Deze blog toont U maar één pagina. De andere worden in een archief geplaatst. Door onderaan de pagina op één der pijlen te klikken kom je verder. Je kan ook een onderwerp in onderstaande inhoud aanklikken. Oudere publicaties worden nog regelmatig bijgewerkt.
Van alles wat... ... over de enige échte Ros Beiaardstad! Het wel en wee van Dendermonde, veel fotomateriaal en af een toe een vleugje humor in ons dialect!
Bent u in het bezit van fotomateriaal van alles wat met Dendermonde (geen deelgemeenten) te maken heeft, en wenst u dit op het blog te zien verschijnen? Aarzel niet en geef ons een seintje op jpmc@skynet.be.
Wij danken u bij voorbaat!
En... mocht u dit blog goedvinden, kan u in de linkerkolom een waardering geven (beoordeel dit blog).
Jaren 70 Jaarlijkse statutaire vergadering van D.D.S. op het stadhuis
Op de foto het dagelijks bestuur, vlnr: Jozef De Geyter, Marcel Van Driessche, directeur Herman Rupus, voorzitter Mark Vereecken, Valère Onselaere, Gilbert Lemmens (?)
Vlnr: Jozef De Geyter, Marcel Van Driessche, directeur Herman Rupus, voorzitter Mark Vereecken, Valère Onselaere.
Prudens Van Duyse werd in Dendermonde in 1804 geboren. Hij was dichter, letterkundige en actief voorvechter van de Vlaamse ontvoogding. Van Duyse was ook korte tijd stadsarchivaris.
Zijn geboortehuis staat op de hoek van de Vlasmarkt en de Brusselsestraat en is aangeduid met een naamplaat.
Zijn standbeeld op de Vlasmarkt is 2,5 meter hoog en bestaat uit brons. Het beeld werd gemaakt door Godfried Devreese. Het is geplaatst op een art deco-sokkel van architect Victor Horta. Van het voetstuk leer je dat Prudens Van Duyse zijn ganse leven een lied was, hijzelf de roem van Vlaanderens kunstgebied en hij zijn vaderland bezong. Het beeld werd op de Vlasmarkt (in de onmiddellijke omgeving van zijn geboortehuis) geplaatst op 27 augustus 1893. In 1927 werd de Vlasmarkt heraangelegd en verhuisde Predang bezijden het gerechtsgebouw aan de Franz Courtensstraat. Vanaf 16 april 1994 staat hij opnieuw op zijn vertrouwde plaats aan de Vlasmarkt.
Foto genomen bij de inhuldiging van het nieuwe justitiepaleis op 4 april 1927. Poseren o.m. minister P. Hymans (centraal), burgemeester Van Stappen (onderaan 2e van links).
Sommigen zullen zich al afgevraagd hebben wat al die brokstukken zijn aan het O.-L.-Kerkplein, tegenover de hoofdingang of het westerportaal van de kerk. Het zijn gebeeldhouwde arduinfragmenten van de barokke abdij van Zwijveke, waarvan elders in de stad overblijfselen van te zien zijn. Op deze plaats lag ooit het oorspronkelijk kerkhof van Dendermonde.
Een aantal klanten van café Nadia aan de Mechelsesteenweg verenigden zich eind de jaren zeventig in een groepering die onder meer deelnam aan de cavalcade. Ook waren aldaar de Jupiler Singers actief, was er een jaarlijkse Miss Nadiaverkiezing met de jaarlijkse kermis en hadden allerhande activiteiten plaats. Hierna enkele beelden uit 1978 vóór de deelname aan de carnavalstoet. .
We herkennen o.m. Emiel Van Belle, Pierre Van Den Brempt, Eduard Vinck, Pierre Lanckbeen, Herman De Nijs, Julien Huylenbroeck, Mario Moens, Monique Inzé, Mathilde De Ridder, ... Quisquater, Florine ..., Freddy Vermeir, ... Emiel Lutens.
