verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    22-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.allerheilig

    Gekleed met naakt,

    zelfs dan blijft een impressie bestaan.

    Op dertig oktober van dit jaar was het mooi ochtendweer. De stad is bijna leeg.

    De kraaien vliegen voor

    over bedauwde grond die langer zal bestaan dan dit geschrevene.

    De bladeren gestorven in het najaar en die alle kleuren hebben doorstaan,

    rotten nu op de platgestampte aarde.

    Ik heb erg veel zin op eten in een ochtendcafé.

    Er zit een man met gekruiste benen voor een kansspel. Op de glasplaat ligt

    een pakje Marlboro. Een vrouw kijkt rond, tuurt bij de koffie door het raam.

    Ze heeft krullend haar en ze draagt een bril.

    De ochtend broeit, loeit en reikt over iedereen heen.

    Schaduwen over de stoep van zij die buiten zijn en bewegen.

    Zelf vind ik mijn schaduw niet. Misschien besta ik niet meer.

    Loeit, broeit, reikt die ochtend over iedereen heen als een reusachtig lichtgordijn in een roes van overspeligheid.

    De maan had de avond voordien nog wazig geschenen

    en de wind was gaan liggen zodat de loszittende dingen niet meer bewogen.

    Maar nu, in dat reusachtig lichtgordijn zonder mijn schaduw nog te zien

    besta ik niet meer.

     

    Er fietst een man voorbij. In zijn fietszak steken chrysanten.

    Toen ik op de begraafplaats kwam viel het me op dat de mensen die daar

    rondliepen vooral ouderen zijn.

    Ze hebben al veel leeftijdsgenoten verloren en herdenken hen nu.

    De doden komen weer tot leven.

    Vroeger kwamen we met heel de familie bijeen en werden er pannenkoeken gegeten.

    Dat doen we nu nog, maar er is een generatie verdwenen en een nageslacht bij gekomen.

    We bezoeken ook de graven niet meer en versieren ze ook niet meer met bloemen.

    Het enige dat overgebleven is, is het feest en de nagedachtenis.

    De man fietst opnieuw voorbij. Deze keer zonder chrysanten. Die heeft hij op een grafzerk gelegd. Hij fietst in tegenwind. Het weer is in de herfst omgeslagen, net op tijd voor Allerheiligen.

    de laatste zonsopgang

    niemand weet wat daarna gebeurt

    de straten worden donker

    de huizen omhuld in een winterlucht

    de aarde bevriest

    Hij slabbert met zijn tong wanneer hij leest. Hij degusteert het geschrevene,

    zegt zijn moeder.

    De familie zit bijeen aan tafel: hij, zei, hem, haar, haar van hem, hem van haar, zij van mij.

    En nu zit ik hier alleen

    niemand die iets hoort

    tenzij, ja gij die mijn gebaar leest,

    denkt zichzelf te herkennen in onmetelijkheid.

    Wie weet zijn we eendagsvliegen in een jaar,

    houden we de seizoenen in stand  en zijn we meer

    dan een herinnering.

    Het lawaai, de stank, het geklaag van de meerderheid,

    zijn niets meer dan anekdotes in het verstand.

    22-07-2007, 21:47 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zin

    Ik heb  zin om  voor een keer geen onzin uit te kramen, om  socio-economisch en multicultureel over deze samenleving na te denken met een innig verlangen de wereld te verbeteren en een rooskleurige toekomst voor alles vast te leggen.  Voor ik dat probeer sla ik mijn armen om haar heen en staan we minuten in gedachten drie seconden stil. Ik zeg: ik ga een echt artiekel schrijven zoals journalisten dat dagelijks doen.
    Een half uur zit ik hier neuspeuterend te peinzen zonder resultaat. Ik kan zelfs de 'ik-vorm' niet kwijt. Wanhopig neem ik de krant en noteer opschriften zoals:

    verkeerswet wordt weeral herschreven
    geen hoop voor wie zonder stroom winter in moet
    dronken doodrijder maakt tweede slachtoffer
    opwarming klimaat bedreigt gezondheid Europeanen
    merendeel oude computers heeft porno op harde schijf
    regering is niet bij machte beheerders elektriciteitsnet te dwingen
    niemand spelt radicalen de les
    kroniek van veel menselijk verdriet
    er valt geen hol te beleven in de grot
    laptopnek, muispols,Sms-duim, en....iPodvinger
    sinterklaas over Generatiepact

    Neen, het lukt me niet iets zinnigs te vertellen. De opschriften zijn me al te veel. En dan al die geschriften van zogenaamde feitelijkheden.  Dan ga ik nog liever in de winter met rubberen laarzen in de Dijle staan kijken naar kwakende eenden.
    Zolang we geen medeleven betonen, onverdraagzaam blijven en met angst door het leven ploeteren, zal ik niet het verlangen hebben om iets zinvol te schrijven.

    alhoewel, ik heb haar verteld dat ik iets zinnigs zou schrijven

    aan elke bedelaar geef ik een euro omdat ik naïef en medelevend ben
    ik verplaats me met de fiets of te voet
    ik probeer een voorbeeld te zijn voor mijn volwassen kinderen
    en ik tracht niet te verdwalen in gedachten

    en dan vraagt ge u misschien af: waarom schrijft ge dat
    en zeg ik: dat vertel ik nu niet

    22-07-2007, 11:16 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIJN zaterdag

