Wij hadden het onlangs over het 'dievenkoetske' van den Huau. Inmiddels verkregen wij van Gilbert Huau (kleinzoon van) enige supplementaire info, waarvoor onze welgemeende dank. De 'dievenkar' of het 'dievekoejtsjke' zoals het celrijtuig in de volksmond werd geheten, was eigendom van de gevangenis. De kar was ingedeeld als volgt: twee rijen met elk drie afzonderlijke cellen - in elke cel bevond zich een zitbank - de cellen konden afzondelijk worden afgesloten. De laatste begeleider van de groengekleurde 'dievenkar' was Arthur Huau. Hij woonde met zijn echtgenote Elisa Werdefroy eerst aan de Nieuwstraat en later aan de Nijverheidsstraat, op het hofke waar zich thans het Zwijvekemuseum bevindt. Op zeer jonge leeftijd werkte hij voor de vervoersfirma Ruyssinck, Verstraeten en Gryson. Deze bezaten het 'voorrecht' het transport van de gevangenis te mogen verzorgen. In de volskmond noemde men dit het transport 'van de Nord nor de Midi'. In december 1958 kwam een einde aan het vervoer met de 'dievenkar'. Op 15 december 1958 werd het vervoer voor het eerst per auto gedaan. De auto behoorde toe aan de gevangenis en stond opgesteld in de Garage Modern aan de Leopold II-laan. Enkele jaren later werd het vervoer van de gevangenen gedaan per taxi. Meer bepaald achtereenvolgens door de taxibedrijven Vermeir, Vandendriessche en Borms. Thans beschikt de gevangenis zelf over een celwagen. We plaatsen ook een betere foto van Arthur Huau met zijn 'dievekoejtske'.
02-07-2008 om 01:11
geschreven door jempi
|