Pieterbazen
Pieterbazen, Pieterbazen, Pieterbazen zijn nooit moe. Midden in de koude winter Komen wij naar Belgie toe.
Als de golven huizenhoog staan, zeggen we: geen nood. No, no, no...We kruipen In 't vooronder van de boot.
Als het regent...als het regent... dan zegt Sinterklaas: wat nu? Maar daar kunnen wij toch tegen met een Spaanse paraplu!
Laat die regen lekker regenen, no, no, no... geen nood! Geen karwei is ons te moeilijk, geen cadeau is ons te groot.
Pieterbazen, Pieterbazen, Pieterbazen zijn nooit moe, laat de grote wind maar razen, wij gaan naar de kinderen toe.
Laat hem razen, laat hem blazen. No, no, no... geen nood. Over muren, over daken, langs de gevel en de goot, Zonder één geluid te maken, naar de hoogste schoorsteen toe. Pieterbazen zijn nooit moe.
Bron: Mies Bouhuys, Kinderversjes
|