Naast volksliederen werden ook sportliederen gemaakt. Het meest bekende is waarschijnlijk het thans nog gangbare KAVD-clublied. Het werd geschreven in 1922 door F. De Vuyst en 'op muziek gezet' door Frans De Clercq. Het was clubsupporter nummer 1, Gustje Mestdag, die de aanhangers van paarsblauw het lied aanleerde... Dit gebeurde tijdens een 'plechtigheid' op de Grote Markt, ter hoogte van het café van Gustje. Honderden supporters verdrongen zich voor het café en ook de harmonie van August Mestdag had postgevat op de Grote Markt. Mestdag stond op de eerste verdieping van zijn herberg in het open venster en dirigeerde gans het gezelschap! De tekst: Onze club door iedereen gekend al bezit ze genen cent Heeft toch rijkdom in overvloed als men rekent haren moed Lacht de zege ons eens tegen Dan zingen wij allen blijgezind; Maar slaat het spel soms eens tegen Laat datgeen dat keert toch als de wind... Onze club ... Moedig gekampt en wint ohé Mannen van den A-V-D - Aa-Vé-Dé ...

Sommigen hadden wat moeite met het onthouden van de originele tekst en improviseerden er maar op los. Zo ontstond onder meer het welbekende: Aa-Vé-Dé killemodee dee dee pak ze vast en speelt er mee...

|