Deze blog toont U maar één pagina. De andere worden in een archief geplaatst. Door onderaan de pagina op één der pijlen te klikken kom je verder. Je kan ook een onderwerp in onderstaande inhoud aanklikken. Oudere publicaties worden nog regelmatig bijgewerkt.
Van alles wat... ... over de enige échte Ros Beiaardstad! Het wel en wee van Dendermonde, veel fotomateriaal en af een toe een vleugje humor in ons dialect!
Bent u in het bezit van fotomateriaal van alles wat met Dendermonde (geen deelgemeenten) te maken heeft, en wenst u dit op het blog te zien verschijnen? Aarzel niet en geef ons een seintje op jpmc@skynet.be.
Wij danken u bij voorbaat!
En... mocht u dit blog goedvinden, kan u in de linkerkolom een waardering geven (beoordeel dit blog).
23-03-2008
Paardesprongen.
Groots zijn de verwachtingen in de Ros Beiaardstad voor 30 mei 2010, minder gunstig tekenen ze zich weer af voor Aalst, want zij zijn van oudsher kwaad op die van Dendermonde en zij zullen dat zeker blijven zolang daar het Ros Beiaard gaat... De datum staat alweer in vele Dendermondse hoofden gegrift. Op die dag zal het Ros Beiaard weer getorst worden door de 'pijnders' en zich door de Dendermondse straten begeven op de tonen van het Ros Beiaardlied. Bij het horen van de tonen van dit lied bloeit de Dendermondenaar open.
Sinds onheuglijke tijden, het tijdperk van Iwein van Aelst en Daniël van Denermonde uitgezonderd, zijn beide steden er nooit in geslaagd vrienschappelijke of althans fatsoenlijke hoffelijkheid te handhaven. Het Ros Beiaard werd nauwer in de wedijver betrokken toen de Aalstenaars vroegen het te lenen ter gelegenheid van een Ommegang in hun stad. Zo'n vraag was in die tijd niet zo verwonderlijk want Dendermonde leende in 1540 van Rupelmonde nog twee grote kemels en een eenhoorn om zijn kermisommegang op te luisteren. De vraag van de Aalstenaars werd echter afgewezen, niettegenstaande de Aalstenaars zelf voorstelden om de kop van het Ros Beiaard te vullen met goudstukken!. Dit voorstel kwetste de eigenliefde en de eer van de Dendermondse poorters nog meer... Laten we zeggen dat de hetze van vroeger verleden tijd is, want vandaag is de rivaliteit tussen beide steden de uiting van een gezonde, sprankelende en onuitroeibare volkshumor in de geest van Uilenspiegel.
Maar hebben de Aalstenaars het nu echt zo kwaad? Misschien wel, misschien niet... Misschien wel, omdat zij als nijvere stede met een groot aantal inwoners niet kunnen optornen tegen de roem en de faam vanDendermonde met zijn edel Ros. Misschien niet, omdat de Aalstenaars van vroeger wellicht niet ambitieus genoeg waren tegenover de hedendaagse bewoners, die het reeds aandurfden een poging te ondernemen om het Dendermondse Ros te stelen, maar op een koude steen liepen...
Vergelijkende studie tussen Dendermonde en Aalst...
Voor de Aalstenaar is het Ros Balatum wellicht het schoonste monument in de Ajuinenstede. Telkenjare met carnaval, de 'nationale' feestdag van kultuur en intellect pakt Aalst uit met het summum, het hoogtepunt ter zake: het povere erzatspaard: Ros Balatum. Het Aalsters Paard dat men met veel pretentie ooit Ros Beiaard durfde te noemen, verscheen pas in 1497, wat 33 jaar later was dan dat het echte Peird in Dendermonde reeds zijn ronde had gedaan. Het Aalsters beest behoorde toe aan de nering van de winkeliers, met als patroonheilige... Sint-Niklaas! Zelfs die was geaffronteerd in het 'biezepaard', vandaar dat hij de stad telkenjare laat afschuimen door Sint-Maarten. Na 1661 was er echter geen spoor meer van een 'Paard' in Aalst te bekennen. "Gloria sine labor nulla', wat zoveel betekent als 'geen enkele roem verwerft men zich zonder inspanning'. Maar niet alleen de strijd om het Peird wordt gestreden. Dendermonde staat op heel wat andere vlakken een aantal punten voor!
