Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
30-07-2011
Sinterklaas uit Turkije, St. Nicolaus uit Myra
Sinterklaas uit Turkije, St. Nicolaus uit Myra (3)
De naam Nicolaus betekent in het Grieks overwinnaar van/over het volk, in het Turks wordt hij Noel Baba genoemd. Sinterklaas is beschermer van zovelen zoals dieven, zigeuners, scholieren, meisjes, maagden en oude mensen. In het bijzonder is hij beschermheer van kinderen en zeelui, voor een gelukkig huwelijk, het terugkrijgen van gestolen goederen en ook bij overstromingsgevaar wordt de Sint aangeroepen. Tijdens de laatste grote Christenvervolging onder Keizer Galerius rond 310, werd Nicolaus (Sinterklaas) gevangen genomen en zwaar mishandeld, maar niet gedood. Bij het in 325 gehouden council van Nicea (Iznik, West-Turkije) waarbij vastgesteld en verdedigd werd dat God drieledig is, wordt de naam Nicolaus van Myra, in de aktes vermeld. Veel meer dan deze akte vermelding is over de historische Nicolaus niet bekend. (wordt vervolgd)
Sinterklaas uit Turkije, St. Nicolaus uit Myra (2)
Sinds 1500 jaar wordt de Sint door de mensen vereerd, het eerst door de Christen in het Midden Oosten en in Rusland, waar Nicolaus werd gezien als de ware geloofsoverbrenger. In West-Europa verspreide zich de verering van St. Nicolaus (Sinterklaas) snel, vooral nadat zijn beenderen in 1087 naar Zuid-Italië waren gebracht. In 1087 werd Myra, inmiddels niet meer zo rijk en welvarend vanwege een verslibde haven, door de Seldjoek Turken verovert, waarna de beenderen van Sinterklaas door kooplieden ontvreemd en naar Bari, Zuid-Italië, overgebracht werden. In Bari, van 1503 tot eind 18de eeuwin Spaans bezit, wordt tot op heden tweemaal in het jaar St. Nicolaus herdacht, op 9 mei toen zijn beenderen naar Bari werden gebracht en op 6 december zijn sterfdag.
De kapotte lege sarcofaag van de Sint bevindt zich in de opnieuw gerestaureerde basilica van Demre, nu museum, wordt door de orthodoxe kerk als pelgrimsoord beschouwd. (wordt vervolgd)
Sinterklaas uit Turkije, St. Nicolaus uit Myra (1)
Sinterklaas werd omstreeks het jaar 270 na Chr. in Pantara aan de Turkse Middellandse zee kust geboren. St. Nicolaus kwam in het klooster Sion en werd vanwege zijn gulheid, door het volk in 300 tot bisschop van Myra gekozen. Myra, het huidige Kale nabij Demre, ligt aan de Turkse Middellandse Zee kust tussen Antalya (115 km) en Fethiye. De ouders van de Sint hadden hem christelijk opgevoed en lieten hem een groot vermogen achter. Met dat vermogen hielp de Sint mensen die in nood waren, daarom werd de Sint ook wel Helper in Nood genoemd. (wordt vervolgd)
Jaren geleden werd je geboren. Je hoort dus bij de senioren. Dat is beslist niet rot bedoeld. Je bent zo jong als je je voelt. En jij voelt je nog superjong. Zoals dat heet: Still going strong! Vergeleken bij de goede Sint ben je natuurlijk nog een kind! Je bent sportief en energiek. Gelukkig ben je zelden ziek. Geniet maar van je tweede jeugd. Sint en Piet wensen je geluk en vreugd. uit: Sinterklaasgedichten.com
"O, nee, Sint Nicolaas!" riep het jongetje. Mag ik alstublieft een weekje blijven? Het is hier zo lekker warm en ik heb zo'n trek in sinaasappelen!"
"Zo'n stout jongetje als jij? O nee," zei Sint Nicolaas.
