Deze blog toont U maar één pagina. De andere worden in een archief geplaatst. Door onderaan de pagina op één der pijlen te klikken kom je verder. Je kan ook een onderwerp in onderstaande inhoud aanklikken. Oudere publicaties worden nog regelmatig bijgewerkt.
Van alles wat... ... over de enige échte Ros Beiaardstad! Het wel en wee van Dendermonde, veel fotomateriaal en af een toe een vleugje humor in ons dialect!
Bent u in het bezit van fotomateriaal van alles wat met Dendermonde (geen deelgemeenten) te maken heeft, en wenst u dit op het blog te zien verschijnen? Aarzel niet en geef ons een seintje op jpmc@skynet.be.
Wij danken u bij voorbaat!
En... mocht u dit blog goedvinden, kan u in de linkerkolom een waardering geven (beoordeel dit blog).
Vandaag, 31 mei, wordt het beeld 'Cubes' ingehuldigd. 'Cubes' werd enkele weken geleden neergepoot aan de Brusselse Forten. De 'uitnodiging' laat ons weten: Het stadsbestuur van Dendermonde, de nv Schelfaut en de Academie voor Schone Kunsten van Dendermonde hebben het genoegen u uit te nodigen op de inhuldiging van het beeld 'Cubes' van Luc De Man op zondag 31 mei 2009 aan de Brusselse Forten (kant Geldroplaan).
Om 11 uur worden toespraken gehouden door achtereenvolgens schepen Abbeloos, de heer Schelfaut (gedelegeerd bestuurder van de nv Schelfaut) en door de burgemeester. Na de toespraken wordt het beeld ingehuldigd. Nadien wordt onder muzikale begeleiding opgestapt naar het stadhuis waar de kunstenaar de totstandkoming van het beeld zal toelichten.
Reeds in 1966 was er herhaalde malen van diverse zijden de vraag gesteld om een cultureel centrum in de stad. Het gebrek aan een cultureel complex was toen al actueel. In die tijd diende men zich tevreden te stellen met de zalen van het stadhuis die beschikbaar gesteld werden voor bepaalde culturele manifestaties. De Dendermondenaren verwezen (vreemd genoeg) naar de Ajuinenstad, waar een oud-gasthuis werd gerestaureerd en dienst deed als culturele tempel. Er was geen onmiddellijk pasklare oplossing in onze stad om de roep naar een cultureel lokaal te beantwoorden. Er werd voorgesteld om de huizenrij op de site van de Abdij van Zwijveke langs de Nijverheidsstraat te restaureren en daar een cultuurcentrum te realiseren...
Op bovenstaande foto is duidelijk een bovengalerij zichtbaar en het valt onmiddellijk op dat men van het oude gebouw, door het eenvoudig toemetsen van de bogen, een reeks huizen heeft gemaakt. Door deze tussengevels weg te nemen en een grondige restauratie door te voeren zou men het pand in zijn oude glorie herstellen en de stedelingen de kans bieden om te beschikken over een cultuurcentrum. Nog even kort een geschiedkundige schets... In 1798 werd het klooster van de abdij afgeschaft en bijna gans afgebroken. Het poortgebouw bleef bewaard, alsook een deel van de bijgebouwen, die in 1849 tot woonhuisjes werden veranderd. In 1884 werd de Lindanusstraat door het aloude domein getrokken en in 1901 volgde de Nijverheidsstraat. In maart 1957 werden de overgebleven gebouwen geklasseerd door de Koninklijke Commissie voor Monumenten. Het gebouwencomplex had dus een enorme historische waarde en mocht dus niet verloren gaan. De Dendermondenaars bleven bij hun standpunt om het oude gebouw in ere te herstellen en terzelfdertijd een plaats te realiseren waar tal van culturele manifestaties konden plaatsvinden. Vele jaren later werd het Zwijvekemuseum er opgericht...
Toen in 1983 politieagent Emiel De Bock de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt, verdween met hem de agent die dagelijks aan het Kerkplein honderden schoolkinderen veilig over de straat loodste. Dat dit door velen werd geapprecieerd, blijkt uit de huldiging die agent De Bock kreeg van de vele kinderen. Enkelen onder hen namen het initiatief om een liedje over de agent te maken, als dank voor zijn jarenlange inzet voor de schoolgaande jeugd. Toen het lied tijdens de huldiging werd gezongen, was dit een zeer emotioneel moment voor agent Emiel de Bock. De stoere politieman kon het niet laten een traantje weg te pinken. Agent Jozef Waverijns nam nadien de functie van agent De Bock over aan het Kerkplein.
We publiceren de tekst van het lied:
Onze agent.
Aan 't voetpad van Sint-Vincent, daar staat onze agent. Hij regelt verkeerslichten, zo zijn wij gewend.
Refrein: Het gaat er zo van rood, groen, geel, dat mag nu niet, dat mag nu wel. Zo klinkt het liedje van onze verkeersagent.
Wie volgens regels handelt, die lacht hij vriendelijk toe. Maar wie door het rood licht wandelt, die roept hij heel streng toe.
Hij is ok heel begrijpend als men de wet overtreedt. Ik doe mijn plicht, doe d' uwe en zorg dat ge 't nu weet.
Zo leert hij kleuters, groten, correct zijn in 't verkeer. 't Is een buitengewone, zo willen we er meer.
Als gij nu met pensioen gaat, hebt gij ons iets geleerd. Waar tucht is en ook orde, moet het hart niet geweerd.
We danken u en zeggen blij: "Miel, waren er maar meer zoals gij, dan was er in ons leven nog een zonnetje bij".
Vandoëg is't nâ zjust nog e joër en ons Pèirt doe zanne toer! Ik begin toch em bitsje zéine te kraige zènne t Is nâ faitelaik nog wèl e joër, mor bè mèi beginnet toch serjéis te kriebele zènne! Azzek vaif menniete niks te doen èm beginnek mè vroëge te stèlle Zât van déize kiër goe wéir zain? Zâ de brigge geriët zain? Zâ den intèndant alles geriët kraige? Zèlle dr genoeg figgerante zain? Zèlle die-j-Oilsjtenèirs wèrral mè niks op de proppe komme? Zèlle de droëgers ammel paraat zain? Goën ze nâ vier gaste vinne vèr op t Pèirt te zitte?...
t Is neig zènne. Ik bèn gin vaif menniete nimmer gerist! Alléi stèldâ véire dâ ze nâ gin vier gaste moeste vinne die-j-on t règgelemèntj voldoen Wie goën zer tèn moeten opzètte? Ik kan d'r mè gië gedacht vâ moëke wâ datter tèn zouë gebéire... Ze kènne d'r méi doen wâ dâ ze wille, mor ik kan éir iën dinge zegge: "Nuët ofte nuët, in giën duzent joër zèlle d'r vier opkomme van Oilsjt!". Ons Pèirt mag giën ajoine...
Allé, we mogen hier nog niet klagen in ons provinciestadje... En nu heb ik het over de prijzen van de dranken... Santé zeg! Ik ging even op de markt in Brugge 'die scone' iets drinken met een collega. Mooi zomerweer, ideaal om een terrasje te doen...
Ik bestelde een koffie en een pintje. Neen, het pintje was niet voor mij! De ober bracht met veel zwier de bestelling aan onze tafel en pootte met nog meer zwier ook de rekening voor mijn neus...
Hou je vast hé, 9.50 euro aub! Welgeteld 5 euro voor de koffie en 4,50 euro voor het pintje! Omrekenen naar de oude Belgische franken wordt afgeraden, maar nu kon ik het mij niet laten. Zowat 380 franken voor die twee consumaties... Amai, mijne frak! Niet dat ik nu zo op mijn centen zit, maar dat vond ik toch wel een beetje overdreven. Dat ben ik hier in onze stad nog niet tegengekomen! En maar goed ook... Ik durfde haast niet van de koffie te drinken. Mijn collega bekeek zijn pintje, dat wel een mooie 'col' had, maar er toch niet anders uitzag tegenover een glaasje bier in zijn stamcafé. Misschien breng ik nu de cafébazen van onze Grote Markt op een idee, maar dat is zeker niet de bedoeling. In Brugge zien ze mij niet meer op de markt! Ze zijn gewaarschuwd...
Het personeel van het CLB (Centrum voor leerlingenbegeleiding - anno 2000).
Het centrum voor leerlingenbegeleiding of CLB is een dienst waarop leerlingen, ouders, leerkrachten en schooldirecties (van het GO - gemeenschapsonderwijs) een beroep kunnen doen voor informatie, hulp en begeleiding op vier domeinen:
- het leren en studeren
- de onderwijsloopbaan
- de preventieve gezondheidszorg
- het psychisch en sociaal functioneren.
In het CLB werken psychologen, pedagogen, psychologisch assistenten, maatschappelijk werkers, verpleegkundigen en artsen. Die verschillende vakmensen werken samen in een (multidisciplinair) team om het welbevinden van leerlingen te bevorderen doorheen hun schoolloopbaan.
In onze stad is het CLB gevestigd op de Grote Markt.
We hadden het op dit blog reeds enkele malen over volksfiguren. Deze keer is Stantje Vander Meersch aan de beurt.
Constant Vander Meersch kunnen we onmiddellijk linken aan de lang verdwenen 'rosse' buurt van onze stad. De Veerstraat (Rue de l'Eau voor sommigen) in het Veerkwartier, waar in het verleden elk jaar een extra kermis werd geprogrammeerd. Stantje was er namelijk 'wijkburgemeester'. Hij was ervan overtuigd dat 'de manne van de gazet nog véil nèiger koste liege as d'avvekoëte!'. Stantje was een eenvoudig mens, spontaan, oprecht, behulpzaam, maar vooral lachte hij heel graag. Hij was gekend door groot en klein. Samen met de leden van zijn plaatselijke 'conseil' gaf hij de wijk nieuwe impulsen.
Stantje was echter geen rasechte Dendermondenaar. Hij werd geboren in Oudegem (1882) en kwam zich op 23-jarige leeftijd in de stad vestigen. Hij oefende het beroep uit van sleepbootkapitein. In 1953 werd hij gehuldigd. Men vierde toen zijn 25-jarig jubileum als wijkburgemeester. Die eretitel zorgde vaak voor verwarring. Vooral de schippers, die het Veerkwartier bezochten en bij wie hij héél graag gezien was, dachten dat Stantje de officiële Dendermondse burgervader was. Stantje trok in zijn vrije momenten, winter en zomer, naar de Schelde om een een praatje te slaan met de schippers. Stantje was misschien niet zo bekend als andere volksfiguren, maar in de Veerstraat werd hij op handen gedragen en was hij onmisbaar.