Hier zien we o.m. Pierre Van Den Brempt, Rudy Audenaert, Mario Moens, Freddy Vermeir, ...
In 1491 zakken de zwartzusters-augustinessen af vanuit Pamele bij Oudenaarde en vestigen zich in onze stad in een woning met kapel in de buurt van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Later wordt een stuk grond aangeboden aan de Krommen Elleboog en verhuizen de zusters. De straat heet thans de Zwarte Zusterstraat. Achter het klooster wordt een Latijnse school opgericht waarmee snel succes geboekt werd. De Zwartzusters maakten zich ook verdienstelijk op het vlak van de verzorging van pestlijders in een ziekenhuis(je) dat in 1545 in de tuin van hun verblijf wordt gebouwd. In 1702 wordt dit gebouw uitgebreid. In 1706 wordt het echter gebombardeerd door de Engelsen en de Hollanders om de Franse koning Lodewijk XIV een halt toe te roepen, die een hele heisa maakte omtrent de erfopvolging van de Spaanse troon. De zusters geven niet op en herbouwen hun klooster, het ziekenhuis en een kerk. Het geheel is klaar in 1733. Het gaat meer dan een halve eeuw goed tot de Fransen opnieuw de grens oversteken. De nonnen worden manu militari uit het klooster gezet. Toch keren ze later opnieuw terug naar deze plek in 1828, en dus in de Hollandse periode.
Ze kopen een deel van het vroegere Prinsenhof aan de Koornaard en starten met de bouw van een groot nieuw klooster met ontvangstkamers, een kapel, meerdere eetzalen en logeerkamers. Het gehele project duurt tot het begin van de 20e eeuw.
In 1914 wordt het klooster vernietigd en kunnen enkel wat kunstschatten worden gered.
En opnieuw komen ze terug. Ze beschikten over de nodige financiële middelen om grond bij te kopen en geven de Gentse architect Henri Valcke opdracht om tussen 1921 en 1923 een uitgebreid kloostergebouw te laten oprijzen.
Dit gebouw kennen we heden ten dage nog steeds naast de Sint-Pieters- en Paulusabdij aan de Vlasmarkt.
1 mei feest van de arbeid, feest van de strijd van de arbeiders om een beter leven, feest van de ontvoogding. Maar 1 mei 1951 is de dag van één van de meest tragische gebeurtenissen uit de Dendermondse sportgeschiedenis. Die dag zal voor altijd verbonden zijn met de tragische dood van één van KAV Dendermondes beste spelers, Jozef 'Jefke' Boon. Als kind hoorde ik vele verhalen van mijn vader, groot supporter van den 'AVD', over Jefke Boon. Jefke Boon was het voorbeeld van de echte clubspeler, de zwoeger op het middenveld, onvermoeibaar. De kapitein van het 'grote KAVD. Hierbij als hommage enkele uittreksels uit krantenartikels uit die periode.
Jef jongen, rust zacht op uw menigvuldige en welverdiende lauweren. de aarde weze u zacht. 1 mei 1951 blijft een zwarte dagvoor KAV Dendermonde.
(Robbie Verwilghen.)
* * * *
De Dendermondse sportmiddens in diepe rouw
Jef Boon, kapitein van KAV Dendermonde, is niet meer! (EDR)
* * * *
KAV Dendermonde verliest zijn beste speler
Een goed mens is gestorven! Die paar woorden uit Multatuli mogen we gerust aanhalen bij het tragisch afsterven van Dendermondes meest sympatieke speler. We zullen niet betwisten dat KAVD wellicht reeds kundiger of beter, completer spelers in haar elftal opstelde maar volksgeliefder was er geen.
Jefke Boon! Hij was een stuk traditie van het elftal, de zwoegende bezieler, de verpersoonlijking van de onvermoeibare wilskracht en zegewil!
* * * *
Jef Boon, Dendermondes aanvoerder gisteren onder grote belangstelling ten grave gedragen.