"Dan zal ik heus en echt nooit meer zo'n stout jongetje zijn. Wel een beetje stout, een heel klein beetje stout, maar meer ook niet. Ik beloof het."
"Hum," zei Sint Nicolaas. "tTja, als je het echt belooft...Vooruit dan maar." Hij liet Zwarte Piet een telegram naar de vader en de moeder van het jongetje sturen en het jongetje mocht een hele week bij Sint Nicolaas logeren en zijn witte schimmel verzorgen en net zoveel sinaasappelen eten als hij lustte. En toen het jongetje weer in België terug was, werd hij werkelijk een aardig, helemaal niet zo stout jongetje. En als de jongens hem vroegen wat hij voor zijn Sinterklaas gekregen had, dan zei hij: "Het mooiste cadeau dat je denken kunt. Ik heb een hele week lang bij Sint Nicolaas zélf gelogeerd. Wat zeg je me daarvan?" Verhaaltje van Hans Andreus.
"O, domme Piet, we laten kinderen toch nooit lang in zo'n zak zitten."En Sint Nicolaas maakte haastig de zak open - en ja hoor, daar lag het stoute jongetje... heerlijk te slapen.
"Word eens wakker! En kom er maar gauw uit!" zei Sint Nicolaas. Het jongetje werd wakker en zei: "Zijn we al in Spanje? O ja, ik voel het, het is hier veel warmer. En hangen hier de sinaasappelen nu echt aan de bomen?" En het jongetje sprong uit de zak en begon te dansen van plezier omdat hij in Spanje was.
Sint Nicolaas ging op een stoel zitten, streek een keer of tien door zijn baard en zuchtte: "Wat moeten we nu met zo'n jongetje beginnen, Piet. Hoe moet je zo'n jongetje nu bestraffen. We zullen hem maar gauw met een vliegtuig naar huis sturen." wordt vervolgd) uit: sinterklaasverhalen
"Nog steeds even brutaal," zei Sint Nicolaas. "Piet, stop hem in de zak!" Het jongetje probeerde nog weg te lopen, maar Zwarte Piet pakte hem meteen beet en stopte hem in de zak. "Zo, dan gaan we maar weer," zei Sint Nicolaas. "Maar ons jongetje dan?" vroegen vader en moeder. Sint Nicolaas en Zwarte Piet waren echter de kamer en het huis al uit.
Nu moet je weten dat Sint Nicolaas stoute kinderen nooit lang in de zak laat zitten. Na een half uurtje of zo vindt hij het wel genoeg, dan doet hij de zak open en laat de kinderen beterschap beloven, voor hij ze naar huis stuurt. En dikwijls geeft hij ze dan nog een cadeautje ook. Maar toevallig was het jongetje één van de laatste kinderen die hij bezocht. en de volgende dag ging hij terug naar Spanje, want hij had haast dit jaar.
Pas toen ze weer in Spanje waren, zei Sint Nicolaas tegen zijn knecht: "Zeg, Piet, herinner ik me dat nou goed? Hadden wij niet een heel stout jongetje in de zak gestopt?"
"Ja, baas," zei Piet.
"Maar hebben we dat jongetje ook weer uit de zak gehaald?"
"Nee, baas, dat ben ik helemaal vergeten," zei Piet. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaasverhalen
Vader en moeder en het jongetje zaten te wachten tot Sinterklaas zou komen. Want komen zou hij zeker. Hij kwam toch overal! En ja hoor, opeens werd er hard gebeld. Vader ging opendoen en Sint Nicolaas en Zwarte Piet kwamen de kamer binnen.
"Even kijken," zei Sint Nicolaas terwijl hij zijn bril opzette en in het Grote Boek keek, "ah, juist, nu weet ik het weer, hier woont dat hele stoute jongetje. Zozo..." en hij keek over zijn brillenglazen naar het jongetje. Het stoute jongetje keek brutaal terug, maar zijn tong durfde hij niet uit te steken.
