Deze blog toont U maar één pagina. De andere worden in een archief geplaatst. Door onderaan de pagina op één der pijlen te klikken kom je verder. Je kan ook een onderwerp in onderstaande inhoud aanklikken. Oudere publicaties worden nog regelmatig bijgewerkt.
Van alles wat... ... over de enige échte Ros Beiaardstad! Het wel en wee van Dendermonde, veel fotomateriaal en af een toe een vleugje humor in ons dialect!
Bent u in het bezit van fotomateriaal van alles wat met Dendermonde (geen deelgemeenten) te maken heeft, en wenst u dit op het blog te zien verschijnen? Aarzel niet en geef ons een seintje op jpmc@skynet.be.
Wij danken u bij voorbaat!
En... mocht u dit blog goedvinden, kan u in de linkerkolom een waardering geven (beoordeel dit blog).
15-05-2008
As kintsj...
As kintsj wazzek véil op de Begainoflaan, bè mâ mètsje, manne paa zâ moeder. Die woeindege zjust nèffest de vellaumoëker Zjef Klaasses. Ik gingk gelèk as ne gruëte nor t schaul in de Marikolle. Den tèllevies was mô zjust ouitgevonne en k zouë ni wéite wie datter in diën tait in de gebiere al iënen zouë gat èmme. In de zaumer t soëvest was dr in t stroët attait iet te doen. Alleman zat bouite gezèlleg wâ te babbele en te doen. Af en toe wirt er isj gekoitsjt mè de manne van Huau of de De Lauzekes
Zjust nèffest mâ mètsje, den andere kant van de vellaumoëker woeindege Tanske en Pakéi. Pakéi was nen trommelèir mè de Gruëte Manne. Ik as klèine pagadder ouë uëk een trommelke gekréige en af en toe gavvek dr is e konsèir op, zuë goed en zuë koet as dât gingk nowô. Op ne kier zei Pakéi téige mei: Alléi verouit pakt an trommel we goën de Gruëte Manne loëten ouitgoën!. k Verstont dâ nâ wel ni zuë goet, want ik kost mè nâ moejelaik véirestèlle dâ de Gruëte Manne dr in iëne kier zouën toekomme vèr ik dr mè man trommelke véire te luëpe
Al mè ne kier kwamp Pakéi bouite mè nem bollekeszakdoek ront zanne nek en em bokéike blomme in zan iën ant en â begost te danse gelèk as de Gruëte Manne Ik kost vanèigest ni-j-anders as beginne te ramplamplamme On den auverkant, téige dem Bastiong woeindege Zjang Van Der Véikes, den azjènt. Dië zat uëk bouite mè zam vraa en â déi tiëken dâ me rèzzekes moeste wachte. Zjang gingk binnen en derèkt kwampen vedrom bouite mè zanne kepie van de polies op zanne kop! A zèi: As de Gruëte Manne ouitgoën moet dr nen azjènt bèizain!.
Alléi verouit we woëre weg. Pakéi danstege gelèk nen echte Gruëte Man en ik trommeldege man ziel ouit mâ laif En Zjang den azjènt die liep er véire omdad alleman ouit de weg zouë goën. Den azjènt die bléif mor stappe en Pakéi die bléif mor danse en al mè ne kier woëre mn al on den Aria. Die twië trokke t stammenéi de Vier Puërte binne, bè den Trip Pakéi kwamp bouite en â gaf mè-j-e stik sjokkelat omdâk goe getrommeld ouë! As die manne dr ne pot of vier vaif in éir zjakèt gegauten ouën koste me beginne on den twidden étap van onzen ouitstap. De mènsje die nog bouite zate plaktegen ammel as me passéirdegen. Wéir èmme nog ne kier of twië moete stoppe onder de boën want Pakéi ouë dèst van te danse en Zjang den azjènt die zâ dèst gat èmme van ammel die-j-ottaus téige t ave zéiker?
In alle geval as me toekwampe op ons vertrèkploitsj uërdegek dâ den azjènt zam vraa téigen èm zei: Gei wètj uëk ni wâ dâ ge moet ouitvinne vèr op stammenéi kènne te krouipe nowô! Mor ik pèis nâ ni dât die mènsj zam bedoelingk was zènne!