    Schitterende dag. Ze is thuis vandaag. Zaterdag, zondag en maandag is ze thuis. We zijn tot negen uur onder de lakens blijven liggen. Normaal werkt ze op zaterdag. Dat is dan MIJN zaterdag. Dan duik ik zeer traag de dag in, beginnende met een krant waarin ik niets meer dan de titels lees. Politiek en sport verdwijnen meteen in de papiermand. Daarna wordt de chaos van woorden en zinnen die doorweeks tussen kladschriftuur bleven haperen geordend. Tas koffie, toilet, sigaret…, het gebeurt in vertraging tot het middaguur. Tijd om mijn kleren aan te trekken en mijn haar te kammen. Scheren en tanden poetsen volgen daarna, waarna zijbijmij even komt pauzeren. Dan lees ik de teksten in de krant. Maar vandaag is het ONZE zaterdag. Ze moet niet denken dat dat iets aan mijn zaterdagritueel zal veranderen.

                Eigenlijk is het beter dat ik er op zaterdag niet ben, zegt ze.

    Ja, eigenlijk wel.

    21-07-2007, 11:23 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    19-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onnozeliteit van zwijgen
    We zaten al geruime tijd op dezelfde bank. Een bank onder een boom aan een afgelegen grasveld. Ik zat er eerst. Zij had een poedel bij zich die het zout van mijn pols probeerde te likken. Vreemd dat ze dat toeliet. Zelf wou ik niet  protesteren. Ik schoof wat opzij naar het uiteinde van de bank. Ze streek met haar vingers door haar haren en keek recht voor zich uit, alsof ik er niet was. Ik deed net hetzelfde. Twee vreemden naast elkaar op een bank.
    Misschien wacht ze op iemand en is ze zo weg, dacht ik. Ik ga hier niet weg. Het is MIJN plaats. Bovendien was dit de enige bank in de omgeving.
    Het is moeilijk zegbaar maar toen het begon te schemeren zaten we nog altijd zwijgzaam naast elkaar in een onweerstaanbare drang om niet op te staan. Ik wachtte op het moment waarin iets in mij of in haar zou overschakelen in een woord zodat onze verschijning een acte van précense zou krijgen.
        Streel me, zei ze dan totaal onverwacht.
    Wat zegt u?
        Streel me.
    Is dit een grap?
        Neen.
    Voorzichtig raakte ik met mijn vingertoppen haar hand aan. Ze had prachtige slanke handen, net niet knokig. Nog nooit had ik een doodvreemde zo doelloos aangeraakt. Ik wist niet eens wat strelen voor haar betekende.
     Je hebt eelt op je vingers, zei ze dan.
    Ja, alleen de vingertoppen van mijn linkerhand. Dat komt door dat instrument dat ik bespeel.
    Ik had gehoopt hiermee een gesprek aan te knopen maar ze antwoordde niet. Ze had haar ogen gesloten. Ik bleef dan maar haar hand strelen, wat me aanvankelijk onnozel leek maar naarmate de tijd verstreek ontstond er intimiteit tussen vingers en hand als een doofstomme taal van voorzichtige aanraking. Net op dat ogenblik begon de poedel te blaffen.
         Ik ga nu verder, zei ze.
    Ja, ik ook.
    Meer hadden we niet te vertellen in deze kortstondige vriendschap teweeggebracht door de onnozeliteit van het zwijgen.

    19-07-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zevensterren

    Vooraleer ik binnen ga  rook ik een voorlaatste sigaret, kijkend naar de sterrenhemel. In al die tijd is daarboven niets veranderd. Het is een geruststelling, een houvast.
    Ik liep met mijn broer achter onze ouders aan als we ’s avonds na een familiefeest naar huis gingen. We keken naar de sterren in een gitzwarte hemel en probeerden ze allemaal te tellen. Af en toe bleef mijn vader staan en wees hij naar de grote en de kleine beer. Dan liep hij weer verder langs het voetpad naast de kasseiweg met ons moeder, zij aan zij.
    Bij elke lantaarnpaal zagen we hoe onze schaduw in het oranje lichtschijnsel bewoog, terugkeerde en opnieuw verdween. Mijn broer en ik keken er zwijgzaam naar en vroegen ons af vanwaar die schaduw kwam.
    Nu ik in die sterrenhemel kijk denk ik aan toen. Niets is daarboven veranderd.

    Bijna nacht. Straks zwiert jonkheid over de hekkens, als schimmen alsof ze geschapen zijn voor de zonde. Onverwoestbare zaterdagnacht.

    Wij hadden thuis een zwart-wit TV waarmee we naar twee zenders konden kijken. Op zaterdagavond keken we in het kleine salon in het pikkedonker naar een western of een oorlogsfilm en aten we gebak dat ik meestal ging kopen in de winkel halverwege de straat. Kopen was een groot woord. In de winkel hielden ze de rekeningen bij, die ons moeder achteraf ging betalen. Onze nonkel en mijn grootmoeder, die hardhorig was, kwamen ook.
    Alleen mijn vader mocht de TV bedienen. Ze hadden hem verteld hoe alles marcheerde. Op het toestel mocht zo weinig mogelijk sleet komen in de tijd. In die tijd van slijtbaarheid is veel veranderd. De tijd heeft hem in grootvaderschap veranderd.