"Piet," vervolgde Sint Nicolaas tegen Zwarte Piet, "dit jongetje is onverbeterlijk. Wat ik niet allemaal over hem gehoord heb, sinds ik weer in België ben,!"
"Dus geen cadeautje, Sinterklaas?" vroeg Zwarte Piet.
"Cadeautje?" vroeg Sint Nicolaas. "Hoe haal je het in je hoofd, Piet. Is het niet juist," vroeg hij toen aan Vader en Moeder, "dat dit jongetje dit jaar nog meer ruiten heeft gebroken en nog meer potten jam heeft leeggelikt dan verleden jaar? En dat hij de schoenen van zijn schoolmeester, die de arme man uitgetrokken had omdat zijn voeten zo'n pijn deden, zomaar heeft verstopt, zodat de meester op zijn sokken naar huis moest? En.....ach, ik kan wel blijven doorgaan."
"Het spijt ons," knikten vader en moeder, "het is allemaal waar."
"En heb jij geen spijt?" vroeg Sint Nicolaas aan het jongetje.
"Je hebt stoute jongetjes en Brave Hendriken," zei het jongetje, "en ik wil geen Brave Hendrik zijn." (wordt vervolgd) uit: Sinterklaasverhalen
Zijn vader en moeder vonden dat natuurlijk niet leuk dat hij zo stout was. Zijn vader moest steeds maar gebroken ruiten betalen en zijn moeder nieuwe potten jam kopen. Nu dat was niet zo verschrikkelijk, omdat vader een directeur was van iets en dus veel geld verdiende, maar toch wilden ze graag dat hun jongetje eens een beetje minder stout zou worden. Toen de Sinterklaastijd naderde, zeiden ze dus tegen het jongetje: "Kun je nu eindelijk eens wat zoeter zijn? Je weet heel goed dat Sint Nicolaas verleden jaar ook al zo verdrietig over je was....Hij zei toen dat je dit jaar beter je best moest doen, want anders zou hij je misschien wel in de zak laten stoppen!"
"Poeh," zei het jongetje, "ik laat me toch niet bang maken, hoor!" En hij holde hard de straat op en schopte tegen een keisteen, die daardoor natuurlijk juist door de spiegelruit van de banketbakker vloog. Het jongetje kreeg geen enkele avond iets in zijn schoen. Maar hij zei dat hij dat niet erg vond, want er waren zoveel jongetjes die bang voor hem waren, dat ze al hun snoepgoed met hem deelden. En toen kwam Sinterklaasavond. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaasverhalen
Een Sinterklaasverhaal over een jongetje dat in de zak gaat. Er was eens een heel stout jongetje. Dat jongetje was ook wel eens aardig, maar hij kon het niet nalaten om kattekwaad uit te halen. Hoeveel ruiten hij al niet met voetballen op straat had gebroken - daar zou je een glazen paleis van kunnen maken. En hoeveel potten jam hij al niet had leeggelikt - daar zou je een hele jamfabriek mee kunnen beginnen. En hij klom altijd in de bomen en scheurde altijd zijn kleren en op school strooide hij niespoeder in de brillenkoker van de meester en hij was nooit op tijd voor het eten thuis en 's morgens kreeg 'm zijn bed niet uit en hij deed alles wat jongetjes niet mogen doen.
