Deze blog toont U maar één pagina. De andere worden in een archief geplaatst. Door onderaan de pagina op één der pijlen te klikken kom je verder. Je kan ook een onderwerp in onderstaande inhoud aanklikken. Oudere publicaties worden nog regelmatig bijgewerkt.
Van alles wat... ... over de enige échte Ros Beiaardstad! Het wel en wee van Dendermonde, veel fotomateriaal en af een toe een vleugje humor in ons dialect!
Bent u in het bezit van fotomateriaal van alles wat met Dendermonde (geen deelgemeenten) te maken heeft, en wenst u dit op het blog te zien verschijnen? Aarzel niet en geef ons een seintje op jpmc@skynet.be.
Wij danken u bij voorbaat!
En... mocht u dit blog goedvinden, kan u in de linkerkolom een waardering geven (beoordeel dit blog).
19-04-2009
Klasfoto
Schooljaar 1957-'58 VIde Latijnse K.A.
1ste rij vlnr: Vermeulen Roger (?), Verhelst Marcel, Cooreman Magda, Van Keer Annie, Van Goethem Huguette, Sanders Annie, Spanoghe Guido, Macharis André 2de rij: Verbeke José (?), Van Baelen Henri, Bogaert Louis(?), Cayet Willy, Lammens Willy, Boone Guido 3de rij: Devriendt Norbert, Rumes Antoon, Van den Hauwe Fernand, Daver Jean-Claude, Claessens Johan, Barth Willy, Van den Abbeele Johnny Leraar: E.Heuninckx (foto Annie Van Keer)
16 mei 1976 Jaarlijse statutaire vergadering van D.D.S. op het stadhuis
Op de algemene vergadering, voor het eerst onder voorzitterschap van Lucien Willems, werd na het officiële gedeelte hulde gebracht aan Mark Vereecken, uittredend voorzitter.
Mark Vereecken tijdens de slottoespraak.
Aandachtig luisterend... We herkennen onder meer H. Burghgrave, A. Cool, J. Lenssens, C. Leybaert, M. Van Driessche, G. Van Gijseghem, E. Cooreman, F. Vermeir, J. Hermans, A. De Mol ...
Via de krant Het Nieuwsblad' vernamen we vorige week dat meer en meer kinderen van politici verschijnen op de lijsten. Met de nakende Vlaamse verkiezingen in het vooruitzicht gaan we hier even dieper op in en bekijken de situatie, weliswaar op lokaal vlak, in onze eigen stad.
26 Vlaamse verkozenen voor het Vlaams parlement, het Brussels parlement, de federale Kamer of de Senaat hebben een ouder die ook verkozen is of was voor een van de vier parlementen of die op lokaal niveau een topfunctie uitoefende. Vandaag hebben 123 Vlamingen zitting in het Vlaams parlement, 17 in het Brussels parlement, 88 in de Kamer en 41 in de Senaat. Dat maakt een totaal van 269 verkozen Vlamingen. Eén op de tien Vlaamse verkozenen is dus een kind-van, besluit de krant Het fenomeen is van alle tijden en leeft in alle partijen. "Maar er staan de laatste twintig, dertig jaar wel duidelijk meer kinderen-van op verkiesbare plaatsen", volgens politoloog Devos.
We citeren een reactie:
Jamaar, protesteren de betrokkenen, zonen van beenhouwers nemen toch ook de zaak van vader over. Er is inderdaad niks mis met het doorgeven van stielkennis. Maar slagers en bakkers leveren ambachtsproducten af. Zij oefenen geen macht uit, politici doen dat wel. En macht doorgeven van vader op zoon of van moeder op dochter leidt tot een democratie via erfopvolging. Dat tast de geloofwaardigheid van de politiek aan besluit de krant.
De kiezer heeft hier duidelijk ook enige schuld aan. Uiteindelijk moet hij de zonen en dochters wel met zijn stem legitimeren. En dat gebeurt massaal. Dat leren we trouwens uit de recentste verkiezingen. Toegegeven: zonen en dochters van bekende politici krijgen ook veel meer media-aandacht dan de doorsnee kandidaat, wat hun kans op verkiezing doet toenemen. En zo belanden we in een vicieuze cirkel
Maar hoe zit het nu in Dendermonde?
Piet Buyse, thans burgemeester, neef van Mariette Buyse, vroeger schepen van onze stad en senator.
Leen Dierick, dochter van oud-burgemeester Maurits Dierick.
Martine Van Hauwermeiren, schepen van onze stad en schoondochter van Desiré Van Hoorde, oud-schepen van de stad.
Thérèse Van Gucht, thans schepen van de stad. Dochter van Edmond Van Gucht, vroeger actief in de gemeentepolitiek Sint-Gillis. Bij de gemeenteraadsleden is er Kris Verberckmoes, zoon van Frans die vroeger gemeenteraadslid en volksvertegenwoordiger was. In feite is het fenomeen in onze stad nog matig te noemen. Zijn we iemand vergeten? Zo ja, laat het ons weten!