Op de website van het stadsbestuur lazen we volgend bericht:
Grote Markt wordt niet afgesloten tijdens de zomermaanden 2009
Vorig jaar werd de Grote Markt tijdens de zomermaanden juli en augustus afgesloten voor het gemotoriseerd verkeer.
Het stadsbestuur ontving hierover reacties die gebundeld en onderzocht werden. Op de bewonersvergadering over dit dossier op 12 mei laatstleden werden de bevindingen teruggekoppeld naar de inwoners van Dendermonde-centrum.
De permanente afsluiting van de Grote Markt in juli en augustus wordt in principe door weinigen verworpen.
De combinatie van de huidige werken aan de Vlasmarktbrug, aan de Noordlaan en N41/Vlassenhout met een afsluiting van de Grote Markt deze zomer, werd echter door de aanwezigen met unanimiteit als zeer moeilijk ervaren.
Het stadsbestuur houdt terdege rekening met het signaal van de inwoners en heeft daarom beslist om de Grote Markt in 2009 niet permanent af te sluiten tijdens de zomermaanden.
Een aantal voorstellen door de bewoners inzake verkeersgeleiding of parkeren zullen onderzocht en eventueel uitgewerkt worden.
30 april 2002 Opening in het Stadhuis van de tento In en om het Dendermondse Volkshuis (vervolg)
Het publiek, aandachtig luisterend...
Vlnr: Peter Gorlé, burgemeester Norbert De Batselier, Luc Van Gasse, Spirit-volksvertegenwoordiger en Inzet-gemeenteraadslid Ferdy Willems, Inzet-gemeenteraadslid Carine Verhelst en schepen Herman Van den Abbeele
Vlnr: Peter Gorlé, Norbert De Batselier, Ferdy Willems, Herman Van den Abbeele, Carine Verhelst, Herman Brants
1. Constance Baillon: was vroeger cafébazin. 2. Denise Verkeyn. 3. Louise Van Gyseghem: hield jarenlang een frituur aan de Denderbrug. 4. Leonie den Top... 5. Diogene (?) en Elza (van de Kluts) waren bewoners van de Molenberg. 6. Sylvie De Buck: woonde in 't Zwaibéik. 7. Mane De Schrijver en ?: waren bewoners van de Molenberg.
Zoals eerder aangekondigd gingen wij u via dit blog op de hoogte houden van de werkzaamheden aan de Denderbrug (stadscentrum). We tonen u een situatiebeeld van gisteren 28 mei '09.
Schooljaar 1990-91 - Vde Latijn+wiskunde III+wetenschappen I & wiskunde III+wetenschappen van het Koninklijk Atheneum
Latijn + wiskunde III + wetenschappen I:
Jeroen AGA Tom DE PELSMAEKER Isabelle HEIRMAN
Wiskunde III + wetenschappen:
Abdelmounhime BEN AYATA Erik DE COCK Marleen DE PAUW Yves DHOEY - Dirk GOOSSENS Sandra KEPPENS - Ellen ONGENAE Erik SMET Elie VERLEYEN
Leraar D. DE MULDER
Schooljaar 1990-91 - Vde economie+wiskunde I & economie+wiskunde II van het Koninklijk Atheneum
Economie + wiskunde I:
Astrid DE PAEPE Martine DE PAUW Michel DE RIDDER Katia DIERICKX Ratia Jose PErez Jan RENS Elke VAN DEN DUNGEN Mark VAN DE VREKEN Nick VAN KERCKHOVEN - Gert VAN MALDER
Economie + wiskunde II:
Eva DE LEEUW Sandra DU MONGH Jan HIEL Ann JANSSENS Steven MOENS Harald PLUYM Jurgen TRIEST Gino VAN BELLE Els VAN DEN EYNDE
Lerares F. Fabritius-Van Dijck - leraar L. PINCE
Schooljaar 1990-91 - VIde Latijn+wiskunde II + wetenschappen I & wiskunde III + wetenschappen I van het Koninklijk Atheneum
Latijn+wiskunde II +wetenschappen I & wiskunde III:
Nick AGA Bart MASSAER
Wiskunde III + wetenschappen I:
Tom DE DECKER Gert DE WIT Elke VAN DEN BERGHE Filip VAN GUCHT Cindy VAN HOEY Lesley VERBEECK
Ook op de foto: Kathleen VAN DER VREKEN Natalie VERHOEVEN
Leraar P. CAUDRON
Schooljaar 1990-91 - VIde economie + wiskunde I van het Koninklijk Atheneum
Wendy DE BONDT Dirk DE COCK Kurt DE DONDER Katleen DE KINDER Venessa DE SMEDT Wendy DE SMEDT Karine DE WAEGENEER Stefaan DE WULF Veerle LANGBEEN Frank MERMUYS Kris MERTENS Steven TRIEMPONT Mieke VAN DAMME Wendy VANDER VEKEN Niko VAN KERCKHOVEN Kurt VAN LEEMPUT Glenn VERSPEET
Sedert enkele dagen ontbreekt een verkeersteken B1 (omgekeerde driehoek) aan het kruispunt met het Rond Punt aan de Brusselsestraat en de Stationsstraat. Een dergelijk euvel kan zorgen voor gevaarlijks situaties! De fietsers moeten op deze plaats normaal voorrang verlenen aan het verkeer dat van het rond punt naar het station rijdt... Bij een ongeval kan hier een discussie ontstaan tussen de verschillende partijen...
Schooljaar 1990-91 - 3de leerjaar B van het Koninklijk Atheneum
Zittend (v.l.n.r.): Abderrahman AFENNAS - Tomas STAELENS - Johnny DUERINCK - Naëma BEN TAYEB - Jimmy MOYENS Lindsay CLAEYE Mike IMPENS
Middenrij: Melissa EECKHOUT Davy DE WOLF Giliana - Kurt VERSTRAETEN Hanane BAIKOU Gwen BRABANTS Steven DE ROOVER
Bovenste rij: Bjorn VAN DEN ABEELE Liesje VOLCKAERT - Efie BAUM Debby VERNAILLEN Lien BAERT Elly VAN DAMME Chris VEKEMANS
Leraressen M. COOREMAN-GEUBELS (links) - L. DENBERG
Schooljaar 1990-91 - 4de leerjaar B van het Koninklijk Atheneum
Zittend (v.l.n.r.): Isolde STAELENS Livy HAEGEMAN Karen SEGERS Steven VAN EETVELDE Sara DE MEESTER Winny KERKHOFS Steven AERTS
2de rij: Dimitri VAN DE WIELE Nadia VEREECKE Michaël VAN HOVE - Sally BARBE David Eggermont An VAN DEN STEEN Steven SIGIN Koen ROGGEMAN
Bovenste rij: Harry DE PAEPE Steven DE SCHYNKEL Renée EECKHOUDT Wesley BOGAERT Cindy VAN LANGENHOVE Alyakot AFENAS Ilse UYTTENDAELE
Lerares V. DE STROOPER
Schooljaar 1990-91 - 5de leerjaar A van het Koninklijk Atheneum
Fries BAUM Jeremy BODDAERT Morad BOUKHZAR Raffaëllo CAPICCHIANI Kizzy DAMAN Evy DE HAUWERE Bert DE VISSCHER Kevin DOSSERAY Caroline DUERINCK Els HEIRWEG Randy KINDERMANS Bart PEETERS Steven STAELENS Björn VAN DAMME Rüth VAN DEN ABBEEL Davy VAN DEN HOF Frederik VAN EERSEL Tom VAN GAEVER Andy VEREERTBRUGGHEN
Leraar R. DE ROOVER
Schooljaar 1990-91 - Iste observatiejaar A van het Koninklijk Atheneum
Onderste rij (v.l.n.r.): Tim AGA Inge LIEKENS Sofie FRANçOIS Wendy DE SCHRIJVER Melissa DE KEERSMAEKER Sven STAELENS Annick LEYS
2de rij: P. ROELS Kelly VERSTREPEN Veerle DE SAEGER Christof PEETERS Davy VAN DOORSSELAERE Tim WAUTERS
3de rij: Wesley EECKHOUT Wim WAUTERS Steven DE NIL Jessica DE SMET X
Bovenste rij: Kim GOOSSENS X Sarah VAN HAUDT Robby VERNAILLEN X X
Zitten ook in de klas: Nico DE MEESTER Christophe SCHELKENS - David VAN IMPE Joke VAN ROSSEM
1. Arthur Block: was jarenlang een gekend persmedewerker. Speelde toneel bij diverse verenigingen en interesseerde zich enorm voor zijn stad. 2. Clemens De Landtsheer: kunstschilder. 3. Leonard Vanden Brempt: bijgenaamd Leonard Kotsje. 4. Isidoor Van Vlemmeren: was jarenlang politieagent. Hij speelde klarinet in verschillende muziekmaatschappijen. 5. Jules Ravijts: woonde jarenlang op het Vestje en kon er vele verhalen over vertellen. 6. Louis Erpels: jarenlang cafébaas in de stad en bekend brandweerman. Werd daarom veelal Louis Pompier genoemd. 7. Alfred De Lentdecker: bekend toneelspeler bij o.m. Kentering en Rosiers. Was Prins Carnaval in 1959. Pallieter bij uitstek. Neef van de bekende Louis De Lentdecker. 8. Pierre Van Driessche: was geruime tijd voorzitter van Wezentroost en maakte zich ook verdienstelijk op andere vlakken. 9. Robert Ring: beroepshalve luitenant-kolonel bij het Belgisch leger. Was o.m. voorzitter van de Koninklijke Blauwe Fanfare Sint-Cecilia, oud-gemeenteraadslid, bestuurslid van de gevangenis en secretaris-schatbewaarder van de de S.M. Casino.
Met de nakende Vlaamse verkiezingen in het vooruitzicht publiceren wij volgende tekst in 't Dèrremons...
Azze'k ik mennister was...
Ik zouë giëne kauningk wille zain, azuë ne stiel dië waize'k af. Ataait mor prézaa zain, van in â wieg tot in â graf. Mè sjandèirme en saldoëte, mè miljoenen in â kas... 'k Zouë dië post on een ander loëte, mor 'k waa wel dâ'k mennister was.