Terwijl op 5 mei 1835 de eerste spoorweg in België werd ingewijd, kan Dendermonde zich beroemen op het feit dat een tweede spoorlijn van Mechelen naar onze stad liep. Het station van Dendermonde werd plechtig geopend op 2 januari 1837, in aanwezigheid van Koning Leopold I. De stoommachine van de eerste trein die Dendermonde binnenliep heette"'t Ros Beiaard". Het enige echte Ros deed ter dien gelegenheid zijn ronde. In Aalst was sprake van het ontwerpen van een station in 1852. De opening van een spoorlijn Brussel-Aalst kwam er pas in 1856...
Het stadhuis van Dendermonde werd oorspronkelijk gebouwd in 1337. Wat Aalst betreft vinden we terug dat het gebouw op de Grote Markt werd opgetrokken tussen 1643 en 1646. De voorkant kwam er tussen 1839 en 1845!
In 1800 werd in Dendermonde de Rechtbank ingesteld. Rond deze Rechtbank is heel wat te doen geweest. Al die jaren is de Rechtbank van Eerste Aanleg in Dendermonde gevestigd en kon Aalst zich pas veel later gelukkig prijzen met een 'Politierechtbankske'...
Ook een Rijksgevangenis werd toegewezen aan Dendermonde en hierbij kunnen we vermelden dat menig Aalstenaar er reeds in vertoefde. Denken we maar aan Lieven Van De Velde die hier opgesloten zat toen hij de prachtige Ros Beiaardkop vervaardigde...
Het Begijnhof van Dendermonde, dat reeds voor 1233 bestond, is nog steeds een drukbezocht deel van ons patrimonium. In Aalst spreekt men over het 'Sint-Antoniuskapelleke' en het 'Sint-Catarinakerkske' als enige overblijfselen van een begijnhof...
Telefoon moet ook eerder zijn intrede hebben gedaan in de Dendermondse contreien... Dendermonde heeft zonenummer 052, Aalst 053... Voor het postnummer idem: Dendermonde 9200, Aalst 9300...
Wij besluiten met een gelegenheidsvers, in naam van alle Dendermondenaren: Wij konden de Aalstenaars reeds meerdere malen begroeten, in onze stad, ter gelegenheid van onze prachtige Ros Beiaardstoeten. Door afgunst en verdriet werden ze toen telkens gekweld en moesten onverwijld terugkeren naar hun 'ajuinenveld'... Als stoorzender in onze lofzang traden zij op, maar toch maakte een Aalstenaar de Ros Beiaardkop. Gij, Aalstenaars, maakte u reeds voor 't Ros Beiaard moe, maar 't Ros keerde zich met zijn gat naar uwe ajuinen toe! Ons Peird is echter meer gewoon, wat kunt ge nu anders verwachten van een 'Parel aan Vlaanderens kroon' !
De rivaliteit tussen de steden en dorpen in Vlaanderen is ontegensprekelijk een fenomeen dat ons volk niet onbekend is, en dat tot hoog in de middeleeuwen opklimt. De hoofdoorzaak dezer intersteedse en intercommunale naijver zijn veelal oude dorpsgeschillen, een vete nogmaals bovengehaald, de stroeve strijd om het in stand houden van eigen belangen en dergelijke meer. Merkwaardig is het echter dat deze naijver een rijke en onuitwisbare weerslag heeft teweeggebracht op het hele vlak van het volksleven.
De rivaliteit manisfesteerde zich niet alleen in scheld-, spot- en bijnamen, spotgezegden en -verhalen. Zij weerspiegelde ook in spotliederen, spotgedichten of -rijmen op stad en dorp. Ze komen als het ware over als 'kunstvormen', die vaak heel vermakelijk kunnen zijn en geven ons veelal een inzicht in het chauvinisme. Het spotlied beantwoordt aan de gevoelens en eisen van de gemeenschap en geeft ons soms een beeld van wat er omgaat in de mensen.
De eerste uiting van de rivaliteit zijn de spotnamen tussen steden en dorpen. Ook weer uit naijver of afgunst lokken dergelijke geschillen een vloed van spottende humor uit, waarmee men gewoonweg elkaar tracht te 'verslaan'... Deze Tijlse en Reinaardse geest zijn merkwaardige karaktertrekken van onze Vlaamse stam.
Is er wel één wapen dat pijnlijker het gemoed van de vijand treft dan dit van de spot en de schimpende humor? Wordt er wel één zwaard zo gemakkelijk gesmeed en door het volk gehanteerd als dit van de spottende naamgeving?
