Vanaf 1973 trekken de reuzen niet meer gezamenlijk door de straten. Ze krijgen elk apart een begeleiding die bij hun traditie past. Het middeleeuws wagenspel wordt afgevoerd om organisatorische reden. De reuzenommegang groeit telkenmale, nieuwe elementen zorgen voor een ander uitzicht zodat men niet elk jaar eenzelfde optocht te zien krijgt. De Dienst voor Cultuur en Toerisme (thans Dienst Stadspromotie) zorgt ervoor dat Katuit meer te bieden heeft en zonder enige twijfel zijn zij daar grandioos in geslaagd.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ge kèntj in t stat op de koppe luëpe hoort men de Dendermondenaars al eens zeggen. Een menigte van duizenden mensen juichen de reuzen toe en dat zijn niet alleen stadsbewoners! Van einde en verre wordt de ommegang bezocht. Het Commissariaat-Generaal voor Toerisme riep zelfs de ommegang uit tot een manifestatie van nationaal belang voor het Belgische toerisme.
Later werd telkens een thema ingevoerd waarrond de stoet werd gebouwd. Zo was er in 1978 de 90e verjaardag te vieren van het bezoek van Polydoor De Keyser en ook de Hellewagen bewoog mysterieus in de stoet.
In 1983 vierde men de verjaring van 750 jaar stadskeure, een passende hulde aan Robrecht van Bethune en zijn gevolg.
In 1988 werd het bezoek dat de Londense burgemeester (Lord Mayor De Keyser) bracht aan zijn geboortestad als thema genomen. Het was toen juist 100 jaar geleden.
De spotnamen van de Dendermondenaars staan reeds jaren centraal in de ommegangen, en dit om deze een eigen imago te geven en los te koppelen van de Ros Beiaardommegang.
Even een opsomming en een woordje uitleg
De spotnaam Makeleters dateert uit de 15e eeuw. Makel zou geen makreel zijn, maar wel een kleine riviervis. Zijn vorm zou sterk gelijken op deze van de brasem, doch zou hij iets platter zijn. In de ommegang wordt deze spotnaam uitgebeeld door een groep vissersvrouwen die gerookte vis uitdelen aan de kijklustigen.
Scheepstrekkers deze spotnaam wordt uitgebeeld door de praalwagen t Schipken en verbeeldt de koophandel en de scheepvaart. Het schip zou de relieken van de stadspatronen hebben afgehaald in Dikkelvenne. In 1494 was t Schipke bemand door Sint-Ursula en haar elfduizend maagden, in 1560 spreekt men over het schip van Charoon, de Helleschipper. Vanaf 1652 zou het bemand geweest zijn met leden van het schippersambacht.
Dan zijn er de Kopvleesfretters. Dit wijst op een bepaalde karaktertrek van de Dendermondenaars waarmee ze in de streek geplaagd worden. De snoever, de kale pronker
De knaptanden komen traditioneel voor in de ommegangen. Deze zouden ontstaan zijn naar een onbekende vis die in de Dender rondzwom. Een reusachtig gedrocht met vreselijke tanden, waarmee het vervaarlijk knapte. In de ommegangen wordt dit fabelachtig dier voorgesteld met een kop die geleek op een honden- of wolvenkop. Reeds enkele eeuwen zijn de knaptanden in de optochten aanwezig en krijgen soms de naam mee van de politie van de ommegang of de ordedienst.
De spotnaam Polydoorkes is een attentie van de Aalstenaars, die zinspeelt op de naam van Polydoor De Keyser, een geboren Dendermondenaar en later Lord Mayor van Londen. Hij werd op 26 augustus 1888 op luisterrijke wijze in zijn geboortestad ontvangen. De vreugde en de trots van de Dendermondenaars was groot, maar de spottende uitlatingen bleven niet achterwege.
Dan zijn er nog de Flauzemakers of Paffers
omdat de Dendermondenaars steeds voor bluffers werden gehouden
|