Drie foto's die waarschijnlijk genomen zijn in de RMMS tijdens het schooljaar 1947-'48. Wij hebben niet meer bijzonderheden. Kan iemand ons helpen? Op de bovenste foto herkennen we Mevr. Abbeloos-De Corte.
Het Ros Donckstraat in 1980, een creatie van FC Donckstraat, in de tuin van de Benedictijnerabdij, vergezeld van een aantal dragers en 'Het Klein Muzieksken.
We herkennen bovenaan, vlnr. Jozef Verstrepen (de Slinke), Paul Van Damme, Jozef Claessens, de abt, Pierre Van Damme, Dom Gregorius, Albert Govaert, Jozef Van Damme, Eddy Van Iersel, Wim Van Damme en Patrick Meulebroek. Onderaan vlnr. Dany Verstrepen, Eddy Straetman, X, Omer Van Wiele, R. Van Ransbeeck, Polly Van Wiele, Rudy Verstrepen, Herwig Van Damme, Danny De Kinder, Patrick Testard, Dany Verstrepen (Petat) en Luc Straetman. De Heemskinderen op het Ros zijn ons niet bekend.
Hoewel de voorstellen en de reacties op dit blog zeer interessant zijn, heb ik tot op heden nog niet willen reageren. Vooreerst was er onmiddellijk de twijfel of voorstellen via een blog op seniorennet wel opportuun zijn en vervolgens heb ik al enkele jaren ervaring met dergelijke voorstellen. Ik stel duidelijk dat ik noch politicus ben, noch een politiek ambt ambieer.
Stadsvernieuwing is naar mijn mening een zaak voor daartoe bevoegde diensten en ondernemingen die daar fiks voor betaald worden. De uitgebreide reglementering en de steeds maar strenger wordende bijkomende verordeningen zijn ware hindernissen die het ook bepaalde diensten moeilijk maken. Laat staan dat vanuit de burgerij voorstellen worden gedaan zoals dat van mevrouw Ingrid van de Vander. Dit neemt niet weg dat ik persoonlijk niet te vinden ben voor het voorstel. Ik sluit mij aan wanneer men opmerkt dat in andere steden zoals Gent en Brugge dergelijke sites voor een groot deel behouden blijven wanneer men vernieuwingen doorvoert. Dendermonde lijkt dit niet nodig te vinden en neemt de term stadsvernieuwing nogal letterlijk. Nochtans ben ik ervan overtuigd dat een vereniging zoals de Oudheidkundige Kring hier niet altijd onmiddellijk mee akkoord gaat. Het lijkt geen zorg van het stadsbestuur te wezen dat men daar al of niet mee akkoord gaat. Een spijtige zaak. Geef mij maar sites zoals het Gentse Patershol en de Brugse binnenstad. Het is er aangenaam vertoeven en je kan je zowaar inleven in de tijd van toen. Zo ben ik ook fan van de afleveringen van Aspe op televisie, alleen al om Van Hie en co door de binnenstad te zien floreren. We moeten uiteraard geen steen gooien naar het huidige stadsbestuur. Tijdens de vorige besturen werd ook geen aandacht geschonken om oudere sites te behouden. Een voorbeeld: het schrille contrast van de eeuwenoude Lakenhalle (stadhuis) en het Vleeshuismuseum met het marktplein (met die verduiveld gevaarlijke watermuren) is op geen enkel vlak te aanvaarden. Het is volgens mijn bescheiden mening één van de grootste verkrachtingen van het stadsbeeld geweest!
Hopelijk gaat men het nooit in het hoofd halen om het Begijnhof te vernieuwen op de gebruikelijke Dendermondse manier.
Vanwege den Bert (zal ook maar pseudoniem gebruiken...)
Het is te begrijpen dat sommige mensen die enkele weken geleden reageerden in verband met het voorstel waterpartij Oude Vest niet langer tijd en moeite steken in de discussie. Onbegrijpelijk is dat het stadsbestuur niet meer aandacht veil heeft voor dergelijke zaken.
Wat moet men denken? Schrik om verwikkeld te raken in zaken zoals het gevangenisdossier? Geen interesse, omdat het voorstel uit een klein hoekje komt? Of is het de algemene stelling die wordt aangenomen in verband met de inspraak van de burger? We kunnen ons misschien beter inlaten met zaken op te zoeken die interessant zijn voor het weblog waar wij toch een dagelijkse bezigheid mee hebben.
Ik was persoonlijk aanwezig op de infovergadering omtrent de gevangenis in CC Belgica. Niemand, maar dan ook niemand, blijkt tegen de inplanting van de gevangenis te zijn. De gevreesde overlast van het verkeer is blijkbaar het grote discussiepunt. Nochtans meen ik dat er daaromtrent een alternatief was. Werd niet voorzien dat het verkeer van en naar de nieuwe gevangenis zou geschieden langs de Denderboorden aan de Hooibrug? En mevrouw de schepen die daar in de buurt woont, heeft die daar geen mening over? En, welke kant kiest zij? Is zij van dezelfde mening als het actiecomité of deelt zij de mening van haar collegas bestuurders?
En dan is er de brief die gisteren verscheen op dit blog... De inhoud stemt tot nadenken... Spijtig dat we niet weten van wie de brief afkomstig is.