* * * *
Na de dood van voetbalspeler Boon uit Dendermonde
* * * *
Jefke Boon van KAV Dendermonde ten grave gedragen
* * * *
KAVD-kapitein Jefke Boon onder geweldige volkstoeloop ten grave gedragen
Dinsdag werd onder massale belangstelling te Grembergen ten grave gedragen Jef Boon, kapitein van het Eerste Afdeling elftal van KAV Dendermonde, welke zaterdag zo ongelukkig de dood vond.
Reeds vanaf 9uur heerste er in en rond de Kapellestraat een grote drukte. Aan het sterfhuis waren tegenwoordig, het ganse KAVD-bestuur. Op de koer van het woonhuis stonden de spelers opgesteld. Scholieren, kadetten en juniors in sportkledij vormden de haag. Rond tien uur werd het stoffelijk overschot buiten gebracht, bedekt met de kleuren van KAVD.
Wanneer dan uiteindelijk de lijkstoet zich in beweging kon zetten, was de volkstoeloop zo groot dat de rijkswacht nodig was om zich een weg te kunnen banen.Men mag werkelijk zeggen dat gans de Denderstreek tegenwoordig was.
Aan de kop van de stoet marcheerden de vaandels van de plaatselijke supportersverenigingen en van afgevaardigden van voetbalclubs uit het omliggende, de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia, de jonge spelers in sportkledij dragende tientallen kransen en bloemstukken waaronder bijzonder opgemerkt werden de reuzekransen van Racing Mechelen, Eendracht Aalst en SK Lebbeke. Ook bloemen vanwege de clubs van Hamme, Wetteren, Zele, Appels, Gantoise en andere. Dan kwam het muziek van KAVD, het bestuur en de leden. Tenslotte volgde de kist met het stoffelijk overschot, gedragen en omringd door de spelers van het eerste elftal en reserven, de familieleden waarna honderden supporters en sportliefhebbers. Tussen een driedubbele haag van toeschouwers toog de stoet naar de kerk.
Op het kerkplein was het een onvergetelijk schouwspel toen het lijk tussen de haag van spelers de kerk werd binnen gedragen onder het spelen van een treurmars.
Het was met ruim 40 minuten vertraging dat de dienst kon beginnen. De kerk welke reeds voor de aankomst van de stoet gedeeltelijk bezet was, kon onmogelijk plaats bieden aan allen. Honderden mensen moesten van op het Dorpsplein de dienst volgen. Aan de offergang scheen geen einde te zullen komen. Het was twaalf uur wanneer de stoet zich in beweging zette voor de laatste droeve tocht naar het kerkhof.
Bij het open graf werd door advocaat Verwilghen namens de spelers een ontroerende afscheidsrede uitgesproken waarbij menigeen een traan moest wegpinken en wanneer de spreker dan zelf al wenende zijn rede eindigde, snikten velen het uit.
Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, komt naar de stad voor de start van de bouw van de nieuwe Vlasmarktbrug en de feestelijke inhuldiging van het oud sas.
Woensdag 6 mei e.k. worden de gasten verwelkomd door de verantwoordelijke van de afdeling Bovenschelde Waterwegen en Zeekanaal NV.
Er worden toespraken gehouden door de burgemeester, ingenieur L. Clinckers en minister Crevits.
De officiële start van de bouw van de Vlasmarktbrug wordt voorzien om 9.30 uur. Daarna wandelt men langs de Dender naar het oud sas dat dan feestelijk zal worden ingehuldigd.
