Het voormalige Sint-Blasiusgasthuis was het grootste van de vier gasthuizen die Dendermonde telde. Net zoals het Sint-Gillishospitaal, het Gasthuis van Sint-Jan in dOlie en het Gasthuis van Onze-Lieve-Vrouw ter Dijkpoort was het binnen de stadsomwalling en vlakbij een stadspoort, de Steenpoort (Gentse Poort), gevestigd.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Volgens de legende werd het Sint-Blasiusgasthuis rond 1202 door Machteld I, vrouwe van Dendermonde en echtgenote van Willem II van Bethune, opgericht. Zij gaf hiermee gehoor aan de oproep van Boudewijn, graaf van Vlaanderen die na zijn terugkeer van de kruistochten (circa 1171) pleitte voor opvang en onderhoud van het gekwetste krijgsvolk. Zo was ook het gasthuis te Dendermonde bestemd als pleisterplaats voor arme of zieke reizigers.
Het hospitaal was afhankelijk van het stadsbestuur en werd de eerste eeuwen door een kleine lekengemeenschap van vijf zusters en een broeder bediend. Pas rond 1573-1574 namen deze ziekenzusters de geloofsregel van Sint-Augustinus aan en in 1603 werd de gemeenschap tot klooster omgevormd en werden de eerste kloostergebouwen opgericht.
Het gasthuis werd vervolgens in 1758 en 1827 uitgebreid en vergroot. Een tekening van B. Cnops illustreert het grondplan van het hele complex rond 1821.
De gevel van de kapel is oplopend in getoogde geveltop op arduinen schouderstukken met in de oksel een achtzijdig torentje met galmgaten.
Het vooruitspringend portaal is voorzien van het opschrift "H. Blasius Kapel O.B.D.". Centraal is er een groot korfboogvormig (doksaal)venster met afgeronde hoeken; in de geveltop een klein mijtervormig venster.
|