Bewust_zijn
mijn levensvisie
08-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bloody Mary.

Een zomernacht waarin het meeste wat er te beleven viel al beleefd was. De maagden waren al naar bed, de hoeren werkten hier en daar nog snel een laatste klant af, de dronkelappen sliepen hun roes uit, en de misdadigers hadden al geleerd dat het hier toch niet loonde.

Met andere woorden: geen kat meer op straat in die vroege uurtjes waar binnen korte tijd de duisternis zou worden verjaagd door een bescheiden zonnetje dat zich voorlopig nog schuilhield achter de horizon.

Een beetje eenzaam en verveeld wilden Fred en ik, van uit een zijstraat, net een hoofdstraat opdraaien met de motoren, toen op die hoofdstraat een Porsche als een bliksemschicht voorbijschoot.

Direct er achteraan natuurlijk! Eventjes mores leren.

We moesten alles geven wat onze motoren, en vooral wijzelf, aankonden toen we in meer bochtige straten belandden. We haalden soms 140 km/u in volle, maar gelukkig kalme stad.

De chauffeur moet ons zéker gezien hebben dachten we, want de wagen ging steeds sneller rijden en kon nog amper de bochten halen. Maar juist hiér waren wij in ons element en moest elke wagen het tegen onze moto’s afleggen.

In bochten kun je je namelijk zowat ‘platleggen’ met een moto, en trekt de machine je er zó door. Een auto kan dat niet en moet remmen. De paardekrachten van de Porsche moesten het hier dan ook nog maar eens afleggen tegen het concept van onze tweewielers.

En zo konden we uiteindelijk naast de Porsche komen en hem doen stoppen.

(N.v.d.r: niet vergelijken met Amerikaanse films! De wetgeving is daar anders. Een sirene of zwaailicht achter je betekent daar: naar de kant en stoppen. Hier is dat niet zo!)

Bekeuren deden we om de beurt, en het was dit keer mijn beurt. Fred bleef achter het voertuig staan.

Ik liep naar het portier en zag verbaasd dat de chauffeur een jongedame was. Ze staarde wezenloos voor zich uit en maakte geen aanstalten het zijraampje te openen. En dus greep ik de portierkruk en voelde al direct iets kleverigs aan mijn hand. Trok het portier open, en viel van verbazing bijna achterover!

Een en al bloed in de auto! Bloed aan het stuur. Bloed op het dashboard. Bloed op de zetels. Bloed aan de deurkrukken. Bloed dat ook over haar naakte lichaam liep!!! Want inderdaad, ze zat poedelnaakt in de auto. Ze leek zó uit een griezelfilm te komen! Wat hadden we nú weer aan onze fiets hangen?

Ik wenkte Fred, die naderbij kwam.

- Wel, mevrouw, wat is er gebeurd?

We konden er aanvankelijk niet veel meer dan een fikse huilbui uitkrijgen, maar na lang proberen kwam het verhaal er in horten en stoten uit.

Ze was het liefje van een prominent heerschap uit het binnenland. Ze hadden in zijn villa, een van zijn zomerverblijven, een beetje vadertje en moedertje gespeeld, daarna nog wat gedronken en waren in ruzie geraakt.

Die ruzie was zo hoog opgelopen dat ze, nog naakt na die stoeipartij, was opgesprongen en dwars door een glazen deur de tuin was ingerend en weggereden met ZIJN Porsche!

Schouders, armen, benen en voeten… het zat allemaal onder het bloed door het glas.

En hoewel ze er heftig tegen protesteerde, zagen we ons genoodzaakt een ziekenwagen op te roepen om haar naar de kliniek te brengen.

Later reed ik zelf, begeleid door Fred met de moto, de Porche terug naar de villa. De eigenaar sliep al en kwam met grote tegenzin uit bed. Bekeek ons uit de hoogte met een blik van ‘Welke vuilnis hebben ze nu weer voor mijn deur gestort?’

Bekeek zijn wagen, haalde de neus op en zijn enige vraag was of we soms een adres wisten waar hij grondig het ‘interieur’ zou kunnen laten reinigen en desinfecteren.

“Vrouwen ook” mompelde hij tussen de tanden.

Vragen hoe het met zijn liefje ging kwam helemaal niet bij hem op! We begonnen medelijden met het meisje te krijgen. Hoe stomverliefd kunnen sommige vrouwen toch zijn om op echte onbehouwen bullebakken te vallen?

Omdat het bullebakken met poen zijn? Echt verliefd? Sex appeal? Beïnvloed door goedkope, stoere maar verzonnen verhaaltjes? Vlotte babbel? Ik begreep het niet. En begrijp het nog steeds niet.

Terug op kantoor, nog steeds wit van woede, bracht Fred er eindelijk uit:

- Had hij het maar gedaan verdorie!
- Wàt gedaan?
- Haar aangeklaagd voor diefstal van zijn Porsche!
- Hé, vond je het zo nog niet welletjes?
- Jawel! Maar dan had ik tenminste een reden gehad om hem met veel plezier op zijn verwaand bakkes te slaan! Ik moest me nú al inhouden!

Ik antwoordde er niet op. Want Fred kennende wist ik dat hij meende wat hij zei.

Willy.

08-07-2011 om 09:08 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (1)
07-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kookbuiltjes en zo.

Tijden veranderen, nieuwe technieken maken constant dat we meer vrije tijd en minder werk hebben. Hoera!

Of… is dat niet altijd zo? Ik geloof van niet. Want:

Vele jaren geleden leerde ik rijst koken:

1. Twee kopjes water koken.

2. Eén kopje rijst bijvoegen.

3. Laten koken tot de rijst al het water heeft opgeslorpt.

Simpeler kan echt niet. Geen geklieder, niet op de klok hoeven te kijken, ingieten, afwachten, en gedaan.

Maar blijkbaar dacht ik verkeerd. Blijkbaar kon het nog makkelijker! Een verlichte geest vond dat hij hoognodig kookbuiltjes moest uitvinden. En nu werd het pas écht makkelijk:

1. Véél te veel water koken;

2. Het gleufje in het kookbuiltje zoeken;

3. Het builtje netjes op een vork hangen;

4. In het water laten zakken en aan de kook houden;

5. Angstvallig de klok in de gaten houden tot de vereiste kooktijd;

6. Met een vork het gleufje in het builtje in het ziedende water terug proberen te pakken te krijgen. Leuke sport voor een vrije namiddag!

7. Builtje met de vork opvissen;

8. Er druppelend mee naar een rijstkom lopen;

9. Schaar zoeken;

10. Kookbuiltje onderaan openknippen;

11. Opletten om geen brandblaren te krijgen door het kokende druipwater;

12. Opletten dat je niet te ver snijdt met de schaar, zodat een stuk plasticzak mee in de kom valt, wat uiteraard niet smakelijk is;

13. En oef! De inhoud valt eindelijk netjes in de kom.

14. Nu alleen nog de schaar afwassen waar een flinke klieder rijst aan geplakt zit.

Klus geklaard! Ongelooflijk! In veertien stapjes maar!

Met andere woorden: ‘No more kookbuiltjes’ voor mij!

En tóch liet ik me verleden week vangen! Zocht bij Delhaise naar Couscous. Ook weer zoiets supermakkelijk te bereiden: kopje couscouskorrels in een schaal gieten, klein klontje boter erbij, kruiden naar smaak, één kopje kokend water er overheen gieten en af en toe, niét op een vuur, wat losroeren met een vork. Vijf minuten later is al het vocht opgenomen en kun je aan tafel.

