Een bijdrage over de schoenfabriek die door iedereen gekend was als de Nadia
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Eerst een stukje geschiedenis over het schoenmakersambacht.
De Dendermondse schoenmakers waren sedert de 14de eeuw in één ambacht verenigd met de huidevetters of leerlooiers. Het ambacht, met als patroon de heilige Crispijn, kende in de 15de en 16de eeuw een grote bloei. Het was toen het derde belangrijkste ambacht van de stad, na dat van de wolwevers en de beenhouwers. Dendermonde was in de wijde omtrek vooral bekend om zijn leerlooierijen.
In de tweede helft van de 19de eeuw waren er in Dendermonde de leerlooierijen van de familie Van Steenbergen en van de jonge industrieel Emiel Casteel (1857-1891). Deze laatste richtte in 1887-88 op de hoek van de P. Van Duysestraat een nieuwe schoenfabriek en een leerlooierij op. De fabriek werd verwoest door een brand in 1909.
Omdat Dendermonde in 1906 van het Ministerie van Oorlog het statuut van open stad had verkregen, diende de fabriek niet meer binnen de stadsmuren herbouwd te worden, maar ging men zich vestigen op de wijk 't Keur aan de Mechelsesteenweg. Daar groeide de fabriek (merknaam Diamond Shoe) geleidelijk uit tot een complex van 1 ha 35 a.
In 1928 werd de fabriek gesplitst. De oude fabriek bleef in handen van de familie Schellekens (grootste aandeelhouders), terwijl op 24 mei een tweede bedrijf onder de benaming Chaussures de l' Escaut (merknaam Nadia) opgericht werd, met als grootste aandeelhouders de familie Vermeersch. De oppervlakte van de oorspronkelijke fabriek werd verdeeld onder deze twee firma's. De laatste firma vervaardigde vooral damesschoenen.
Ca. 1938 kwam het tot een fusie van beide firma's, waarvan de benaming in 1945 gewijzigd werd in Entreprises et Manufactures de l'Escaut. In de zestiger jaren raakte de schoennijverheid in ons land in een crisis, door de scherper wordende concurrentie met landen als Nederland, Italië en Spanje. Ook in Dendermonde liet deze crisis zich duidelijk voelen in deze fabriek en in een aantal kleinere bedrijven.
Om te kunnen blijven verder werken diende men een deel van het overtollige personeel te ontslaan. Dit is echter niet gebeurd, zodat men uiteindelijk met verlies ging werken. De faling werd in januari 1966 slechts vermeden door een belangrijke kapitaalsverhoging van de Amerikaanse maatschappij Genesco inc., gevestigd in Nashville. De benaming van de firma werd op 14 januari 1966 veranderd in N.V. Nadia.
In 1968 werd er nog een tweede firma, N.V. Studio Moda (nadien Nadia Sales), opgericht, doch de toestand bleef verslechteren. Uiteindelijk werd het bedrijf, dat in zijn bloeiperiode 800 werknemers had geteld, op 6 april 1973 failliet verklaard. De gebouwen werden, na verbouwing, in 1981 door de firma G.B. als supermarkt in gebruik genomen. Later vestigden zich op het terrein nog andere bedrijven zoals Brico.
|