     

     

     

     

     

     

     

     


    Als toeschouwer leer ik mezelf begrijpen. Ik heb twee zonen en ben heel blij zoals ze zijn. De stilte in mijn leven is een toevallig dierbaar geschenk.
    Mijn gedachten die ik koester schrijf ik op papier. Uiteraard klad ik papier vol met emoties zonder anderen ermee te confronteren. Wie dat ooit zal lezen zal mij begrijpen of niet. Eigenlijk is dat niet belangrijk in ons vergankelijk bestaan, tenzij voor mezelf. Het zou me na mijn leven vereren dat iemand mijn schrijfsels zou doneren aan de toekomst die later verleden is. De moed ontbreekt me soms om dingen te beschrijven, zoals dit ogenblik gevangen tussen ik was, ik ben en zal zijn. Ik ben en ik was; ik zal zijn twee seconden later. Rock me baby....een cliché....we sterven allemaal....een cliché; er is al zoveel verteld. Grootse verlangens naar wat je niet beleeft. Och, wie ben ik om die wartaal te schrijven; een chaotisch samenraapsel van een moment, ook al zal de dageraad die er nu niet is me morgen misschien bezinnen. Ik ben gelukkig omdat ik geluk mis, ik ben verliefd omdat ik de liefde mis, ik leef uit angst om te sterven.Weet je, ik wil dat de wereld beter wordt en het is niet moeilijk, we moeten alleen bij onszelf beginnen en dan komt alles vanzelf.

    Ze zijn pas afgestudeerd en hebben werk.

    ik herinner me nog de wandelingen in het bos
    hoe ze schaterlachend wild langs elkaar liepen, dicht bijeen
    ik kan die kinderhand nog zo in mijn handpalm voelen
    nu fladderen ze traag met zekerheid weg  

    Aan de zeven sterren bleef ik staan. Daar liggen drie gebroken stenen die in elkaar passen en een ronde schijf vormen van drie meter op veertig centimeter.
    Het verleden vertelt dat een boer die grote brokken steen bij het afgraven van zijn veld gevonden heeft. Ze hebben die met de ossenkar midden naar het park gebracht. Men vermoedt dat het restanten van een meteoor zijn, maar het kan evengoed een altaar geweest zijn.

    Ik zie opnieuw hoe zij die stenen beklimmen,  kraaiend een kreet slaken van: ik sta op de top .
    Ik heb hun verteld: dat is een stukje van een ster

    In die periode woonden we pas in het huis dat we gekocht hadden. De oudste kon pas lopen en de jongste pendelde tussen Neanderthaler en mens.
    We waren aan het verbouwen. Ik deed bijna alles zelf, terwijl zij voor de kinderen zorgde in de ruimten ernaast. Haar ouders leefden nog. Mijn vader kwam regelmatig naar mijn werk kijken. Het lijkt zowel lang geleden als dichtbij.

    ik ging verder
    bleef staan
    ging verder
    bleef staan in een zonnestraal
    er lagen kastanjes op de weg
    gek dat niemand die wou

    In Lissabon kochten we s’avonds gepofte kastanjes aan het station. We gingen in het spitsuur naar het drukke centrum, naast elkaar met een krantenpapieren trechter vol gepofte kastanjes.

    18-07-2007, 16:50 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jager
    jager
    vervolmaak mijn leven
    in een plotselinge dood
    veelvuldig zal ik dan mijn doelen missen
    voorbij de maan
    waar het verdwenene dan
    zichzelf ontmoet
    zal niets dan licht zijn
    niets heb ik gezegd
    in deze leegte van duisternis
    volwassen uitgewist als een kind
    afwezig in een voetspoor
    sprakeloos tussen wat ik ben

    16-07-2007, 00:26 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gazon
    Riek jij niks?
        Neen.
    Dan komt ze dichterbij.
        Riek je het nu?
    Neen.
    Vervolgens leunt ze tegen me aan.
        En nu?
    Nog niks.
        Man toch! Eerst loopt het verkeerd met je ogen, daarna met je oren en nu zelfs met je neus. Jij bent alleen nog goed genoeg om het gras af te maaien. Zelfs daar heb je een halve dag voor nodig.
    Ze heeft gelijk. Gras maaien kan ik als een van de besten. Ik doe het met de hand. Met een tweewieler die je moet voortduwen en een sikkel voor de boorden.
    Voor ik eraan begin maak ik de sikkel met een wetsteen vlijmscherp. Dan haal ik de hondenstronten en dode twijgen uit het gras. Het ruwe werk kan beginnen. Gruum, gruum, gruum...zingt de tweewieler door mijn spierkracht gedreven. Groot is het begroeid oppervlak niet. Amper veertig meter op zes, struikgewas en bloemperken meegerekend. Vervolgens begin ik aan het fijnwerk: de kantjes en boordjes. Als alles bij elkaar geschraapt is en op de composthoop ligt snijd ik met een keukenmes ongewenst kruid weg.
    Zo, dit is beschreven. Nu nog eraan beginnen.
    Chocolade zou cholestorolverlagend werken. Hier zit ik nu beste lezer, met mijn neus tussen duim en wijsvinger. Een neus in beweging. Een stilstaande beweging in zonlicht. Zo zit ik hier aan mijn neus te rieken die mij de ingridiënten van deze maaltijd vertelt. Alleen haar parfum ontging me nog.
    Mag ik eens trekken van die sigaret?
    Ik geef haar de peuk.
    Dat is geen sigeret meer, zegt ze.
    Schandalig gewoon. Ja, dat is de juiste benaming. Net zoals die pannenkoekenmix, gemaakt volgens een heerlijk recept met gebruik van de beste ingridiënten. Verrukelijke pannenkoeken aangebrand in de pan. Godzijdank is er de suiker nog.
    Het wordt tijd om een muziekstuk te spelen, of neen, om het te beluisteren.