En het ergste was, dat hij zo'n brutale mond had. Als je tegen hem zei: dat hij toch eigenlijk een heel stout jongetje was, dan haalde hij zijn schouders op en antwoordde: "Nou en wat zou dat? Je hebt stoute jongetjes en Brave Hendrikken. Laat mij maar een stout jongetje zijn." En als je dan zei dat het toch niet nodig was om zo héél verschrikkelijk erg ontzettend ongelooflijk stout te zijn, dan stak hij alleen zijn tong uit en trok een lange neus tegen je. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaasverhalen
Daar woont een brave kleine meid, Een ieder mint haar vast Haar moe, die ziek ter neder leit, Die heeft zij opgepast. Sint Niklaas geeft uit kindermin Haar de allerfraaiste pop. Drukt men op een verborgen veer, Dan zegt zij duidlijk: "moe", En legt men haar in 't wiegje neer, Dan doet zij de oogjes toe. uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Alle anderen behoren tot de apocriefe (twijfelachtige) verhalen (uit het 'Leven van Nicholas van Sion'), of tot de hagiografische mirakels (De Afrikaanse icoon, Basil-Adeodatus, Petrus de Athoniet) en litteraire en iconografische misverstanden (De drie kinderen in het pekelvat) als ze al niet spruiten uit pure fantasie. Het is belangrijk, bij de historische kritiek, om te vermijden dat de tradities die gelinkt zijn aan het 'Het leven van Nicholas van Sion' of aan de geschriften na de 16de eeuw (Methodius, Johannes de Deken, Simeon Metaphrastes, enz.) te binden aan onze Nicolaas.
De in aanmerking komende geschriften zijn enkel en alleen: * De Praxis Stratelatis * De Historia Tripartide van Theodoor de Leermeester * Het Leven van Nicolaas van Sion (Hfdst. 8, 57,76) * De Refutation van Eustratius van Constantinopel.
Alles van na de 6de eeuw is misleidend. Michael de Archimandriet, die 450 jaar na Sint-Nicolaas leefde, kan niet gebruikt worden in vraagstukken van historische kritiek maar kan enkel dienen om ons te ondersteunen in de beeldvorming (traditioneel en godsdienstig) van onze Sint-Nicolaas. Fr. Gerardo Cioffari, o.p. (vert.: Geert Vandenhende en Veerle Verbeke) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Zijn dood op 6 december: een historische zekerheid (bron): oude kalenders: Palestina-Gregorius en Passionarum Romanum) en dit in tegenstelling tot het jaar van zijn overlijden. Over het algemeen variëren de jaartallen van 321 tot 352. Volgens G.Cioffari is 335 de meest aangewezen.
Zijn pastorale impact op de bevolking: een historische waarheid (Bron: Het leven van Nicolas van Sion (ca 570 a.D.) en de Encomium van Andreas van Kreta (ca 710 a.D.) die spreken van feesten en provinciale concilies ter ere van Sint-Nicolaas. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Hulp bij de hongersnood: een historisch twijfelgeval (bron: Michael de Archimandriet, die 450 jaar later leefde), alhoewel dit niet geheel onmogelijk is.
Vernietiging van de Artemetistempel: een historisch twijfelgeval dat toch de stempel 'geloofwaardig' krijgt. (Bron: Michael de Archimandriet, die wist dat de Artemistempel de mooiste en grootste in Myra was)
De redding van de zeelieden in de storm: ook dit is een historisch twijfelgeval (bron: Michael de Archimandriet) omdat hij vooral algemeenheden verteld. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
De redding van drie onschuldigen van de doodstraf: een historische zekerheid. (Bron Praxis de stratelatis (IVde eeuw)). De praxis beschrijft details die niet geweten konden zijn door de latere schrijver uit de 5de of 6de eeuw, tenzij hij een professionele historicus, vertrouwd met Licia was.
De redding van de drie ter dood veroordeelde veldheren: een historische zekerheid. (Bron: Praxis de stratelatis). Een latere schrijver kon nooit op de hoogte zijn geweest van onooglijke details zoals de opstand van Goth-Taiphales in de Friga of van de samenzwering van Nepotianus, enz... Bijna alle hedendaagse historici keken tot vandaag over deze details die nochtans zeker zijn en gedocumenteerd zijn door historici zoals bv. Jordanes en Zosimos. (wordt vervolgdt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Bisschop van Myra: een historische zekerheid. (Bron: Praxis de stratelatis (IVde eeuw), Theodoor de leermeester (515 a.D), Eustratius van Constantinopel (583 a.D.)). Hoogstwaarschijnlijk werd hij bisschop vanuit een lekenstatus (Gratianus in zijn Decretum; maar echter niet vermeld bij Michael de Archimandriet).