Vond in de rekken van Delhaise na enig zoeken dus een doos couscouskorrels.

Kwam thuis, opende de doos, en… hééééééélp! Ze hebben zelfs kans gezien dàt in kookbuiltjes te stoppen!

Doos in de vuilbak.

Rijst gegeten die avond.

Einde verhaal.

Of toch niet? Neen! Want ik heb er weer een goede les bij geleerd:

“Waarom iets makkelijk doen als je het tegen een kleine meerprijs ook moeilijk kunt maken?”

Willy.

07-07-2011 om 00:00 geschreven door Willy


» Reageer (0)
06-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mio pfahl.

In den vroegen morgenstond, toen de zonne pas ter kimme was verschenen en de konijntjes al lekker aan het rollebollen waren, werd de serene stilte plots verstoord door twee motoren, en draaide Mio Buus, met Steegmans in zijn kielzog, voor de aardigheid eens een weggetje op dat tussen twee weiden in gelegen was.

Die twee weiden waren samen ooit een vliegveld geweest. Druk gebruikt en versterkt door de Duitsers gedurende de oorlog. Na de oorlog nog een tijdje sportvliegveld gebleven waar toch ook wel wekelijks een DC3 van SABENA landde. Zomaar. Gewoon in het gras. Want landingsbanen waren er niet. Nooit geweest. Ook niet in de ‘Duitse’ tijd.

Wél werd het gras altijd netjes afgereden en ik heb altijd gehoord dat onder het gras zwaar metaalgaas stak ter versterking, aangebracht door ‘den Duits’.

Maar uiteindelijk loonde het niet meer het vliegveld nog in stand te houden. Bovendien lag het midden in een natuurgebied. En het werd herschapen tot twee weiden… met een wegeltje er tussenin! Ooit een betonnen dienstweggetje geweest voor het vliegveld, en ook van Duitse makelij, maar nu was het beton totaal overwoekerd door gras.

En Mio Buus draaide dat wegeltje in. Halfweg de wegel… krak! Iets botste zowel op de voetsteun van de moto als op de grote teen van Mio Buus, en eventjes later lag de arme sukkelaar op de grond met een gebroken grote teen. Tussen het hoge gras bleek een laag paaltje te staan…

- Wie in godsnaam zet hier nu een paaltje midden op de weg? Klaagde hij.

Steegmans bekeek het paaltje deskundig, poetste even zijn bril en keek nog eens.

- Hm. Made in Germany geloof ik! En met ‘Deutsche gründlichkeit’ geplaatst, want ik zie er geen schade aan. Misschien anti-tank? Maar wat moest jij hier ook komen zoeken?

- Zaag niet en help me. Ik geloof dat mijn teen gebroken is!

- Mag je nog van geluk spreken dat het geen Duitse landmijn was! Anders had ik je mogen opvegen met borstel en vuilblik!

Enfin, de moto werd voorlopig achtergelaten en Mio Buus kon achterop de moto van Steegmans sukkelen en zo naar de kliniek worden gereden.

Voet in de pleister en Miootje kreeg 6 weken ziekteverlof.

- Wat? Zes weken? In volle seizoen? Brieste commissaris Hongermaat toen we het hem vertelden. Maar dat zal zo niet aflopen hoor! Zijn voet in de pleister? Ha ha… dat is ver van zijn vingers hé? Wel, hij kan bureelwerk doen thuis! Jullie brengen hem een schrijfmachine en papier en hij kan al jullie PV’s typen!

En zoals god de vader het voorschreef… zo geschiedde het. Zes weken lang heeft Miootje thuis al onze PV’s getypt. Tot zijn vingers er blauw van zagen. Maar niemand die protesteerde. Dat deed je gewoon niet toen! De baas was de baas en zijn beslissingen onherroepelijk.

En óf we geschreven hebben die zomer! Niet langer hoeven te denken van “Voor één PV moet ik een half uur binnenblijven, dus, ik moet het wat zuinig aan boord leggen…”

Neen hoor! We schreven er maar op los. Tot Mio Buus het bijna niet meer kon bijbenen. Pardon… bijvingeren!

Ik denk trouwens niet dat zijn vrouwtje veel van seks heeft mogen genieten die zomer.

- Als ik nog eens ergens tegenaan rijd zal ik er wél voor zorgen dat het mijn vinger is die breekt. Dat zweer ik! Was zijn eerste opmerking toen hij na zes weken ‘verlof’ weer ‘op de teen’ was.

De moraal van het verhaal: als het gras twee kontjes hoog is kun je het paaltje niet meer zien! Vraag het maar aan Mio!

Willy.

06-07-2011 om 00:00 geschreven door Willy


» Reageer (0)
05-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mededeling!!!
.

Vanaf morgen 6/7 tot en met vrijdag 9/7 wordt de volledige elektriciteitsvoorziening in ons gebouw vernieuwd. Soms zal er wél en soms geen electriciteit zijn. Wanneer ik al dan niet op internet kan of mails zal kunnen beantwoorden is voorlopig nog een vraagteken.
Willy

05-07-2011 om 11:56 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spookrijders.

Wie een put graaft voor een ander….

Wel, nooit is dat spreekwoord beter tot zijn recht gekomen als sinds jankerds de kop gingen opsteken (wéér over die jankerds zeg! Wat moet ik ze háten! Maar ze zijn dan ook het haten waard!)

Nu! Zolang als de mensheid bestaat, worden, natuurlijk, onmondige kinderen geboren. Verse, maar nog ledige hersentjes. Net alsof je een pc koopt zonder enig programma. Een lege doos dus. Een domme doos. En dus begin je (bij een pc) met een besturingssysteem te installeren; XP, Vista of Windows 7, het doet er niet toe. Nu is de machine toegankelijk voor wat je verder allemaal wilt. Je kunt er, als je dat persé wilt, zonder enig probleem bullshit in stoppen, maar dan krijg je er gegarandeerd ook bullshit uit. Of je kunt er spelletjes in stoppen als je een speler bent, of meer ernstige programma’s die je werk (en/of je hobby’s) een pak gemakkelijker maken.

Met een ‘nieuw’ kind, zó uit de winkel, gaat het niet anders, al zit het niet in een doos met een handleiding erbij! En tóch… eerst een ‘besturingssysteem’ installeren tot het enig begrip krijgt. Dàt is de eerste taak van de ouders. En dan mondjesmaat de rest, bijgestaan door de school.

Jouw eisen aan het kind laten weten en niet omgekeerd! Anders krijg je enkel maar een luie spelcomputer en nooit een werkcomputer! Het enige wat een kind in dit stadium heeft, is toch wel een eigen karaktertje. ‘Ziel’ zeg maar. En afhankelijk van die ziel is het makkelijker of moeilijker er zinnige logica in te krijgen.

Je zult maar pech hebben als je een moeilijk karakter als kind kreeg, want kiezen kun je hier niet! Maar moeilijk of makkelijk, het is een karwei dat moet worden uitgevoerd. Tenminste… als je niet zélf als verwend lui nest werd opgevoed!

Enfin, tot 50 jaar geleden liep het nog allemaal goed. Een kind werd ‘gestuurd’, en dat dit niet altijd van een leien dakje liep is evident. Een kind wil van nature uit ZIJN goestinkjes en loopt liefst niet in het gareel. Denkt (heel normaal) alles beter te weten. Door het bij te sturen maak je het jezelf niet makkelijk. Wel integendeel! Maar wat doet een schip dat niet wordt gestuurd? Juist! Het loopt op de klippen!

