Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Het einde van de Brugsesteenweg is zo goed als afgewerkt.
Er is wel al doorgereden en de smalle strook links zal moeilijk zijn om ze allemaal tegen te houden denk ik. Op die paar minuten dat ik daar stond kwamen er drie af uit de Brugsesteenweg maar ze zagen mij staan met mijn camera en ze hebben zich dan toch maar omgekeerd. Fietsers en voetgangers kunnen nu al passeren.
Ook de verlengde afslagstrook is klaar en het is nog alleen wachten op de droogtijd.
Veel volk en beweging op het nieuwe rond punt aan de Ringlaan. Men doet er alles aan om klaar te zijn tegen 8 mei want dan wordt het rond punt opgeleverd. Het zal dan waarschijnlijk niet op die dag open gaan maar lang zal het niet meer duren.
Leerkracht Julie Vincent is 1000ste klant in de Serrewinkel van College ten Doorn!
Zondag werd tijdens de Infodag op College ten Doorn de 1000ste klant van de serrewinkel letterlijk en figuurlijk in de bloemetjes gezet. Leerkracht Julie Vincentwas de gelukkige die in de webshop de 1000ste bestelling plaatste. “Ik koop elk jaar perkplanten om thuis wat lente- en zomergevoel te krijgen”, vertelt Julie die samen met haar dochtertje Alice op de foto mocht. “Fijn dat ik nog een extra hangpot bloemen mee naar huis mag nemen!” , aldus Julie.
Via de website van de school kan je in de webshop van de serrewinkel nog steeds planten en bloemen bekijken, bestellen én betalen. De serrewinkel is één van de 5 business units van de school waar leerlingen van de richting Plant, Dier en Milieu (Spectrum en Practiucm) seizoensgebonden groenten, bloemen en planten kweken, oogsten en verkopen.
Joseph Geerebaert had in de jaren '60 een meubelbedrijf in Sint-Amandsberg (Gent) en hij voerde met succes zijn meubelen uit naar acht landen. Halverwege de jaren '60 bouwde hij een nieuwe fabriek in Eeklo.
Af en toe komen Eeklonaars glunderend aankloppen met een stapeltje familiedocumenten : “is dit misschien iets voor het Stadsarchief?” Het spreekt vanzelf dat die stukken niet allemaal een plaatsje in de rekken kunnen krijgen: na een vriendelijke bedanking moet er geselecteerd worden …
Vallen onmiddellijk af: kaartjes ter gelegenheid van geboorte, heilige of plechtige communie, huwelijksaankondigingen (én feestmenu’s !), zilveren en gouden bruiloften: zij bevatten nooit gegevens die niet in de officiële bronnen te vinden zijn.
Bidprentjes worden wel bewaard, maar met het nodige scepticisme. Sommige mensen besteden jaren lang al hun vrijetijd aan zo’n verzameling, en voor wie aan een biografisch boek of artikel werkt, lijken ze wel een basisillustratie te zijn. De archivaris en de genealoog echter houden vooral voor ogen dat ze vaak niet te vertrouwen zijn, wegens dikwijls in grote haast en verwarring opgesteld en doordoor met foutieve spellingen en zelfs data. Om de vele gegadigden tevreden te stellen houdt ons Stadsarchief er wel een ruime collectie bij: momenteel zo’n 15 meter. Voorwaarde is wel dat de overledenen in Eeklo moeten geboren zijn of er hebben gewoond.
Vast onderdeel in de schenkingen zijn ook lid- en identiteitskaarten. Deze laatste hadden eigenlijk bij Burgerzaken ingeleverd moeten worden, en zijn voor het archief ook niet relevant. Een uitzondering vormen die welke in een van de Wereldoorlogen werden uitgereikt: dikwijls vermelden die interessante details over allerlei bewegingsbeperkingen voor de gewone man.
Foto’s ten slotte worden streng geselecteerd. Portret- en familiefoto’s vallen sowieso zonder discussie af: de kans dat die ooit aangevraagd of gebruikt worden is praktisch onbestaande. Hetzelfde geldt voor bijna alle traditionele klas- en schoolfoto’s, die vol staan met nu niet meer te identificeren klasgenoten/-es. Wel interessant worden ze als ze verenigingen in beeld brengen, want op dit punt scoort het stadsarchief niet sterk, het in bewaring geven van verenigingsarchieven is pas de laatste jaren enigszins ingeburgerd.
Alles bij elkaar genomen zouden de schenkers wel teleurgesteld zijn als ze zouden zien at maar door de selectie raakt. Maar het archief houdt het nog altijd het liefst bij de officiële documenten van geboorten, huwelijken, overlijdens, in- en uittredingen en militieregisters. Al zijn zelfs daarin fouten helaas niet uitzonderlijk …
Eind de jaren tachtig zagen ze de ellendige neergang van hun bedrijf hangen en stonden de vele meubelmakers op straat. In augustus 1997 legde NV De Puydt de boeken neer en stonden 98 werknemers op straat, maar Integral bleef overeind en werkte met een afgeslankt personeelsbestand verder, tot de dag van vandaag.