Staaf (ook nog eens boven (de) water(partij) gekomen)
Beste Staaf en andere 'reactie-inzenders', Persoonlijk vind ik het ook spijtig dat wij niet weten van wie de brief afkomstig is, maar het is begrijpelijk dat de afzender zich niet zomaar bekend maakt. Vooreerst zijn er misschien nog politieke bindingen die hem 'verplichten' onbekend te blijven, of het is om persoonlijke redenen. De verschillende ingezonden reacties komen ook van mensen die liever onder een pseudoniem schuilgaan (op een enkele uitzondering na) en ook dat is voor mij begrijpelijk. Zo lang de inhoud van de reacties waardig is ben ik bereid ze te publiceren.
Van 1996 tot 2006 werd telkenjare een medaille uitgegeven door het Karnavalcomité vzw. De medailles werden ontworpen door Gontran De Groodt en vertoonden telkens een element uit het Dendermonds patrimonium.
Dezelfde ontwerpen werden ook uitgebracht onder de vorm van een pin.
Reeds geruime tijd loop ik met de vraag waarom er in de stad geen initiatieven worden genomen om nog eens een degelijke 'Dèrremonse revue' op poten te zetten. Regelmatig verneem ik in de kranten dat in steden zoals Ninove, Aalst en nog andere, dergelijke initiatieven jaarlijks plaatsvinden. Nochtans zijn er in onze stad voldoende gezelschappen (én met alle respect voor de bestaande verenigingen) die dergelijke organisaties aankunnen. Zelfs een tweejaarlijkse organisatie met delegaties van de verschillende verenigingen lijkt mij haalbaar. Men hoeft mijns inziens niet steeds een Ros Beiaardommegang af te wachten om een revue op de planken te zetten. Aan stof zal het zeker niet ontbreken... Misschien moet ik wel even mijn archiefkast raadplegen. Enkele jaren geleden zette ik mij aan het schrijven met als resultaat een (zeer uitgebreide) basis voor, jawel, een "Dèrremonse revue"! Een tiental liedjes én een scenario onder de titel "Vroeger waster ammezoëse van in de Dongstroët tot on de Stoësse", liggen klaar om verder te worden uitgewerkt. De oorzaak van dit schrijfsel was niet ver te zoeken... Een affiche van het 'Dèrremons Tejoëter' inspireerde mij hiertoe. Ook heb ik een aangenaam terugdenken aan de revue "Ne zatten druëm is attait schuën", in de negentiger jaren gespeeld door leden van het carnavalcomité en de lokale carnavalgroepen.
Hopelijk neemt de schepen van cultuur af en toe eens een kijkje op ons blog en gaat er een lichtje branden. De eerste namen die me te binnen schieten zijn onder meer Guido Willems, Erna Dierickx, Emiel Ravijts, René Legat, Jan Vertongen, Dré Pauwels, Patrick Meulebroek, Wim De Decker en vele anderen... Ik ben er steevast van overtuigd dat zij volwaardige opvolgers kunnen zijn van degenen die indertijd furore maakten op de stedelijke podia, maar ons spijtig genoeg al zijn voorgegaan...
Petrus De Bruyn, in feite in onze stad beter gekend als 'Péi den Oëp' (met alle eerbied voor zijn persoon, maar met de traditionele bijnamen van vroeger in het achterhoofd), is overleden. Petrus keek nochtans vol ongeduld uit naar de Ros Beiaardommegang van 30 mei 2010. Hij stamde af van een pijndersfamilie en was zelf vier maal drager van het Ros Beiaard. De laatste keer droeg Petrus 'zijn' Pèirt in 1975. In 1990 en 2000 liep hij voor het Ros als 'Opper-deken'. Petrus was geobsedeerd door het Ros Beiaard. Hij maakte er trouwens verschillende schilderijen van en wist uren te vertellen over zijn ervaringen als pijnder. Vorig jaar overleed zijn echtgenote en Petrus leefde waarschijnlijk daardoor ietwat meer teruggetrokken. Dagenlang kon hij vertoeven aan zijn visput in 'de Weerd' in Bornem' en daar uren over vertellen in zijn gezapig Dendermonds dialect. Menige keer hadden wij een goed gesprek met Petrus en toen wij dan opperden dat hij gemakkelijk honderd jaar zou worden antwoordde hij steeds: "Mènneke daddis toch nog een tètteke zènne". Het overlijden van 'Péike' betekent een zware klap voor de vereniging der pijnders. De stad verliest met Petrus De Bruyn een ware volksfiguur. Hij werd 96 jaar.
In 1990 werd een 'Dèrremons praatcafé' ingericht op het stadhuis. Moderator Jean Van Houteghem mocht er als panelleden verwelkomen: Cornel Geeraert, Clement Steeman, Louise Van Gijseghem, Petrus De Bruyn en Frans De Mol. Het werd een gezellige bedoening waar de vele afwezigen ongelijk hadden. De diverse verhalen (in een gezapig Dèrremons dialect) van de panelleden brachten gedurende de hele avond de zaal aan het lachen.