Tegenwoordig gaat dat een beetje anders. Bij gebrek aan een degelijke bijgeleverde handleiding, wordt naar kinderpsychologen geluisterd en kijken moderne oudertjes toe wat het kindje doet… komen tegemoet aan zijn eisjes, en vóór je weet wat er gebeurt is het kind de ouders aan het opvoeden naar ‘zijn’ beeld van de wereld.

En nu kun je me veel wijsmaken, maar als twee volle dozen zichzelf proberen bij te vullen met een lege doos, vind ik niet dat ze goed bezig zijn! Dat is ‘in de verkeerde richting rijden’. Spookrijden dus!

En dat loopt dan verder zo: kindjes worden een beetje groter en beginnen na te denken met de kleine hersencapaciteit die ze hebben. De eerste figuurtjes die in die hersentjes worden geplaatst zijn mama en papa.

Volgende vraag: “Wat kan ik met die figuurtjes aanvangen?” Maar op die vraag krijgen ze al gauw antwoord: “Ha… die figuurtjes voldoen al mijn eisen en luisteren naar mijn wijsheid! Die twee kan ik nu eens lekker naar mijn hand zetten zie!”

En ze groeien op…

En het eerste wat ze opvalt in die grote wereld, is hoe gevaarlijk het is met al die auto’s. “ En wat rijden die dingen ook een pak sneller dan mijn kinderfietsje!!!”

Hoor ik daar ook al een klein beetje jaloersheid in doorsijpelen?

En Jantje gaat dat ‘eerste levensprobleem’ thuis aankaarten aan zijn oudertjes, die ook pas de leeftijd hebben bereikt waarop ze, met een beetje geluk, volwassen ‘zouden moeten’ zijn…

Maar in plaats van de denkwereld van Jantje een beetje bij te sturen, laten ze zichzelf bijsturen door het denkwereldje van Jantje.

En de oudertjes bijten er dus gretig in. Richten oudervereniginkjes op, en gaan janken bij de overheid. Moet trager, moet veiliger, moet liefst weer als vroeger met paard en kar. Voeren ‘schildpadacties’ en meer van die onzin.

Dat onze maatschappij evolueerde, dat snelle verplaatsingen van levensbelang zijn om onze welvaartstaat draaiende te houden, daar lopen ze maar aan voorbij. Ze willen wél dat de rekken in hun warenhuis supersnel aangevuld worden en dat het personeel er aanwezig is als ze gaan winkelen.

Maar hoé die koopwaar en dat personeel er moet komen is hun probleem niet. Als het maar traag genoeg gaat zodat Jantje geen enkel gevaar loopt. Veiligheid is de boodschap. Jantje heeft het gezegd!

En de overheid geeft toe. Pest de auto en promoot het openbaar vervoer. Een idee, tot bij de hoogste overheid geraakt via een lange weg van communicatiekanalen, maar wél beginnend bij het kleine Jantje dat naar het stoute verkeer in de grote wereld stond te kijken en er niks van snapte. Niet snapte dat die boze auto’s er juist voor zorgden dat hij op tijd zijn papfles kon krijgen.

Twintig jaar later heeft grote Jan zijn studies achter de rug en heeft een pracht van een baan gevonden op 100 kilometer van zijn woonplaats. En hij behoort nog tot de happy few ook: omdat hij kaderlid is heeft hij de beschikking over een wagen die door de firma geleased wordt. Zijn geluk kan niet op.

Tot… hij vaststelt dat het helemaal geen sinecure is om op zijn werkplek te geraken via de vele wegversmallinkjes, doolhofjes, verkeersdrempeltjes, schoolzonetjes, flitspaaltjes en ander kleuterachtige verzinsels!

En hé… van kleuterachtige verzinsels gesproken… was HIJ niet dat kleutertje geweest die het allemaal hielp op gang krijgen?

Eigenlijk wél, moest hij bekennen. Maar ja, hij was toen immers nog een kleutertje hé? Wist nog niet veel van de wereld en zo. Er kon hem toen ook nog niet veel kwalijk worden genomen.

En zijn ouders dan?

Ach ja… die hadden nooit naar hem mogen luisteren! Moesten verstandiger geweest zijn en hém hebben geleerd hoe om te gaan met een gevaarlijke wereld in plaats van te eisen dat die wereld helemaal werd aangepast aan de eisen van een kleutertje! Dat zou nog makkelijker geweest zijn ook!

En zo groef het onwetende Jantje een heel klein putje, dat dank zij het omgekeerd denken van zijn onvolwassen ouders, een diepe kloof naar de hel werd. Een hel waar de grote Jan notabene zélf in verzeild raakte!

En eindelijk had één mens geleerd dat je met janken over zaken waar je geen verstand van hebt, vooral putten graaft waar je uiteindelijk zelf in verdrinkt.

De positieve boodschap van dit verhaal: Eén mensje heeft het begrepen!

De negatieve boodschap: Er leven wél nog zes miljard anderen op aarde!!!

Het ophouden van het gejank is dus nog niet voor morgen. Zéker niet zo lang ouders blijven ‘spookrijden’ op de opvoedingssnelweg.

En toch… niet alles is verloren! Ik zie namelijk hier en daar nog ouders die het aandurven tegen de stroom in te zwemmen.

Ouders die niet alles op alles zetten om ‘geliefd’ te worden door hun kind.

Ouders die er eerder op gokken gewaardeerd te worden door hun opgegroeide kinderen.

Ouders die toekomstgericht denken!

Want zó opgevoede kinderen zullen gegarandeerd aan een baan geraken. Zullen gegarandeerd nooit van ‘genadegeld’ moeten leven.

De verwende nesten? “Quantité négligeable!” Zullen nooit begrijpen waarom ze hun hele leven aan de dop blijven! Nog minder dat ze parasiteren op de kosten van het opgevoede gedeelte van de bevolking...

Willy.

05-07-2011 om 10:09 geschreven door Willy


» Reageer (0)
04-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Daniel

Daniel was nieuw bij ons. Ook weer na enkele omzwervingen in andere diensten, bij de motorbrigade terechtgekomen. Letterlijk dus ‘Daniel in de leeuwenkooi’. Hij werd dus ook grondig geïnstrueerd door de ‘anciens’. Zo van:

- Zéker niet met meisjes aanpappen tijdens je dienst, want dat loopt altijd weer verkeerd af. En zéker geen alcoholische dranken aanvaarden en nog minder gebruiken.

Maar tussen de regels werd er wel fluisterend aan toegevoegd: “En als je toch persé wilt drinken, doe het dan zo dat niemand het ziet. Stop je glas in een van je brede motorhandschoenen!”

Ach ja, de tijden waren anders. Alcohol werd nog niet echt als een grote boosdoener in het verkeer aanzien. Het maximaal promille dat je in je bloed mocht hebben was toen trouwens nog 1,5! Van in zakjes of elektronische speeltjes blazen was nog geen sprake. Verkeerd natuurlijk, maar we wisten ook van niet beter.

We dachten nog niet in de trend van ‘onder invloed rij je gevaarlijker’, maar eerder van ‘het staat niet als het publiek een politieman ziet drinken’.

En Daniel was een goede leerling en had de kneepjes van het vak al gauw door.

En op een dag was er weeral eens een wielerwedstrijd. We zouden met een aantal motards, waaronder Daniel, begeleiden.

Even vóór de start sloeg de inspecteur die de leiding had over het gebeuren, in paniek. Een druk kruispunt was onbezet. De agent die er moest staan had zich op het laatste nippertje ziek gemeld.

