Zaterdag 17
augustus om 11.30 u. ontvangt het stadsbestuur en de leden van Heldentrouw
officieel de Amerikaanse familie Mahoney in de hal van het stadhuis door het
stadsbestuur. John Mahoney, een
Amerikaans piloot, werd op 6 september 1944 samen met Waregemse
verzetsstrijders Jozef Duthoy, Roger
Vansteenbrugge en Marcel Windels geëxecuteerd in de Spitaalbossen. Hij was
toen net 21 jaar geworden. Robert Mahoney, zijn echtgenote Joanne en hun dochters
bezoeken op 17 augustus voor het eerst de plaats waar hun oom John zijn laatste
vier levensmaanden doorbracht. Malcolm Mahoney, de jongere broer van John kreeg
nooit de kans om naar België te komen om het graf van zijn broer te bezoeken.
Zijn zoon Bob doet dit nu samen met zijn gezin. Malcolm wacht in de VS wel vol
spanning op de verhalen die Bob en de kleindochters meebrengen.
 Foto van de originele bemanning genomen door John Mahoney
K for King
Op zaterdag 22
april 1944 vertrokken er in totaal 803 bommenwerpers vanuit Engelse vliegvelden
om de rangeerterreinen van Hamm in Duitsland te bombarderen. Als alternatief
had men Koblenz voorzien. Tijdens deze missie 311 zijn vijftien bommenwerpers
en dertien gevechtsvliegtuigen verloren gegaan. De B-24 Consolidated, onder de
verantwoordelijkheid van Francis Sneed en Charles Riddle, kwam terecht in zwaar
afweergeschut ten noordoosten van Koblenz op een hoogte van 6 kilometer. De
veiligheidspinnen van de bommen waren reeds verwijderd en de bomluiken geopend.
Door een voltreffer werden de bommen te vroeg gedropt. Het vliegtuig was zo
beschadigd, dat de piloot niet verder kon doorvliegen en besloot dan ook om
terug te keren naar Engeland.
Met een
beschadigde vleugel en drie van de vier motoren uit verloren ze al snel hoogte,
wat neer kwam om ongeveer 150 meter per minuut. Sergeant Varty vroeg om
bescherming van gevechtsvliegtuigen en in de omgeving van Brussel werden ze
geëscorteerd door een squadron van P-38's. De bemanningsleden wisten dat de
Duitse bezetter zou schieten op parachutisten. Het vliegtuig bleef maar zakken
en op een hoogte van 3 kilometer zag de piloot dat het onmogelijk was om
Tibenham te bereiken, waarop hij zijn bemanning beval om te springen. Luitenant
Sneed bedankte nog vlug de leider van de gevechtsvliegtuigen voor de
bescherming en ze sprongen één voor één vanaf Gent tot ten zuid- oosten van
Kortrijk. De B-24 kwam een paar minuten later neer (15:00-16:00) in de tuin van
het kasteel van Spiere. Vanaf dat ogenblik zal de bemanning opgesplitst zijn en
brengt ieder zijn eigen verhaal mee eindigend in Arras (Frankrijk), Waregem
(België) en Moosburg (Duitsland).
Na
hun sprong uit het zwaar gegavende bommenwerper, liepen de bemanningsleden een
ander risco bij de landing. België was nog steeds in Duitse handen in april
1944. Wanneer een vliegtuig neerkwam, reageerden de Duitse soldaten
onmiddellijk en zochten ze naar overlevenden om zo belangrijke informatie in te
winnen. Binnen de 24 uur waren de eerste vier bemanninsleden al gearresteerd.
Het waren missie-officier en copiloot luitenant Francis C. Sneed, sergeant Harold
E. White (afweer toren buik), sergeant Harry
A. Kolinski (afweer toren boven) en sergeant Charles B. Coffman (afweer romp links). Vier anderen piloot onderluitenant
Riddle, navigator onderluitenant Hargis, radio operator staff sergeant Varty en bombardier onderluitenant Bryant konden met de hulp van
verzetsstrijder Jean Lefebvre ontsnappen via een vluchtroute naar Frankrijk.

