Op 2 januari 1837 is het druk in de stad, zelfs Koning Leopold I is aanwezig! Om 15 u stoomt Le Bayard vanuit Mechelen binnen onder het gedaver van saluutschoten als eerste trein op de nieuwe spoorlijn Mechelen-Dendermonde-Gent. Ons land is er vlug bij wat het aanleggen van een spoorwegnet betreft. In 1835 reed de eerste trein van Brussel naar Mechelen en een jaar later was het stuk Mechelen-Antwerpen klaar. Nederland moest wachten tot september 1839 voordat een verbinding officieel werd ingereden.
Waar thans het spoorwegviaduct ligt, was in 1837 nog een gewone overweg met vlak daarbij een eerste eenvoudig houten station en een kleine goederenloods. Aan de overzijde, op het grondgebied van de toen nog zelfstandige gemeente Sint-Gillis, stond een locomotievenloods. In die tijd is het goederenvervoer per spoor een van de belangrijkste bestaansredenen van de spoorweg, het gaat merkelijk sneller dan per paard en kar.
In 1837 is er nog geen sprake van treinen die diep in de stad doordringen, zij blijven keurig aan de buitenkant. Net als de meeste andere steden is Dendermonde omgeven met versterkingen, waar aan de veldzijde brede grachten voor liggen. Die gordel wordt enkel doorbroken door een handvol hoofdwegen, die pal voor de stadspoorten in hoekige bochten over kleine eilandjes in de grachten lopen, zodat de vijand niet stormenderhand door de poorten kan. Dergelijke scherpe bochten zijn voor treinen niet haalbaar, daarom is het doorbreken van de wallengordel uitgesloten. Dit zou een bres in de verdediging betekenen. Los daarvan is de grond buiten de stad goedkoper en hoeft er omzeggens niets gesloopt te worden, waardoor het aanleggen van spoorlijnen snel opschiet.
In 1849 krijgen we een eerste station en nog wel van baksteen! Er zijn nog tekenen merkbaar van (links van de parking). Het gebouw diende later als woning van de stationschef en zijn gezin en nog later als magazijn voor diverse spoorwegdiensten.
In 1881 komt er opnieuw een houten stationsgebouw. Er is namelijk een decreet uit 1791 dat de oprichting van stenen gebouwen in een straal van 380 meter rond stadsvesten verbiedt. De reden is dat de vijand zich hierin makkelijk kan verschansen, terwijl een houten gebouw snel gesloopt of in brand gestoken is
Toen men in 1849 het stenen stationsgebouw oprichtte, legde men duidelijk dat decreet naast zich neer. Het houten station bleef bestaan tot 1940. De toenmalige stationschef stak het gebouw in brand om de oprukkende Duitsers een hak te zetten.
Wanneer in de tweede helft van de 19e eeuw de industriële revolutie doordringt, komt er een grote behoefte aan arbeiders die in de omliggende dorpen worden gerecruteerd en zo ontstaat de pendelaar. Ook zakenlui en handelsvertegenwoordigers beginnen met de trein te reizen, met als gevolg het ontstaan van stationswijken waar cafés voor de reizigers en hotels voor de zakenlui verrijzen. Ook voor de horeca geldt de wet van het bouwen in hout.
08-05-2009 om 00:00
geschreven door jempi
|