Petrus De Bruyn, in feite in onze stad beter gekend als 'Péi den Oëp' (met alle eerbied voor zijn persoon, maar met de traditionele bijnamen van vroeger in het achterhoofd), is overleden. Petrus keek nochtans vol ongeduld uit naar de Ros Beiaardommegang van 30 mei 2010. Hij stamde af van een pijndersfamilie en was zelf vier maal drager van het Ros Beiaard. De laatste keer droeg Petrus 'zijn' Pèirt in 1975. In 1990 en 2000 liep hij voor het Ros als 'Opper-deken'. Petrus was geobsedeerd door het Ros Beiaard. Hij maakte er trouwens verschillende schilderijen van en wist uren te vertellen over zijn ervaringen als pijnder. Vorig jaar overleed zijn echtgenote en Petrus leefde waarschijnlijk daardoor ietwat meer teruggetrokken. Dagenlang kon hij vertoeven aan zijn visput in 'de Weerd' in Bornem' en daar uren over vertellen in zijn gezapig Dendermonds dialect. Menige keer hadden wij een goed gesprek met Petrus en toen wij dan opperden dat hij gemakkelijk honderd jaar zou worden antwoordde hij steeds: "Mènneke daddis toch nog een tètteke zènne". Het overlijden van 'Péike' betekent een zware klap voor de vereniging der pijnders. De stad verliest met Petrus De Bruyn een ware volksfiguur. Hij werd 96 jaar.
|