De naijver tussen Aalst en Dendermonde is oud, zeer oud, dat is onbetwistbaar. De vraag is of men ooit wel een beeld zal kunnen ophangen van de regionale folklore in het verleden, zonder gewag te maken van de oude rivaliteit tussen beide steden?
Wanneer u een bezoekje brengt aan mijn blog kan u mee aftellen naar 30 mei 2010... U hoeft enkel en alleen even naar beneden te scrollen. Daar kan u in de rechterkolom zien hoe lang het nog duurt vooraleer wij weer 'de grote dag' mogen beleven!
Een tekst geschreven door mezelf over de beiaard in het belfort op de Grote Markt.
Onzen bajjort (op de wijze van Klokke Roeland) Bauve de stat, opzèi van de mèrt zâ gat, stoët er ne schuëne gruëten taure. Slank as e riet, spèlten om 't ier zâ liet. wéir èmme 't auver onzen bajjorttaure. Mè véil lawait, sloëgten zjust op tait en om 't ier werd ons Pèirt erbaure. A speld' 'Ons Banier', 't lieke van de Réize, d'r zain bè-j-ons in 't stat al mènsje vâ genéize. 't Is onzen bajjort op de mèrt in Dèrremonde, stat mè-j-'n èrt.
En om 't kortier, mè véil plezier spéile de klokke schuëne tuëne. E lieken of vier, vantait is 'Ons Banier', 't is zuë plezant vèr ier te wuëne. Mè véil lawait, sloëgten zjust op tait en om 't ier werd ons Pèirt erbaure. Mènsje van 't stat iërd' onzen taure want wéir èmme toch ier ons èrt verlaure. Ons Dèrremonde trots en fier en ons Ros Bajjort goët déir 't vier!
(Ter verduidelijking...) Onze beiaard.
Boven de stad, opzij van de markt zijn gat, staat er een schone grote toren. Slank als een riet, speelt hij om het uur zijn lied, we hebben het over onze beiaardttoren. Met veel lawaai, slaat hij juist op tijd en om het uur wordt ons Peird herboren. Hij speelt 'Ons Banier', het liedje van de Reuzen, daar zijn bij ons in de stad, al mensen van genezen. 't Is onze beiaard op de markt, in Dendermonde, stad met een hart.
En om 't kwartier, met veel plezier spelen de klokken schone tonen. Een liedje of vier, soms eens 'Ons Banier', Het is plezant om hier te wonen. Met veel lawaai, slaat hij juist op tijd en om het uur wordt ons Peird herboren. Mensen van de stad, eert onze toren want wij hebben toch hier ons hart verloren. Ons Dendermonde trots en fier en ons Ros Beiaard gaat door het vuur.
'n lange stroët mè woëter véil ofkes stammenéikes riësems kinnjere vâ mènsje mè klèin préikes nen oeitsjepot vâ graa mizéire en plezier dâ was ons Vèstsje ier 't Vèstsje e statsjen op zan aige zâ naa attait zwaige...
K.A.V. Dendermonde doet het thans niet zo slecht in Tweede Provinciale (C). Hoewel de ploeg heel wat betere tijden gekend heeft, denken maar aan de tijd dat ze in hogere klassen speelden. Ze konden toen zelfs beschikken over het 'Muziekske van Gustje Mestdagh' (een gekende volksfiguur). Later zou het 'Klein Muziekske van Tsjing-Boem' de wedstrijden 'opluisteren'.
We We publiceren hierbij een foto van het 'Muziekske van Gustje Mestdagh' met ondermeer (onderaan links met trompet) Jozef Van Damme, op de bovenste rij (4e van L) Jozef Verstrepen alias 'de Slinke', (5e van L) Janneke De Donder (bombardon) en daarnaast Gustje.
Wie de overige muzikanten kan identificeren kan mij gerust contacteren!
Beste bezoeker, het zal u wellicht niet verwonderen als wij hier ook enkele Dendermonse figuren aan bod latenkomen, want ja, die heeft onze stad in het verleden ook wel gekend...
De foto links, toont ons Karel Stallaert, beter gekend als Charelke Pouit. Hij hield een danscafé in het centrum van de stad. We kunnen het vroegere café nu situeren op de hoek van de Oude Vest en de Brusselstraat, waar thans een schoenhandel Avenue is gevestigd. Menig Dendermondenaar ging er een danske doen op de tonen van het orgel.