We vonden enkele betaalstaten uit het begin van vorige eeuw. Het gaat om rekeningen die werden betaald voor 'de onkosten der reuzenommegangen ter gelegenheid van Katuit'... De lijsten vermelden vaak een globale som die aan een verantwoordelijke wordt uitbetaald (vroeger meestal aan een politiebeambte, thans aan een stadsambtenaar). Andere zijn dan weer gedetailleerde rekeningnota's, die dan vermelden dat de uitbetaalde som werd besteed aan dragers der reuzen, trommelaars en fakkeldragers. Niettegensstaande zorgvuldige opzoekingen vinden wij van dergelijke lijsten maar enkele exemplaren terug. Wij veronderstellen dat de verantwoordelijke de globale som van het stadsbestuur in ontvangst nam en dan op eigen initiatief een listing maakte teneinde zijn uitgaven te verantwoorden.
We tonen enkele bedragen die in het verleden werden uitbetaald als 'onkosten voor de Katuit':
Soms vinden wij bij de uitbetalingsstaten nota's terug van de vergoedingen van werkverlet. Voor 1968 waren de reuzen reeds in de namiddag op stap door de stad. Degenen die daaraan deelnamen dienden dus te verletten op het werk. Deze kosten werden dan door het stadsbestuur gedragen. Er zijn in de archieven attesten voorhanden die ons duidelijk maken dat het werd afgeleverd door de werkgever van de betrokkenen en waarop het uurloon wordt vermeld.
Enkele dagen geleden hadden wij het op dit blog over de beiaard in de belforttoren van het stadhuis. In navolging publiceren wij een een liedjestekst over 'de beiaard'. De tekst is van Georges Dierickx en het lied wordt gezongen op de wijze van 'Bye bye blackbird'
Ej-al onzem bajjort g'uërt, bajjort g'uërt, bajjort g'uërt? Wâ mizéire... Ei die-j-al ons nachte stuërt, nachte stuërt, nachte stuërt. Wâ mizéire... Assen vaif moet sloëge sloëgt'n zéive èjje dâ vâ ze léive al gewéite? Ge wètj nuët oe loët dâ't is, oe loët dâ't is, oe loët dâ't is 't is attait mis.
Assen spèltj is 't vèr ni langk, vèr ni langk, vèr ni langk Wâ mizéire... A val stil op alve zangk, alve zangk, alve zangk Wâ mizéire... Mor in iëne kiër valt'n on't kloppe en wètj 'n vedrom vâ gië stoppe... Al zan klokke ange zot, ange zot, ange zot, â-j-is kapot.
Oe miër dâ g'er on 'n prost, on 'n prost, on 'n prost Wâ mizéire... Oe miër sènge dat'n kost, dat'n kost, dat'n kost Wâ mizéire... Joa, dâ kan de stat ni-j-onderaave, 'k wa dâ z'èm on Mespeloër gave. 't Is 'n èchteg rammelkot, rammelkot, rammelkot â-j-is kapot.
Beste bezoeker, Door omstandigheden buiten mijn wil om staat de teller op 0000. Deze middag telde hij 3590 bezoekers! Problemen aan de server van seniorennet hebben hier blijkbaar voor gezorgd. Even demoraliserend, maar kom we mogen ons gelukkig prijzen dat alles nog op het blog staat!
In het verblijf van de reuzen en het Ros Beiaard aan de Sint-Rochusstraat hing bij het betreden steeds een geheimzinnige stilte. Goliath, Mars en Indiaan stonden er imposant naast elkaar en hadden het gezelschap van ons Pèirt, Peke Rammekeszand, BeRT en Miss Antenne (op deze laatste (verworven) reuzen komen we zeker nog terug). Wie weet staan ze bij valavond samen al niet eens te keuvelen? Wie zal het ooit vertellen.
Half de jaren negentig deden geruchten de ronde dat de standplaats opnieuw zou wijzigen. Werd dit de unieke gelegenheid om een paviljoen te voorzien, waar onze folkloristische bezittingen tentoongesteld worden, of wordt het een museum waar het Ros Beiaard, de reuzen en noem maar op vereerd kunnen worden met een bezoekje? Het zou alvast een initiatief zijn waar menig Dendermondenaar gediend zou mee zijn...
Op 2 maart 1996 verhuisde het Ros, samen met de drie Gildereuzen naar een nieuw onderkomen in de oude Infanteriekazerne aan de Kazernestraat. De verhuis werd door héél veel volk van dichtbij gevolgd. Een unieke gelegenheid om ons Pèirt nog eens te aanschouwen zodat niet diende gewacht tot 2000. Datzelfde jaar stonden er uitstappen naar Brussel en naar Roermond in Nederland op het programma. Op 29 augustus was er dan de Middeleeuwse Reuzenommegang ter gelegenheid van Katuit.