Dâ kènde nâ wel pèize nowô, as die vaif éir stuëte beginne te vertèlle datter gelachen is... Dâ zouë véil miër moete gebéire... Wanniër komt er faitelaik nog isj ne goejen Dèrremonse revue??? 't Is tait, 't wèrd' uëgen tait!!!
Vlnr. Cornel Geeraert, Clement Steeman, Louise Van Gijseghem, Petrus De Bruyn en Frans De Mol
Sedert geruime tijd wordt op mijn weblog een discussie gevoerd omtrent bepaalde voorstellen. Sommige inzenders uiten hun misnoegdheid (om het met een groot woord te noemen) of willen hun grieven langs deze weg bekend maken. Opvallend is dat de inzendingen gebeuren door mensen die onder een pseudoniem schrijven, wat uiteraard niet verboden is. Ik moet vaststellen dat anderen dit dan weer minder positief vinden, wat hun volste recht is. Persoonlijk kan ik begrip opbrengen voor de pseudoniem-gebruikers. Ik heb dan ook steeds de ingezonden voorstellen en reacties gepubliceerd en toegelaten, omdat ze naar mijn mening binnen de normen en waarden blijven. Feit is dat ik van sommige mensen de reactie krijg dat zij het volledig afkeuren dat ik de (volgens hen) 'anonieme' reacties publiceer. Anderen vinden dat iedereen recht heeft op zijn privacy. Bij sommige reacties wordt zelfs vermeld dat zij bewust een schuilnaam kiezen om persoonlijke redenen. Ik wil u bij deze laten weten dat ik bereid ben geen inzendingen en reacties meer te publiceren indien mensen zich daaraan storen. Graag uw mening naar jpmc@skynet.be of via het emailformulier op dit blog. De bedoeling van mijn blog is deels onze stad te promoten via het wereldwijde web , het dialect in stand te houden en de rivaliteit tussen Dendermonde en Aalst in ere te houden. De inzendingen en reacties vallen dus niet onder mijn verantwoordelijkheid. Ze worden alle vooreerst gelezen door mezelf en ik moet nog de eerste reactie of inzending ontvangen die beneden de normen en waarden van deze maatschappij liggen. Hopelijk mag ik rekenen op uw begrip!
Ik ontving in mijn mailbox volgend bericht van schepen Van Malderen, dat ik graag publiceer!
(Bericht ontvangen op 16/04/2009 om 18.09 uur)
Beste Jempi, Op aandringen van een van je enthousiaste bezoekers, zou ik hierbij als schepen van stadsvernieuwing, kort willen reageren op de discussie die hier wordt gevoerd over een waterpartij op het Vestje. Ik denk dat we het allemaal eens zijn dat het huidige aanzicht van het Vestje beter, véél beter kan. Ook het vorige stadsbestuur was het daar al over eens. Daarom liet men een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Oude Vest opstellen. Dit plan is bindend voor zowel de overheid als voor particulieren. Het zou misschien een goed idee zijn om af te spreken dat we proberen om een afbeelding van de in dit RUP uitgewerkte toekomstvisie op je blog posten. Ik zou dan wel een beperkte digitale versie moeten vinden. Om kort te zijn voorziet dit RUP niet in een waterpartij. Wel in een overdekte gaanderij in het midden van de Oude Vest. IK wil ook nog opmerken dat dit RUP indertijd aan een openbaar onderzoek is onderworpen. Ondertussen zijn we bezig met de herziening van het structuurplan Dendermonde. Meer dan waarschijnlijk komt daarbij ook de binnenstad in het vizier. Het zou kunnen dat het bestaande RUP Oude Vest wordt herbekeken. De komende maanden zullen daarover uitsluitsel brengen.
Toch een paar bedenkingen met betrekking tot de voorstellen die ik hier in verschillende posts kon lezen. - De waterpartij Dit zou ongetwijfeld aansluiten bij het historische beeld van de Oude Vest. Water is een landschapselement dat rust, lucht en licht in een stadskern brengt. Een waterpartij op de Vest zou wel belangrijke invloed hebben op het parkeren daar. Mogelijks ook op de verkeersafwikkeling in de binnenstad. Hoe ver is men bereid te gaan ?
- Herstel van de historische puntgevels Het lopende beleid - zeker ook op Vlaams niveau - gaat uit van een maximale bescheming en behoud van het historisch erfgoed. Wat echter verloren is, wil men liever niet vervangen door historiserend bouwen, nabouwen van wat verloren is. Men geeft in die gevallen de voorkeur aan zo hoogstaand mogelijke eigentijdse architectuur. Er is in Dendermonde zeer veel beschermd, maar jammer genoeg ook veel afgebroken. - wie doet wat ? Er wordt in de voorstellen die hier zijn geformuleerd bijna altijd naar de stad of bij uitbreiding de overheid gewezen. Begrijpelijk maar vergeet ook niet dat het grootste deel van het patrimonium privaat bezit is. De sturende mogelijkheden voor de overheid zijn daar relatief beperkt. We proberen daar vooral begeleidend op te treden. Toegegeven, met wisselend succes. In elk geval heb ik er een beleidspunt van gemaakt dat we geen plannen meer maken om het plan. Er moet ook een uitvoering binnen een redelijke termijn aan gekoppeld zijn. Dit was met het lopend RUP Oude Vest niet het geval voor het openbaar domein.