Aanwezigheid op het Concilie van Nicea (325): een historische zekerheid. Bron: aanwezigheidslijst van Theodoor de Leermeester (rond 515 a.D.) en als authentiek erkent door de meeste onderzoekers van dit onderwerp (Eduard Schwartz)). Bovendien had Theodoor toegang tot de rijkste oude archieven (Sint-Sophia, Constantinopel). Het is echter ook waar dat in 10 van de 18 aanwezigheidslijsten de naam van Sint-Nicolaas niet vermeld wordt. Deze lijsten vermelden echter maar 200 aanwezigen terwijl hedendaags onderzoek uitwees dat er meer dan 300 aanwezigen waren. De tussenkomst van Nicolaas op dit concilie zijn legendarisch omdat zij telkens handelen over de drie-eenheid van God en dit terwijl het hoofdonderwerp de Goddelijkheid van Christus betrof. (wordt vervolgdt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
In het 'Sint Nicolas News' van Fr. Gerardo Cioffari, o.p. directeur van het Centro Studi Nicolaiani van 10 december 2010 vonden wij een heel interessant artikel dat wij onze lezers graag in vertaling aanbieden.
Zijn geboorteland is zonder twijfel LICIA, een zuidelijke provincie van Klein-Azië (vandaag Turkije). Hij is vermoedelijk geboren in Patara. (Bron: Michael de Archimandriet, VII-IXde eeuw. Dit is 450 jaar na Sint-Nicolaas). Geboortejaar: onbekend.
Bruidschat aan arme meisjes: heeft een mogelijke historische kern (bron Michael de Archimandriet). De details van deze legende (dat hij een wees is en het aantal meisjes) verschillen van het ene manuscript tot het andere. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Het is 6 december 2010. Ben naar Hoek van Holland gegaan om Sint Nicolaas en zijn Zwarte Pieten uit te zwaaien. Om half vijf, als het bijna helemaal donker is, sta ik in de Prins Hendrikstraat. Ben daar niet alleen, want vele kinderen met hun mama en / of papa zijn daar ook. Er zijn ook nogal wat kinderen met hun opa en / of oma. Hoor muziek steeds dichterbij komen. De Marching Band Rotterdam aan Zee speelt mooi, maar het zijn niet alleen liedjes van de Goedheiligman. Ik probeer de Zwarte Pieten te tellen. Echter, zij zijn met zovelen en lopen kriskras door elkaar dat ik de tel kwijtraak. Sint Nicolaas zit in een open koets en zwaait naar iedereen. Om vijf uur is het aan de kade een drukte van belang als daar de Sint en zijn gevolg aankomen. Sint Nicolaas geeft nog aan velen een hand en gaat daarna aan boord van het grote schip dat op hem wacht. De Zwarte Pieten volgen de Goedheiligman. Dan gaat de scheepshoorn luidkeels te keer. Liedjes worden gezongen. Dank u, Sint Nicolaas. Dank voor uw fijn verblijf hier. De trossen touw, die de boot aan de kant hebben gehouden, worden losgegooid. De boot vertrekt heel traag. Meter voor meter gaan Sint Nicolaas en de Zwarte Pieten verder weg op het water. Zij zijn op weg voor een lange reis naar Spanje. Wat een bijzonder schouwspel en wat een grootse organisatie. Een groot compliment voor de vele vrijwilligers die de uittocht mogelijk maken. Hoek van Holland kent, als een van de weinige plaatsen in Nederland, een heuse uittocht. De Sint met zijn Zwarte Pieten te mogen bedanken en te zien vertrekken verdient echt navolging. Jan van wijk uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap