VILLA GORUS-De BLOCK/Le CHÂLET DU BOULEVARD/TORENHOF - Leopold II-laan 15.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een slechte gewoonte die vaker voorkomt bij Dendermondse textielnijveraars is dat zij failliet gaan en dat houdt vooral veel ellende in voor hun arbeiders. Hun bazen gaan wat later gewoon in een andere combinatie verder, in dit geval als La Termondoise vanaf 20 maart 1894 dat in 1893 failliet ging. Hier werden dekens, dweilen uit geperste katoenresten, paklinnen en zakken gemaakt.
Gorus is een overtuigd christelijk mens en dat hebben zijn arbeiders geweten: Men zal het werk beginnen en eindigen met ten minste het teken des Kruizes, om over hetzelve den zegen Gods te bekomen, zo begint hun arbeidsreglement in 1893. Slecht gedrag wordt bestraft met direct ontslag en ook vloeken is beslist verboden. Als we het vandaag hebben over ongewenste intimiteiten op het werk, is dat dus geen nieuw verschijnsel, want dat slecht gedrag omvat vooral aanslagen tegen de zeden en onkuise gesprekken.
La Termondoise houdt het vol tot halverwege de crisis van de jaren 30 van de 20ste eeuw, maar gaat op 6 februari 1937 toch ten onder. Maar ook nu is er weer redding vanuit de kring der grootindustriëlen: de aanpalende textielfabriek Anciens Etablissements Philips-Glazer et Fils koopt gebouwen en materiaal op en we zijn opnieuw vertrokken. De Tweede Wereldoorlog wordt overleefd, maar in 1955 is Philips-Glazer door toenemende concurrentie uit lageloonlanden genoodzaakt af te slanken en worden de oude Termondoise-gebouwen verkocht.
De geschiedenis van Philips-Glazer is echter zo karakteristiek voor die Dendermondse familiebedrijven, dat we die nog even verder uitspinnen, om in de terminologie te blijven.
De op 1 juli 1777 in het naburige Baasrode geboren Josse Philips trouwt op 9 september 1819 met de 22 jaar jongere Barbara Glazer en zij starten wat later met een spinnerij aan de Brusselsestraat in Dendermonde. Vooral de export van dekens naar de Verenigde Staten is zeer succesvol. Ze worden er als Belgian Philips Blankets aan de man gebracht. Later ontdekt Josse, dat je die weefsels goed kan gebruiken als dweil, wanneer je zon deken in kleinere stukken snijdt. Vloeren worden makkelijker schoon en droog met zon dweil, dan met de oude vodden waarmee dat tot die tijd gebeurt. Na de dood van Josse op 7 april 1871, zet zijn weduwe het bedrijf voort met haar zonen. Reeds het jaar daarop volgt een flinke uitbreiding vanuit de Brusselsestraat achterdoor naar de Leopold II-laan, waar de kantoren komen en een nieuwe hoofdingang. Er worden nu ook verpakkingszeildoek en gewatteerde bedspreien aan het productengamma toegevoegd. De Eerste Wereldoorlog betekent de verwoesting van het bedrijf, maar de naar Engeland uitgeweken zoon Arthur koopt daar nieuwe weefgetouwen, zodat na de oorlog de productie weer snel hervat kan worden. Bij diens dood in 1928 laat hij een bedrijf achter met 6000 spillen in de spinnerij en 50 weefgetouwen, waarop onder meer jacquard-dekens worden gemaakt. Na de Tweede Wereldoorlog gaat het echter in een steeds dalende lijn, wordt de fabricage ingekrompen tot dweilen en wollen dekens, om uiteindelijk eind jaren 60 tot volledige sluiting over te gaan. Het is een lot dat dit bedrijf deelt met de andere Dendermondse textielfabrieken, waarmee deze industrie uit het stadsbeeld verdwijnt.
|