'De Hottentotten'...
Minder in de belangstelling dan andere elementen uit de Ros Beiaardomegang zijn wellicht de 'Hottentotten'. Ze zijn voor het eerst te zien in de Dendermondse Ommegang van 1914. Ze waren toen, ten gevolge van de Boerenoorlogen, een bekend verschijnsel. 'Hottentotten', Zuid-Amerikaanse, half-nomadische veetelers, noemden zichzelf 'Khoi' of mensen. In de Ommegang kregen ze de vorm van een kleine, in het zwart geklede figuur, met los langs het lijf bengelende armen, een op linnen of karton geschilderd gezicht met een baard, bekroond met een groot zwart hoofddeksel. Ze werden gedragen door kinderen en wekten met hun abnormale afmetingen en rondzwierende armen de lachlust op van het publiek. Het binnenwerk bestaat uit een houten geraamte, van binnen afgewerkt met triplex en voorzien van twee handgrepen. Uitwendig zijn ze bekleed met jute, beplakt met zwart papier, waarop zilverkleurige galons zijn bevestigd. In het Vleeshuismuseum is een exemplaar terug te vinden. Ter gelegenheid van de folkloretentoonstelling van 1974 werd het papier (beschadigd) vervangen door zwarte textiel.
De 'Hottentotten' in de Ros Beiaardommegang van 1930.
|