Armen zwaaiend kwam inspecteur Plettinck op ons af:

- Getver de getver de getver! ’t Is altijd hetzelfde met die kersenjagers! (zijn geliefkoosde uitdrukking voor profiteurs). Als het koers is worden ze ziek!

Fred zag geen andere mogelijkheid dan Daniel, de nieuwkomer, dan maar naar dit kruispunt te sturen om er de hele wedstrijd te blijven staan.

Ongelukkige keuze!

Want het was een kruispunt tussen een heel drukke winkelstraat, en een zijstraat waarin een goede makker van Daniel woonde: een fietsenhandelaar -verhuurder.

En de wedstrijd ging van start. Daniel regelde braafjes het verkeer op zijn kruispunt. Zijn makker kreeg hem in de gaten en kwam, tussen twee doortochten door, een babbeltje doen. Het was koud! Bitter koud. De handelaar, licht gekleed, vond dat hij wel een hartverwarmertje kon gebruiken.

- Ik ga me een whiskey inschenken. Wil je er ook een?

- Dat sla ik nooit af, likkebaardde Daniel.

En even later stonden ze daar beiden met een glas in de hand. Eéntje, dat van de handelaar, was zichtbaar. Het andere zat netjes verborgen in de handschoen van Daniel, die hij losjes in de hand hield. Niks te merken. Niks in de mouwen, niks in de zakken! Geen vuiltje aan de lucht.

Tot een wagen de winkelstraat kwam ingereden, aarzelde, en wilde parkeren. Maar vanwege de wedstrijd was overal parkeerverbod, en de bestuurder twijfelde.

Daniel zag het gebeuren en deed teken door te rijden. De chauffeur stak beide armen omhoog als uitdrukking “waar moet ik dan heen?”

Maar Daniel herhaalde zijn gebaar, en de man kwam tot bij hem gereden. Bleek een handelsreiziger te zijn en moest in een van de winkels leveren.

Op dit ogenblik zag Daniel de kop van het peloton op een 300-tal meter afstand de winkelstraat inslaan en snel naderen. De handelsreiziger herhaalde zijn vraag:

- Waar moet ik dan heen?

- Rij waar je wilt, maar maak als de bliksem dat je hier wegkomt! De renners zijn daar! Snauwde Daniel.

Maar helaas. Bij dat ‘waar je wilt’ maakte hij een wijds gebaar en gooide daarmee de hele inhoud van zijn (vergeten) glas whiskey in het gezicht van de man!

Maar gelukkig… het liep goed af dit keer. De auto kon nog nét uit de weg worden geplaatst, de handelsreiziger zag er ook de humor van in, mocht in de winkel van de handelaar zijn gezicht afwassen en kreeg er nog een whiskey op de koop toe bij. ‘Voor de schrik’.

Als goede vrienden namen ze tenslotte afscheid. Oef! Het had anders kunnen aflopen! Want voor één keer was commissaris Hongermaat in geen velden of wegen te bespeuren. Niét te geloven!

En reken maar dat het voorvalletje hét gespreksonderwerp was bij de ‘after-koers’ (meestal een koud schoteltje en drank naar believen) dat politie en signaalgevers na de wedstrijd werd aangeboden door de inrichters. En waar, wonder boven wonder, commissaris Hongermaat nooit bij aanwezig was!

Geen honger? Jawel hoor… maar waarschijnlijk werd hij wel ergens anders, en beter bediend op dergelijke momenten.

Willy.

04-07-2011 om 10:03 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
03-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Help!

Help! Ik geloof dat ik analfabeet aan het worden ben! Ik begrijp de boodschappen van de jeugd niet meer!

Zo kreeg ik, heel onlangs, zowat dagelijks een zware portie foto’s in mijn mailbox geramd. Van voetbalwedstrijdjes tussen jongeren van vijftien jaar of zo. Duidelijk aan het verkeerde adres gericht. Verder geen woord. Enkel maar foto’s. Kwam van een zekere ‘Bibi’. En reken er maar niet op dat Bibi zijn foto’s tot mailformaat verkleinde hoor! De volle pot! 2 à 3 mb per exemplaar!!! Kamerbreed! Ik kreeg dus wel goed waar voor mijn geld… Tot vijf keer toe antwoordde ik beleefd dat het adres verkeerd was, maar ze bleven maar binnenstromen.

Dacht dat ventje nu echt dat ik mijn hele interieur wou behangen met voetbalfoto’s?

Heel duidelijk iemand die enkel met ‘postvak uit’ werkte en ‘postvak in’ nog niet had ontdekt. Tot ik op een dag volgend bericht kreeg van dat kereltje:

*** oe gie zi toch de pepe van Kevin te me leroy van westhoek ***

Ha! Dàt was nu even een opluchting zie! De afzender had zijn ‘postvak in’ ontdekt! En was voorwaar in staat gebleken mijn oubollige berichten in het Nederlands te kunnen lezen! En beter nog: hij bleek zelfs een beetje te kunnen schrijven! Het leek dan wel niet helemaal op Nederlands, maar was eigenlijk een afgeleide van het ‘nieuwe Nederlands’: de ‘toekomstigedopperstaal’ of SMS-stijl.

Toch wel erg romantisch vind ik! Stel je voor, je wilt een meisje versieren en je zegt haar heel liefjes: “ksi j grn”. Welk meisje zou dààr niet voor vallen? Meer moet dat toch niet zijn? Misschien nog een blmpje erbij en het kan niet meer op. Wàt een ‘rmntsche zln’ toch die jongeren!!!

Maar hoedanook, omdat ik het niet helemaal begreep zette ik maar enkele vertaalmachines in. Onderandere die van sennet. Bakte er niets van!

- Naar Engels: “ogy still zi oe pepe Kevin to my corner of leroy”

- Naar Frans dan maar: “gie reste zi OE pepe Kevin à mon coin de Leroy.”

- Verdorie! Spaans dan? “gía todavía zi oe pepe Kevin a mi esquina de leroy.”

Geen soelaas dus met die vertaalmachines! Ook vreemdelingen zijn er dus aan voor de moeite als ze die zin naar hun taal willen vertalen. Het mysterie werd alleen maar groter.

Wordt het niet hoogtijd dat de dikke Vandale daar rekening mee houdt en onze hele achterbakse spelling meegeeft met het grof huisvuil, en de toekomstigedopperstaal als ABN aanvaardt? Geen ingewikkelde lessen Nederlands meer! Wàt een verlichting voor de studenten! Zouden ze dat ook niet met wiskunde kunnen? Of hébben ze dat al gedaan? Zoiets van ‘Het kwadraat van 55 ministers = 1 kleuterbende’.

Ja dus.

En ik herhaal mijn hulpgeroep: moet ik dan terug naar school wil ik nog een beetje functioneren in deze samenleving?

Maar alle gekheid op een stokje: welke invloed zal dat nieuwe verschijnsel hebben op het taalgevoel van de toekomstige generaties? En reken er maar niet op dat dit verschijnsel zich tot het Nederlands beperkt hoor! Ik zie nét hetzelfde gebeuren op Spaanse jeugdsites!Daar is “Te quiero’ dan ook alweer verbasterd tot t ‘kjero’.

Hopelijk word deze oproep gehoord door vertaalmachines: een gat in de markt! Voeg de toekomstigedopperstaal alstublieft toe aan het lijstje met beschikbare talen! Straks kunnen we toch niet meer zonder en zal ook de zakelijke correspondentie in die taal gebeuren!