Even poseren voor de wedstrijd! Het zou hier een voetbalwedstrijd betreffen tussen bewoners van de Begijnhoflaan en Molenberg tegen de leraars van de avondschool van 'den Aria'. We herkennen ondermeer: Jozef Gribbe, Benoit Michiels, Jozef Cooreman, Jean-Paul Morel, Germain De Smedt, Eduard Puis, Isidoor Verstraeten, Eduard Hubert, Robert De Smedt, Marc Macharis, Ré Van Lijsebetten, Albert Moerloose, Leon de Vilder, Alfons Cool, Frans Leys, Alfons Van Malderen, en 'Mon' van de coöperatieve. De dames in witte schort zijn Yvette Van Malderen en Marleen Morel.
We kregen een klasfoto toegestuurd die vermoedelijk dateert uit 1954-1955. We herkennen ondermeer op de bovenste rij: Yvette de Brandt, Marc De Cocker en ... Spitaels. Op de derde rij: broer en zus Van Den Abbeele, Yvette Van Malderen, Georges Bontinck en Renaat D'Hondt. Op de tweede rij: Jenny Leys, Charlotte Mertens, ... Van Geertruyen. Onderste rij: Jeannine Puis, ... De juf is ons onbekend.
Herkent u iemand op de foto wiens nam niet is opgenomen, aarzal dan niet om ons te contacteren. Wij voegen de gegevens zeer graag toe!
Na de Ros Beiaardommegang van 1990 zien we een ongewijzigde lijst, alsook het jaar daarop. In 1992 viert men het 25-jarig dragersjubileum van deken Eddy Van Iersel. Het gilde behoudt zowat zijn vorm tot 1994 en in dat jaar zijn er een aantal stoere jongelingen die zich aandienen om de opleiding aan te vatten. We vermelden hier: Guy Moens, Patrick Scholliers en Jimmy Van Iersel. Een weelde voor het gilde die aldus van een verzekerd voortbestaan kan genieten. Feestvarkens in 1994 zijn Jean-Pierre Buggenhout en Albert De Wolf die 25 jaar dragen. Jean-Pierre Buggenhout is ook degene die graag de meeste van zijn vrije tijd vertoeft in het 'reuzenkot'. Goliath, Mars en Indiaan zien hem maar al te graag verschijnen in hun 'woonst'. Ze worden door 'de Jamp' tot in de puntjes verzorgd. Ingewijden verklapten ons dat hij zelfs een praatje durft te slaan met de '3 kerels'. Jean-Pierre houdt dan ook te goeder trouw Franki Hervent op de hoogte van het reilen en zeilen in 'het kot'. Tot 1996 komt er in feite weinig verandering binnen de gelederen.
We sluiten hier voorlopig ons onderdeel omtrent de dragers af. We brengen alvast op latere datum nog een deel van 1997 tot heden.
Een klasfoto van dewelke wij enkel weten dat hij in Dendermonde is genomen. Herkent u iemand, aarzel niet ons te contacteren zodat wij de gegevens kunnen publiceren.
Wij vonden twee zeldzame foto's van het Peird van de Begijnhoflaan-Molenberg. Op de foto zien we Leontine de Smedt (echtgenote Benoit Michiels). Als '4 heemskinderen' zien we vlnr: Rudy de Smedt, Yvette Van Malderen, Rita De Smedt en Gilberte Van Damme.
De beiaard heeft een zeer rijke geschiedenis. Het stadhuis was oorspronkelijk een lakenhalle (gebouwd tussen 1336 en 1350)) en kreeg in 1377-1378 een belfort. In 1378 werden twee klokken voorzien, namelijk een uurklok en een klok die werd geluid om de lakenwevers bijeen te roepen. Er werd tevens een torenuurwerk opgehanden, hetwelke door de jaren heen verschillende keren zou vervangen worden.
In 1548 werd een nieuw uurwerk geplaatst waaraan 15 klokken waren gekoppeld. Later, tussen 1732 en 1740 kwam een beiaard van 40 klokken tot stand.