De foto rechts toont ons een 'duet tussen Gustos en Robertos' (zie bordje onderaan). Links herkennen we alvast Gustje Mestdagh en rechts ene Robert (?). We vermoeden dat het hier om een vroegere uitbater gaat van het café 'De vier poorten' aan de Begijnhoflaan. Weet u hier meer over, laat het ons weten!
In 1995 bouwden wij met de vereniging 'Den Dèrremonse Klapper" een tentoonstelling over het volksleven in Dendermonde in het verleden. Gedurende twee dagen stelden wij tentoon op het stadhuis. Het werd een succes! We kregen zowat 1500 bezoekers over de vloer die allerlei materiaal, waaronder een groot deel foto's kwamen bekijken. We komen hier alvast nog op terug, maar laten u alvast enkele beelden geworden.
Foto van een kaartmaatschappij gevestigd in het café op de hoek van de Kerkstraat en de Beurzestraat, toen opengehouden door Clementine Blieck (of De Blieck). We herkennen ondermeer Gilbert De Wolf, Jef De Smedt, Xavier de kleermaker, De Ridder, Alfons Van Goethem, Alfons Vinck, Germaine Van Coppenholle, Anny Van Den Abbeele, Frits en Roland Cornelis, Jef Claessens, Clementine en Finne Peleman, Van Der Jeught, De Mol,...
Kaartmaatschappij 'Schoppen Vier' gevestigd in café Antiekens op 't Vestje, toen opengehouden door Wily Meulebroek (onderaan uiterst rechts). We herkennen o.a. nog Jefke Van Damme, Frans Davidt, Jean Willems (met kroon), Clement Leybaert, Arthur De Herde, Pierre Verhofstadt, Alfons Baeyens, Piet Willems, Jean en Georges Van Der Veken,Leys, Dizzeke, ... (1967).
Biljartclub Belgica, gevestigd in de Katholieke Burgerskring (naast de cinema Belgica in de Kerkstraat). We nomeren hier: bovenaan (vlnr) Jozef Verhofstadt (+),echtgenote Gilbert Hofman, Raoul Vergauwen (+) en echtgenote Emilienne Corthals, Gilbert Hofman, Pierre Vanderrijst, Armand de coiffeur (Den Bot)(+), Jef Rijdant (uitbater cinema Belgica)(+), Marc Rijdant, Luc De Smedt, Viviane ...(+), Herman Pieters, Christiane Van Geet (echtgenote Luc De Smedt, Alfred Van Damme (toenmalig uitbater van het café) Pierre De Rocker (+), Bob Vertruyen, Sigrid Vertruyen, Livien (?), echtgenote Domien Bosman, Jeanne Van Ranst (toenmalig uitbaatster). Zittend (vlnr): Michel (?), René Van Goethem, Jempi Verhofstadt, Harry Van Den Broeck, Gilbert Moonen (+), Edgard Korte (+), Ronny Bosman, Domien Bosman (+).
Dendermonde krijgt dra respons, want er is geen Peird zo schoon als 't ons. Vier fiere Aymonskinderen zitten erop achter 't Peird zijn schone kop. Ze kijken naar die welige manen, 't is normaal dat ze zich ridderlijk wanen Ze hijsen sierlijk hun zwaard als 't steigert, ons Ros Beiaard. Het hele gezelschap lijkt wel een zegen, voor de mensen langs Dendermondse wegen. Het Peird loopt sterk en gedwee door de Dender- en Scheldestee. Het maakt zich sterker als een muur, en trotseert onstuitbaar het buskeniersvuur. We zeggen u nu al tijdig, die van Aalst worden stilaan nijdig. Wees gerust, ge zult het allen zien, het wordt weer feest in 't stad op 30 mei 2010.
In de joëre stillekes, wirt nen ajoin geplant. Mè-j-ier of doër wâ pillekes, kwamp er iet of wâ tot stant... Ouit de gront kwamp er een dèrpke, Oilsjt dâ was de noëm... Een onnuëzel boeredèrpke, giëne mènsj wètj van 't bestoën...
D'r kwamp d'r e fabrik, de noëm is Amylum. De mènsje wèrre d'r zik, as uëk 't Ros Balatum. Karnaval kènne ze ni viere, 't is iet dad' éir ni past. Mor 't zal ni blaive diere, want mè-j-Oisjt èjje niks as last.