Ach ja… het zal je kind maar wezen! We weten dus al een beetje hoe de toekomst er zal uitzien. Volgende stap: na de schrijftaal ook de spreektaal maar zo gebruiken? Weer meer werk voor de toekomstige dokters: verstuikte tongen lekker in het gips wentelen.

Maar één ding moet ik die Bibi ( pseudoniem van kwistenbiebel?) meegeven: hij heeft het begrepen en stuurt me geen kamerbrede foto’s meer! Een hele verademing. Wie zei daar ook dat de jeugd niet voor rede vatbaar is?

Willy.

03-07-2011 om 08:59 geschreven door Willy


» Reageer (0)
02-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Busje komt zo.

De Christelijke bond van gepensioneerden had de gewoonte om in september een massabezoek te brengen aan onze badstad. Wat een vloot van een vijfentwintigtal bussen betekende die uit verschillende richtingen samenkwamen aan de kerk (waar anders zou een Christelijke bond moeten samenkomen?) en na een vrome eredienst in de kerk met de bussen wat aan sightseeïng deden in de stad, het middagmaal nuttigden in een gekend wafelhuis en daarna de grens overwipten naar Sluis voor ‘shopping’.

Rond 17 uur werd dan weer vertrokken uit Sluis en ging het terug richting wafelhuis voor een stevige wafel met koffie.

Wij zagen ze graag komen. We moesten begeleiden vanaf de kerk, en konden mee eten met de chauffeurs in een zaaltje apart. Voor ons was het een heerlijke en avontuurlijke afsluiting van het zware zomerseizoen.

Ook de chauffeurs keken uit naar die rit, want ze vonden onze manier van escorteren ‘de max’ en leerden zo de politie eens van de andere zijde kennen.

We escorteerden, naar gelang het dienstrooster het toeliet, met minimum vier, maximum acht man.

Eerste taak: de bussen netjes volgens nummer opstellen aan het station, vervolgens de gepensioneerden helpen oversteken naar de kerk, en na de mis de begeleiding beginnen.

Dat liep een beetje als een stoeltjesdans: Er moest altijd minstens één motard vóór rijden en eentje achter om inhalen te verhinderen en zo de bussen samen te houden. Van de voorrijdende mannen reden er telkens een aantal vooruit om de verschillende kruispunten te bezetten. Eens de colonne voorbij je kruispunt was het snel op de moto, de hele vloot voorbijrijden en maken op tijd voor te zijn om de voorman af te lossen, die dan ook weer doorreed naar een volgend kruispunt.

Soms, op brede wegen, konden we de colonne zomaar voorbij; soms ook moesten we ons langs zijwegen reppen om vooraan te geraken. De chauffeurs wisten hoe we te werk gingen, en letten er wel op om ons vrije ruimte te laten waar dat kon.

En zo bleef de hele colonne netjes samen tegen een gezapige snelheid doorheen het drukke stadsverkeer. En konden de oudjes maximaal genieten.

’s Avonds, terugkerend van Sluis, ging het idem dito. Maar die morgen had de leider ons een andere weg voorgelegd: veel gepensioneerden hadden er op aangedrongen eens langs landelijke wegen te rijden en van de natuur te genieten. We vonden dat prima en prentten de nieuwe weg in ons hoofd.

En ’s avonds reden we welgezind met het hele stelletje ‘huiswaarts’, ons al verheugend op de lekkere wafels.

En toen sloeg de wet van Murphy toe!

Ik wilde nét wegrijden van mijn laatste kruispuntje, toen ik de hele colonne langs kon kijken en de adem me in de keel stokte. Wié er ook maar vooraan reed, hij was grandioos mis!

Op de allerlaatste splitsing van het traject had hij de linkse weg genomen waar het de rechtse moest zijn! En ik wist… deze weg leidde nergens heen! Werd even verder een kasseiweg, liep omhoog om zijn weg verder te zetten op een dijk… en werd tenslotte een karrenspoor dat eindigde in een akker! Géén mogelijkheid om daar een auto te laten keren. Laat staan een bus! En de helft van de colonne zat er al in!

Ik riep de man vooraan op met de radio. Verdorie! Hij antwoordde niet! Radio vergeten aanzetten?

Fred reed een vijftal bussen vóór me, en gealarmeerd door mijn oproep, zag hij wat er gebeurde en kon nog net de vijf bussen achter hem doen stoppen vóór ze aan de splitsing kwamen. Even later stond ik bij hem. We hadden nog één kans alvorens de eerste bussen zouden komen vast te zitten in het zand: de juiste weg inslaan, wat verder een zandweg tussen de akkers nemen die evenwijdig liep aan de weg die de bussen genomen hadden, en proberen voor te geraken.

We stoven de zandweg door, een meterslange stofwolk achterlatend. Gelukkig werden we door enkele chauffeurs opgemerkt, en druk gesticulerend deden we hen teken te stoppen.

Toen waren we de colonne voorbij en kreeg… wie anders? Van der Platen de Brusselaar die op dit moment vooraan reed, ons ook in de gaten, en stopte.

Doorheen een weide geraakten we tot bij hem en schold Fred hem de huid vol.

Tja… de wet van Murphy hé? De arme kerel kende dat gebied niet zo goed en was, héél toevallig, nét op dat traject de voorste in de stoeltjesdans geworden.

Maar ik vond dat Fred ook wel schuld had: hij oordeelde het nooit nodig om op voorhand te bekijken wie wélk kruispunt zou beveiligen. We waren grote jongens en het zou wel goed komen zeker? Tja, dàt is nou juist de deur wijd openzetten voor… Murphy!

En reken maar dat Murphy zijn kans greep!

Het kostte ons twee uur om de twintig bussen moeizaam kilometers ver achteruit te helpen over dijken en kasseien, en onze ‘kudde’ weer samen te krijgen.

En onze wafels krégen we wel, twee uur later, maar ze leken opeens niet meer zo lekker te smaken als de voorgaande jaren! Alhoewel de stemming in de ‘chauffeurszaal’ toch boordevol humor en gelach stak. Die chauffeurs wisten immers weer een leuk verhaaltje om op te dissen op hun volgende reis! Passagiers entertainen heet dat. En reken er maar op dat er sterk zou worden overdreven!!!

Op onze kap? Ach ja, why not? The show must go on…

Willy.

02-07-2011 om 22:26 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.???????

Sedert gister is er dus rookverbod in alle kroegen!!!

Maar geen enkele kroeg weet van wanten!

In café “?” stapelen de vraagtekens zich op. Willen een rokersaquarium, maar hoe? Hoe Groot? Wat mag? Wat mag niet?

De een zegt (aan de toog): een rokerskamer mag 1/3 van het café beslaan.

Een ander: 1/4 van het café.

De een zegt: je mag je pint niet meenemen.

Een ander: dat mag je wél.

Tja… hoé in ’s hemelsnaam kan de waardin aan haar rokerskamer beginnen? Grote kosten doen en dan vaststellen dat het toch niet mocht op die manier?

Ik zou dat varkentje eens rap wassen zie! Naar huis… internet afgeschuimd… Belgisch Staatsblad ‘geprobeerd’, maar dat is nu eens typisch een ‘site van de staat’: een kat vindt er haar jongen niet in terug, en van gericht zoeken is geen sprake, laat staan van een alfabetische lijst. Heb er uren aan verspild, met als enig resultaat dat ik deze namiddag met hangende pootjes moet gaan uitlegen dat ik het niet vind.

Chapeau Wetstraat!

En nu?

Willy.