Bij het bombardement van 1914 bleven 16 klokken gespaard. In 1925 kwam er een nieuwe beiaard met 40 klokken. In 1943 werd een voorstel ingediend voor een beiaard met 43 klokken. Het zou tot 1950 duren vooraleer een nieuwe beiaard met 48 klokken werd gerealiseerd. De inhuldiging ervan vond plaats op 8 oktober 1950.
In 1975 werd de beiaard andermaal gerestaureerd. De acht kleinste klokken werden vervangen door nieuwe en er werd een nieuwe basklok geïnstalleerd. Later volgen nog renovatiewerken
Foto van één of andere inhuldiging van beiaardklokken. We herkennen ondermeer burgemeester Portmans, schepen C. Leybaert en commissaris Hillewaert.
Velen zullen zich wellicht nog het weekblad De Voorpost herinneren. Het werd uitgegeven bij de drukkerij De Cuyper, indertijd gevestigd aan de Oude Vest. Het weekblad verscheen voor het eerst in 1961 of 1962 als wij ons goed herinneren en was de opvolger van Denderland. Begin de jaren negentig verscheen de laatste uitgave. We durven van een gemis te spreken!
Bekende medewerkers aan dit weekblad waren ondermeer Marc de Backer, Emiel Vermeir, Staf De Wachter
k Wéit nâ wèl dâ de manne van t stat attait véil wèirek èmme, en ik wéit uëk dâ zauveral gelaik ni kènne zain Mor nâ wazzek dr van de wéik isj in t parkt gesikkelt on de stoësse en man uëg viel dr op t Ros Bajjortpèirt datter stoet. Awèl santéi zènne, t is zonde gelèk as dr gestèltj stoët k Ben van anteroësse nor ouis getapt en k èm manne kodak gon oële vèr dr e portrèt of twië drèi van te trèkke.
t Is nâ ni omdâ dâ dr e stambiltj is dâ gemokt is déir nen Oilsjtenèir dâ ze dâ dr azuë moete loëten onderkomme nowô! Ze zèlle dr miër as mè ne groffem bèstel en bliëkwoëter moeten opzitte vèr dâ vedrom prauper te kraige.
Alléi zeg nâ zelf as ge de portrètte ieronder ziet t is gië zicht nowô? Is dr nâ ginnen iëne van die schéipene of gemintjeroëtsléide die dr op ne zoëterdagmèiret dâ dr isj wâ kan gon opkouise? Dr is pertang iëne die dr vrië kèrt bèiwoeintj zènne! Azzek miër tait ouë zouë k ik et agga gon doen, mor jâ tait nowô!
Moe ne mènsj d'r nâ vâ verschiete dâ z'in Oilsjt sjaloes zain van ons Pèirt? Dâ biëst dâ ze ginter luëpen èmme daddis iet vèr de kinnjere benaat méi te moëke! Géif mèi mor 't Ros Bajjortpèirt zènne! 't Is ni te verstoën dâ ze doër stikke kènne vâ moëke nowô. En tèn dèive ze nog zègge dâ ze dâ gemokt èmme vèr mè-j-ons Pèirt te lache. In alle geval ik èm dië kartongen éizel van Oilsjt al ne kiër of twië gezien en ik moet er nondedzjuë ni vâ wéite!!! Dâ ze dâ gedrocht ier isj in 't véirprogram van onze Ros Bajjortommegangk loëte luëpe zi, tèn zouën de mènsje nikker kènne lache!!!
Een tekst van Piër van Tatjes over 't Vèstsje. Deze tekst kan gedeclameerd worden, maar kan ook gezongen worden op de melodie van 'Aan het Noordzeestrand'...
Bè-j-ons in 't stat, d'r is al véil verdwéine, 't is ammel weg, wéir zain 't nâ-j-ammel kwait. 't Was isj op 't blat van de gemintjeroët verschéine naa zai me vet, wor is dië schuënen tait?
(refrain): 't Vèstsje stonk vantait wel iere in 't ront mor die d'r woeindege woëre toch gezont. Wordâ d'azjènte riepe: "Iëre et is tait", wordâ de boëze schréive, vantait mè dobbel krait. Wordâ g'iet kost beléive, tisse 't Vèstsjesras, wordâ 'k ben gebaure, 'k waa dâ t'r naa nog was.
En as me naa, auver 't Vèstsje wille spréike, téigen e kintsj van e joër of tien. En goën vertele auver al die stréike, tèn zegt dâ schoëp: "'k Zouë Vèstsje wille zien"... (refrain):
Mor in diën tait, gebéirdege d'r lappe, mor 't is verbèi, 't is gepasséirden tait. 't Is nâ te loët, ge kèntj er auver klappe, 't is gebéirt en gil de stat éi spait...
