De op 4 februari 1854 in Dendermonde geboren Franz Courtens is bekend geworden als medestichter van de Dendermondse School, een groep schilders die impressionistisch werken en vooral hun inspiratie opdoen aan de boorden van de Dender en de Schelde of het platteland van de Denderstreek. Courtens is zowel landschap-, marine- als genreschilder en zet krachtig geborstelde composities uitvoerig op doek. Herfstig groen en bruin en morsig licht komen veelvuldig aan bod.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Franz heeft in zijn geboortestad vanaf 1874 de kunstacademie gevolgd, waar hij les kreeg van Isidore Meyers. Daarna is hij zich via vrije ateliers in Brussel gaan bekwamen in de schilderkunst, waar Jacob Rosseels hem het nodige bijbrengt. Vanuit Dendermonde verhuist Courtens naar Sint-Joost-ten-Node, een van de gemeenten van Groot-Brussel. Hij zal zelf les geven aan schilder Floris Jespers en George Van Raemdonck, die vooral als cartoonist bekendheid zal verwerven in Nederland. In 1922 wordt Courtens' verdienste als voorman van de Dendermondse School beloond met de titel van baron, hem verleend door koning Albert I.
Buiten zijn geboortestreek heeft hij ook inspiratie opgedaan in Genk, Ukkel, Laken en de Nederlandse stad Haarlem. Franz Courtens wordt internationaal gewaardeerd. Naast het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België te Brussel ('Laag hout', 1891), bezitten ook het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen ('Zonnige dreef', 1894) en het Szêpmüvêszeti Mûzeum in het Hongaarse Boedapest ('Gouden regen', 1889) werk van hem.
Zijn zoon, beeldhouwer Alfred Courtens, heeft gezorgd voor een borstbeeld van zijn vader aan de oever van de Dender in Dendermonde na diens overlijden in Brussel op 13 januari 1943.
|