    14-07-2007, 23:38 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de beschrijver
    Met de pet in de hand en gebogen hoofd dwaalt de beschrijver rond op zoek naar open deuren.
    Welke dag zijn we vandaag, vraagt hij aan een voorbijganger.
    De voorbijganger kijkt verbaasd. Het is donderdag.
    Dan heb ik nog twee dagen te gaan, mompelt de beschrijver. Als hij ziet dat de voorbijganger onverschillig verder loopt schreeuwt hij nog: " Het speelt zich af in de schemerzone van droom en bestaan! ".
    Hij wou nog iets vertellen maar was het vergeten. Het gaat allemaal zo snel. Zijn wereld kan alleen door hem geleefd worden. Negenveertig jaarseizoenen met menselijkheid in het fragment waarin hij leeft. Hoe zal het zijn tien eeuwen verder? Die onwetendheid vind hij onrechtvaardig. Hij wil zichzelf een plek geven in het geheel. Zijn woorden vertellen een vorm van waarneming waarin concepten hun betekenis  hebben verloren. Bestaat het allesverslindende beest "realiteit"  wel, steeds zichzelf verklarend, of neemt hij de wereld niet waar zoals hij is, vraagt hij zich af. Dan gaat het niet over de dingen maar over de manier waarop hij de dingen kent.
    Vorige nacht had hij nog het mysterie uit donkere vrouwenogen gekeken en staan wenen bij zonsopgang terwijl de dauw uit zijn kleren verdampte. Het was de aanloop voor een gedicht dat niet  geschreven werd omdat het bleef haperen bij een braaksel van woorden die nimmer geordend worden.
    Nu roept hij tegen deze hoerige wereld wat hij ziet in de hoop dat anderen zijn roep beantwoorden, niet om hen zijn waarheid op te dringen maar om bevestigd te krijgen of hetgeen hij ziet herkend en gedeeld wordt. Schreeuwen kan niet meer. Het enige wat hem nog rest zijn een paar omstuimige dromen over gemiste kansen en een vat vol dronkemanswreedheid voor vanavond.
    Die avond gaat hij op een barkruk zitten. Naast hem zit een vrouw. Een zingende vrouw. Ze zingt dat ze geslagen wordt door haar man, dat ze verkracht werd toen ze veertien was, dat haar vader stierf toen ze achtien was en dat ze geen rotte frank op zak heeft. Ze wordt constant bedrogen door mannen die het gemunt hebben op haar schoon lijf, zegt ze nog.
    Intuïtief voelt hij dat hier de waarheid spreekt. Hij betaalt haar de dronk.
    Lallend ontpopt ze zich tot een waarachtig filosoof, gevestigde waarden vernederend. Ze bezit het vermogen uiting te geven aan gedachten en emoties die hem nog voor een laatste keer verbazen en verwarren in alle schoon- en lelijkheid, de middelmatigheid sublimerend. Ze staat nu centraal in een wereld die hij verwonderlijk waarneemt en op een unieke manier gestalte gaf.
    Nog een dag te gaan. Een onnodige dag. Het is nu goed geweest.
    Dan gaat hij naar een immense vlakte waar water, land en lucht zich verenigen, de stilte verbrekend.
    Vervolgens klimt hij op de top, herinnert hij zich nog helder het meeuwengekrijs, avonden met romantiek en vampieren bij kaarslicht. Dan spreidt hij zijn vleugels en schreeuwt: " Nu of Nooit! "






    10-07-2007, 17:22 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rotavond!
    Wie dit leest zal het met moeite geloven. Toch overkomt het me vanavond. Eerst laat ik de zelfgemaakte stekelbessentaart te lang in de oven staan (toont veel gelijkenis met een langspeelplaat), dan is de data op pc (een verhandeling waar ik het hele weekend aan gewerkt heb) verdwenen en per slot van rekening wentelt de hond zich net op het einde van de wandeling in een modderpoel. Vervolgens wou ik voor een keer naar een programma op nat. geogr. kijken maar blijkbaar is dat kanaal op tv verdwenen. Dan maar tot rust komen in de tuin. Ik sta nog maar pas naar de vlinderplant te turen of het begint te regen. Dan neem ik een laatste toevlucht: ik ga wat muziek spelen. Ook dat slaagt tegen. Mijn lieve partner (waarvoor ik na vijfendertig jaar samenwonen nog altijd mijn hand zonder verdoving zou laten afkappen als het niet anders kon) heeft uit zorgzaamheid de oorschelpen van mijn hoorapparaten in een reinigingsmiddel te dompelen gelegd. Njet, Njet, Njet schreeuw ik in men eigen. Waaraan heb ik al die ellende op één avond  verdiend?
    Doch, mijn allerlaatste toevlucht is dit schrijven om me tot kalmte te bekeren. Het lukt. Ik ben dat rotgevoel op deze manier bijna kwijt, hopelijk niet tot grote ergernis van Anna.