(refrain):
En azze'k naa-j-op 't Vèstsje ben on't luëpe tèn pèize'k zuë, waddis dad' ier vèr iet... Ge kènt er zjust nog brol en kliëre kuëpe 't is vèr te schrië as ge d'r naa nor ziet...
In 1980 zien we de volgende dragerslijst:Jozef Ramen, Charles Pouillard, Rudolf Buggenhout, Raymond Wenselaers, Frans Buggenhout, Albert de Wolf, Wim De Wolf, Eddy Van Iersel, Jean-Pierre Buggenhout, Romain Waterschoot en Marc Buggenhout. We mogen zeker niet vergeten vermelden dat op 22 juni 1980 een 'Internationale Reuzenommegang' plaatshad in onze stad. Er waren toen zo'n kleine 200 reuzen aanwezig die in stoet door de stad trokken. Een succes dat spijtig genoeg geen herhaling kreeg.
Frans Buggenhout en Romain Waterschoot werden het jaar daarop gehuldigd omdat ze toen 20 jaar droegen. Frans Buggenhout kende enkele jaren 'loopbaanonderbreking', vandaar dat de huldiging pas toen plaatshad. In 1982 ter gelegenheid van de deelname aan een optocht te Kortrijk (viering Guldensporenslag) vinden we Eddy Cornelis en Leo Eeckhoudt terug op de lijst als reservedragers, doch zij zullen slechts één maal voorkomen. In datzelfde jaar neemt Jozef Raman afscheid als drager en als deken. Hij hield zich dusdanig aan een belofte die hij vijf jaar voordien had gedaan. Toen zegde hij ooit te zullen stoppen als hij 25 jaar droeg. Jarenlang heeft Jozef de discipline onder zijn dragers weten te bewaren. Als deken werd hij opgevolgd door Romain Waterschoot. In 1983 treden weer enkele nieuwelingen toe tot het gilde en ze worden kundig opgeleid door de oude rotten in het vak. In 1984 dragen Albert De Wolf, Johnny Van Gijseghem, Raymond Wenselaers Frans Buggenhout, Rudolf Buggenhout, Marc Buggenhout, Wim De Wolf, Eddy Van Iersel, Jean-Pierre Buggenhout en deken Romain Waterschoot. In 1985 is er een nieuweling, namelijk Jean-Pierre Franssen en in 1986 blijft de lijst ongewijzigd. Er is wel deken Romain Waterschoot die afscheid neemt en Eddy Van Iersel neemt die taak over. In 1987 nemen weer een aantal trainingen plaats en in 1988 is de formatie andermaal aangegroeid met Rudy Van Damme, Hans De Wolf en Dirk De Rocker. Het team houdt stand tot 1990, weer een druk jaar door de Ros Beiaardommegang.
Tussen de zijgevel van het stadhuis en de voorgevel van het Justitiepaleis was sedert de middeleeuwen de Dendermondse Vismarkt gevestigd.
Vissers en verkopers lieten hun aangevoerde vis daar keuren voordat hij mocht verkocht worden. Men beschikte er over een open mijnplaats en een overdekte vishal. Door de jaren heen zou de vishal verschillende keren worden verbouwd en zelfs verplaatst naar een andere locatie omtrent het Stadhuis. WOI zorgde voor het teloorgaan van de gebouwen.
Vanaf 1923 werd vis verkocht in de Vismijn, gelegen aan de Vlasmarkt. Vooreerst gebeurde dit in openlicht. In 1930 werd opdracht gegeven door het stadsbestuur om een Vismijn te bouwen. In hetzelfde gebouw was ook het Stadsmagazijn gevestigd waar het Ros Beiaard en de Reuzen een veilig onderkomen vonden. Vrachtwagentransporten zorgden ervoor dat het klantenbestand van de mijn sterk minderde en in 1970 sloot de Vismijn voorgoed de deuren. De gebouwen werden later verkocht en in 1987 opende 'De Oude Vismijn' (overdekt winkelcentrum) de deuren...
Wil je contact nemen met de blog voor het sturen van een foto, het geven van informatie of het vragen om inlichtingen, stuur uw email via het voorziene vak hieronder. U kan ons helpen bij de identificatie van personen. Herken je iemand dan vernemen we dit graag met een email.