Toen Firmin de bui zag komen dat het slecht ging in de meubels richtte hij iets nieuws op! Hij richtte in 1988 een dochterbedrijf Integral op voor de coördinatie van projectinrichtingen van hotelkamers, restaurants en kantoren e.d., ontworpen, geproduceerd, geleverd en gemonteerd door eigen personeel. Voor de productie van stijlmeubelen kon het bedrijf de concurrentie met het Oostblok en het verre Oosten niet meer aan.
Maandag is men ook gestart aan de Zuidkaai en daar nemen ze de parking onder handen om meer auto's te kunnen plaatsen en om het allemaal een mooier uitzicht te geven.
Alles binnen de eerste omwalling werd aangepakt. Voor de ontsluiting van de gerenoveerde en nieuwe gebouwen werden nieuwe kasseipaden aangelegd, waarbij deels is gewerkt met gerecupereerde materialen. Aan het Streekcafé, met uitzicht op het mooie binnenplein, ligt een nieuw terras in kasseien. Aangrenzend werd een kleine speelzone met houten speelelementen aangelegd.
Wadi
Aan de speelzone ligt ook een wadi, een natuurlijk waterbekken. Dit deel was altijd de vochtigste plek van de hoeve. Met de aanleg van de wadi, waarmee wordt verwezen naar een waterplas voor varkens, wordt in de winter overtollig water opgevangen.
Seizoenprogramma 2024
Tijdens de ‘Expo Melk aan huis’ (vanaf 21 april) kom je meer te weten over de melkboer, die stilaan uit het straatbeeld is verdwenen, en de bekende melkerij Stassano. Met de Moestuinexpo (vanaf 7 april) ontdek je oude tradities en werktuigen van moestuinen vroeger en nu. Luk Van Haute exposeert samen met tien familieleden, allemaal kunstenaars.
Ik ga hier niet alles opnoemen wat er dit jaar te doen is want dat kan ook nog veranderen. Het best is dus de website te raadplegen:https://www.plattelandscentrum.be/agenda
Zijn massieve eiken klassemeubels, zowel eetkamers, salons als slaapkamers werden een groot succes en in 1970 bouwde hij in de Zeelaan 5 een nieuw bedrijfsgebouw van 10 000 m² waar weldra 125 mensen werkten. De Puydt was een vaste deelnemer aan de Internationale Meubelbeurs in Brussel, waar hij met zijn collectie enkele keren de Gouden of Zilveren Stoelenmaker won.
De kritiek op de privacywetgeving is overbekend: vele “geheime” data staan gewoon op het Internet, van bijna alle overlijdens zijn wel bidprentjes te vinden (ook in het Stadsarchief!), en in oude lokale weekbladen als de Eecloonaar staan wekelijks bijna volledige lijsten, niet toevallig dikwijls in de volgorde van de officiële registers.
Het dient gezegd dat ook over de begrenzing van de beschermde documenten niet voldoende is nagedacht. Zo staan in de overlijdensregisters (ontoegankelijk vanaf 1970) uiteraard personen van wie de geboortedatum na 1920 valt, en die dus strikt genomen niet gezien mag worden. En een zilveren of gouden huwelijksjubileum in krant of weekblad is onvermijdelijk een overtreding, want dit soort registers zit achter slot en grendel vanaf 1945 …
Afgezien van het feit dat niemand lijkt te weten hoe en door wie de toepassing van deze wet moet gecontroleerd worden, klagen stamboomzoekers steeds vaker over de weigerachtige houding waarmee ze in de gemeentehuizen worden ontvangen. Afschaffen die rommel, is dan meestal hun conclusie.
Toch maar even een andere geluid … Op het stadskantoor werkt het archiefteam voor de dienst Burgerzaken aan de digitalisering van de burgerlijke stand 1960-1980, en vooral uit de geboorteregisters komen andere verhalen te voorschijn: jaarlijks tien of meer ongehuwde moeders, heel wat “verplichte” huwelijken kort na zo’n geboorte, zo’n half dozijn processen voor ontkenning van het vaderschap, en opvallend veel moeders van zeventien, zestien jaar, uitzonderlijk zelfs vijftien en veertien jaar. Begrijpelijk dat de betrokkenen daar niet mee te koop lopen.
Het zal dus duidelijk zijn: niet de data dienen afgeschermd te worden, maar de gevoelige informatie in de officiële registers. Voor de overlijdens is daar eigenlijk geen probleem (de tijd dat daarin de doodsoorzaak werd vermeld is lang voorbij , maar bij de huwelijken staan ook de (v)echtscheidingen. En vanzelfsprekend hoeven zeer recente gegevens niet onmiddellijk openbaar te zijn.
Het probleem is dus eens te meer dat wetten achter een Brussels bureau worden gemaakt, zonder enig zicht op de realiteit en de dagelijkse praktijk …