    09-07-2007, 21:59 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nacht

    in een nacht zonder wolken
    een kamer met open deur

    die tabaksgeur verdrijft
    en demonen verjaagt

    zit ik daar in die ijle wereld


    het is mijn beurt zegt de regisseur
    de dorpsklok luidt het uur

    zonder ander reden
    dan haar schoonheid
    op een grenslijn van schaduw
    van zon, water, aarde
    licht en donker
    noem ik haar vrouwelijkheid

     
    heel mooi klinkt zijn...haar schriftuur
    als zachte muziek in mijn ziel
    is het de dichter die spreekt als de wind
    is het de grens van de leegte die me lokt
    of de stilte van een eenzame stem in het heelal
    die onzichtbaar lief heeft en niets is


    07-07-2007, 17:39 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.complot

    Twee kompanen hadden me gevraagd om mee te helpen met een overval op een geldtransport.
    Zij bij mij en ikzelf hadden aanvankelijk toegezegd maar uiteindelijk haakte ik af omdat
    een van hen een vuurwapen zou meenemen. Zij bij mij wou meedoen. Ze hadden een
    bestuurder voor de vluchtwagen nodig.
    Ik probeerde haar te overtuigen om af te zien van het voornemen maar er was geen houden aan.
    Elke dag ging ze weg om met die twee te oefenen voor die fatale dag.
    Ik voelde me bedrogen en in de steek gelaten.
    In een ultieme poging om haar te overtuigen niet mee te doen, zei ze dat ze haar vrienden
    niet in de steek kon laten. Ze hadden een chauffeur nodig.
    Zoveel bereidwilligheid voor twee gangsters was me te veel. Ik besloot haar te verlaten.
    De bus die ik genomen had zat stampensvol. Bovendien reed de chauffeur roekeloos.
    Ik stapte drie haltes verder uit en ging te voet verder naar de plaats waar de overval zou gebeuren.
    Naar de avond toe ging ik schuilen in een overdekt hondentoilet. Er kwamen mensen binnen met een kat.
    Het duurde niet lang of het stonk er naar kattenpis. Ik ging verder tot in de straat waar het geldtransport
    morgen zou overvallen worden. Er was een buurtfeest met bejaarden waarvan ik de meeste kende.
    Ze lachten en klampten me aan. Blijf bij ons want vannacht gaat het onweren, riepen ze.
    Aan tafel vertelden ze me dat morgen in de straat een hold-up zou gebeuren. Iedereen wist ervan.
    De politie zou massaal aanwezig zijn.
    Ik stond aan de grond genageld. Ik hield nog van haar. Ik moest haar zien te bereiken maar
    niemand had een telefoon op zak.
    Dringend terug nam ik de kortste weg langs onverlichte veldwegen en klauterde ik langs heuvels
    door het slijk.
    Thuisgekomen zag ik dat ze weg was. Ondertussen begon het al in de ochtend te schemeren.
    In mijn wanhoop klopte ik bij de buren aan. Die wisten me te vertellen dat ze met twee rare venten
    net vertrokken was. Zelfs met de fiets zou ik nooit op tijd ter plaatse zijn.
    En dan, toen ik op instorten stond, kwam ze binnen. Ze had zich bedacht.
    Opgelucht ging ik het huis uit.
                    Waar ga je naartoe, vroeg ze.
    Ik weet het niet, maar ik kom niet meer terug.
    Ik had gehoopt dat ze mij zou vragen om te blijven.
                    Neem dan ook de hond mee, zei ze.
    Ik hoor opnieuw krekelgeluiden; een concert van Carlos Santana.
    Het ritme van de tabla’s doet me denken aan het klauwen van een spinnende kat.
    Kijk hoe de klanken dansen, ze hebben een doel.
    Godenmuziek. Het paradijs komt in beweging. Stilstand komt tot leven in dit muziekstuk.
    De onzichtbare beweging van geluid dat mijn lastige oren streelt.
    Hoe meer ik me laat gaan, hoe zinniger worden mijn woorden.
    Ik wou voor een ogenblik in een woordenboek begrijpen wat "zinnigheid" is, en
    of ik dat dan ook correct geschreven heb op dit ogenblik.
    Zinnigheid is: ik heb geprobeerd het na te gaan maar het heeft waarschijnlijk
    zoveel betekenissen dat het misschien onbestaand moet blijven.

    Naar aanleiding van een schrijver die schreef over geboorte welt er iets in me op.
    Ik schrijf het als ik, maar ik was het niet.
    Het was dat uit een vorig leven waaruit ik geboren werd.
    Plots voelde ik dat er iets gebeurde. Onder luid gebonk zweefde ik langzaam weg van die ene
    vertrouwde plaats. Het gebonk versnelde en het werd steeds moeilijker. Ik had geen
    herinneringen, je weet niet eens dat je bestaat. Je weet ook niet wat je te wachten staat.
    Je kan niets weten. Alles wat je meemaakt is gevoel dat intenser
    wordt tot je voor de eerste keer angstig wordt wanneer het gebonk heviger en sneller klinkt.
    Je wordt onttrokken vanwaar je komt.
    Voor het eerst kreeg ik het benauwd. Ik had geen keuze.
    Ik kon niet meer terug.
    Een mens sterft twee keer: eerst bij de geboorte en dan na het leven.