Het vervolg van de tekst is duidelijk aan mij gericht, ondanks het feit dat ikzelf geen enkele schampere opmerking maakte aangaande cumul en zitdagen. Bij nader toezien werd hieromtrent een opmerking gemaakt in een reactie van 'Polle Kritiek'. Ik wens nogmaals te benadrukken dat de reacties ingezonden worden via het emailformulier van dit blog en zoals u zelf kan vaststellen steeds onder een pseudoniem. Opmerkingen of reacties, door mijzelf toegevoegd, worden dan ook door mezelf genaamtekend! Hierna het vervolg van de mail van de schepen:
Jempi, Wat betreft je schampere opmerkingen in verband met cumul en zitdagen. Ooit al aan gedacht dat we in Brussel zeker ook zaken voor Dendermonde binnen halen. Het gros van de dossiers die je zelf noemt zijn gewestbevoegdheden: Mechelse Steenweg, deelgemeentes (Grembergen, Oudegem, Schoonaarde,...) liggen aan gewestwegen, De Dender (oude en nieuwe) is bevoegdheid van het gewest, etc. Ik ben bewust afgestapt van het systeem van zitdagen. Iedere Dendermondenaar kent mijn GSM; ik antwoord 7/7. Meestal hebben de mensen die er om verzoeken binnen de twee dagen een afspraak, overdag of 's avonds. Dit lijkt mij efficienter dan één voormiddag per week zitdag houden. Ik wil daarover geen polemiek beginnen, gewoon even mijn perspectief geven.
Enfin, dit zijn maar een paar bedenkingen bij een discussie die ik zeer apprecieer omdat ze getuigt van de betrokkenheid van de Dendermondenaar bij de toekomst van hun stad.
Er werd bekend gemaakt dat begin 2010 een tentoonstelling wordt gehouden met als onderwerp 'Het Ros Beiaard'! Dat is pas goed nieuws voor de stad. Wij hopen hieromtrent zo vlug mogelijk meer nieuws te vernemen. De actualiteit volgen op de website www.rosbeiaard.be is alvast een hint!
Toen ik gisteren bij mijn thuiskomst na mijn dagtaak mijn brievenbus ledigde vond ik een omslag met als enige 'adres', "blogmaster weblog Dendermonde". Aan de achterzijde geen afzender... Een begeleidend briefje, in een prachtig handschrift, liet mij weten dat de 'afzender' met veel interesse regelmatig mijn blog bekijkt, "maar zelf niet over internet beschikt". Mijn aandacht werd gevraagd voor een bijgaand schrijven, dat ik hierna integraal publiceer...
Beste blogmaster,
Het is positief te kunnen vaststellen dat via uw blog inspanningen worden gedaan om de aandacht van het stadsbestuur te trekken. Verschillende mensen, die schrijven onder een pseudoniem (wat ik ten zeerste begrijp, maar daaarom niet altijd goedkeur), uiten hun ongenoegen over sommige dingen, of nemen zelfs het initiatief om bepaalde (goede) voorstellen te doen. Het ligt niet in mijn bedoeling om allen onmiddellijk te gaan teleurstellen, maar toch kan ik mededelen dat alle inspanningen tevergeefs waarschijnlijk zullen zijn.
Noch bij het vorige, noch bij het huidige bestuur wordt geluisterd (wat ook het geval was tijdens eerdere legislaturen)! De burger heeft geen inspraak, zowel op federaal als op lokaal vlak. Wanneer een actiecomité wordt opgericht om een bepaalde beslissing te gaan betwisten wordt steeds een reden gevonden om toch maar het gelijk aan de kant van het bestuur te krijgen. En zo is het altijd geweest in de politieke geschiedenis van Dendermonde. Ik zegde in een ver verleden de lokale politiek vaarwel, met als grootste reden, steeds gedwongen beslissingen te moeten nemen zonder dat ooit werd geluisterd naar de inwoners. Een goed stadsbestuur moet kunnen beslissen in samenspraak met de inwoners (door wie zij trouwens gekozen werden) Het voortdurende gezaag van mijn kiezers indertijd werd mij te veel. Ik moest toegeven dat mijn positie als gemeenteraadslid beneden het peil van mijn eigen verwachtingen lag, laat staan dat mijn kiezers het positief beoordeelden. Partijen die goede voornemens hebben en bereid zijn in samenspraak te besturen met de inwoners worden spijtig genoeg niet verkozen. De doorsnee burger laat zich steeds verleiden door politici die de particratie niet naast zich kunnen neerleggen, kortom de traditionele partijen die vanuit het headquarter worden bestuurd. Ooit kwam er verandering, de toenmalige CVP werd van de troon gestoten en de burger geloofde in een niet-traditionele partij die aan het roer kwam. Grote veranderingen waren er, maar de inspraak werd vergeten Thans worden wij opnieuw bestuurd door een CD&V-overmacht, geruggesteund door enkele socialisten (die trouwens niet goed meer weten tot welke socialisten ze nu eigenlijk behoren en die onderling mekaar afmaken om de postjes). Resultaten? Pover zou ik zeggen. Hoe kan het ook anders?
