Onderhavige bijdrage putten wij uit een verslag van een onderzoek van een college van professoren, volkskundigen, psychiaters, rechtsgeleerden en oudheidkundigen. Tien jaar heeft het onderzoek in beslag genomen. Tal van discussies werden gevoerd in de schoot van dit college. Toch moeten wij meedelen dat de selectie van de collegeleden zeer zorgvuldig is gebeurd, opdat de volledige onvooringenomenheid zou zijn gewaarborgd. De bevindingen van het college:
Na ernstig onderzoek en rijp beraad is het college in concensus tot volgende bevindingen gekomen. De vestiging Dendermonde is ouder dan dat algemeen wordt aangenomen, en is ontstaan kort na de zondvloed. Toen het water wegtrok vestigden zich hier de eerste bewoners, afstammelingen van Noach, en dit wegens de uitzonderlijk goede ligging. De duiven, dewelke zich heden ten dage nog steeds in talrijke kolonies, in en rond Dendermonde bevinden, stammen rechtstreeks af van deze door Noach vrijgelaten. De vestiging kende een enorme bloei en welvaart, welke eeuwenlang zou duren. Dit bracht mede dat na verloop van tijd, allerlei duistere figuren in en om de stad neerstreken. De toenmalige heersers van de stad besloten een modelinrichting te bouwen waar die individuën door middel van vooruitstrevende herscholingsprogramma's tot volwaardige en respectabele burgers konden worden omgevormd. De omscholing kende een groot succes, enkel een bepaalde stam, de Ajuinobieten, waren voor herscholing niet ontvankelijk. Het was onmogelijk de Ajuinobieten iets bij te brengen door het gebrek aan intelligentie. Er werden onmiddellijk maatregelen genomen de stamleden werden buiten de stadsmuren gezet. Zij werden verbannen naar een plaatsje met name 'Alostrum', enkele kilometers buiten Dendermonde. De ontleding van die naam staaft de thesis; A = ajuin / los = lossen, gelosten / trum = plaats > dus Alostrum = plaats waar de Ajuinen gelost werden.
Uit de rapporten van een professor emiritus, die deel uitmaakte van het onderzoekscollege blijkt dat de aanwezigheid van een weliswaar onbewuste reflex, om al wat met de stad Dendermonde te maken heeft, te bespotten, veroorzaakt wordt door een minderwaardigheidscomplex dezer Ajuinobieten. Dit complex wordt gecamoufleerd door grootspraak. Dat deze Ajuinobieten zich niet schamen om flagrante leugens te verspreiden om aanspraak te kunnen maken op bezittingen van de stad Dendermonde, kadert in een psychiatrisch totaalbeeld en is het gevolg van hun levenswijze. Bewezen is eveneens, dat sommige bestanddelen van het uiengewas de hersencellen zwaar aantasten en aldus waanvoorstellingen teweegbrengen. Dat zij zich in de loop der tijden 'Kaiserlycke stede' zijn gaan noemen staaft deze stelling.
Toen Keizer Karel op de hoogte werd gesteld van het bestaan van Alostrum, wou hij zich persoonlijk van de toestand vergewissen. Vergezeld van Dendermondse ridders, geroemd om hun moed en dapperheid, bezocht hij het plaatsje. Doch, ook hij diende zijn pogingen om deze stam enige vorming te geven, te staken. Hij verleende Alostrum de titel 'wederopvoedingskolonie', wat door de Ajuinobieten verkeerdelijk als 'vrijheids- en stadskeure' werd beschouwd. Tot zover het verslag.
|