    06-07-2007, 18:19 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koe
    Soms gebeurt iets ongewoon dat indrukwekkend is.
    Vanmorgen, onderweg naar het werk zag ik, kijkend naar een lichtstraal uit een gat in het wolkendek  iets in de verte dat zich voortbewoog op de veldweg waarop ik me verplaatste. Ik had mijn bril niet aan.
    Ik dacht: dat is een wandelaar.
    Toen ik dichterbij kwam zag ik een wandelende koe. Doodleuk liep die koe mijn richting uit.
    Ik had nog nooit een koe buiten haar omheining gezien en wist niet hoe ze zou reageren op mijn aanwezigheid. Ik was bang en stapte van mijn fiets. Ik bleef staan. Bange warket in stilstand kijkend naar een wandelende koe. Toen ze me zag bleef ze ook staan. We waren een meter of zes van elkaar verwijderd. Ze schraapte een appel of zo van de grond en passeerde me dan wantrouwig.
    Ik dacht: moet ik de politie nu niet bellen? Maar veldwegen hebben hier geen naam. Het zou meer dan twintig minuten duren vooraleer ze zouden weten waar ik die koe gezien had.
    Ik keek haar na en dacht: zeventig kilo zuiver rundsvlees verloren voor de boer en een koe op vrije voeten.

    06-07-2007, 17:25 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 10
    Vannacht sliep ik met tussenpozen in halfwakkere toestand. In mijn halfdroom ontmoette ik mijn nicht en nonkel als personages uit de late jaren zestig.
    Ik herbeleefde de begrafenis van mijn grootvader, ook al was ik toen nog heel jong.
    Terwijl de mensen langs de binnenkoer in een plechtige tristesse naar binnen gingen om de overledene een laatste groet te brengen, hoorde ik mijn grootmoeder ontroostbaar huilen.
    Ik had het lijk ook gezien en was geschrokken van dat wit vertrokken gelaat met ingezakte oogleden. Ik voelde zo de dood in die kamer. Het rook er naar Keuls water.
    Ik werd halfwakker en zag door het dakraam dat het klaar werd. Ik hoorde duizenden vogels als in een concert zingen. Nochtans ben ik halfdoof. Ofwel hoorde ik een zwak signaal dat door mijn gedachten versterkt werd, ofwel werd het door mijn geest geschapen. Ik denk dat het dat laatste was.
    Ik lag nog te dromen, mij ervan bewust zijnde dat ik in bed lag en wakker zou worden. Mijn geest was ijl, mijn lichaam zo licht als lucht.
    Plots begon ik neerwaarts te kantelen en hoorde ik achter mijn rug een geluid dat op een aanraking leek. Het leek zo echt.
    Toch besefte ik dat dit gebeurde tussen droom en wakker zijn.
    Ik besloot om op te staan. Ik trok een short aan en ging buiten zitten kijken naar de blauwe lucht. De zon was opgekomen in koelte van de nacht.
    Ik rookte een sigaret en bleef daar maar zitten. Die droomnevel trok maar langzaam weg.
    Ik voelde me nog een mens van de lege ruimten, een schaduw op een witte steen.
    De nacht had de ochtend geteisterd als het begin van een onechte dag.
    Diezelfde dag, s’avond bij zonsondergang, vertelde mijn vader enthousiast over zijn kindertijd.
    Ze leefden in oorlogstijd en hadden een os.
    Hij vertelde me hoe ze vluchtten en de os lieten slachtten en daarvan het beste stukje vlees overhielden
    en over de zoete melk om te overleven.

    05-07-2007, 23:18 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.snol

    Ik heb in de duisternis een kaars aangestoken. Ze geeft voldoende schrijflicht zolang de wind niet komt aanzetten. Ik heb geluk. Er is geen wind. Alleen die dansende vlam.

    Schrijven in dansend licht met schaduwen op papier. Het heeft iets, zo’n kaarslicht. Niets is zo toevallig en wanordelijk, altijd in beweging, op en af, bijna uitgedoofd en dan weer opflakkerend. Fragiel is die vlam bij het minste beetje zucht voor uitdoven beducht.

    Deze dag heeft veel warmte en licht gebracht. Fijn om de avond bij dit kaarslicht door te brengen. Moederziel alleen met mijn schaduw uit bewegend licht.

    Ver weg wordt nog een straatspel gespeeld voor het slapen gaan, en blaffende honden, ze horen erbij. Zonder menselijk lawaai zou er nog zoveel meer te horen zijn.

     

     

     

    Donderdag 27 mei 2004-05-27

     

    Eigenlijk vind ik je een dwaas maar ik ben blij dat ik je ken. Het is alsof ik je tegenkom op mijn weg en mijn eigen dwaasheid bij jou herken.

               Denk er niet teveel over na want dan wordt die dwaasheid opgeslokt door rede.

    Dan is dat zo.

               Ja, zo is wat is.

    Is wat is?

               Is wat is?

    En wat is niets? Uiteindelijk is niets nog altijd iets omdat we niets willen begrijpen. Niets wordt iets.

               Wat zeg je?

    Het ging over niets.

               Niks?

    Inderdaad, het was niks.

               Hoor jij die muziek?

    Ja, bombastisch en teder.

               Ik wil dansen. Mijn lijf snakt naar beweging.

    Laat ons dansen op devotische muziek en drinken tot we voor een ogenblik verliefd worden.

               Alleen een vreselijke ramp van buitenaf kan ons liefde brengen. Dat is de trieste weerspiegeling van onze wanhoop.

    Sinds ik jaren geleden mijn werk ruilde voor rustig gedoe is er veel veranderd.

    Ik heb veel kleine dingen ontdekt, ook bij mezelf en anderen. De dagen werden een samenhang tussen opkomende zon en zonsondergang. De tijd weerspiegeld in de seizoenen.

    Ik voel me beresterk en toch fragiel gedreven door doodsangst.

    Soms dool ik voor zonsopgang met veel ontzag voor bomen door het bos met ijskoude handen en als de dageraad losbreekt wordt ik dronken van geluk. Het speelt zich af tussen aarde en melkweg. Een verhaal dat nergens toe leidt.