Bouiten éiren Iëndracht, is d'r niks te zien. E stom onnuëzel mèrtsje en e wingkelke of tien. Dâ stambiltj van dië Zwèrte, is iet dâ dor ni past, daddis d'r ië gesikkel, d'r is d'r niks as last!
In de jaren stillekes, werd een ajuin geplant. Met hier of daar wat pilletjes kwam er iets of wat tot stand. Uit de grond kwam er een dorpje, Aalst was de naam. Een onnozel boerendorpje, geen mens weet van 't bestaan
Daar kwam daar een fabriek, de naam is Amylum. De mensen worden daar ziek, alsook 't Ros Balatum. Karnaval kunnen ze niet vieren, het is iets wat hen niet past. Maar 't zal niet blijven duren, met Aalst heb je niets dan last.
Buiten hun "Eendracht" is daar niets te zien. Een stom onnozel marktje, met een winkeltje of tien. Dat standbeeld van die "Zwarte" (man), is iets dat daar niet past. Het is daar één gesukkel, daar is niet dan last.
Recentelijk werd in Dendermonde een 'Feestcomité' opgericht. Hopelijk kunnen we nu nog meer gaan feesten dan voorheen. De oprichting zette ons wel even aan het denken. Zo kom je dan tot 'pure nostalgie'...
In de vijfitger jaren werden in bepaalde 'wijken' van de stad ter gelegenheid van Dendermonde-kermis stoeten georganiseerd. de wijkbewoners zetten zich dan in een bepaalde 'feestkledij' en maakten zelfs een rondgang door een gedeelte van de stad.
We publiceren hierbij enkele foto's uit ons persoonlijk archief.
Op de foto's zien we bewoners van de Sint-Rochusstraat, de Begijnhoflaan, de Molenstraat en de 'Gille'. Op de beelden zien we groepsfoto's die werden genomen voor het vertrek aan het café van 'Mieke De Bock' aan de Sint-Rochusstraat. Beelden van de stoet zien we op de Vlasmarkt (Koornaard) en in de Brusselsestraat.
Op deze foto herkennen we o.a. bovenste rij (1e van L) Pierre Verhofstadt (Den Tisj). Op de onderste rij: (3e van L) Mieke De Bock met rechts daarvan Georges Verhulst en Aline De Beul.
Een foto van enkele jaren later toont ons o.m. op de helemaal bovenaan (met de vlag) Louis De Bock. Op de bovenste rij (8e van L) François De Rocker, met daarnaast 'iëne van den Bijl' en (2e van R) 'den Tisj'. Op de onderste rij: (2e van L) Aline De Beul, (6e van L) Mieke De Bock, met daarnaast Jean Van Damme en (2e van R) Alfred Van Damme.
Het vertrek van de stoet met vooraan (R) Georges Verhulst en Aline De Beul.
De stoet op de Vlasmarkt (Koornaard) met o.m. Den Tisj, Marcel De Cocker, Alfred Van Damme...
Een stoet in de Brusselsestraat...
Indien u op de foto's mensen herkent van wie de namen niet zijn gepubliceerd kan u ons gerust een mailtje sturen. Wij plaatsen de namen er zeer graag bij!
De heer Klaus Metemann laat ons in een reactie weten dat het hier gaat om een jaarlijks banket t.g.v. de koningsviering van de kaartmaatschappij in 1952. Ter dien gelegenheid had ook een rondgang plaats.
Opnieuw een tweetal liedjes in het Dendermonds dialect...
Het eerste liedje is op de wijze van 'En we zijn d'r van de klas'. De tekst is van Georges Dierickx.
Vrinde stoëd 'op...
Vrinde stoëd' op dem bajjort éi gesloëge. Vrinde stoëd' op de schuënen dag is doër. Damme 't Ros Bajoërt vedrom goën bouiteloëte, damme vedrom ons èrtsje voële goën. Och af en toe, zèlle me troëne loëte, mor dâ zâ toch vâ giën ajoine zain. En ons Pèirt doe zannen toer en ge mauge't ni toesjéire zuë langk nen Dèrremonteneir zâ liggen op de loer. Zuë langk de stat bestoët en zuë langk as dâ me léive, 't goëd' al déir et vier, zonder te béive!
De volgende tekst 'Ons Pèirt mag giën ajoine' is eveneens van Georges Dierickx en is op de wijze van 'Parijs, heeft mooie vrouwen' en is zowat door iedere Dendermondenaar gekend.