'k Zouë veriëst ni langer wille, dâ d'iëre en madamme vâ fatsoen nitteluëzen tait verspille en léive zonder iet te doen. Alleman zouë kènne wèirke zonder onderschiët vâ klas 'k Zouë de moëtschappèi verstèirke azze'k ik mennister was...
Ons lant zouë wel verandere, giëne mènsj waster nog èirem. Ni miër vèr den iëne as vèr den andere, alles zonder véil tallèirem. Nieverst waa'k nog disketoësse, alles zjust vâ pas, 'k Zouë zèrge vèr ammezoëse azze'k ik mennister was...
We publiceren een bijdrage omtrent Arthur Gribbe, bekend postbode in onze stad.
Arthur begon zijn carrière bij de post in 1922, nadat hij slaagde in een examen. Toendertijd waren er nog niet danig veel poststukken, maar toch dienden de facteurs een parcours van zo'n 30 kilometer per dag af te leggen. Er werd niet alleen bedeeld in Dendermonde zelf, ook Appels (tot aan 't Veer) en Grembergen maakten deel uit van de dagelijkse postrondes. In Appels stond elke dag op een bepaald adres een kruik gereed, vol goed bier. Uit een verslag leren wij dat de job van postbode in die tijd niet zo evident was. De 'toer' van Arthur liep langs de Kerkstraat naar de Donckstraat, de Tuinwijk, door de Hof ter Bremptstraat, langs de Kolendijk naar Appels Veer. 'Avontuurkes' langs de baan waren niet vreemd, want moest je volgens Arthur inschikkelijk geweest zijn... viel er heel wat te beleven, maar zijn principe was steeds le service avant tout! Jan en alleman kende de postbode, dat is makkelijk te begrijpen als je elke dag zo'n aantal kilometers deed. Wat Arthur allemaal beleefde tijdens zijn carrière, zou ons te ver leiden. Tuur ging jaren later op welverdiende rust.
Zijn wij verkeerd, als we menen dat Arthur Gribbe de vader was van Jozef Gribbe, vroeger jaren een bekend politieman in onze stad?
De foto toont een aantal indianen die een bezoek brachten aan de stad. De foto werd waarschijnlijk genomen in 1932 toen een aantal Sioux-indianen een hulde brachten aan de Grote Zwartrok.
Pater De Smet temidden van een aantal indiaanse stamhoofden bij de ondertekening van het historisch vredesverdrag tussen de indianen en de Amerikaanse regering in Fort Vancouver in 1859.
Op 19 april 1959 werd in het stadspark het Ros Beiaardbeeld onthuld. Het beeld werd gemaakt door Aalstenaar Marc De Bruyn in opdracht van V.T.B.-V.A.B. 'Een bescheiden openbaar monument in een plantsoen met een soort waterbeeld', zo verwoordde de opdrachtgever het resultaat bij de onthulling.
Alléi verouit, achteriën mauge me wèrral gon kieze. Wèrral nen dag dâ ne mènsj niks moet doen nowô! As t ewwâ téigesloëgt en ge moet ewwâd oënschouive zai nen alven dag kwait!
Van déize kiër ist wèrral vèr t Vloms en vèr t Eiropéis parlementj! Wel, wel, wel, ik wéit mè moejte wie datter op die laiste stoët! t Zal op véirant wèrral nen ambras zain! Véire de kiezingk kènne ze makandere ni-j-uëren of zien en nekiër dât gepasséird is zaint de beste kammeroëte! t Is nondedzjuë ië gemouiletrèk!
Ze zain zéir faitelaik ammel waineg benaat vinnek ik! Auvertlèst èmme ze dr ammel zitten afgéive op die Zjaa-Marie DD Assen èm isj serjéis zâ koet moeke zèlle ze nogal em bitsje verschiete pèizek Azuë nem bèir va ne mènsj! Assen iëne vastgroebelt en â doed iën va zan zjudautrikke zèlle ze wèl zain! Ze zèlle ne gangk goën! En faitelaik is dâ pessies ginnen oërdege pèizek ik. In alle geval ik èm ni véil goestingk vèr te goën kieze zènne. Ik zouë ni wéite vèr wie dâk moet doen t Zain ammel goej dâ ni-j-n déige zeg manne gebier En faitelaik éiten em bitsje gelaik nowô.
En mannen andere gebier die zegdattait: Die dr oën zitj lèkt on de pot!, en â-j-éid uëk gelaik!
Deze gebouwen in de Dijkstraat staan reeds vele jaren leeg. Het voorlaatste gebouw, rechts op de foto, deed vele jaren geleden nog dienst als politiewacht.
We namen enkele foto's van een gebouw waar intens wordt aan gewerkt. Het bevindt zich aan het station (overzijde van het stationsgebouw) en zou een nieuw onderkomen zijn voor de diverse stationsdiensten...
Af en toe goënek wel isj kaike nor de wèirke on de Dèjnnersbrigge zènne! Ik zâ probéire van gestoëdeg ewwâ potrètte te trèkke vèr te zien of dâ t wel genoeg affeséirt nowô. En ge maugt er gerist in zain, ik zâ die manne dr wel réigelmoëteg isj gon opjoëge. Ze goën dr zéir ni vèr zèrge dâ die nieve brigge ni geriët is téige dad ons Pèirt moet ouitgoën zènne! Wâ pèize die nâ! Ik èm van de wéik gon kaike nor die nuëtbrigge dâ ze dr gelèid èmme, mor doër kan ons Pèirt van dem balange ni-j-auver zènne. Zèmme dr een konstrukse vam betongblokke gelèit mènsjelief, t is goe vèr â dr te verongelikke of vèr mè giël â sirk in t woëter te geroëke! Zèmme dr wèrral ewwâ va gemokt! Dn iëste dâ dr zâ passéire mè-j-n goej pèir oën zâ wèl zain pèizek. t Is t aupe dâ t iën van ons polletikkers is, t zâ tèn wel rap verandert zain! Nâ ni dâk wil zègge dad ons polletikkers dronkoërs zain, mor dr zain dr toch e poër bèi die gèire ne goeje pot verzètte zènne! Nië, nië, ge moet ni probéire, ik noem giën noëme, t is gin avans!
O Lant van Dèrremonde, wâ zajje gè toch schuën. Oilsjt, dâ zakt ten gronde, ons Pèirt droëgt de kruën. Loitsj het in Oilsjt mor stingke nor 't gèltsj van den Ammelum, loitsj éiren éizel mor verdringke, diën is toch van balatum. Nog iëne kiër een fuuze, en Oilsjt is van de koërt. Mor in ieders mémaure blaift Dèrremonde bewoërt.
O Lant van Dèrremonde, wâ zajje gè toch schuën. Ik bring et ier ter konde, dâ'k ier toch zuë gèire wuën. Ge zait 'n stat mè-j-'n raik istaure, d'r was raikdom mor uëk nuët. Wéir èmme vèrral ons folklaure, en die-j-is van dem balange nog ni duët! O Lant van Dèrremonde, ge zèl nog véil iëwe bestoën. Zuë langk as dâ 't Ros Bajjort doe zan ronde, doër is giënen twaifel oën.
Sedert Van Dale het woord ritsen uitgevonden heeft, zou men nu zonder enig probleem moeten kunnen invoegen. Ritsen moet je bijvoorbeeld doen op de Noordlaan, als je van de Mechelse Poort richting Appels rijdt. Geloof me, ritsen is waarschijnlijk voor sommigen niet gemakkelijk om uit te spreken, maar nog minder makkelijk om het te doen! Om de beurt zou er een auto moeten worden tussen gelaten, zodat het verkeer vlot verloopt en er zowaar geen file ontstaat
De meeste bestuurders zijn nog altijd van het principe eerst is eerst en achter mij ben jij de eerste! Het kan ook wel gebeuren dat je gewoon de pas wordt afgesneden door een of andere kittige chauffeur, die waarschijnlijk om bepaalde redenen tijd te kort heeft. Durf je te reageren door met je lichten te knipperen of door te claxonneren (wat ook niet mag!), dan zie je de gevolgen wel. Oeps, agressie in het verkeer heet dat tegenwoordig. De gekende middenvinger gaat een drietal keer de hoogte in, en dan mag je al tevreden zijn dat de bestuurder niet bruusk op de rem gaat staan, uitstapt, en je een oplawaai of zelfs een oorveeg verkoopt als je deuren niet slotvast zijn (wat dan ook weer in strijd is met de veiligheidsvoorschriften)
Van Dale zal t wel zeggen, 'ritsen' En, als het even kan, als ik op de baan ben, laat mij er tussen hé!
In 1892 koos een jury voor een ontwerp van een monument ter ere van de Dendermondse dichter Prudens Van Duyse. Het winnende ontwerp werd ingediend door beeldhouwer Godfried De Vreese en architect Victor Horta. Het beeld werd op 27 augustus 1893 op de Vlasmarkt - nabij zijn geboortehuis - plechtig onthuld door burgemeester Omer Van Damme, in aanwezigheid van een talrijke menigte en van vele tientallen verenigingen uit het Vlaamse land.
In 1927 besloot het stadsbestuur het beeld een andere standplaats te geven. De reden hiervan was de ophoging van de Vlasmarkt. Enkele weken later werd het heropgericht in een 'lusthof' ook 'Square Van Duyse' genaamd naast het gerechtsgebouw aan de Franz Courtensstraat.
In 1986 diende het beeld een reinigingsbeurt te ondergaan, en bij de leden van de Marnixring 'Ros Beiaard' groeide het plan om het terug naar de Vlasmarkt te brengen.
Pas in 1993 was het stadsbestuur voor dit plan gewonnen. In 1994 startten de voorbereidende werken en de demontage van het monument. Nadat de fundering op de Vlasmarkt werd teruggevonden, werd de sokkel in zijn oorspronkelijke staat hersteld en werd een smeedijzeren afsluiting gemaakt. Op 16 april 1994 werd het beeld op zijn oorspronkelijk plaats onthuld door toenmalig burgemeester Maurits Dierick. De vrijgekomen plaats aan de Franz Courtensstraat werd enkele maanden later ingenomen door het monument van baron Franz Courtens.
We publiceren de tekst van een lied, dat hoogstwaarschijnlijk ooit werd gezongen in een revue. De tekstschrijver is ons onbekend, alsook de wijze waarop het lied werd gezongen...
In Dèremonde is niks tekèrt van oën de stoësse tot op de Mèrt. Wingkels mè-j-uëpe en ge kèn van diën stammenéi in d'ander luëpe. de mensje zain ier iël sjantie, en op 't Vèstsje noeme ze bekan ammel Mie. Tot verwonderingk van iederiën, dâ, dad' èmme wéir in Dèrremonde alliën.
