1 mei feest van de arbeid, feest van de strijd van de arbeiders om een beter leven, feest van de ontvoogding. Maar 1 mei 1951 is de dag van één van de meest tragische gebeurtenissen uit de Dendermondse sportgeschiedenis. Die dag zal voor altijd verbonden zijn met de tragische dood van één van KAV Dendermondes beste spelers, Jozef 'Jefke' Boon. Als kind hoorde ik vele verhalen van mijn vader, groot supporter van den 'AVD', over Jefke Boon. Jefke Boon was het voorbeeld van de echte clubspeler, de zwoeger op het middenveld, onvermoeibaar. De kapitein van het 'grote KAVD. Hierbij als hommage enkele uittreksels uit krantenartikels uit die periode.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Jef jongen, rust zacht op uw menigvuldige en welverdiende lauweren. de aarde weze u zacht. 1 mei 1951 blijft een zwarte dag voor KAV Dendermonde.
(Robbie Verwilghen.)
* * * *
De Dendermondse sportmiddens in diepe rouw
Jef Boon, kapitein van KAV Dendermonde, is niet meer! (EDR)
* * * *
KAV Dendermonde verliest zijn beste speler
Een goed mens is gestorven! Die paar woorden uit Multatuli mogen we gerust aanhalen bij het tragisch afsterven van Dendermondes meest sympatieke speler. We zullen niet betwisten dat KAVD wellicht reeds kundiger of beter, completer spelers in haar elftal opstelde maar volksgeliefder was er geen.
Jefke Boon! Hij was een stuk traditie van het elftal, de zwoegende bezieler, de verpersoonlijking van de onvermoeibare wilskracht en zegewil!
* * * *
Jef Boon, Dendermondes aanvoerder gisteren onder grote belangstelling ten grave gedragen.
* * * *
Na de dood van voetbalspeler Boon uit Dendermonde
* * * *
Jefke Boon van KAV Dendermonde ten grave gedragen
* * * *
KAVD-kapitein Jefke Boon onder geweldige volkstoeloop ten grave gedragen
Dinsdag werd onder massale belangstelling te Grembergen ten grave gedragen Jef Boon, kapitein van het Eerste Afdeling elftal van KAV Dendermonde, welke zaterdag zo ongelukkig de dood vond.
Reeds vanaf 9uur heerste er in en rond de Kapellestraat een grote drukte. Aan het sterfhuis waren tegenwoordig, het ganse KAVD-bestuur. Op de koer van het woonhuis stonden de spelers opgesteld. Scholieren, kadetten en juniors in sportkledij vormden de haag. Rond tien uur werd het stoffelijk overschot buiten gebracht, bedekt met de kleuren van KAVD.
Wanneer dan uiteindelijk de lijkstoet zich in beweging kon zetten, was de volkstoeloop zo groot dat de rijkswacht nodig was om zich een weg te kunnen banen. Men mag werkelijk zeggen dat gans de Denderstreek tegenwoordig was.
Aan de kop van de stoet marcheerden de vaandels van de plaatselijke supportersverenigingen en van afgevaardigden van voetbalclubs uit het omliggende, de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia, de jonge spelers in sportkledij dragende tientallen kransen en bloemstukken waaronder bijzonder opgemerkt werden de reuzekransen van Racing Mechelen, Eendracht Aalst en SK Lebbeke. Ook bloemen vanwege de clubs van Hamme, Wetteren, Zele, Appels, Gantoise en andere. Dan kwam het muziek van KAVD, het bestuur en de leden. Tenslotte volgde de kist met het stoffelijk overschot, gedragen en omringd door de spelers van het eerste elftal en reserven, de familieleden waarna honderden supporters en sportliefhebbers. Tussen een driedubbele haag van toeschouwers toog de stoet naar de kerk.
Op het kerkplein was het een onvergetelijk schouwspel toen het lijk tussen de haag van spelers de kerk werd binnen gedragen onder het spelen van een treurmars.
Het was met ruim 40 minuten vertraging dat de dienst kon beginnen. De kerk welke reeds voor de aankomst van de stoet gedeeltelijk bezet was, kon onmogelijk plaats bieden aan allen. Honderden mensen moesten van op het Dorpsplein de dienst volgen. Aan de offergang scheen geen einde te zullen komen. Het was twaalf uur wanneer de stoet zich in beweging zette voor de laatste droeve tocht naar het kerkhof.
Bij het open graf werd door advocaat Verwilghen namens de spelers een ontroerende afscheidsrede uitgesproken waarbij menigeen een traan moest wegpinken en wanneer de spreker dan zelf al wenende zijn rede eindigde, snikten velen het uit.
|