Ons Pèirt mag giën ajoine!
Ons Pèirt mag giën ajoine, dâ zijje nâ van ier. Ajoine géive troëne kopvliës dâ géif plezier. Loitj d'Oilsjteneirs mô schriëve, 't Ros Bajoërt goët déir 't vier. Ons Pèirt mag giën ajoine, dorvéir is't véil te fier!
Zoals wellicht op vele plaatsen het geval is geweest werden ook in Dendermonde in het verleden heel wat 'songs' vervaardigd. De dialectteksten werden op de melodie van een bestaand liedje geplaatst. Overleveringen leerden mij dat o.a. het operette- en revuegezelschap 'Kentering' hierin zeer productief was.
In 2000 maakte ik samen met enkele vrienden muzikanten een cd in opdracht van het stadsbestuur met dergelijke liedjes. Sommige van de nummers waren reeds bestaand, andere liedjes werden door ons van tekst voorzien. De titel van de cd: "Dèrremonse liekes van vroeger en nu". Naar ik vernam zijn er nog enkele exemplaren voorhanden bij de Dienst Stadspromotie op de Grote Markt.
Op deze blog zullen dus af en toe een aantal van deze liedjesteksten verschijnen. Om het u makkelijk te maken zullen wij zoveel mogelijk trachten om de wijze waarop de tekst dient gezongen te worden mee te geven.
Een eerste liedje is: "Den Azjènt" (op de wijze van 'La vie en rose' > gedeeltelijk):
En ik réigel dâ verkiër, man èireme die doen zjiër is dad' een droeve sjause. Van 't smèires vroeg tot 's oëvest loët, ik sloëg pessies de moët en dâ zonder verpauze. En èmme'k mâ wèirek gedoën wille'k om e pintsje goën, kanne'k on 't Rond Poeintj gon stoën!
Een andere tekst handelt over het 'Gillen Oeitsje' (Guldenhoofdstraatje > Grote Markt) en wordt gezonden op de wijze van 'La petite Tonkinoise':
Mè-j-een moeitsj of e klèin oeitjse, 't goëd a'moël op zâ gemak déir 't Gillen Oeitsje. Want wor ister nog een stroët die zuëlangk as die bestoët...
Mensen, mensen, het is haast niet te geloven... Het is alweer Pasen! Ik kan het niet helpen, maar in de paastijd heb ik altijd de neiging om terug te denken aan mijn kindertijd... Net als bij de komst van de Sint en naar eindejaar toe, maakten de zenuwen als het ware springtuigen van ons... We hadden het wekenlang alsmaar over die Klokken die hun eieren gul naar beneden gooiden. Het was het onderwerp op weg van en naar school, tijdens de speeltijd en in de refter... Elkeen had zijn verhaaltje over die geheimzinnige wezens met hun klepels. En dan nog die Paashaas... menigeen wist er iets over te vertellen, hoewel ikzelf daar niet zo kon over meepraten. Ik had hen nooit of nooit gezien. Ik was daar eigenlijk een beetje treurig om. Maar ach, ik kon mij wel vinden in die leuke verhalen van mijn toenmalige medestudenten van het eerste en tweede leerjaar. Er was zelfs een jongen in onze klas die ons kon boeien met een verhaal dat zijn opa hem ooit vertelde. Het ging over een klok die bij het overvliegen ziek geworden was en in de Schelde was terechtgekomen. Gelukkiglijk waren een aantal vissers in de buurt die in een boot sprongen en de klok van een heuse verdrinkingsdood konden redden. Ik weet nog toen hij zijn story vertelde, wij allemaal met open mond en vol spanning zaten te luisteren... En hoe we van opluchting een juichkreet slaakten als hij ons vertelde dat de klok dan toch uiteindelijk zonder kleerscheuren uit het water was geraakt! Ja, zo zie je maar dat ook de Klokken van Rome aan gevaren kunnen worden blootgesteld. In feite zit ik nog altijd met de vraag hoe het met de eieren van de klok is afgelopen. Dat heeft die jongen er nooit bijverteld... Misschien kom ik hem ooit nog wel eens tegen en kan ik hem dat vragen, want ja, dat interesseert me wel.