Zonder pseudoniem en naam (om bepaalde reden die u misschien wel zal begrijpen).
Dendermonde kende in het verleden ook het fenomeen van de bijnamen. Wij selecteerden er een aantal van vrouwen met de vermoedelijke voornaam Marie of Maria
Blijkbaar laten sommigen de moed zakken... Nochtans waren de inzendingen van enkele weken geleden sterk gemotiveerd. Ik begrijp de reacties wel, in het verleden is al genoeg gebleken dat inspraak van de burger meestal niet wordt opgevolgd, niettegenstaande de aanvankelijke belofte(n). Een actiecomité oprichten lijkt mij ook al niet zo'n goed initiatief. Laten we veronderstellen dat het stadsbestuur toch steeds aan het langste eind trekt. We moeten maar eens op zoek naar een initiatief dat van bij de eerste berichtgeving in het oog springt van de bestuurders, dan pas zal er misschien iets kunnen gerealiseerd worden dat de goedkeuring krijgt van onze bestuurders. Wie weet?
Ook de deelgemeenten zijn niet altijd tevreden. Kijk maar naar Grembergen. De werken die daar geruime tijd aansleepten kregen ook niet altijd de goedkeuring van de bevolking, en toch wist het stadsbestuur zich steeds uit de slag te trekken. Werken die gestart zijn kan men toch niet meer stoppen, waarom zou men zich aan de stad zorgen maken dat ze langer duren? We kunnen misschien ons hart vasthouden voor de geplande werken aan de Mechelsesteenweg en de pas aangekondigde herinrichting van het kruispunt aan de Vlassenbroekbrug...
Ik wil even reageren en de mensen die een reactie inzonden in verband met mijn voorstel omtrent de waterpartij, danken voor hun 'medewerking'. Ik gebruik 'medewerking' omdat wij die geenszins vanuit het bestuur niet moeten verwachten. Ik heb mij dan ook niet verder ingelaten met deel te nemen aan de discussie. We kunnen beter onze tijd nuttig gebruiken en onze energie in dingen steken waar het stadsbestuur aan de kant kan gelaten worden. Ik blijf alvast dit blog bezoeken. Er zijn genoeg interessante items te vinden. Misschien komt er eerstdaags nog eens een goed voorstel? Dan kunnen we weer van leer trekken.
Een foto van het Ros Donckstraat in 1953, ter gelegenheid van de inhuldiging van de Ros Beiaardstraat. We herkennen echter enkel Maurice Mannaert (staande, 3e van links) en Honoré Van Der Jeught (denken we (?) - zittend 1e van links)... Wie vult de namen verder aan?
Ik ben in feite een beetje verwonderd dat de reacties die eerder vlot binnenliepen nu uitblijven. Wat de oorzaak daarvan is kan ik niet onmiddellijk vastleggen, wel denk ik dat de non-interesse van het stadsbestuur weer maar eens aan de basis ligt. Ik neem dan ook het initiatief om de andere reactoren even wakker te schudden of hen naar hun verdere bevindingen te vragen. Voor mij persoonlijk is het niets nieuws dat voorstellen vanuit de kant van de inwoners , dat lijkt mij een steeds weerkerend fenomeen. Alleen wanneer verkiezingen nakend zijn lijkt men te luisteren. Eens de verkiezingen voorbij worden alle potjes kundig gedekt en komen enkel strakke politieke zaken aan bod. Dat zal dus nu ook weer het geval zijn waarschijnlijk.
Charel B. heeft het hoogstwaarschijnlijk wel bij het rechte eind in verband met inspraak van de bevolking vóór de verkiezingen en niet meer daarna, maar laten we niet vergeten dat wij hier in onze stad ook te maken hebben met een schepen van mobiliteit die een zeer druk programma af te werken heeft. Vooreerst zijn er verschillende lopende dossiers, denk maar aan de werken aan de Mechelsesteenweg, om dan nog van de deelgemeenten te zwijgen. Komt daarbij dat diezelfde persoon Vlaams parlementariër is en ook daar zijn dossiers zal moeten verdedigen en al dan niet waarmaken Wie spreekt hier nu weer van cumul? Heeft het dan nog zin om hier te gaan reageren? En even wat het uitblijven van reacties aangaat, zelf had ik problemen met de pc en tegen dat die waren opgelost begon het paasverlof zich op te dringen Dus vanaf nu ben ik opnieuw ter beschikking! Lets go!
Waar gaan we het over hebben? De gevangenisproblematiek? De Vlasmarktbrug en de jachthaven? De waterpartij op de Oude Vest? Tussen haakjes, zou er emand naar het spreekuur van de schepen zijn geweest?
Het slopen van krotten en de opbouw van nieuwe woningen was één van de aspecten waarmee het stadsbestuur de heersende welvaart en zogenaamde menslievende bedoelingen onderstreepten.
