Graveswijnen 2010: nieuwe kwalitatieve oogstxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

Podensac september 2010. Eén van de meest opmerkelijke kenmerken van de Graveswijnen is wellicht het feit dat ze het enige wijntype ter wereld zijn, die de naam dragen van de gronden – terroir – waarop ze worden geteeld.

De bodem van de Gravesregio werd gevormd in het tertiaire tijdperk en draagt nog steeds duidelijke sporen van de ijstijd vol gletsjers en quartz restanten. Meteen wordt ook een verwijzing genoteerd naar de moderne wijnteelt, waarin ondanks allerhande technische snufjes, de terroir een zeer primordiale rol speelt in de productie van kwalitatieve wijnen.

Andere kenmerkende facet van de Graveswijnen is het feit dat de meeste exploitaties op familiale structuren werden opgebouwd met een gemiddelde van zowat 13ha per exploitatie en de totale afwezigheid van cooperatieven. Deze individualiteit vloeit voort uit de nabijheid van Bordeaux, de goede toegangswegen tot de percelen en de nabijheid van enkele wouden waardoor de wijnbouw een degelijk economisch evenwicht kon opbouwen. Hierdoor hadden de wijnboeren quasi geen behoefte om zich te groeperen om te kunnen overleven.

Een ander kenmerk is het feit dat ruim 30% van de wijngaarden zorgen voor spetterende witte Graveswijnen en Graves supérieurwijnen, een zeldzaamheid in de regio Bordeaux. De Graveswijnen beslaan zowat 3.5% van de globale wijnvelden in de regio. In deze streek worden drie AOC benamingen weergevonden: Graves, Graves supérieur en Pessac Léognan. Aanvankelijk werden ook de Pessac Léognan-wijnen onder de Graves geklasseerd tot ze in 1987 een onafhankelijke subregio werden.

De wijngaarden van de Graves situeren zich in het meest zuidelijke deel van de Bordeauxstreek en genieten derhalve van meer warmte en een tikkeltje grotere vochtigheid dan de Medocwijnen en krijgen derhalve een specifieke maturatie.

Voor de rode wijnen gebruikt men vooral de wijnstokken van Cabernet Sauvignon, Merlot, Cabernet Franc en Petit Verdot, voor de witte wijnen doet men een beroep op de Sauvignon, Sémillon en Muscadelle wijnstokken.

De benaming ‘Granc Cru’ is nagenoeg 500 jaar oud. Het was immers Jean de Pontac, die tussen 1531 en 1551, op de plaats van Haut Brion, meerdere percelen samenbracht en een degelijk wijnhuis uitbouwde. Hij lanceerde de eerste ‘châteaux bordelais’ en liet de notie ‘Grand Cru’-wijn als allereerste certifieren.

Na de succesvole oogst 2009, die ondanks vorst en hagel, voor spetterende wijnen zorgde die momenteel in volle ontplooiing zijn, wijzen de vendanges 2010 op een zeer succesvolle oogst. De bessen zijn mooi gevormd, hebben voldoende sap en genieten van een optimale nazomer zodat de oogst momenteel op volle toeren draait. RVH.

www.vins-graves.com