk karakter.
Bij zijn practicum verkleedde hij zich in dierenhuiden en droeg dan ook een meestal donker masker met hoorntjes. Wanneer er meerdere stammen bijeen waren, liep het rituele feest nogal eens uit op een ware orgie. De (verklede) sjamaan tref je in vele culturen aan als Herne of als Pan. In afgelegen gebieden kom je zijn verschijning nog steeds tegen, zoals je hem ook nog aantreft in "fossiele" gemeenschappen. Reeds duizenden jaren geleden is zijn beeltenis vereeuwigd in de bekende rotstekeningen in de Franse Dordogne, waar hij nog steeds is te bewonderen in dierenhuiden - ornaat.
Op zekere dag kwamen in onze contreien een zekere Willibrord en een zekere Bonifatius. Deze heren, kortweg B & W genoemd, hadden geheel andere opvattingen over hoe om te gaan met de religieuze behoeften van onze voorouders. Want boven alles staat vast: in s mensen geest leeft een onverwoestbare drang naar religieuze rituelen. Hoezeer B & W ook geprobeerd hebben om deze religieuze behoeften langs een ander kanaal te leiden, namelijk dat van het Vaticaan, helemaal slagen deden ze niet. Bonifatius liet het leven bij Dokkum, Willibrord zal nooit zijn zegen hebben gegeven aan de Twentse Paasvuren, Luilak en de Kerstboom. De geestelijkheid die optrad in het spoor van B & W had in al haar slimheid door dat godenverering en heidense rituelen onmogelijk uitgeroeid konden worden. De bestaande feesten werden geannexeerd en van een stevige Christelijke saus voorzien. Bij het jaarlijkse midwinterritueel vieren we nu de geboorte van Jezus. Met kerstboom. En de viering van de opstanding hebben we over het lentefeest heen gelegd. Met eieren. Zo zijn onze voorouders ook beroofd van Wodan, Oel, zijn zoon en van Herne, de gehoornde. Op hun feesten worden hun plaatsen nu ingenomen door Nikolaas en Piter.
De Persoon sinterklaas
Wie is dan deze Nicolaas, die Wodans plaats zomaar heeft ingenomen? Laten we ons verdiepen in de historie en zien wat dat oplevert. Ergen op een plekje van de wereld, hoogstwaarschijnlijk in het Oostromeinse rijk is in de tweede helft van de derde eeuw (tussen het jaar 250 en 270) een jongetje geboren dat getooid werd met de welluidende naam Nicolaos. Vanaf zijn geboorte is deze mens omgeven met wonderen, ja is daar zelfs veroorzaker van. We laten de volgende wonderlijke gebeurtenissen passeren: Om te beginnen weigerde onze pasgeboren Nico de borst van zijn moeder op de vastgestelde vastendagen. Ook schijnt het dat het kind, als pasgeborene, bij zijn eerste bad rechtop ging staan, naar men zegt alsof hij God wilde danken. Later zou hij nog eens drie verongelukte scholieren weer tot leven hebben gewekt. Onze Nico werd op 19-jarige leeftijd tot priester gewijd. Hij zou, zoals het een goed en geestelijk Christen betaamt, een pelgrimsreis naar Jeruzalem maken.
Deze reis vond, voor die tijd gebruikelijk, plaats per schip. Tijdens deze reis kreeg hij in een droom een visioen dat deze reis zou worden getroffen door een zeer hevig noodweer, maar dat allen behouden zouden blijven. En inderdaad, er stak een hevige storm op. Een van de matrozen klom in de mast om de stagen vast te maken. Hij viel uit de mast, anders zou het de moeite niet waard zijn dit gegeven te vermelden, en viel op het dek te pletter. En wat dacht u? Morsdood natuurlijk. Tijdens het noodweer was er uiteraard geen tijd om zich om de doden te bekommeren, want het was hard werken op een boot en zeker tijdens het noodweer. Bovendien was er met de matroos ook een vakature gevallen aan boord.
Functiewaarnemingregelingen kende men niet in die dagen, maar het werk moest wel gedaan worden. Toen de storm was gaan liggen en ieder de gelegenheid had om zich te bezinnen werd er gedankt voor het behoud van het schip, want het was eerder regel dan uitzondering dat een hevig noodweer een schip veranderde in een bouwpakket en de mensen in visvoer. Er werd getreurd over de slechts een enkele dode. Echter, op het gebed van Pater Nicolaos stond de matroos op alsof er niets gebeurd was, waarmee in de vacature ook meteen weer was voorzien. Ook heeft onze Nico een reputatie als weldoener. Toen eens een tot bittere armoede vervallen edelman met lede ogen moest toezien dat zijn drie dochters restte dan de prostitutie om te kunnen overleven, verscheen de goede Nicolaas ten tonele. Er was niets, maar dan ook helemaal niets om als bruidsschat aan de drie dochters mee te geven.
Sinterklaas, die toen nog geen Sint was, Klaas dus, was het die redding bracht. Hij was het die drie gouden munten door het raam wierp. De munten kwamen in de schoenen van de dochters. Over de betekenis van de gevulde schoenen kom heb ik het nog. Onze Nico werd tot bisschop gewijd, met als zetel Myra, gelegen in het huidige Turkije. Als bisschop maakte hij de concilie van Nicea mee, een belangrijke kerkvergadering. De daar aanwezige zeer eerwaarde heren conciliegangers werden daar geconfronteerd met ene Arius die daar opvattingen ventileerde die niet strookten met de ideeen van Nico. Waar de overige eerbiedwaardige eerwaarde heren geduldig luisterden naar Arius, en hem netjes uit lieten praten, maakte zich een opwinding van Nicolaos meester dat hij met Arius op de vuist ging en hem ter plekke K.O. sloeg.
Zoveel door heilige woede gevoed temperament werd door het eerbiedwaardige college niet gewaardeerd en Nicolaos werd op staande voet afgezet als bisschop. Hij moest zijn bisschoppelijke habijt inleveren; stola, mijter en staf, hij werd om zo te zeggen geknipt en geschoren. Oh ja, ook zijn baard, teken van waardigheid, moest er af. En zo belandde hij in de gevangenis. De bewakers zagen hem tijdens hun dagelijkse ronde in een cel zitten: in vol ornaat en met baard! U begrijpt: op het concilie werd de leer van Arius afgewezen, werd Nicolaos in ere hersteld en herkreeg hij zijn functie als bisschop. Hij overleed op 6 december 342.
Door Jaap Almekinders en Adrie van Gansalmekinders.