Mahoney en
Cockriel bij het verzet
De
twee resterende bemanningsleden staff sergeant John Mahoney (afweer romp
rechts) en sergeant James Jim Cockriel (afweer staart) bleven hier ondergedoken tot
het einde van de oorlog. Ze waren na hun
parachutesprong geland nabij nabij de
boerderij van Dermaut in Ingooigem-Vichte. De jonge
student Roger Dubois, die Engels kon spreken, merkte hen op en bleef bij hen in
het bos tot het donker werd. Op dat ogenblik waren er immers nog steeds Duitse
patrouilles in de buurt. s Nachts slopen ze samen naar het huis van Michel
Vandenbroucke. Met gevaar voor zijn leven en dat van zijn gezin met drie jonge
kinderen, nam hij de vliegeniers in huis. Vanaf dan zullen de drie kinderen twee nieuwe "grote broers"
hebben. Diezelfde avond kwam priester Jozef
Rathé nog over de vloer om over de situatie te spreken en om de piloten af en
toe in de kerk te verstoppen.
De zolder was reeds klaar gemaakt voor de nieuwe
inwoners en van daar uit hadden ze een prachtig zicht op de omgeving. The twee
bemanningsleden leefden daar verschillende maanden.
Na de landing in
Normandië wilden Mahoney en Cockriel ook een handje helpen bij het verslaan van
Duitse troepen. Ze sloten zich aan bij het Geheim Leger van Waregem (Zone III).
Het kloppend hart van het verzet was een boerderij
genaamd "Le Grèbe". Het verzet wist dat Engelse troepen aan een snel
tempo op komst waren en kregen dan ook het bevel om naar buiten te komen en het
op te nemen tegen de Duitse troepen. Op 5 september 1944
hadden ze al soldaten gevangen genomen en ze
opgesloten in het Heilig Hart-College. Er werden
al Engelse troepen opgemerkt en de inwoners dachten dat de Duitsers weggevlucht
waren. De daaropvolgende festiviteiten waren echter een grote vergissing
De
712e Duitse divisie wilde ten alle koste de geallieerden stoppen in
de omgeving van Anzegem.
Omdat de burgers
met hun aanwezigheid niet meer veilig zouden zijn, trok het Waregems Geheim
Leger in de morgen van 6 september 1944 naar de Spitaelbossen. Roger
Vansteenbrugge, Jozef Duthoy, Marcel Windels, Daniel Delmulle, John Mahoney en
James Cockriel behoorden tot één van de patrouilles. Ze keken uit naar Duitse
soldaten maar ook naar Engelse troopers om ze te verwittigen van de situatie in
Waregem. Het was rond 17 u., regenachtig en iets kouder dan normaal, toen hun
patrouille een geratel hoorde. Ze waren tevreden dat het een Engelse tank en
verkenningsvoertuig was. Ze stopten en van dan af brak de hel los. De tank werd
geraakt door een 88mm pantserafweerkanon en bijna gelijkertijd werden ze onder
vuur genomen door een automatische geweer. Het Verzet probeerde nog weg te
geraken maar werden binnen enkele minuten verder in een veld omsingeld. Na
controle vonden ze nog een pistool waardoor een jonge Duitse officier wilde dat
ze opgelijnd werden en executeerde ze. Alleen Cockriel en Delmulle overleefden
deze hachelijke situatie en vonden bescherming in een boerderij juist achter de
plaats van executie. De volgende dag werden ze met een ambulance van het Rode
Kruis naar het hospitaal in Waregem gebracht waar ze werden verzorgd. Twee
dagen later was Cockriel al in Brussel. Bij de Engelse troopers overleefden
Harold Hoyle en Leonard Williams de aanval niet. Tot op vandaag worden zij
herdacht, samen met Walley Loosveldt, de twee Engelse, Leonard L. Williams
(44th Royal Tanks), Harold Hoyle (15th Recce) en de Amerikaan John F. Mahoney.
Windels Duthoy Vansteenbrugge
05-08-2013, 00:00 geschreven door wareber 
|