Als klein broekventje was ik gefascineerd door de 'Klokken van Rome'... Door de heel ongewone gebeurtenis, luisterde ik altijd gespannen hoe de klokken zich 'klaarluidden' voor hun vertrek. Alle registers werden opengetrokken en zij weergalmden hun 'paastonen' over de huizen. Het waren prachtig overheersende klanken en iedereen werd er opgewonden en dan weer stil van. Op mijn kamer keek ik door het raam naar de licht bewolkte hemel of ik toch maar niets kon zien van de vlucht. Ik dacht aan de verhalen die opa, oma, papa en mama in het verleden vertelden en mij ervan overtuigden dat zij "ze" al gezien hadden. Ik kon me wel een beeld voor ogen halen hoe de gevleugelde klokken er moesten uitzien, maar nooit had ik ze écht kunnen waarnemen of aanschouwen. Dat stemde mij droevig... Waarom was ik toch weer de pechvogel die de 'Klokken van Rome' nog nooit had gezien? Ik had als enige troost dat ze naar Rome vlogen om lekkere paaseitjes te halen...
Dag na dag telde ik zenuwachtig af. Mijn geduld werd op de proef gesteld... Toen de drukte rond de paasdagen zich meer en meer liet voelen en ik op school werd betrokken bij de heisa rond Goede Vrijdag, drong het tot mij door dat het nu echt niet lang meer kon duren. Iedere morgen, nauwelijks uit bed, keek ik of er nergens een silhouet van een klok aan het firmament te zien was.
Na enkele woelige nachten was het zover... Nog één keer slapen en de paaseieren zouden er moeten zijn, ja, als alles goed ging tenminste. Zondagaochtend héél vroeg werd ik wakker en ongeduldig lag ik te luisteren naar het gonzende geluid van de terugkerende klokken... En plots..., het verlossende geluid van 'dé klokken' een blijde verwelkoming, een momentopname van intens geluk. Ik jubelde en sprong rond in mijn kamer. Door al de drukte was ik vergeten aan het raam te kijken of ik "ze" kon zien overvliegen. Wéér had ik ze gemist, en wéér was ik teleurgesteld toen mijn papa zei dat hij ze deze keer ook weer had gezien... De gelukzak!
Ondertussen had het luiden opgehouden, het wachten werd ondraaglijk en het adembenemend moment brak aan! Joepie! Paaseieren zoeken in de tuin! Groot was mijn verwondering toen ik de tuin in rende en de eieren verspreid zag liggen tussen struiken en planten. Er lag zelfs een immens exemplaar in de kruiwagen van de tuinkabouter, en één achter het kleine raampje van het tuinhuis! Na alles te hebben verzameld in een mand was het tijd om te ontbijten. Vanop mijn stoel keek ik vol bewondering naar de mand met de eieren op de buffetkast en vroeg me toch af hoe het mogelijk was dat ook maar geen enkel ei was gebroken. Die 'Klokken van Rome' zijn toch wel specialisten dacht ik bij mezelf...
Zi nâ-j-èmme'k al dikkes ambras g'at mè-j-Oilsjteneirs auver da stom Ros Balatom van Oilsjt nowô, mor faitelaik is da zu stom as da't gruët is, want dâ peirt van Oilsjt daddis gië peirt, daddis nen éizel! As g'er iet auver vroëgt on die Oilsjteneirs tèn kènne ze ni-j-antwaurde. Vroëgde of da't een mèrren is tèn wéite ze't uëk ni... Mor ik wéit et zènne wâ da't is, ik èmmer isj dicht bèigestoën en isj on gevoeiltj en 't is nondedzjuë ne kartongen éizel! Z'èmme vazzeléive geprobéirt vèr ons Peird, 't iëneg écht Ros Bajjortpeirt noër te moëke en 't is gillegans mislikt... As ge d'r goe nor kèkt nor dâ Ros Balatom, tèn wèrde toch benaat. De kinnjere doen d'r ne schrik van op! Oe dâ ze dâ nog dèive bouitenoële dâ verstoëne 'k ni zènne... Dâ biëst stoë vol plekke, dâ mangkéir van tien néigen iet nowô! En tèn zegge die-j-Ajoine dad' ons Peirt van Dèrremonde ni kan tippe on dâ van éir! Dâ van Oilsjt is gin sjik toebak wèirt, mor 't Pèirt van ons dad' éi miljoene onder zanne stèirt! D'r bei wéir èmme 't al dikkes genoeg méigemokt nowô. As in Dèrremonde 't Ros Bajjort zan ronde doet, stoën d'r bekan e miljoen mènsje te kaike en as dâ Ros Balatom van Oilsjt afkomt in éire karnavalstoet tèn drouid' alleman èm om vâ schomte!