    Af en toe strek ik me in het hoogseizoen uit tussen het onkruid, luisterend naar de wind. Dan kijk ik naar onveranderde sterrenbeelden uit mijn kindertijd.

    Doelloos pruttelen met woorden, op den duur bijeengekit in een zwoersel van weinig betekenis, als een samenraapsel van klanken uit een ongeschreven partituur.

    Het overkomt me steeds meer. Zo was het vandaag gesteld met het onbetekend “ zwoersel “ dat in zeer vroege ochtend aan de ontbijttafel ontstond in het aanschijn van overschot van zwossen van gebakken spek.

    Sindsdien spookt het woord met de regelmaat van barensweeën door mijn hoofd, net zolang tot het uitgespuwd wordt in de vocabulaire van ongekend eufimisme.

    Geplogenschap is dan weer een uitdrukking van het vrouwelijke in mezelf wanneer ik me laat  omringen door verstandige vrouwen.

    Ik heb het opgezocht in een groot woordenboek; de woorden bestonden nog niet. Het stelt me niet teleur. Als men de bal tegen de paal van het doel trapt worden er ook geen punten toegekend  terwijl dat veel moeilijker is dan een doelpunt te maken. De redenering is de logica niet.

    05-07-2007, 22:42 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 10
    Vannacht sliep ik met tussenpozen in halfwakkere toestand. In mijn halfdroom ontmoette ik mijn nicht en nonkel als personages uit de late jaren zestig.
    Ik herbeleefde de begrafenis van mijn grootvader, ook al was ik toen nog heel jong.
    Terwijl de mensen langs de binnenkoer in een plechtige tristesse naar binnen gingen om de overledene een laatste groet te brengen, hoorde ik mijn grootmoeder ontroostbaar huilen.
    Ik had het lijk ook gezien en was geschrokken van dat wit vertrokken gelaat met ingezakte oogleden. Ik voelde zo de dood in die kamer. Het rook er naar Keuls water.
    Ik werd halfwakker en zag door het dakraam dat het klaar werd. Ik hoorde duizenden vogels als in een concert zingen. Nochtans ben ik halfdoof. Ofwel hoorde ik een zwak signaal dat door mijn gedachten versterkt werd, ofwel werd het door mijn geest geschapen. Ik denk dat het dat laatste was.
    Ik lag nog te dromen, mij ervan bewust zijnde dat ik in bed lag en wakker zou worden. Mijn geest was ijl, mijn lichaam zo licht als lucht.
    Plots begon ik neerwaarts te kantelen en hoorde ik achter mijn rug een geluid dat op een aanraking leek. Het leek zo echt.
    Toch besefte ik dat dit gebeurde tussen droom en wakker zijn.
    Ik besloot om op te staan. Ik trok een short aan en ging buiten zitten kijken naar de blauwe lucht. De zon was opgekomen in koelte van de nacht.
    Ik rookte een sigaret en bleef daar maar zitten. Die droomnevel trok maar langzaam weg.
    Ik voelde me nog een mens van de lege ruimten, een schaduw op een witte steen.
    De nacht had de ochtend geteisterd als het begin van een onechte dag.
    Diezelfde dag, s’avond bij zonsondergang, vertelde mijn vader enthousiast over zijn kindertijd.
    Ze leefden in oorlogstijd en hadden een os.
    Hij vertelde me hoe ze vluchtten en de os lieten slachtten en daarvan het beste stukje vlees overhielden
    en over de zoete melk om te overleven.

    05-07-2007, 21:38 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 9
    In Kathmandou was de revolutie net gedaan toen ik er aan kwam. Zij zou later op de dag komen. In afwachting ging ik naar een  jeugdherberg waar ik vroeger al gelogeerd had. De hippies waren teruggekomen. Het was vervallen. Het stonk er naar pis en bovendien was er geen plaats meer.
    Ik plaste in de hall, nam mijn bagage en ging de stad in.
    Het was er druk. De mensen zongen en dansten. Op een plein kwam ik mijn ouders tegen die eveneens op zoek waren naar een logement. Wat doen die hier in Nepal, vroeg ik me af.
    Ik herinnerde me nog een leegstaand huis aan de rand van de stad waar ik op een vorige reis, lang geleden, gewoond had. We gingen er naartoe en moesten eerst hout ruimen dat iemand binnen opgestapeld had. Plots stormde een neushoorn op ons af. We verstopten ons achter een houten wand.
    Dan zag ik haar komen langs een aarden weg. Ze herinnerde zich ook het huis maar had de neushoorn niet gezien. Er loopt hier een neushoorn rond, riep ik. Ze lachte en droeg een kind op haar arm.