02-07-2011 om 15:17 geschreven door Willy


» Reageer (0)
01-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Treintje komt zo

De NMBS komt steeds meer in een kwaad daglicht te staan! Deze week zaten weer duizenden reizigers vast. De NMBS top zou zijn C4 moeten krijgen wordt verteld op TV.

Maar ik weet niet… is punctueel rijden zonder enig probleem anno 2011 nog wel mogelijk? Als ik de drukte op spitsuren zie in sommige stations, dan kan ik enkel maar bewondering voelen dat de meeste treinen het wél klaarspelen op tijd te rijden, en dat het achter de schermen nog allemaal een beetje kan worden bijgebeend.

In Brussel Centraal bvb hebben ze nét tijd de bordjes aan een spoor te wijzigen, of de betreffende trein is alweer weg en er komt een nieuwe binnen met een nieuwe bestemming.

Daar moet, achter de schermen, toch wel echt worden gezweet! Mijn hoed af voor die mensen!

Waardoor loopt het dan wél spaak?

Door het wegverkeer!!!

Jarenlang heeft de overheid moeite noch geld bespaard om ons allemaal in de trein te krijgen. “Efficiënter vervoer’ heette dat. De verkeersinfrastructuur werd afgebouwd. Viervakswegen werden tweevaks, met hier en daar op de koop toe een ‘pestdrempel’ of ‘pestversmalling’.

Waar de ouden zich platgezwoegd hadden om ruim baan te geven aan het autoverkeer, gingen de jongen het stelselmatig weer afbreken! “Naar de trein jullie! Vort! Wég met die stinkende auto!”

En velen lieten zich vangen. Dan maar met de trein! De pesterijen van de overheid op de baan beu, zat er weinig anders op.

En aldus werd de vervoersbehoefte, tot dan toe gespreid over weg én spoor, nu éénzijdig naar het spoor toe geleid.

En nu?

Hebben die pestkoppen er wel rekening mee gehouden dat ze het probleem enkel maar verschoven naar een ander soort vervoer? Een soort vervoer dat daar helemaal niet op afgestemd en veel minder flexibel is? Eén klein foutje in het hemelgrote spinnenweb en er treedt een sneeuwbaleffect op dat het hele land kan bestrijken! Alles is immers van elkaar afhankelijk en veel moet er heus niet mislopen om de helft van het land te immobiliseren of minstens voor grote vertragingen te zorgen.

Neen! Ik zou niet willen ruilen met de top van de NMBS!

Efficiënter? Weetniehoor! Wat kan nu efficiënter zijn dan thuis in je wagen stappen, en er op je werk weer uitstappen? Natuurlijk! Mits je eerst alle pesterijen van de laatste decennia van de baan af haalt! Mits je tegen ‘aanvaardbare’ snelheid mag rijden. Mits de wegen verder zouden zijn opgebouwd in plaats van afgebouwd. Mits je niet zwaar wordt beboet voor dat kilometertje méér!

Efficiënter? Als de NMBS voldoende treinstellen wil laten rijden om even gemakkelijk van A naar B te rijden als met je wagen, moeten dat er zoveel zijn dat op het ene moment een heel treinstel rijdt met 2 of 3 passagiers, en ze er op een volgend traject niet meer allemaal bijkunnen! Dàt? Efficiënt? Een trein van vele honderden ton één of twee passagiers laten vervoeren?

Koffiedik kijken hoéveel mensen er morgen weer de trein gaan nemen? Welk weer het zal zijn? Of de dagjesmensen al dan niet naar zee gaan trekken?

En dan spreken we nog helemaal niet van overstappen, lijnbussen en andere problemen om je werkplek ook nog maar te benaderen!

Ook alweer om ons van de baan af te krijgen, heeft de NMBS op een bepaald ogenblik een ‘blijvende’ opendeur-actie gehouden! Vroeger kwam je het perron niet op zonder geldig ticket, en kwam je het perron zelfs niet àf zonder controle.

Nu staan alle deuren wijd open. Enkel nog één treinwachter, op de trein zelf, controleert of je een ticket hebt. Welnu, als de trein vol genoeg zit, als je traject kort genoeg, en de trein lang genoeg is, én je weet aan welke kant van de trein je gaat zitten, is de treinwachter nooit bij machte om tot bij je te geraken alvorens je bestemming bereikt is! Laat staan dat hij kan controleren of je een ticket hebt. En reken maar dat daar volop word op ingespeeld! Op het traject Oostende-Brugge bvb word ik zelden gecontroleerd als er voldoende mensen op de trein zitten.

Maar ik dwaal af. Het ging over efficiëntie. Wel, de meerderheid van de treinpendelaars moeten dagelijks een vijfstappenplan doen:

1. Te voet naar een bushalte.

2. Bustraject naar het station.

3. Hoofdtraject per trein

4. Bustraject ‘richting’ werkplek

5. Te voet náár de werkplek.

Enkel van de voettrajecten kunnen ze min of meer zeker zijn. De rest is afwachten: komt de bus op tijd? Correspondeert je trein ermee? Hoe lang moet je daarna weer op de bus wachten? Of is ie al weg?

Energieverspilling per auto? Weetnie! Een lege trein verspilt ook energie en een lege bus ook! Moest dààrvoor het autocomfort naar de bliksem worden geholpen?

Maar ja… zo d’ouden zongen zo piepen de jongen!

Willy.

01-07-2011 om 15:02 geschreven door Willy


» Reageer (1)
30-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zakdoekverhaal.

Neen! Jullie hoeven nog niet jullie zakdoek boven te halen. Zó'n smartlap is dit verhaaltje nu ook weer niet. Alhoewel…

Op een nog prille, om niet te zeggen kille lentenacht had ik dienst met Filip, een nieuwkomer bij ons, die nét een verkoudheid had overwonnen en weinig zin had om lang met de moto door de nevelige nacht te gaan toeren. Na enkele uurtjes motorpatrouille besloot ik dan ook maar een wagen te nemen, rechtstreeks indruisend tegen het verbod van commissaris Hongermaat. Die lag op dit uur toch thuis te slapen. Dáchten we!

En wie dacht je die plots vóór ons stond nét toen we buitenreden met een politiewagen? Natuurlijk! De alomtegenwoordige, altijd onraad ruikende Hongermaat. Die kerel had nou écht een zesde zintuig om overal op te duiken op tijden en plaatsen waar je hem nooit zou verwachten. Sliep die dan nooit? Of had hij aan zijn bed een kattebelletje hangen dat hem waarschuwde dat we weer buiten de lijntjes aan het kleuren waren?

We konden niet anders dan stoppen en keken hem een beetje schuldbewust aan.

- Wel, Claeysje? Het regent niet hoor!

- Euh, commissaris, Filip is net hersteld van een verkoudheid…

- Is hij ziek? Onderbrak hij me.

- Neen, maar…

- Dan rijden jullie met de moto. Of hij meldt zich ziek en gaat naar huis, of jullie rijden!

Schoorvoetend draaiden we dan ook maar weer naar binnen en bestegen onze stalen rossen. Vast besloten ons te wreken door ergens een achterpoortje binnen te rijden waar ze ons wel graag zagen komen.

Maar het zou anders uitdraaien die nacht.

Toen we langs de slingerende lanen doorheen het bos reden, trof plots een miniem lichtflitsje of weerspiegeling tussen de bomen de hoek van mijn oog. Had ik het me verbeeld? Was daar iets dat er niet hoorde te zijn? Ik trapte op de rem en we keerden om. En ja, ik had me niet vergist: een tiental meter diep het bos in stond een auto, de achterzijde naar ons toegekeerd.

