We publiceren de tekst van het lied 'Zoveel malen honderd jaar'. Dit werd gezongen in de revue "Ons Peird mag giën ajoine". Op de cd Dèrremonse liekes (nog steeds verkrijgbaar in het Zwijvekemuseum) wordt dit lied vertolkt door Jozef De Bondt die het ook zong tijdens de laatste opvoeringen van voornoemde revue. Het wordt ook wel het 'Van Duyselied' genoemd.
(Wijze: Mon coeur est un violon)
Zoveel malen honderd jaar, is dat niet een beetje zwaar? Voor een ganse kleine stad die altijd haar deel heeft g'had. Oorlog brand en watersnood, eens in 't klein en dan in 't groot. Dat ons stadje nog bestaat, 't is omdat ons harte slaat.
Wij in ons Dendermonde al zijn wij arm en klein toch zal men ons benijden omdat w' ons zelven zijn. Wat baten goud en schatten wat baten goed en geld? Als men op eigen bodem geen enkele vriend meer telt.
In de puinen speelden, net als d'anderen (kind'ren) even blij. Toen wij groter werden wel gans ons leven bleef een spel. Rondom ons met veel omhaal bouwde men met pracht en praal. dendermonde liet begaan maar zal nooit of nooit vergaan...
Wij in ons Dendermonde...
|