    05-07-2007, 21:36 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 8
    Het speelde zich af in een voortdurend veranderende wereld, ook in de tijd.
    Ik had geen keus om in te grijpen. Ik kon alleen maar ondergaan.
    Het begon bij mijn vader die ziek werd. Uit zijn huid liep een pijnlijke
    etter. Het was besmettelijk want mijn moeder kreeg het ook.
    Daarna mijn broer, mijn zus en de mensen om me heen.
    Plots liep ik op een landweg ingesloten door grasweiden. Er draafde een
    paard recht op me af.
    Ik lag me neer op de weg en sloot mijn ogen.
    Het paard kwam naast mij liggen. Ik was bang dat het me zou
    verpletteren, maar het neuriede lieflijk en omhelsde me.
    Dan brak een woeste stier vlakbij door een afspanning.
    Opnieuw sloot ik ineengekrompen mijn ogen en kwam ik in een verouderd
    klaslokaal terecht.
    Mijn medeleerlingen waren jonger dan ik. Ik spijbelde voortdurend en had
    nooit schoenen aan.
    We moesten in een cinemazaal een voorstelling bekijken over een
    torenkraan. De ruimte was immens. De kraan stond er echt.
    Er was geen scherm.
    We moesten aandachtig kijken. Achteraf zouden er vragen over gesteld worden.
    Weeral sloop ik op versleten sokken naar een belendende ruimte.
    Tot mijn verbazing zat daar een vriendin die ik lang geleden niet meer
    gezien had. Ze vroeg of ik karnemelk meegebracht had.
       Ik heb de laatste fles leeggedronken, zei ik.
    Pas dan zag ik de gaatjes in haar huid waaruit etter sijpelde.
    Ik wou terug, maar aan de deuropening gaapte een weidse diepte.

     

    05-07-2007, 21:33 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 7
    We gingen op reis naar het zuiden op een avond in een stad volgebouwd met restaurants. De kelners probeerden op straat klanten binnen te lokken. Er heerste een enorme drukte. We besloten om met ons lichaam over de stad te vliegen waarna we in weiland terecht kwamen. Daar ontmoetten we een eenzaat die een paard bezat in een wei. Telkens als iemand voorbij kwam sprong het paard over de omheining om de voorbijganger te groeten.
    Op een keer was het paard alleen en vonden we de eenzaat in een sloot met zijn bovenlichaam verstijfd. Ze droeg hem op haar schouders. Hij leefde nog maar sprak niet meer. We brachten hem naar het dichtstbijzijnde huis.
    Daarna stonden we in een groot gebouw met veel verdiepen. Beneden waren ze het aan het verbouwen. Mijn vader liep tussen de werklieden en had een leidende rol. Hij was nog jong, feitelijk jonger dan ik. Ze stoomden behangpapier van de muren.
    Ik ging buiten en stak een Cubaanse sigaar op die ik van een vriend gekregen had op een feest. Er was een scheur in de sigaar en het tabaksblad verpulverde in mijn mond.
    Plots besefte ik dat ze verdwenen was. Ik was eenzaam en in paniek, ging op zoek in het groot gebouw maar vond haar niet. In elke kamer waar ik binnen kwam waren de mensen kwaad om mijn onverwacht bezoek. Ik voelde me zeer onderdrukt en had een groot verlangen naar haar. Zonder haar zou ik dit leven niet overleven.
    Dan ging ik naar het huis waar we de eenzaat achter gelaten hadden. Hij leefde nog en zei: ze is hier geweest en is net vertrokken.
    Ik ging buiten en vond het paard.

    05-07-2007, 21:31 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 6
    Kamiel was op een avond schielijk overleden. Ik kende hem beter dan in werkelijkheid. Ik had een beeld gemaakt dat ik hem net te laat als symbool voor onze vriendschap wou schenken.
    Ze hadden zijn lichaam gemummificeerd en opgebaard in een witte heldere kamer.
    Mijn oudste zoon was bij mij, weeral veel jonger dan in werkelijkheid. Deze keer vroeg hij me geen bladgoud meer te eten te geven, maar troostte hij mij in mijn ondraaglijk verdriet.
    Kamiels zus zei me dat ik zijn overblijfsel mocht bewaren nadat iedereen vertrokken was. Zijn ouders keken me bekijvend aan.
    s'Anderendaags was de witte heldere kamer verlaten. Ik wikkelde hem in een linnenzak en bond hem op mijn fiets.
    Ik zeulde hem overal mee en vertelde tegen iedereen die het horen wou: deze mummie was Kamiel, mijn beste vriend.
    Samen met mijn zoon dwaalde ik door onherbergzame gebieden, sliepen we in spelonken en was mijn verdriet verdwenen. Ik probeerde Kamiel zo goed mogelijk te bewaren. En dan onverwacht in een getijdestorm waarvan ik met mijn zoon aan het genieten was, daagden Kamiel zijn ouders op. Ze vroegen of ze hem nog eens mochten bekijken.
    Toen ik de linnenzak open maakte waren er ledematen verdwenen. Ik voelde me diep beschaamd, maar ze vonden het niet erg.

    05-07-2007, 21:21 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom 5
    Mijn familie had me verlaten. Ik voerde een anarchistische strijd tegen een uiterst rechtse gemeenschap waarbij mijn broer zich had aangesloten. We leefden op voet van oorlog. Ik was niet alleen. Ik leidde een verzwakt volk dat steeds op de achtergrond bleef. Heel zelden ontmoette ik mijn gezin dat mijn levensstijl afkeurde. Mijn broer speelde een cruciale rol als lid van de tegenstrever. Ik stond op het punt broedermoord te plegen.
    Ik torste voortdurend schuld van afzondering en asociaal gedrag, bestreed de strenge regels van verrechtsing. Soms klauterde ik over een omheining in een veld en werd ik achtervolgd door een stier. Bangelijk was dat!
    Iedereen sliep toen ik in een nacht me wou te slapen leggen. Dan ontmoette ik mijn oudste zoon. We sliepen als twee tegengestelde gemeenschappen buiten, dicht bij elkaar. Mijn zoon was wakker geworden, nog als een kind. Hij vroeg om eten en toen ik vroeg wat hij wilde antwoordde hij: bladgoud.

    05-07-2007, 21:19 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!