- Een vrijend paartje, dacht ik nog, en was net van plan weer door te rijden toen ik in het nevelige donker iets vreemds onderscheidde aan de nummerplaat.

Nieuwsgierig geworden parkeerden we de motoren en liepen te voet op het voertuig af. Zag ik wel goed? De nummerplaat was bedekt met iets dat we, dichterbij komend, als een zakdoek konden definiëren.

- Nou breekt mijn klomp! Die lieden hadden heel zeker iets te verbergen, maar hoe kun je nu zo stom zijn een zakdoek over je nummerplaat te hangen? Dat was toch vrágen om nader onderzoek?

Omzichtig naderden we stil de wagen, pistolen in aanslag. De auto was leeg. Voor alle zekerheid noteerde ik eerst de nu ontblote nummerplaat alvorens verder te zoeken. En nét op dat ogenblik hoorden we even verder in het bos een metaalachtig gekraak. Dàt was geen natuurlijk nachtelijk bosgeluid meer, voortgebracht door een konijn of zo. Voor zover ik wist waren konijntjes geen metaalvreters.

Snel, maar geluidloos, liepen we op het geluid af. En in een open dalletje onder ons ontvouwde zich de heerlijkste droom die een politieman ook maar kan te beurt vallen: twee kerels stonden bij een gestolen winkelkassa die ze probeerden open te wringen met een breekijzer!

Je reinste beginnelingen! Eerst die zakdoek en dan dit lawaai! En dan leken ze het ding nog niet open te krijgen ook.

- Staan blijven of we schieten! Handen hoog. De twee verstijfden.

Eentje van hen herkende ik. Het was verdorie een pas in dienst getreden bediende bij een grote staatsinstelling!

- Hé, jij werkt toch  bij de (…)? Vroeg ik hem.

- Jawel meneer. Alstublieft! Laat ons gaan. Anders ben ik mijn baan kwijt.

Maar hoeveel medelijden ik ook had met de sukkel, hen laten lopen kon niet meer. Dan zou ik nooit meer mijn uniform hebben durven aantrekken.

Bovendien hadden we de laatste weken al meldingen gekregen van enkele gestolen winkelkassa’s bij nacht, en telkens was de buit, hoewel niet écht hoog, toch de moeite waard geweest. Dat waren vast en zeker dezelfden geweest.

Ja, het was nog in de tijd dat handelaars zich veilig voelden. Het niet nodig achtten om elke avond weer het geld uit de kassa in verzekerde bewaring te brengen. Maar dat zou spoedig veranderen…

De kassa in kwestie bleek dit keer trouwens wél leeg te zijn. De winkeliers waren al voorzichtiger geworden. Die kerel had dus zijn baan verspild voor niets.

Een mooie vangst gedaan dus, maar echt fier kon ik me toch niet voelen. Iemand was tenslotte zijn baan en verdere carrière verloren door mijn schuld.

MIJN SCHULD? Kom nou… IK had die kassa toch niet gestolen?

Maar op dié manier bekeken, en voor hém, was het toch wel letterlijk een zakdoekverhaal.

Waarmee ik maar iedereen wil waarschuwen: eerlijk duurt het langst, en helaas wordt dit in veel gevallen pas begrepen als het telaat is. Is een stomme winkelkassa nou een flinke deuk in je strafregister, een mooie baan én een goed pensioen waard?

Willy.

30-06-2011 om 08:05 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
29-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Fietswet.

Aangevuld na publicatie: Na herlezen vind ik dat dit verhaal niet echt laat doorschemeren wat ik in hoofdzaak bedoel:

Veel fietsers hebben van oudsher lak aan reglementen. Denken alles te mogen. Maar die mentaliteit deed ze (vroeger) wel eens op het boekje van de politie belanden. En ze gingen janken: ze moesten met twee naast elkaar mogen rijden; ze moesten niet altijd de rijbaan oversteken maar moesten links mogen blijven. Ze konden niet altijd de arm uitsteken om af te slaan, enz.

En de lobbyende groeperingen kregen dit alles gedaan van de wetgever! Wél allemaal met uitzonderingen, maar daar hadden ze lak aan. Wat, voor hén, vooral uit die wetgeving naar voor kwam was: “nu mag je alles”. Dàt leek hen simpel genoeg en werd onthouden. Al de rest werd maar liefst vergeten wegens ‘te ingewikkeld’.



1990 of zo… Ik wist dat op het Ministerie van Verkeerswezen aan een nieuwe wetgeving voor de fietsers werd gewerkt. Die zou eerstdaags worden ingevoegd in het verkeersreglement. Was benieuwd. Wat van het Ministerie van Verkeerswezen kwam was altijd logisch en duidelijk geweest. Ondubbelzinnig zwart of wit! Duidelijk door een ‘wetgever’ gemaakt. Kort, krachtig en begrijpelijk.

En op een dag lagen de nieuwe fietsartikelen op mijn bureau. Een drietal pagina’s. Ik las ze. Begreep ze niet. Herlas het. Met verstomming geslagen. Hé, dat was niet langer zwart-wit, maar had alle mogelijke grijstinten. Moesten fietsers dat begrijpen? Ik begreep het pas helemaal na tien keer aandachtig lezen en grondig te laten doordringen in mijn grijze massa.

Wat er vooral heel duidelijk uitkwam was dat er sterk gelobbyd was, en hoé! De consensussen en compromissen sprongen er zó uit en maakten er een ondoorzichtig kluwen van!

Gelobbyd door fietsenverenigingen die van wetgeving geen kaas hadden gegeten, maar ‘dit’ wilden, maar dan zonder ‘dat’… en liefst ‘zo’ maar dan zonder ‘zus’, en ‘met uitzondering van’...

Gelobbyd door jankerds die al even grote leken waren in wetgeving en het zichzelf op die manier alleen maar hopeloos ingewikkeld maakten.

Enfin, een compleet rommeltje! Tegemoetkomingen aan jankerds, proberend de kool en de geit te sparen, maar ondertussen een hopeloos ingewikkelde warboel scheppend. Tussen de regels las ik eigenlijk:

“Zo moet het. Héél erg verplicht hoor! Het mag ook anders maar dat hebben we niet graag!” (Wijsvingertje vermanend omhoog!).

Slik! Dàt? Een duidelijke wetgeving? Zwart-wit zoals een wetgeving hoort te zijn? Het eerste schaap met vijf poten was geboren, en er zouden er meer volgen. Niet alleen in verkeer, maar in alles waar de jankerds hun pollekens naar uitstaken. Weinig zeggende kleuterwetjes. Voor duizenden interpretaties vatbaar. Wéér een hoop werk erbij voor advocaten!

En ik voelde meteen al iets kriebelen in mijn kraag. De bevolking zou vragen stellen. Vragen die IK zou moeten beantwoorden! Hoé dat hopeloze spinnenweb uitleggen aan de bevolking?

Opsomming van slechts een ‘paar’ stommiteiten in die wetgeving:

- Op het eerste gezicht leken fietsers nu ook links te mogen rijden. Dàt zouden ze wel snel begrijpen, maar meer ook niet! Maar de omstandigheden waarin dat mocht? Een hele klus om dat uit te leggen. Een nog grotere klus om het te onthouden als fietser.

Eigenlijk zouden ze, waar ze links wilden rijden, eerst moeten afstappen, de wegcode grondig doornemen, nog eens goed naar de plaatselijke infrastructuur kijken, en dan proberen uit te maken of ze nu al dan niet links mochten blijven… om daarna tot de conclusie te komen dat ze de toestand toch verkeerd hadden ingeschat. Kom nou!!!

