Vanavond zagen we Jan Leyers op zijn lange Reis naar het Avondland (Canvas-vpro) in Armenië, een land op de grens tussen Azië en Europa. Bijna 70 jaar lang was Armenië een Sovjetrepubliek. In 1991 scheurde het zich los van Moskou en werd het onafhankelijk. Armenië is een jonge staat, maar het Armeense volk heeft een heel lange en tragische geschiedenis. Wie zich verdiepen in zijn mythische nationalisme, kan van 20 februari tot 22 april terecht in BE-PART op de tentoonstelling Le Mont Analoque. De beschikbare uitgeschreven gids om de tocht door de expo te maken is gezien de historische achtergrond geen overbodige luxe
De tentoonstelling concentreert zich op de symbolische transformaties van het Armeense erfgoed, gerealiseerd onder impuls van een bredere culturele cross-over tussen oost en west. Ondanks de beperkte schaal van de expositie vormen de werken van de drie deelnemende kunstenaars een relatief uitgebalanceerde afspiegeling van dit proces.
Pieter Geenen is een Belgische kunstenaar, een Westvlaming die enkele weken in Armenië in residentie was en ter plaatse onderzoek deed naar de historische betekenis van de Ararat. Hij toont in de kelderzaal daarover videodocumenten. In zijn videos werkt hij in het bijzonder rond de problematiek van grensgebieden. Volgens de legende strandde de ark van Noah na de Zondvloed op de Ararat. Noah en zijn familie waren de enige overlevenden en bevolkten de aarde weer van nul af aan. Daarom beschouwen de Armeniërs zichzelf als het oudste volk ter wereld en de Ararat als een heilige berg. Met de Armeense heilige berg Ararat is er één probleem: hij ligt niet meer in Armenië. Sinds de grens zeventig jaar geleden werd hertekend, bevindt de Ararat zich op het grondgebied van erfvijand Turkije. Net over de grens.
Mekhitar Garabedian is een kunstenaar uit Gentbrugge, die in Syrië geboren werd als kind van Armeense emigranten. Op jonge leeftijd, toen veel Libanezen de burgeroorlog (1975-1991) in hun thuisland ontvluchtten, verhuisde hij met zijn ouders naar België. Vijf jaar geleden had hij al een tentoonstelling in Be-Part. In zijn werk onderzoekt hij geregeld de veelgeaardheid van zijn identiteit. Dat is zeker te vinden in zijn yerkaran (songboek), dat als misboek verscholen zit in de installatie met 25 kerkstoelen in de centrale galerij. Daar hangt ook het dubbelportret Arshile Gorkys, Artist and his Mother, een van de bekendste iconen van de Armeense diaspora. Zijn verzameling historische kaarten van Anatolië en de streek van Ararat, daterend uit de periode van voor de genocide, geven ons meteen ook een beeld waar Armenië juist te situeren valt.
Slavs and Tatars, een collectief bestaande uit vier leden met verschillende nationaliteiten, verspreidt zijn aandacht over een territorium dat zich uitstrekt van het voormalige IJzeren Gordijn tot aan de Chinese Muur : de geromantiseerde, maar vaak verwaarloosde uitwisselingssfeer tussen Slaven, Kaukasiërs en Centraal-Aziaten. In hun interventies bespelen ze een breed register aan culturele referenties, die zich onveranderlijk situeren op de breuklijnen tussen Europa en Azië. In Kidnapping Moutains (2009) documenteren Slavs en Tatars de geopolitieke breuklijnen van het gebied rond de Kaukasus. Verrijkend is hun tekst in Armeense kleuren Shes Armenian, een persiflage op de popsong Shes a Maniacvan Michael Sembello.
Alvast een aanrader, deze tentoonstelling. Enige voorkennis of uitleg is echter onontbeerlijk
|