De aanwezigheid van krotwoningen wekte bij de goedgeaarde burger een gevoel van onbehaaglijkheid en meer en meer werd aangedrongen ze te laten verdwijnen. Het gebeurde misschien wel zonder te denken aan degenen die gedoemd waren om dergelijke krotten te bewonen, maar het gevoel van onbehaaglijkheid om de aanwezigheid ervan in de stad, bleek belangrijker. De bewoners van het Vestje werden door de evolutie gedwongen om hun vertrouwde omgeving te verlaten. Hun persoonlijke vrijheid en hun beslissingsrecht werd hen in feite ontnomen en ze werden verplicht de vooruitgang te aanvaarden, bij politieverordening.
Op het Keur kregen zij arbeiders- en bejaardenwoningen toegewezen. De hofkes met hun pittoresk verleden en hun charme - een soort dorpje binnen de stad - zouden onherroepelijk verdwijnen
De meeste bewoners waren echter zo vergroeid met hun omgeving dat een dergelijke beslissing op gemengde gevoelens werd onthaald. Zij dienden hun vertrouwde site te verlaten, het werd misschien wel een laatste verhuis in hun leven en velen vonden het dan ook een schande dat ze oude mensen zo durfden te behandelen. Sommigen onder hen hadden nooit ergens anders gewoond en dienden nu uit te wijken naar een woning waarvan de huurprijs (volgens henzelf) veel te hoog lag. Daarbij kwam ook nog dat de nieuwe wijk veel te ver van t stad lag. Weinigen wilden eigenlijk weg op t Vestje.
Anderen waren dan weer gelukkig dat ze uit de oude krotten weg konden. Ze zouden zich eindelijk eens een bad kunnen pakken en op een deftige wc hun behoefte kunnen doen.
De Nieuwstraat werd een nieuwe straat volgens sommigen
Binnenkort starten wij met een reeks onder de titel Verhalen op dhofkes van t Vestje.
De maatschappij De Ton is gesticht in het begin van WO I in het gelijknamig café dat gevestigd was op de Grote Markt. Enkele vrienden die dagelijks bijeenkwamen, kregen het idee om een tonbakmaatschappij op te richten, zonder enige politiek doel, doch alleenlijk tot tijdverdrijf. Op zekere avond werd op de tonbak gespeeld en de meesten waren niet in goeden doen. Na het drinken van enkele kummels (?) keerde het spel en iedereen begon beter te presteren. Eén van de gooiers lanceerde op dat moment een slogan door te zeggen Kummel geeft moed! en meteen was de naam van de club gevonden! In december 1916 werd op bevel van de Kommandatur der 4e Armee' het café gesloten. De cafébaas trok zich hier niet veel van aan en opende een salon de consommation op de eerste verdieping van zijn pand. De vergaderingen en bijeenkomsten konden dus worden verder gezet. In 1917 heropende het café en de maatschappij hernam de normale werkzaamheden. Enkele namen van leden die wij terugvinden zijn: Karel Moens, René Vertongen, Camiel Callens, August Mestdag, Jules Schrijver, Lucien Discry, Louis De Lentdecker, Jozef Heirweghe, Leon Philips, Robert De Smet en Julien Legat.
Wanneer men voor het eerst de bewoners van de Dender-delta voor kopvleesfretters heeft versleten zal wel geen sterveling weten. Feit is dat deze spotnaam niet zo oud is als sommigen zouden vermoeden, en geschriften die dateren van voor 1900 maken er, bij ons weten, geen melding van. Eén ding staat vast, tussen 1920 en 1940 was er in ons stadje kopvlees te bekomen van de bovenste plank.
Dendermonde was destijds bezaaid met beenhouwersfamilies die het als een erezaak opnamen, inzake kopvleesbereiding, vooraan in de top tien te prijken. Men had runds- en varkenskop. Bovendien gaf elke beenhouwer er een eigen cachet aan.
Deze smakelijke en goedkope vleespastei kon nochtans niet bogen op een Dendermonds brevet of monopolie. Gent had zijn huufvlakke, Brussel zijn kip-kap en de Hollanders hun hoofdkaas. Wat de Dendermondse bereiding van de andere deed verschillen was de samenstelling: ons kopvlees bevatte geen grote brokken en geen wiggel-wachel. Het hing omzeggens met vezels aaneen en de smaak was onovertroffen.
Het vlees kwam doorgaans de zaterdagmiddag op tafel, met of zonder mosterd en ajuinsaus. Sommigen warmden het op en pletsten het dan zo maar op hun bord samen met nem bèireg patatte.
Paté de Termonde wordt deze lekkernij al eens genoemd. En wie het nog nooit aandurfde om het te proeven kunnen wij aanraden dit zo vlug mogelijk eens te doen! In de jaarlijkse reuzenommegang kunnen fijnproevers steeds terecht voor een stukje heerlijk Dèrremons kopvliës met een stukje bruin brood en een kledde mostert!