Eite dâ kend' auveral, en zouipe nog 't miest van al. Ieder stat éi zan spésjalletait, vèr iet te préparéire vèr 't ontbait. Mor ier, in Dèrremonde, stoë m'n on de kop, as g'er doed' een kladde mostoërt op. Een schèlle kopvliës zonder biën, dâ, dad' èmme wéir in Dèrremonde alliën.
Den Dejnner, dâ's 't siëroët van ons goeje stéide, en 't mag gezèt wèrre mè réide, â sierd' ons vajnsters en ons déire, mè zan oëgenoëme géire. Ons kauper en ons zilver, 't sloëgd' ammel ouit wanniër kom er nâ toch dâ wétsjbeslouit. Wéir zitte mè mikraubes van on onze kop tot on onze klainstjen tiën daâ, dad' èmme wéir in Dèrremonde alliën.
Ons pompiers zain nâ-j-uëk gemodèrnizéirt, 't stat éi d'éir ne nieven ottau g'offréirt. E stik van duuzende frange, 't is nâ t'aupe dâ z'er ni blaive mè-j-ange. Nâ zain ze fiër mè-j-éir nieve spouit, want éirezn ottau éid' uëk woëter in zannem bouik. Spaiteg â-j-is ewwâ gruët! Tot verwonderingk van iederiën, dâ, dad' èmme wéir in Dèrremonde alliën.
Mor ons Ros Bajjortpèirt, zanne kop alliën diën miljoene wèirt. En vierentwinteg pajnners die-j-èm kènne droëge omdâ die mènsje uëk ne goejen drippel kènne verdroëge. Die van Oilsjt èmme 't isj wille ontvoere, mor ons azjènte èmme 't éir loëte voele. Ze trapten op d'Ajoinen éiren tiën, want azuë-j-e Pèirt, dâ, dad'èmme wéir in Dèrremonde alliën!
19 mei, de verjaardag van vader, die ons 10 jaar geleden verliet. 10 jaren van immens verdriet. Hij wilde nog zo heel lang leven en in zijn stad nog zoveel beleven... Maar het lot gunde hem dit niet.
Een lied over onze stad... De tekst van het lied werd geschreven door Paul Mortiers (?). De wijze waarop het wordt gezongen is onbekend. De tekst, oorspronkelijk in het AN, werd voor dit blog in het dialect omgezet door Piër van Tatjes.
Ik bèn van Dèrremonde, van 't Ros Bajjortbloet, diën ingst, dië liep terstonde, gelèk nen ingst dâ moet. A liep mè fiëre knoëpe, de vajjant grat omvèir, die vluchtege gelèk oëpe, mè-j-oëkeleg geblèir, die vluchtege gelèk oëpe, mè-j-oëkeleg geblèir,
refrein: Van la tira lalalala Van la tira lalalala Ik wéit et van de maine en èi vâ zanne pa Ik wéit et van de maine en èi vâ zanne pa
't Zwiët vâ Sjarlemanje, dâ stont tot in zam broek, zuë'n biltsj dad' moet gin franje, 't was zjust ne péiperkoek. De Kaizer riep: "mikt dieper", schitj duët dâ viereg pèirt, mor 't Ros gaf èm ne zwieper, mè zanne zwèrte stèirt, mor 't Ros gaf èm ne zwieper, mè zanne zwèrte stèirt.
Ik blaif ne kopvliësfrètter, dâ vliës beval mè goet. 't Mok mè toch ni vetter, ik waik vâ giëne voet, zuë bènne'k lèk 't Ros Bajjort, mâ voën géive'k ni-j-af en zelfs azze'k duët bèn, tèn zinge'k i mâ graf en zelfs azze'k duët bèn, tèn zinge'k i mâ graf.
Een tekst geschreven door René Legat (in oktober1990)... René was en is nog steeds woonachtig aan de Kasteelstraat en had het onder meer over de slechte toestand van de parking 'gedempte Dender'...
Dèrremonde 'k zien â gèire...
Azze'k 't smèires déir man vajnsjter kaik nor 't sant nor dië stomme plaasj, de liëlekste van 't lant. Ten pèize'k i man èige, Dèrremonde, 'k zien â ni gèire. Azze'k wandel in de Damme op den Dejnnerdaik en tristeg nor dâ zwèrt en stinkent woëter kaik. Ten pèize'k i man èige, Dèrremonde, 'k zien â ni gèire. 'k Em zjiër on 't èrt azze'k dem Bèlzjika zien stoën worrom moeste z'èm kuëpe, vèr kapot te loëte goën. Ten pèize'k i man èige, Dèrremonde, 'k zien â ni gèire. De Mechelse Puërt èmme ze doen klasséire, mor z'èmme gië gèltsj vèr te loëte restauréire. Ten pèize'k i man èige, Dèrremonde, 'k zien â ni gèire. Vèr alles ister gèltsj, balve vèr kiltier, daddis vèr d'iëre vèil te dier. Ten pèize'k i man èige, Dèrremonde, 'k zien â ni gèire.
Mor ik pèis op al die schuëne dinge, die-j-ons in 't stat auveral omringe. Tèn pèize'k i man èige Dèrremonde 'k zien â gèire. Wéir kènne nen uëp dinge, die vrèmde ons benain, awèl, zèg mè, woër kan dâ tèn nog béiter zain? 't Statouis, 't Begainof, d'Abdèi en de muzéi, de Gruëte Kèirek, Poëter De Smètj en Van Douize doen zelfs méi! Tèn pèize'k i man èige Dèrremonde 'k zien â gèire. En as dem bajjort spèltj van 'Ons Banier', zouë 'k wel kènne schrië vâ plezier. Tèn pèize'k i man èige Dèrremonde 'k zien â gèire. As mè Katouit de Réize déir de stroëte goën, wor dâ de mènsje op vier vaif raute stoën. Tèn pèize'k i man èige Dèrremonde 'k zien â gèire. En azze'k tèn 't soëvest nor mam bèdde goën as tèn wèrral ne schuënen dag verbèi-j-is gegoën. Tèn pèize'k i man èige Dèrremonde 'k zien â toch zuë gèire!
Naast volksliederen werden ook sportliederen gemaakt. Het meest bekende is waarschijnlijk het thans nog gangbare KAVD-clublied. Het werd geschreven in 1922 door F. De Vuyst en 'op muziek gezet' door Frans De Clercq. Het was clubsupporter nummer 1, Gustje Mestdag, die de aanhangers van paarsblauw het lied aanleerde... Dit gebeurde tijdens een 'plechtigheid' op de Grote Markt, ter hoogte van het café van Gustje. Honderden supporters verdrongen zich voor het café en ook de harmonie van August Mestdag had postgevat op de Grote Markt. Mestdag stond op de eerste verdieping van zijn herberg in het open venster en dirigeerde gans het gezelschap! De tekst: Onze club door iedereen gekend al bezit ze genen cent Heeft toch rijkdom in overvloed als men rekent haren moed Lacht de zege ons eens tegen Dan zingen wij allen blijgezind; Maar slaat het spel soms eens tegen Laat datgeen dat keert toch als de wind... Onze club ... Moedig gekampt en wint ohé Mannen van den A-V-D - Aa-Vé-Dé ...
Sommigen hadden wat moeite met het onthouden van de originele tekst en improviseerden er maar op los. Zo ontstond onder meer het welbekende: Aa-Vé-Dé killemodee dee dee pak ze vast en speelt er mee...
Hoewel op 6 mei jl. de start werd gegeven van de werken aan de Vlasmarktbrug, kan men nog altijd over de brug rijden. De geplaatste afsluitingshekken zijn verdwenen. Volgens de verantwoordelijken zijn de werken wel gestart, maar is het niet nodig om de brug af te sluiten voor het verkeer. Zoals u al hebt vernomen, wordt de vaste brug vervangen door een ophaalbrug om pleziervaartuigen tot de stad toe te laten. De werken passen in een project De Dender loopt. Later wordt het openmaken van de gedempte Dender én tevens de bouw van een nieuwe brug aan het kruispunt Bogaerdstraat-Veerstraat voorzien.
Een beeld uit het verleden, dat we wellicht binnen afzienbare tijd terugzien: werken aan de Bogaerdbrug..
De affichecampagne voor de nakende verkiezingen lijkt maar stil op gang te komen. Vele plaatsen op de voorziene borden blijven onbenut Crisis bij de kandidaten? Besparingen? Wie zal het zeggen.
Maar helpt een dergelijke campagne wel? Iedereen zal stilaan wel gaan weten zeker wie zijn stem krijgt op 7 juni? De politieke peilingen zien er voor sommigen niet al te rooskleurig uit, maar ja, dat hebben wij in het verleden nog meegemaakt Na het bekendmaken van de uitslag hoor je vaak: Het zijn weeral dezelfden die er aanzitten En degenen die dat zeggen, hebben wellicht voor dezelfden gekozen. Anderen zien de verkiezingen van 7 juni als een aanvullend evenement voor de start van de zomer (die moeten waarschijnlijk niet gaan zitten op die dag) Geef mij maar andere evenementen!
Ja, van het zomerseizoen gesproken De kalender voor de zomeractiviteiten in de stad ziet er redelijk gevuld uit als je het mij vraagt. Er zijn geen specifieke nieuwigheden, maar kom, de Grote Markt en omliggende straten zullen weer regelmatig bezet zijn. Bij dit alles kan men maar hopen dat het weer meezit Vorig jaar waren de weersomstandigheden voor diverse activiteiten niet zo denderend.
Het Ros Beiaard kent ook een internationale uitstraling. In Duitsland, Nederland, Spanje en Italië vindt men sporen van het Ros terug. In het Duitse Keulen vertelt men dat Reinout na een roemrijk ridderleven monnik werd en als steendrager werkte aan de bouw van de beroemde Dom van Keulen. Medearbeiders verdronken hem in de Rijn... In de Sankt Reinoldkirche staat een meer dan levensgroot houten beeld dat de Heilige Reinout voorstelt als ridder. In die regio hebben zich twee legenden verweven. Het gaat om de sage van Reinout en de Vier Heemskinderen en om de legende van monnik Reinoldus. In het Nederlandse Breda kwam er een ommegang van een Ros Beiaard voor van 1502 tot 1574. In de sacramentsprocessie van 1506 is er sprake van een 'volbeyert' en 'Vier Heemskinderen'. In 1572 maakte de reformatie een eind aan de processie. In 's Hertogenbosch voerden de Rederijkers in 1610 en in 1619 een spel op over het Ros Beiaard. Een processie met een Ros trok van 1413 tot 1572 door Bergen-op-Zoom, en in 1437 werd in Eindhoven een 'volbeyert' rondgedragen. Geldrop bezit een Ros Beiaardstandbeeld van Guus Hellegeers en een "Vierheemskinderenlaan".