Sedert de tweede helft van de 14de eeuw deed het Vleeshuis nog een tijdlang dienst als schepenhuis, vierschaar en gevangenis. Rond het midden van de 15de eeuw was het gebouw echter bouwvallig. Met de goedkeuring van hertog Filips de Goede, Heer van Dendermonde, brak men het oude gebouw af en verving het in 1460-1462 door een nieuwbouw in gotische stijl. Dit gebouw werd opgericht op een onregelmatige vierhoekige plattegrond met op de zuidwestelijke hoek een octogonale traptoren. De marktgevel en de zijgevel werden door bouwmeester Jan Gueteghem bekleed met witte kalkzandsteen; voor de achtergevel gebruikte hij Mespelaarse baksteen. De dakvensters en trapgevels werden versierd en bekroond met beeldhouwwerk, de dakkapellen met vergulde loden appels en de smeedijzeren torenspits met lelies, bladwerk, banderollen en een vergulde weerhaan. In de 15e eeuw hield de Sint-Jorisgilde van de voetboogschutters bijeenkomsten op de eerste verdieping. Op het torentje geeft een zonnewijzer de tijd aan. Het Vleeshuis werd grondig gerestaureerd in het begin van de 20ste eeuw en als Oudheidkundig Museum in gebruik genomen.
Op de gelijkvloerse verdieping bevond zich de halle voor de lokale beenhouwers, die enkel hier hun vleeswaren aan particulieren mochten verkopen. In 1862 verdwenen de laatste 'vleesbanken' en werd de ruimte omgevormd tot een overdekte groentenmarkt. De eerste verdieping was ingericht als gildekamer van de Sint-Jorisgilde (kruisboogschutters), terwijl de zolderverdieping dienst deed als vergader- en oefenlokaal van de rederijkerskamer de Leeuwerkenaars. Beide verenigingen dienden in 1715 hun lokalen te ontruimen ten behoeve van de Hoofdwacht van het Hollandse en het Oostenrijkse garnizoen die hier, overeenkomstig de bepalingen van het Barrièretraktaat, waren gelegerd. In 1771 verrees tegen de marktgevel een dubbele arduinen buitentrap met perron als directe toegang tot het wachtlokaal. In 1875 vond de Stedelijke Muziekschool hier een onderdak. Het Vleeshuis werd in 1898-1899 ingrijpend gerestaureerd naar de plannen van stadsarchitect Edouard Bouwens. Bij de voltooiing van de werken verhuisde de muziekschool naar de gelijkvloerse verdieping en kon het in 1895 gestichte 'Oudheidkundig Museum' beschikken over de overige verdiepingen. Het gebouw ontsnapte in september 1914 aan de moedwillige brandstichting die grote delen van het stadscentrum in de as legde. In 1943 werd het toegevoegd aan de lijst van de beschermde monumenten.
In Het Laatste Nieuws las ik deze week een reportage over de heraanleg van het Dorpsplein in Oudegem. Ook daar vrezen de omwonenden dat er niet zal geluisterd worden naar de grieven van het opgerichte actiecomité. Dit maar om even te verwijzen naar de veronderstellingen van verschillende mensen die reageerden op dit blog bij de voorstellen van enkele weken geleden. Het stadsbestuur gaat binnenkort met de bouwheer aan tafel zitten om te zien of die akkoord kan gaan met de voorstellen die gebeuren vanuit het actiecomité. Is dat niet een beetje een manier om zich te verstoppen en de schuld naar anderen toe te schuiven?