Het wansmakelijke verhaal dat de Aalstenaars de wereld insturen omtrent de herkomst van ons kopvlees willen wij u besparen
Sinds 1963 is de stad een imposante brede laan rijker (anderen noemen het een brede lompe laan), waar nieuwe complexen uit de grond rezen en oude woningen werden gerestaureerd. De Oude Vest, de Nieuwstraat, de Wijngaardstraat en de Mechelsestraat waren geschiedenis geworden.
Van geschiedenis gesproken
Als we ons even verdiepen in de historie van de stad vinden we terug dat in de laatste jaren van de 12e en begin van de 13e eeuw een tweede stadsuitbreiding plaatshad waarbij een nieuwe gracht werd gegraven die de naam kreeg van Veste (in het Latijn Fista en later gekend als t Vestje) toen een deel van het grondgebied van Zwijveke bij de stad werd ingelijfd.
Over de Veste lag de Mechelse brug, later de Augustijnenbrug genaamd naar het klooster de Augustijnen, dat sinds 1632 daar werd opgericht. Op die terreinen werd nadien de Academie voor Schone Kunsten ingeplant en ook de gebouwen van de Christelijke Mutualiteiten (vroeger de stadsschool voor meisjes > den Aria). Verder lag over de Vest, zowat ter hoogte van de Lindanusstraat, de Palingbrug. Deze brug werd ook het houten brugske genoemd.
Voor de bewoners het Vestje als stort gebruikten kwamen regelmatig binnenschepen het kanaaltje opgevaren, die kwamen lossen of laden aan t katholiek fabriek (LaDendre).
De levendigste buurt was de Nieuwstraat. In menige woonst werd dagelijks geruzied en talloze bewoners dreigden er ooit mee zich te gaan verzuipen in t Vestje Weinigen zijn daar echter in geslaagd. Men kreeg er overigens de tijd of de gelegenheid niet voor om te verdrinken in die buurt. Zowat in iedere huisje stond als het ware achter de deur het nodige reddingsmateriaal klaar. Het volstond dat men een doffe plons in het water hoorde om bliksemsnel een legertje redders naar de boord van t kanaaltje te zien springen, voorzien van putemmers, koorden, ladders en stokken!
In die tijd zag men tussen de twee bruggen regelmatig zwemmers en ter gelegenheid van kermissen werden volksspelen ingericht of al eens een koers.
De witgekalkte geveltjes, de groene afgeschilderde luikjes en ietwat doorgezakte lage daken, de hobbelige straatkasseien en het Vestje waarin de zon scheen inspireerden menig schilder.
Onvergetelijk zijn de toenmalige zomeravonden in die buurt. Aan de huisjes op de vele hofkes zat iedereen buiten omdat het binnen te drukkend was met een schare volk. Om de muggen weg te houden werden op de arduinen boordstenen van de waterloop vuren aangestoken, wat soms fascinerende beelden opleverde. Hier en daar werd door een bewoner de accordeon bovengehaald en er werd dan in koor meegezongen. Soms werden zelfs tafels en stoelen buiten gehaald die prompt in de Nieuwstraat werden neergezet. De dames gingen dan aan het kiemen. Bij het vallen van de duisternis werd de kinké in gang gestoken. De mannen zaten ergens bij het licht van een gaslantaarn te kaarten of hielden zich bezig met een ander gezelschapsspel.
De sluiting van t katholiek fabriek zorgde weer voor miserie. De loskaai verdween, er legden geen schepen meer aan en het Vestje werd een stort Er deden geruchten de ronde dat het Vestje ging verdwijnen
Tussen de jaren dertig en vijftig organiseerden vele Vlaamse steden massaspelen met historische of religieuze achtergronden. Zo ook in onze stad hadden opvoeringen plaats.
Onze aandacht gaat naar het massaspel Mater Dolorosa.
De plannen voor de vertoning ontsproten aan het brein van enkele vooraanstaandeKatholieke Toneelliefhebbers. De regie van dit massaspel was in handen gegeven van Désiré Malbrain, Leon Vertongen, Willy Senepart en Cyriel De Beule. Voor de technische uitwerking zorgden architect Frans Van Severen (ontwerp), aannemer Prosper Engels (podium en toneel), Maurice Vercammen (muzikale versterking), Herman Willems (decoratie), Edgard Maes (kostumering) en Clement Delvoye (typering). Het uitvoerend comité bestond uit ridder Emmanuel Schellekens (voorzitter), Simon De Maesschalck (ondervoorzitter), Corneille Wielandts (algemeen secretaris), Francis Ghysbrecht (secretaris), D'Herde (schatbewaarder), E.H. Karel-Jozef Baeyens (proost) en de leden Dom Gregorius De Clercq o.s.b., Albert Bruynincx, Gerard Cassiman, Gustaaf De Beule, Georges De Vos, Clement Leybaert en Désiré Malbrain.
De uitvoering had plaats op 8 september 1946 op de Grote Markt. (naar A. Stroobants)
Wil je contact nemen met de blog voor het sturen van een foto, het geven van informatie of het vragen om inlichtingen, stuur uw email via het voorziene vak hieronder. U kan ons helpen bij de identificatie van personen. Herken je iemand dan vernemen we dit graag met een email.