In Frankrijk vindt men de stad Montauban waar volgens de legende de vier heemskinderen een tijdje in het 'Chateau Renaud' verbleven. Bogny-sur-Meuse bezit een standbeeld van de vier heemskinderen en in Pontcharra staat er een standbeeld op de Place Bayard. Het stelt ridder Pierre de Terrail voor, Seigneur de Bayard.
In Italië was de sage van de vier heemskinderen in vorige eeuwen een geliefkoosd thema van straatzangers.
In navolging van ons artikel over 'Den Dèrremonse Raf''...
Op 'Den Dèrremonse Raf' na hoort men tegenwoordig nog weinig oude liedjes uit het Dendermondse repertoire naar voor brengen. Het is misschien een teken des tijds? Vroeger hoorde men regelmatig liederen als 't Lied der Rosiers of Het Lied van de Leeuwerckenaers weerklinken. Misschien mag dit een hint wezen om in de toekomst bij de voorstellingen van de genoemde toneelkringen hun lied te laten horen bij de aanvang of tijdens de pauze... Het zou zeker een middel zijn om de liederen van een teleurgang te vrijwaren...
We hebben het even over het ontstaan van liedjes tijdens WO I. Tijdens die oorlog werd in de stad een 'Komiteit' opgericht dat zich inliet met 'goede werken' voor de bevolking. Zo voorzag het 'Komiteit' gratis klompen voor al degenen die er om verzochten. Gezien de klompen niet steeds in de juiste maat konden worden geleverd - "à la guerre comme à la guerre, n'-est-ce pas!" - had de man in de straat de actie al vlug in een kernachtig liedje uitgedrukt. Tijdens de sombere bezettingsperiode kwam de geest van Uilenspiegel tot uiting in het liedje dat als volgt luidde: Dames en Heren, ziet ons eens gaan. Altijd marcheren met blokskens aan. Niet om te stoefen, ze zijn al gelijk, zeggen de heren van 't Komiteit.
Dendermonde is door de jaren heen steeds een 'kazernestad' geweest. Er werden destijds diverse 'Lotelingsliederen' geboren en gezongen. Hierna één van de liedjes omtrent de opeising der jonge mannen die met de 'poepers' (typisch Dendermonds voor 'schrik') zaten: Moeder, moeder, wat is dat? Heel mijn hemd is nat! Mijn vloeren broeksken dat is vol ..... Wij gaan naar Lessen en dan naar 't front!
Tijdens WO I was er nog geen sprake van 'Winterhulp' of 'zegelkens'. Wel kende men 'het lazareth', waar behoeftigen gratis soep konden verkrijgen. Terwijl werd aangeschoven aan de Zwarte Zusterschool met het eetketeltje onder de arm, zongen zij: En wij gaan naar 't Lazareth, naar 't Lazareth, naar 't Lazareth. Wij hebben thuis toch gene fret, gene fret...
De geringste aanleiding volstond om een 'volksliedje' in 't leven te roepen. Eens de oorlogmiserie voorbij was, kwamen de revue-schrijvers op de proppen en werden liederen geschreven die veelal plaatselijke toestanden hekelden.
Als prelude op iedere herfst componeren zwaluwen hun afscheidsliedje op telefoon- of andere draden. Eens de trekvogels op zoek gaan naar de zon van het zuiden, is voor het verenigingsleven in het algemeen het tijdstip aangebroken om intense aandacht te besteden aan het programmeren van de winteractiviteiten, waarvan bij velen het teerfeest een belangrijk onderdeel is. Het is duidelijk dat dergelijke feesten vroeger intenser werden gevierd. Op elk teerfeest was er muziek en werd gezongen. Ook het volkslied had vroeger heel wat bijval. Thans moet je ver gaan zoeken om een straatzanger of een folkloregroep te vinden die dergelijke composities ten gehore brengen. Eén van die liederen die in onze stad op zowat elk teerfeest werd gezongen is Den Dèrremonse Raf Een lied dat bijwijlen in de vergeethoek is geraakt. Ouderen hoort men soms nog eens uitpakken met dit lied na een of andere braspartij aan de toog van een estaminet.
Een Dendermondenaar is zowat alle talen machtig (hm ), vandaar wellicht de eigenaardigheid van het lied, samengesteld uit Franse en Vlaamse verzen Wij publiceren tekst en muziek.
C'est Dieu qui nous éclaire, c'est Dieu qui nous entend C'est Dieu qui nous éclaire, c'est Dieu qui nous entend Lai tjou lai tjou lai tjou C'est Dieu qui nous éclaire, c'est Dieu qui nous entend Nonnes qui reposer sous ces froides pierres - rrrraf ! Pour une heure quitter votre lit funéraire - rrrraf ! Botermelk met kaneel - rrrraf ! Botermelk met kaneel - rrrraf ! Eet patatte met saus... Suiker, suiker met platte kaas Suiker, suiker met platte kaas Suiker, suiker met platte kaas Eet patatte met saus Eet patatte met saus Eet patatte met saus rrrraf ! rrrraf ! rrrraf !
Via verschillende mediakanalen wordt gewaarschuwd voor het stijgend aantal diefstallen van nummerplaten! Vorig jaar nog werden meer dan 25.000 platen gestolen. Men raadt aan om antidiefstalbouten (met gladde kop) te gebruiken om de plaat op de wagen te bevestigen.
Ook kan men gebruik maken van zelfklevende banden of antidiefstalhouders om het mogelijke verwijderen sterk te vertragen. Hopelijk houdt de overheid rekening met dit feit bij de voorbereidingen van de invoering van de Europse nummerplaat die voorzien is volgend jaar. De nieuwe nummerplaat zou volgens onze gegevens een witte achtergrond bevatten met daarop zwarte cijfers en letters. Links zou de 'B' op een blauwe achtergrond komen te staan.
Onlangs lieten wij u via dit blog weten dat een tentoonstelling omtrent het Ros Beiaard op de agenda staat. In 1990 werd een gelijkaardige tentoonstelling houden. Een verslag:
* * * * *
In het Ros Beiaardjaar 1990 organiseerden de Stedelijke Musea een tentoonstelling over De Ros Beiaardommegang door de eeuwen heen. De expo liep van 8 april tot 31 oktober in het pas gerestaureerde Vleeshuismuseum. Er werd een beroep gedaan op de inwoners van de stad en de respons was behoorlijk.
De expo bestond uit twee delen. Een eerste deel gaf met oude voorwerpen, documenten en stadsrekeningen een idee van de ommegang vanaf het einde van de 14e eeuw tot het einde van de 18e eeuw. Een tweede luik behandelde de periode van 1807 tot 1975. Elke ommegang uit die periode werd met documenten, verslagen, fotos en affiches voorgesteld. Er werd een brochure voorgesteld. Het boek dat ongeveer 200 bladzijden telde werd geïllustreerd met tientalen zeldzame documenten en oude fotos, en werd verkocht aan de prijs van 350 Belgische franken.
In 1884 werd in de Dijkstraat een Stadslagere School voor Jongens en Meisjes opgericht, naar de plannen van stadsarchitect Edouard Bouwens. Daarnaast bouwde men een monumentale Academie voor Schone Kunsten. Deze werd opgericht in 1800, maar was aanvankelijk gevestigd aan de Grote Markt. Omwille van het steeds toenemende aantal leerlingen volgde in 1861 een verhuizing naar de Ridderstraat en in 1884 vestigde men zich in het pand aan de Dijkstraat. Het gebouw werd in brand gestoken tijdens WOI.
In de jaren twintig werd de Stadslagere School herbouwd op de hoek van de Dijkstraat en de Bogaerdstraat. Daarnaast werd eveneens een nieuw gebouw opgericht voor de Academie voor Schone Kunsten (tussen 1924 en 1927).
De school omvatte een drietal vleugels met klaslokalen rond een binnenkoer en aan de straatzijde een monumentale voorgevel in art deco, met verwijzingen naar de Egyptische architectuur. In de loop van 2001 werd de gevel gerestaureerd. Enkele jaren daarvoor werd langsheen de Oude Vest een nieuwbouw gerealiseerd naar de plannen van architectenbureau Van Severen.
In de Brusselsestraat, tussen de Vlasmarkt en de Sint-Rochusstraat, kende men vroeger de Torenstraat, genoemd naar de Torregracht die daar liep en de Torenpoort, een vroegere (wellicht de oudste) stadspoort.
In de Torenstraat bevond zich de 'Grand Bazar Parisien', omzeggens de voorloper van de huidige grootwarenhuizen. Naar onze mening was daar later ook de 'Electro Bazar' gevestigd.
Waar thans het Vrij Technisch Instituut gesitueerd is, stond in de middeleeuwen het 'Wevershuis', waar de vakbroeders van dat ambacht hun bijeenkomsten hielden. Tegenover het gebouw achter de huizen aldaar waren velden waar de spanramen stonden opgesteld waar de lappen stof na het vollen en verven werden opgehangen om te drogen.
Later komt hier het Heilig-Maagdcollege, zoals we in een vorig artikel beschreven. Na de vernieling van het college tijdens WOI, wordt de 'Vrije Vakschool' opgericht in december 1922.
Ik doen ni liever as nikker ront luëpe in t stat. Ge ziedisj immant, ge kèndisj klappe auver t iën en t ander, en ge komdisj iet te wéite nowô
On t Eldeplain doër blaivek nimmer stoën nekiër dât béiter wéir wèrt. As die fontaine dor stoën te spiëte moetek nondedzjuë gediereg pisse! Dâ geklatsj en gespringkel van dâ woëter werkt op mam bloës!
Vandewéik passéirdege k dr on de Kaddemie. Ik stont azuë-j-m bitsje te kaike nor t gebaa en dr kwamp dr in iëne kiër e vraamènsj nor mèi gestapt. Ze vroeg of dâk gin goestingk at vèr modèl te spéile. Ik vroeg em bitsje miër ouitlèg, mor man konkluuze was rap getrokke! Ik moest pozéire i mannem bluëte flikker Ze mauge mè na vroëge wâ dâ ze wille, mor dâ ni. As kintsj liepek nâ wel réigelmoëteg i mannem bluëte mor den dag vâ vandoëg zienek dâ nâ wel nimme zitte!