Het seizoen 2008-2009 is voor KAVD minder goed verlopen dan het vorige, waar op een haar na de titel werd gemist. Toch kan het bestuur met vernieuwde krachten de heropbouw van stamnummer 57 verder zetten. Aan deze getrouwen van Dendermondes oudste sportclub alle lof. Tijdens mijn opzoekingen naar de geschiedenis van paars-blauw vond ik volgend artikel, geschreven door AB (Arthur Block?) (naar aanleiding van de promotie van den 'AVD' naar Eerste Klasse) van 24 mei 1950:
Een stukje geschiedenis
1928, 1929, één inzinking was genoeg om KAVD terug te werpen naar IIe Provinciaal. Maar in 1931 kwam het schitterend terug om in 1934 naar 1e Afdeling te promoveren en zich onmiddellijk te mengen in de titelstrijd welke de Denderzonen op een eerder ongelukkige wijze verloren tegen SC Anderlecht. KAVD heeft wellicht in de jaren 1934, 1935, 1936 het homogeenste team uit haar geschiedenis kunnen samenbrengen met spelers wier namen in het Guldenboek van KAVD geschreven staan en die thans nog niet uit de mond zijn van de talrijke supporters. We denken hierbij aan Frans Ghyssels, de gebroeders De Geest, Julien Mertens, Julien De Bilde, Charles Cooreman, Morel, Moernaut, Raemdonck, Wardje Boon, enz, enz
En toch heeft deze schitterende formatie niet kunnen verhinderen dat KAVD daarop in 2 jaar tijds afdaalde naar IIe Provinciaal waar het in 1938 terug postvatte aan de onderste sport van de ladder om alles terug van voor af aan te beginnen. En tijdens deze periode komen we ongetwijfeld aan de droevigste bladzijden van het KAVD-album. Moeilijkheden van alle aard tussen het bestuur en de spelers, tussen de spelers onderling, droeve geldkwesties rezen van alle kanten op en brachten de Dendermondse club zover dat men er ernstig ging aan denken den AVD te ontbinden. Tal van waardevolle elementen werden verkocht aan verschillende andere clubs van het land die gretig aasden op het schitterende spelersmateriaal van Dendermonde.
Het KAVD-schip dreef stuurloos rond, zinkens gereed en het is dank zij de vastberadenheid van de heren Frans Ring, Richard De Blende, Marcel Kelbaert, Richard Lannoy en Lucien Godin dat nummer 57 van de Belgische clubs niet uit de voetbalwereld verdween.
Onder impluls van hogergenoemde bestuursleden herbegon het harde, noeste werk, een arbeid die slechts een drietal jaren vergden om KAVD terug naar Bevordering te voeren. Dit gebeurde in 1941-1942 dank zij een schitterende eindcompetitie waarbij het toenmalige Dendermondse team, beter gekend onder Robert Verwilghen & Co, acht maal zegevierend uit de strijd kwam en in de finale Meulestede versloeg na een respectabele wedstrijd op het terrein van Racing Wetteren, een match die ons allen nog in het geheugen ligt.
De Heren van Dendermonde hadden een verdedigbare burcht op een eilandje in de Dender, maar dergelijke gebouwen boden meestal weinig comfort. Er werd gezorgd voor een tweede woning voor de lokale heren die niet te ver van hun burcht verwijderd was. Zo'n huis stond hier aan de Koornaard. De hoge gasten werden er en ontvangen en logeerden er. Wanneer in 1397 Maria van Vlaanderen en Ingelram Ossemont hun heerlijkheid verkopen aan de Franse koning, schenkt die het gebied een jaar later aan de Vlaamse graaf Lodewijk van Male. Deze heeft echter geen permanent verblijf in de stad nodig en het Prinsenhof wordt verkocht aan Geraerd van Maldegem. Hij stelde de belangen van de graaf veilig en controleerde de rechtspraak. Midden de 16e eeuw neemt Jan van Royen zijn intrek in het Prinsenhof. Later werd een deel van het gebouw verkocht aan de paters Capucijnen om er een klooster te stichten. Het overige deel van het Prinsenhof werd bewoond door de Spaanse gouverneur van Dendermonde, Juan de Alvarado y Bracamonte, wiens wapenschild te zien is in de zuilengalerij van het Zwijvekemuseum.
Het gebouw kreeg door de jaren heen nog verschillende bestemmingen. Wijzelf herinneren ons dat in het gebouw in de vijftiger jaren de 'waag' was gevestigd.
Wil je contact nemen met de blog voor het sturen van een foto, het geven van informatie of het vragen om inlichtingen, stuur uw email via het voorziene vak hieronder. U kan ons helpen bij de identificatie van personen. Herken je iemand dan vernemen we dit graag met een email.