De christelijke verklaringstheorie (3)
Al in 1420 werden de duivelse dienaren van de jongensbisschop Nicolaas in de stadskroniek van Bazel genoemd. Dit verschijnsel vond zijn hoogtepunt in de 16de eeuw en verbreide zich over Midden-Europa. In Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk kregen deze dienaren van lieverlee een eigen naam zoals Ruprecht (=schitterend door roem, wat slaat op een Germaanse god) en Beëlzebub of Pelsebock (=vliegenpoep), Kampus (krammen=klauwen pakken), Klaubauf (klaub auf=raap op, namelijk appels en noten), Hans Muff (muffen= knorrig kijken) en Swarze Peter! Ze begeleidden - al dan niet gemaskerd - daar Sint Nicolaas die nu zelfstandig gaat optreden, dus los van het Nicolaasfeest op de scholen. Dit gezelschap bezocht en bezoekt sindsdien uitsluitend gezinnen met kleine kinderen. Knecht Ruprecht zag er uit als een sombere monnik met een lange baard, met zak en roe. Later wordt hij meer 'beschaafd' uitgebeeld.
|