Op het einde van de 11e eeuw behoort de stad nog tot het bisdom Kamerrijk, wanneer Ringoot, Heer van Dendermonde, een romaanse kerk laat bouwen op wandelafstand van zijn burcht aan de Dender. In 1106 verbindt hij daar een kapittel aan. Met zon college van kanunniken wordt de Onze-Lieve-Vrouwekerk een collegiale of kapittelkerk.
Een eeuw later wordt voorzichtig aan een uitbreiding begonnen. De romaanse stijl wordt vervangen door de gotiek. Stap voor stap wordt de kerk veranderd in een grotere gotische kerk met de vorm van het kruis, aan de hoofdzijde afgesloten met een drieledig vlak koor. Waar de lange en de korte balk mekaar kruisen (de zogeheten viering), wordt een achtzijdige toren gebouwd.
De achterkant van de kerk oogt niet meer vlak, dit komt door de aanbouw van een absiskapel in barok in de 17e eeuw (de ronde aanbouw met het middentorentje).
Bij een restauratie in de 20e eeuw vervangt het architectentrio Henri en Valentin Vaerwyck en Alexis Sterck in 1910 het lage dak van de oude toren door een nieuwe spits.
De spits is bij een storm in 1940 helemaal afgewaaid. Sindsdien heeft de kerk een plat torendak met op de hoeken pinakels. Achter de gelmgaten hangen twee oude klokken uit 1466 die respectievelijk 2000 en 3000 kg wegen.
Onder het dak van de zijbeuk zit een ballingkamer. Een woordje uitleg In de middeleeuwen kan een misdadiger die in een kerk binnenvlucht, niet door het gerecht worden opgepakt en krijgt kerkasiel. Misdadigers verblijven dan in de ballingkamer.
Zjust op 't schië van 't stat ligt er e vergéite gat... Wéir èmme 't ier auver de Kallendaik, doër groeit 't groen nog raik! Van on't park kènde d'r déir en ge kènd in iënen trok tot op 't Kéir!
Het gebouw met rondbogen, casementen en een boogfries in zandsteen en arduin aan de Kerkstraat nummer 60 is het Heilig-Maagdcollege. In de 17e eeuw woont Willem du Carne, deken van de nabije Onze-Lieve-Vrouwekerk, in een voormalig huis dat toebehoorde aan het Gentse Sint-Baafskapittel. In 1652 schenkt hij het huis en een belangrijke som geld aan de stad om er een weeshuis in te richten. Stadsbouwmeester Johan Beekman breekt het pand af in 1845 om het door een nieuwbouw te vervangen in neo-byzantijnse stijl.
Intussen heeft priester Van Baveghem een congregatie van de Heilige Maagd gesticht, waar diepgelovige burgers samenkomen om actief met hun geloof bezig te zijn, en voegt daar in 1834 het Heilig-Maagdcollege aan toe in een gebouw op de hoek van de Beestenmarkt en de Ridderstraat. Dat overleeft de stadsbrand van 1914 niet.
Na de oorlog verhuist het college naar de Kerkstraat. Tussen 1920 en 1925 wordt het gebouw duchtig gerestaureerd en in 1922 wordt een kapel gebouwd die nog steeds intact is.
Doorgaans vind je de plaats waar vis wordt verhandeld in riviersteden zo dicht mogelijk bij het water. Dat was ook het geval in onze stad. Bij de burcht van de lokale Heren splitste de Dender zich in twee takken, waarvan de ene de 'Vischgracht' werd genoemd.
Daarlangs werd de vismarkt aangelegd met een halle als verkoopsruimte. In de late 17e eeuw werd deze afgebroken en kwam er een 'afdak' in de plaats dat met een ijzeren leuning werd omgeven en waaronder de aangevoerde vis werd gemijnd.
De stadsbrand van 1914 betekende ook het einde van de vismijn langs de Dender. Na de oorlog werd een gebouw aan de Vlasmarkt opgetrokken.
De vismijn aan de Vlasmarkt werd later de stalplaats van het Ros Beiaard en de drie Gildenreuzen. Thans is het een overdekt winkelcentrum geworden.
In bijna alle landen ter wereld worden de moeders wel op een of andere manier geëerd, al gebeurt dat niet overal op dezelfde manier of hetzelfde tijdstip.
Als we heel ver teruggaan in de geschiedenis, vinden we bij de vroegste uitingen van menselijke kunst al afbeeldingen van moeders, die aanbeden werden en die verondersteld werden geheime krachten te bezitten.
Bij de oude Grieken vinden we eerste sporen van een speciale Moederdagviering in de lenteriten ter ere van Rhea, de Moeder der Goden.
In België wordt Moeder(kes)dag op de meeste plaatsen op de tweede zondag van mei gehouden. De oorsprong van die traditie kennen we met zekerheid: de moderne Moederdag hebben we te danken aan de Amerikaanse Anna M. Jarvis. Nadat haar toegewijde moeder op de tweede zondag van mei van het jaar 1906 overleed, begon Anna Jarvis in haar geboorteplaats Grafton in de staat West Virginia een campagne bij de kerkleiders om op de tweede zondag van mei een speciale dienst ter ere van alle moeders te houden.
In 1907 werd in Grafton de eerste Moederdag, zoals wij die kennen, gevierd. Na een one-woman campagne van Anna Jarvis vond de gewoonte al snel ingang in de rest van de staat West Virginia en in de rest van de Verenigde Staten. In 1914 riep de toenmalige president, Woodrow Wilson, de tweede zondag van mei uit als officiële feestdag ter ere van alle moeders.
In veel landen werd deze van oorsprong Amerikaanse feestdag overgenomen: Denemarken, Finland, Italië, Turkije, Australië, en ook in België. Het overnemen van een feestdag ter ere van moeder in onze katholieke contreien was trouwens een dankbaar gegeven voor de kerk, want is de maand mei ook niet de Mariamaand?
Niet overal wordt moederdag op dezelfde dag gevierd. Zelfs in België zijn er verschillen, want in het Antwerpse wordt moeder vaak op 15 augustus - met Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart - gevierd. En in Engeland is het Moederdag op de 4de zondag van de lente, een traditie die teruggaat tot in de 15de eeuw.
Enkele dagen geleden werd aan de Brusselse Forten een ijzeren constructie neergepoot. Weinigen weten waarover het eigenlijk gaat. Sommigen denken dat het een kunstwerk is, anderen denken dat het een maquette zou zijn van de nieuwe gevangenis die in onze stad zou gebouwd worden... We namen enkele foto's en laten de meningen de vrije loop...
Bij aanvang van WOI worden de houten huizen langs het Stationsplein om strategische redenen afgebroken, op enkele na.
Aan de bouw van het huidige station werd kort na WOII begonnen. Het architectenduo Jos en Maurice Kriekinge krijgt opdracht een nieuw gebouw uit te tekenen en hun keuze valt op een twijfelgeval tussen nieuwe zakelijkheid en modernisme'.
Het wordt een langgerekt gebouw in gele baksteen, een functioneel bouwwerk dat eerder aanleunt bij industriële complexen. De seinpost (helemaal links) is een latere toevoeging.
De noodbrug die recentelijk in gebruik werd genomen om fietsers en voetgangers over de Dender te loodsen zal minstens een jaar in gebruik zijn. Dat vernemen wij van een opgehangen spandoek die ons laat weten dat de voltooiing van de werken pas is voorzien in mei 2010...
Dit bord dat, opgehangen aan de noodbrug in de binnenstad, geeft aan dat het verboden is op de werken te komen. Hopelijk mag men wél over de brug!!!
Op 2 januari 1837 is het druk in de stad, zelfs Koning Leopold I is aanwezig! Om 15 u stoomt Le Bayard vanuit Mechelen binnen onder het gedaver van saluutschoten als eerste trein op de nieuwe spoorlijn Mechelen-Dendermonde-Gent. Ons land is er vlug bij wat het aanleggen van een spoorwegnet betreft. In 1835 reed de eerste trein van Brussel naar Mechelen en een jaar later was het stuk Mechelen-Antwerpen klaar. Nederland moest wachten tot september 1839 voordat een verbinding officieel werd ingereden.
Waar thans het spoorwegviaduct ligt, was in 1837 nog een gewone overweg met vlak daarbij een eerste eenvoudig houten station en een kleine goederenloods. Aan de overzijde, op het grondgebied van de toen nog zelfstandige gemeente Sint-Gillis, stond een locomotievenloods. In die tijd is het goederenvervoer per spoor een van de belangrijkste bestaansredenen van de spoorweg, het gaat merkelijk sneller dan per paard en kar.
In 1837 is er nog geen sprake van treinen die diep in de stad doordringen, zij blijven keurig aan de buitenkant. Net als de meeste andere steden is Dendermonde omgeven met versterkingen, waar aan de veldzijde brede grachten voor liggen. Die gordel wordt enkel doorbroken door een handvol hoofdwegen, die pal voor de stadspoorten in hoekige bochten over kleine eilandjes in de grachten lopen, zodat de vijand niet stormenderhand door de poorten kan. Dergelijke scherpe bochten zijn voor treinen niet haalbaar, daarom is het doorbreken van de wallengordel uitgesloten. Dit zou een bres in de verdediging betekenen. Los daarvan is de grond buiten de stad goedkoper en hoeft er omzeggens niets gesloopt te worden, waardoor het aanleggen van spoorlijnen snel opschiet.
In 1849 krijgen we een eerste station en nog wel van baksteen! Er zijn nog tekenen merkbaar van (links van de parking). Het gebouw diende later als woning van de stationschef en zijn gezin en nog later als magazijn voor diverse spoorwegdiensten.
In 1881 komt er opnieuw een houten stationsgebouw. Er is namelijk een decreet uit 1791 dat de oprichting van stenen gebouwen in een straal van 380 meter rond stadsvesten verbiedt. De reden is dat de vijand zich hierin makkelijk kan verschansen, terwijl een houten gebouw snel gesloopt of in brand gestoken is Toen men in 1849 het stenen stationsgebouw oprichtte, legde men duidelijk dat decreet naast zich neer. Het houten station bleef bestaan tot 1940. De toenmalige stationschef stak het gebouw in brand omde oprukkende Duitsers een hak te zetten.
Wanneer in de tweede helft van de 19e eeuw de industriële revolutie doordringt, komt er een grote behoefte aan arbeiders die in de omliggende dorpen worden gerecruteerd en zo ontstaat de pendelaar. Ook zakenlui en handelsvertegenwoordigers beginnen met de trein te reizen, met als gevolg het ontstaan van stationswijken waar cafés voor de reizigers en hotels voor de zakenlui verrijzen. Ook voor de horeca geldt de wet van het bouwen in hout.
Wij konden enkele beelden schieten van een peilboot (Het Schrijverke) die op 6 mei jl. werd ingezet op de Dender in de binnenstad. Was dit toevallig bij de start van de werken aan de Bogaerdbrug of ter gelegenheid van het bezoek van Vlaams minister Hilde Crevits bij de inhuldiging van het vernieuwde Sas?
Het Cultureel Centrum Belgica is genoemd naar de luchtballon waarmee Dumortier in de twintiger jaren een eind-19e eeuwse traditie voortzet van het opstijgen met zo een 'montgolfière' tijdens de Dendermondse kermis. Vanaf 1928 huisde in het gebouw 'De Burgerskring', een katholieke club, die aanvankelijk Vlaamse kermissen en filmvoorstellingen organiseerde. Als tijdens WOI de gebouwen worden vernietigd, weten de katholieken de hand te leggen op het terrein. Ze zetten architect Fernand De Ruddere aan het werk om daar tussen 1925 en 1927 een royale herberg te bouwen, met boven vergaderlokalen en achteraan een schouwburg met plaats voor zo'n 500 toeschouwers. Op 15 september 1928 wordt Cinema Belgica geopend. In de negentiger jaren wordt dit gebouw omgevormd tot Cultureel Centrum.
Dit stukje Dendermonde behoorde oorspronkelijk bij de burcht, die zoals we reeds enkele malen lieten weten, op een eilandje in de Dender lag. Het was een soort neerhof van de Heren van Dendermonde, waarrond een gracht liep. Dat kan men in feite nog zien aan de fraaie boog die de huizenrij van links naar rechts maakt tot bij het Vleeshuis.
De huizenrij tussen het Vleeshuis en het Stadhuis (aan de rechterkant wanneer je met de rug naar het Stadhuis staat) werd door de Duitsers in brand gestoken. Ze werd volledig herbouwd in de twintiger jaren.
Alexis Sterck en Fernand De Ruddere, beiden stadsarchitecten, zorgden ervoor dat een neo-barokstijl werd gebruikt om de huizen ouder te doen lijken.
Aan de andere kant van de Grote Markt zijn een aantal gebouwen gespaard gebleven.
Sommige Dendermondenaren zijn van mening dat het marktplein voor de heraanleg meer 'cachet' vertoonde. Velen vinden het moderne uitzicht maar niets... Ieder zijn mening.
De kleurrijke portretten tegen de gevel van de vroegere polykliniek aan de Zwarte Zusterstraat, thans het Parket van de Procureur des Konings, zijn een weerspiegeling van onze maatschappij en kregen als titel Touched. Je ziet zowel mannen als vrouwen van allerlei leeftijden, religies en subculturen, kortom een kleurrijke multiculturele mix. Er worden geen specifieke personen afgebeeld, die een of andere bijzondere plaats in ons dagelijks bestaan innemen. Het is in feite een soort puzzel, opgebouwd uit portretten, die verwijst naar het Openbaar Ministerie, waarvan het Parket als taak heeft het zoeken naar feiten, en achteraf de flarden aan informatie ineen te puzzelen tot een duidelijk beeld voor het beoordelen van strafzaken. De portretten zijn van de hand van kunstenares Inge Rosschaert. Zij wil het werk van het gerecht in een positief daglicht stellen omdat het vaak negatief wordt bekeken. De Zwarte Zusterstraat is niet loodrecht, maar wel schuin gesitueerd op de Emiel Van Winckellaan, en daarom lijkt de gevel van het gebouw naar achteren weg te lopen. Het kunstwerk corrigeert dat idee optisch, doordat het ten opzichte van de gevel aan de rechterzijde naar voren komt. Touched dateert van juni 2004.
Op onderstaande foto sta ikzelf uiterst links. Anne-Marie en Marianne De Ridder (dochters van Hendrik De Ridder - Riddershoe) staan eveneens op de foto.
We hadden het al eens over mènneke vis en publiceerden er ook al enkele fotos van
Knaap met vis.
Aan de oprichting van dit beeld is een voorgeschiedenis verbonden. De voorloper van dit fonteinbeeld werd door Jos De Decker in 1942 ontworpen. Deze 'Fontein' bestond uit een zacht gemodelleerd meisje, dat met beide handen een grote schelp naast het hoofd vasthoudt. Dit beeld kende zoveel succes, dat ook het Dendermondse stadsbestuur ernstig overwoog het van haar talentvolle stadsgenoot te verwerven. Men richtte een aanvraag naar het Ministerie van Openbaar Onderwijs, "met het oog op het plaatsen van een bronzen beeldje in het hofje achter het stadhuis". De oorlogsomstandigheden waren er echter de oorzaak van dat deze zaak bleef aanslepen tot in 1945.
Later zette het stadsbestuur het licht op groen om een bronzen uitvoering van het beeld te realiseren. Tot een echte oprichting van deze 'Fontein' kwam het echter niet, omdat enkele preutse zielen vreesden dat het beeldje 'aanstoot' zou kunnen geven bij een deel van de bevolking. Het kwam uiteindelijk tot een stemming in het schepencollege. Het beeld werd wel aangekocht, doch belandde uiteindelijk in een hoekje van de gemeenteraadszaal.
Op 1 januari 1948 voltooide stadsarchitect Fernand De Ruddere zijn plan voor het aanleggen van een parkje achter het stadhuis. Langs de kant van de Dender werden er in februari groene heesters en rododendrons aangeplant. Langs de kant van het Justitiepaleis kwam er een vijvertje met een sokkel van breuksteen voor een fonteinbeeld. In de gemeenteraad van 29 juni 1948 kwam de plaatsing van het beeldje opnieuw ter sprake. Burgemeester Portmans wenste de discussie echter niet meer te hervatten. Het stadsbestuur contacteerde daarop opnieuw Jos De Decker, die enkele maanden later een nieuw ontwerp presenteerde. Het werd uiteindelijk een bronzen 'Knaap met vis' (95 x 33 x 34 cm), een naakt jongetje, met een vissersnet zedig vóór het lichaam en op de arm gedrapeerd, een grote vis in de armen knelt. Uit de mond van de vis spuit een nevelige waterstraal in de vijver. In afwachting van de onthulling plaatsten, in de nacht van zaterdag 5 op zondag 6 juni 1948, enkele grappenmakers een Manneken-Pis op de sokkel. 's Zondagsmorgens waren honderden kerkgangers getuige van deze geslaagde stunt.
Begin 1993 bleek dit fonteinbeeld verdwenen. Dreggingswerken in de Dender leverden niets op, zodat werd aangenomen dat het beeld gestolen was. Later werd het toevallig ontdekt in een parktuin in Wespelaar. De nieuwe eigenaar bleek het beeld te hebben gekocht van een Antwerpse antiquair en kon daarom zomaar niet verplicht worden het beeld af te staan.
Op 5 mei 1993 gaf het schepencollege de kunstenaar de opdracht een nieuw exemplaar naar het oorspronkelijke model te laten gieten en het beeld op een veiliger manier te verankeren.
Dit beeld werd begin 1994 op zijn gerestaureerde sokkel herplaatst. Het draagt op de rechterkant van de basis de signatuur: Jos De Decker 1949.
Jaren 70 Jaarlijkse statutaire vergadering van D.D.S. op het stadhuis
Op de foto het dagelijks bestuur, vlnr: Jozef De Geyter, Marcel Van Driessche, directeur Herman Rupus, voorzitter Mark Vereecken, Valère Onselaere, Gilbert Lemmens (?)
Vlnr: Jozef De Geyter, Marcel Van Driessche, directeur Herman Rupus, voorzitter Mark Vereecken, Valère Onselaere.
Prudens Van Duyse werd in Dendermonde in 1804 geboren. Hij was dichter, letterkundige en actief voorvechter van de Vlaamse ontvoogding. Van Duyse was ook korte tijd stadsarchivaris.
Zijn geboortehuis staat op de hoek van de Vlasmarkt en de Brusselsestraat en is aangeduid met een naamplaat.
Zijn standbeeld op de Vlasmarkt is 2,5 meter hoog en bestaat uit brons. Het beeld werd gemaakt door Godfried Devreese. Het is geplaatst op een art deco-sokkel van architect Victor Horta. Van het voetstuk leer je dat Prudens Van Duyse zijn ganse leven een lied was, hijzelf de roem van Vlaanderens kunstgebied en hij zijn vaderland bezong. Het beeld werd op de Vlasmarkt (in de onmiddellijke omgeving van zijn geboortehuis) geplaatst op 27 augustus 1893. In 1927 werd de Vlasmarkt heraangelegd en verhuisde Predang bezijden het gerechtsgebouw aan de Franz Courtensstraat. Vanaf 16 april 1994 staat hij opnieuw op zijn vertrouwde plaats aan de Vlasmarkt.
Foto genomen bij de inhuldiging van het nieuwe justitiepaleis op 4 april 1927. Poseren o.m. minister P. Hymans (centraal), burgemeester Van Stappen (onderaan 2e van links).
Sommigen zullen zich al afgevraagd hebben wat al die brokstukken zijn aan het O.-L.-Kerkplein, tegenover de hoofdingang of het westerportaal van de kerk. Het zijn gebeeldhouwde arduinfragmenten van de barokke abdij van Zwijveke, waarvan elders in de stad overblijfselen van te zien zijn. Op deze plaats lag ooit het oorspronkelijk kerkhof van Dendermonde.
Een aantal klanten van café Nadia aan de Mechelsesteenweg verenigden zich eind de jaren zeventig in een groepering die onder meer deelnam aan de cavalcade. Ook waren aldaar de Jupiler Singers actief, was er een jaarlijkse Miss Nadiaverkiezing met de jaarlijkse kermis en hadden allerhande activiteiten plaats. Hierna enkele beelden uit 1978 vóór de deelname aan de carnavalstoet. .
We herkennen o.m. Emiel Van Belle, Pierre Van Den Brempt, Eduard Vinck, Pierre Lanckbeen, Herman De Nijs, Julien Huylenbroeck, Mario Moens, Monique Inzé, Mathilde De Ridder, ... Quisquater, Florine ..., Freddy Vermeir, ... Emiel Lutens.
Hier zien we o.m. Pierre Van Den Brempt, Rudy Audenaert, Mario Moens, Freddy Vermeir, ...
In 1491 zakken de zwartzusters-augustinessen af vanuit Pamele bij Oudenaarde en vestigen zich in onze stad in een woning met kapel in de buurt van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Later wordt een stuk grond aangeboden aan de Krommen Elleboog en verhuizen de zusters. De straat heet thans de Zwarte Zusterstraat. Achter het klooster wordt een Latijnse school opgericht waarmee snel succes geboekt werd. De Zwartzusters maakten zich ook verdienstelijk op het vlak van de verzorging van pestlijders in een ziekenhuis(je) dat in 1545 in de tuin van hun verblijf wordt gebouwd. In 1702 wordt dit gebouw uitgebreid. In 1706 wordt het echter gebombardeerd door de Engelsen en de Hollanders om de Franse koning Lodewijk XIV een halt toe te roepen, die een hele heisa maakte omtrent de erfopvolging van de Spaanse troon. De zusters geven niet op en herbouwen hun klooster, het ziekenhuis en een kerk. Het geheel is klaar in 1733. Het gaat meer dan een halve eeuw goed tot de Fransen opnieuw de grens oversteken. De nonnen worden manu militari uit het klooster gezet. Toch keren ze later opnieuw terug naar deze plek in 1828, en dus in de Hollandse periode.
Ze kopen een deel van het vroegere Prinsenhof aan de Koornaard en starten met de bouw van een groot nieuw klooster met ontvangstkamers, een kapel, meerdere eetzalen en logeerkamers. Het gehele project duurt tot het begin van de 20e eeuw.
In 1914 wordt het klooster vernietigd en kunnen enkel wat kunstschatten worden gered.
En opnieuw komen ze terug. Ze beschikten over de nodige financiële middelen om grond bij te kopen en geven de Gentse architect Henri Valcke opdracht om tussen 1921 en 1923 een uitgebreid kloostergebouw te laten oprijzen.
Dit gebouw kennen we heden ten dage nog steeds naast de Sint-Pieters- en Paulusabdij aan de Vlasmarkt.
1 mei feest van de arbeid, feest van de strijd van de arbeiders om een beter leven, feest van de ontvoogding. Maar 1 mei 1951 is de dag van één van de meest tragische gebeurtenissen uit de Dendermondse sportgeschiedenis. Die dag zal voor altijd verbonden zijn met de tragische dood van één van KAV Dendermondes beste spelers, Jozef 'Jefke' Boon. Als kind hoorde ik vele verhalen van mijn vader, groot supporter van den 'AVD', over Jefke Boon. Jefke Boon was het voorbeeld van de echte clubspeler, de zwoeger op het middenveld, onvermoeibaar. De kapitein van het 'grote KAVD. Hierbij als hommage enkele uittreksels uit krantenartikels uit die periode.
Jef jongen, rust zacht op uw menigvuldige en welverdiende lauweren. de aarde weze u zacht. 1 mei 1951 blijft een zwarte dagvoor KAV Dendermonde.
(Robbie Verwilghen.)
* * * *
De Dendermondse sportmiddens in diepe rouw
Jef Boon, kapitein van KAV Dendermonde, is niet meer! (EDR)
* * * *
KAV Dendermonde verliest zijn beste speler
Een goed mens is gestorven! Die paar woorden uit Multatuli mogen we gerust aanhalen bij het tragisch afsterven van Dendermondes meest sympatieke speler. We zullen niet betwisten dat KAVD wellicht reeds kundiger of beter, completer spelers in haar elftal opstelde maar volksgeliefder was er geen.
Jefke Boon! Hij was een stuk traditie van het elftal, de zwoegende bezieler, de verpersoonlijking van de onvermoeibare wilskracht en zegewil!
* * * *
Jef Boon, Dendermondes aanvoerder gisteren onder grote belangstelling ten grave gedragen.
* * * *
Na de dood van voetbalspeler Boon uit Dendermonde
* * * *
Jefke Boon van KAV Dendermonde ten grave gedragen
* * * *
KAVD-kapitein Jefke Boon onder geweldige volkstoeloop ten grave gedragen
Dinsdag werd onder massale belangstelling te Grembergen ten grave gedragen Jef Boon, kapitein van het Eerste Afdeling elftal van KAV Dendermonde, welke zaterdag zo ongelukkig de dood vond.
Reeds vanaf 9uur heerste er in en rond de Kapellestraat een grote drukte. Aan het sterfhuis waren tegenwoordig, het ganse KAVD-bestuur. Op de koer van het woonhuis stonden de spelers opgesteld. Scholieren, kadetten en juniors in sportkledij vormden de haag. Rond tien uur werd het stoffelijk overschot buiten gebracht, bedekt met de kleuren van KAVD.
Wanneer dan uiteindelijk de lijkstoet zich in beweging kon zetten, was de volkstoeloop zo groot dat de rijkswacht nodig was om zich een weg te kunnen banen.Men mag werkelijk zeggen dat gans de Denderstreek tegenwoordig was.
Aan de kop van de stoet marcheerden de vaandels van de plaatselijke supportersverenigingen en van afgevaardigden van voetbalclubs uit het omliggende, de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia, de jonge spelers in sportkledij dragende tientallen kransen en bloemstukken waaronder bijzonder opgemerkt werden de reuzekransen van Racing Mechelen, Eendracht Aalst en SK Lebbeke. Ook bloemen vanwege de clubs van Hamme, Wetteren, Zele, Appels, Gantoise en andere. Dan kwam het muziek van KAVD, het bestuur en de leden. Tenslotte volgde de kist met het stoffelijk overschot, gedragen en omringd door de spelers van het eerste elftal en reserven, de familieleden waarna honderden supporters en sportliefhebbers. Tussen een driedubbele haag van toeschouwers toog de stoet naar de kerk.
Op het kerkplein was het een onvergetelijk schouwspel toen het lijk tussen de haag van spelers de kerk werd binnen gedragen onder het spelen van een treurmars.
Het was met ruim 40 minuten vertraging dat de dienst kon beginnen. De kerk welke reeds voor de aankomst van de stoet gedeeltelijk bezet was, kon onmogelijk plaats bieden aan allen. Honderden mensen moesten van op het Dorpsplein de dienst volgen. Aan de offergang scheen geen einde te zullen komen. Het was twaalf uur wanneer de stoet zich in beweging zette voor de laatste droeve tocht naar het kerkhof.
Bij het open graf werd door advocaat Verwilghen namens de spelers een ontroerende afscheidsrede uitgesproken waarbij menigeen een traan moest wegpinken en wanneer de spreker dan zelf al wenende zijn rede eindigde, snikten velen het uit.
Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, komt naar de stad voor de start van de bouw van de nieuwe Vlasmarktbrug en de feestelijke inhuldiging van het oud sas.
Woensdag 6 mei e.k. worden de gasten verwelkomd door de verantwoordelijke van de afdeling Bovenschelde Waterwegen en Zeekanaal NV.
Er worden toespraken gehouden door de burgemeester, ingenieur L. Clinckers en minister Crevits.
De officiële start van de bouw van de Vlasmarktbrug wordt voorzien om 9.30 uur. Daarna wandelt men langs de Dender naar het oud sas dat dan feestelijk zal worden ingehuldigd.
Sedert de tweede helft van de 14de eeuw deed het Vleeshuis nog een tijdlang dienst als schepenhuis, vierschaar en gevangenis. Rond het midden van de 15de eeuw was het gebouw echter bouwvallig. Met de goedkeuring van hertog Filips de Goede, Heer van Dendermonde, brak men het oude gebouw af en verving het in 1460-1462 door een nieuwbouw in gotische stijl. Dit gebouw werd opgericht op een onregelmatige vierhoekige plattegrond met op de zuidwestelijke hoek een octogonale traptoren. De marktgevel en de zijgevel werden door bouwmeester Jan Gueteghem bekleed met witte kalkzandsteen; voor de achtergevel gebruikte hij Mespelaarse baksteen. De dakvensters en trapgevels werden versierd en bekroond met beeldhouwwerk, de dakkapellen met vergulde loden appels en de smeedijzeren torenspits met lelies, bladwerk, banderollen en een vergulde weerhaan. In de 15e eeuw hield de Sint-Jorisgilde van de voetboogschutters bijeenkomsten op de eerste verdieping. Op het torentje geeft een zonnewijzer de tijd aan. Het Vleeshuis werd grondig gerestaureerd in het begin van de 20ste eeuw en als Oudheidkundig Museum in gebruik genomen.
Op de gelijkvloerse verdieping bevond zich de halle voor de lokale beenhouwers, die enkel hier hun vleeswaren aan particulieren mochten verkopen. In 1862 verdwenen de laatste 'vleesbanken' en werd de ruimte omgevormd tot een overdekte groentenmarkt. De eerste verdieping was ingericht als gildekamer van de Sint-Jorisgilde (kruisboogschutters), terwijl de zolderverdieping dienst deed als vergader- en oefenlokaal van de rederijkerskamer de Leeuwerkenaars. Beide verenigingen dienden in 1715 hun lokalen te ontruimen ten behoeve van de Hoofdwacht van het Hollandse en het Oostenrijkse garnizoen die hier, overeenkomstig de bepalingen van het Barrièretraktaat, waren gelegerd. In 1771 verrees tegen de marktgevel een dubbele arduinen buitentrap met perron als directe toegang tot het wachtlokaal. In 1875 vond de Stedelijke Muziekschool hier een onderdak. Het Vleeshuis werd in 1898-1899 ingrijpend gerestaureerd naar de plannen van stadsarchitect Edouard Bouwens. Bij de voltooiing van de werken verhuisde de muziekschool naar de gelijkvloerse verdieping en kon het in 1895 gestichte 'Oudheidkundig Museum' beschikken over de overige verdiepingen. Het gebouw ontsnapte in september 1914 aan de moedwillige brandstichting die grote delen van het stadscentrum in de as legde. In 1943 werd het toegevoegd aan de lijst van de beschermde monumenten.
Wil je contact nemen met de blog voor het sturen van een foto, het geven van informatie of het vragen om inlichtingen, stuur uw email via het voorziene vak hieronder. U kan ons helpen bij de identificatie van personen. Herken je iemand dan vernemen we dit graag met een email.