Het Ros Beiaardlied of 'den Dèrremonsen Brabbasong' publiceren wij hier voor degenen die het nog niet onder de knie moesten hebben. U hebt uiteraard nog voldoende tijd om het in te studeren tegen 30 mei 2010, want dan doet het Ros Beiaard zijn ronde, in de stad van Dendermonde...
Hierna de volledige tekst door Prudens van Duyse (1804-1859).
1. 't Ros Beiaard doet zijn ronde In de stad van Dendermonde. Die van Aalst die zijn zo kwaad Omdat hier 't Ros Beiaard gaat
Refrain: De vier Aymonskinderen jent Met blanke zwaard in d'hand. Zie ze rijden: 't Zijn de schoonsten van ons land 't Ros Beiaard hoog verheven Hij is in het vuur gebleven Zie 't Ros Beiaard hoog verheven Zie 't Ros Beiaard zeer charmant.
2. 't Ros Beiaards ogen fonk'len Zijne brede manen kronk'len En hij wendt hem fraai en vlug Met vier broers op zijne rug.
3. Hun harnas, schild en lansen, Blinken bij de zonneglanzen, En den Beiaard 't vooisken geeft, Daar het Ros zijn eer in heeft.
4. O Dendermondenaren, Blijf altijd de roem bewaren Van het paard zo wijd vermaard Als de grootste man op aard.
5. 't Ros Beiaard is ons glorie, En benijdt g'ons de victorie, Aalst, gij hebt nog min verstand Als ons ridderros vaillant.
6. 't Ros Beiaard hoog verheven, Hij heeft hem in 't vuur begeven, En het werk, op 't oorlogsveld, Alles voor zijn groot geweld.
Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de Aalstenaar weldra geen slaap meer zal kunnen vatten... In 2010 heeft immers opnieuw een Ommegang plaats van het alomgekende Ros Beiaard in de Dender- én Scheldestad...
Op die bewuste dag zal Dendermonde weer in de internationale belangstelling staan en de 'vete' zal andermaal voor de nodige spot en humor zorgen. En dit alleen maar omdat de galop van het Ros Beiaard nog steeds weerklinkt tussen het dichte gebladerte waarvan hij het symbool vormt... Niettegenstaande de rivaliteit 'zo oud als de straat' is of zelfs nog ouder, zullen de bewoners van beide steden geen gelegenheid ongemoeid laten om elkaar in het hemd te zetten.
Op die bewuste dag zal het Ros bereden worden door vier broers die elkander rechtstreeks opvolgen en geboren zijn in Dendermonde, uit ouders die de stad bewonen. Zij zullen het Ros berijden als fiere 'ridders' met opgeheven degen en regelmatig de jubelende menigte een hoofse groet brengen. Het 'Peird' zal voorafgegaan worden door de acrobatische nar, in de volksmond 'Kalleke Step' genoemd die zal dansen en springen. De 'vedelaar' (vioolspeler) zal het statige Ros Beiaard vergezellen op zijn tocht door de stad.
Op die bewuste dag zullen de buskeniers de toegangswegen tot het marktplein bezetten, hun musketten in aanslag en op het 'Peird' gericht. Ros en 'ridders' zullen strijden voor hun recht en vrijheid. Het Ros zal steigeren en door het hete vuur stormen en tot driemaal toe teruggedreven worden... Uiteindelijk zal het onstuitbaar doorbreken langs de kant van het Justitiepaleis, onder de luide kreten van de duizendkoppige menigte en de klanken van de beierende belfortklokken.
Op die bewuste, voor de stad heilige dag, zal Beiaard weer op stal moeten. Voor de openstaande poort zal het weifelen en deinzen en na nog éénmaal gesteigerd te hebben, en na een laatste groet van de Vier Heemskinderen, zal het binnenstappen... Wanneer de poort dan langzaam gesloten zal worden zal bij vele Dendermondenaars weer de gedachte rijzen: "Zal ik het nog eens mogen beleven?"...
Op die bewuste dag... gojje ni moete zjiëvere of diskettéire, want ons Peirt is vanachter zu schuën as vavéire!
Wil je contact nemen met de blog voor het sturen van een foto, het geven van informatie of het vragen om inlichtingen, stuur uw email via het voorziene vak hieronder. U kan ons helpen bij de identificatie van personen. Herken je iemand dan vernemen we dit graag met een email.