- Maar ha! Eureka! Nu mochten fietsen plots ook naast elkaar rijden… met enkele uitzonderingen. Uitzonderingen die je aan geen kat kon uitgelegd krijgen, zó ingewikkeld als het was.

- Als je links wilde afslaan, moest je nu alleen nog maar een teken met de arm geven als dat fysiek ‘mogelijk’ was!!! Wat werd dààr nu weer bedoeld met ‘fysiek mogelijk’?
Als je toevallig in je neus aan het peuteren was, was het dan fysiek onmogelijk een teken te geven met de arm? En kon je dan lustig linksaf slaan zonder je vinger uit de neus te halen? Waar moest de politie de grens leggen tussen mogelijk en niet mogelijk?

- Kinderen van -12 mochten nu met een fietsje met banden van -50cm op het voetpad rijden, maar wél goed opletten voor voetgangers, die bijvoorbeeld plots uit een deur kwamen gelopen. Krijg dàt eens uitgelegd aan een kind van -12!

En wat ik gevreesd had gebeurde: de nieuwe wetgeving verscheen, en de vragen in verband ermee idem dito. Heel simpele vragen aanvankelijk, want iedereen was heel tevreden. Het leek er namelijk op neer te komen dat nu alles mocht met de fiets! Tot ze het hele verhaal uitgelegd kregen… en het hen begon te duizelen.

Ik mocht het gaan uitleggen. Eerst aan mijn eigen gemeenteraad, want ook dié mensen begrepen er natuurlijk niets van.

Een glasheldere uitleg van één uur. Ze begrepen het helemaal niet of niet helemaal. Nóg een uur om vragen te beantwoorden. Nu begrepen ze het al een beetje, maar zouden het in geen geval kunnen onthouden. Natuurlijk niet! Dat wist ik wel. Had zélf al moeite het allemaal te onthouden, én de verschillende mogelijke interpretaties uit te dokteren. Laat staan het ‘te velde’ en intuïtief in de praktijk om te zetten.

Toen volgden ouderverenigingen en fietsersclubs. Wanhopig probeerde ik het onverklaarbare te verklaren.

Toen werd ik gevraagd in scholen, maar bedankte voor de ‘eer’. Legde het alleen maar uit aan de leraren. Ze begrepen het al evenmin. Natuurlijk niet!

Enfin… ze begrepen het wél, maar het zat zo vol valkuilen, mogelijke interpretaties en uitzonderingen dat je, om het niet te vergeten, die tekst eigenlijk op je fietsstuur zou moeten spelden en constant bekijken tijdens je rit. Drie bladzijden… maar als je er alle interpretaties wilde aan toevoegen kwam je tot een boekwerk!

En dus… waar volwassen leraren iets niet begrepen, waar ik het constant zélf moest lezen om niet te vergeten… hoe wil je het dan uitgelegd krijgen aan kinderen?

Mijn contacten met het Ministerie van Verkeerswezen telefonisch geraadpleegd. Gevraagd hoé ze in ’s hemelsnaam tot een zo moeilijke en dubbelzinnige ‘wetgeving’ waren gekomen, en dan nog juist bedoeld voor een bevolkingsgroep die niet echt in de wegcode was geïnteresseerd?

Hadden ze wel rekening gehouden met het feit dat de politie, die verondersteld word de wegcode te doen naleven, eerst alle uitzonderingen en interpretaties moest nalopen alvorens te weten of een fietser al dan niet een overtreding beging?

Dat wisten ze wél! Ze gaven me volmondig gelijk: het sloeg nergens op! Dat wisten ze ook. Maar ze konden ook niet anders…

- Politiek, weet je wel?

- Jankerds weet je wel?

- Gelobby weet je wel?

- Onzinnige eisen van leken weet je wel?

- En wij? Wij staan machteloos en moeten uitvoeren wat onze minister ons opdraagt!

Tja, dat krijg je als onkundige politici luisteren naar jankende lekenbroeders!

Arme, ongelukkige ambtenaren daar bij Verkeerswezen: een hoop kinderachtige voorstellen, eisen en onmogelijkheden moeten samensmelten tot een steekhoudende wet. Ik wou niet ruilen met hen.

En voor het eerst in mijn leven werd ik geconfronteerd met een nieuw ras dat de wereld stiekem had gebaard: de bemoeiallige jankerds! De schoenmakers die niet bij hun leest konden blijven. Dié zouden de wereld nu eens eventjes grondig naar de knoppen helpen zie! En het verbeterde er niet op naarmate de jaren verstreken!

En het enige dat ik kon doen was naar de kalender kijken: “Hoe lang nog vóór ik met pensioen kan?”

Gelukkig, dat ben ik nu. Heb met 60 in plaats van met 65 ‘mijn schop afgekuist’. Want met dié decadentie wou ik niet meespelen! Mijn verstand terugschroeven tot mijn luiertijd? No way!!! Niet voor een miljoen jankerds.

Want het is er zéker niet op verbeterd daar in dat Wetsteegje.

“Eenvoud kenmerk van het ware?” Mijn voeten! Voor het allereenvoudigste vervoermiddel, de fiets, geldt nu de ingewikkeldste wetgeving uit de hele wegcode! Gelukkig moeten fietsers geen rijexamen afleggen, want door dié wetgeving raakt er niet één!

En zeggen dat het voorheen allemaal zo eenvoudig was! Tot de jankerds de bek gingen openzetten en inspraak eisten!

Ik zie dat mijn stukje tot hiertoe 1054 woorden telt. Dat kan ik me permitteren. Het is een ‘verhaal’ en niemand hoeft het allemaal te onthouden. Niemand hoeft er zich ook ‘aan’ te houden.

Een wet maken gaat eventjes anders! Die moet kort, krachtig en duidelijk zijn. Zwart of wit. Géén achterpoortjes! Géén mogelijkheid tot misverstand inbouwen. Géén moeilijke toestanden scheppen door de kool en de geit te willen sparen. Geen drie bladzijden, maar twee steekhoudende regels. Dàn pas begrijpt de burger het en kan hij er zich aan houden.

Maar helaas, dàt is precies wat jankerds nooit zullen begrijpen!

Willy.

29-06-2011 om 17:22 geschreven door Willy


» Reageer (2)
28-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onaantastbaar?

Jongeheer X., een van de zonen van onze toenmalige burgemeester was, zoals het een rijkeluiszoontje betaamt, een snelheidsmaniak. Terroriseerde, onaantastbaar als hij zich waande, de hele stad met zijn snelle sportwagen.

En we zochten hem!

Maar hij kende ons!

En liet zich niet verschalken.

Wist ook zowat de plekjes waar we ons graag ‘verdekt’ opstelden en was altijd op zijn hoede. En dat had hij aan zijn persoonlijke intelligentie te danken. Het was nog niet zoals nu, dat de politie via de TV het publiek zélf eerst grondig informeert over de plaatsen waar en wanneer op snelheid zal worden gecontroleerd! Met als gevolg dat enkel de domsten zich laten verschalken.

Nee hoor! Om dàt te weten te komen kon je enkel op je ogen ( en je geluk) vertrouwen toen.

Maar op een dag wisten Fred en ik hem te verschalken! 120 km/u waar je maar 50 mocht. Op een ‘nieuwe’ locatie die we gevonden hadden. We vlogen hem achterna, stelden de snelheid vast, en deden hem stoppen.

Glimlachend keek hij ons aan.

- Is dàt even verschieten heren! Ik had jullie hier niet verwacht!

- Hoe snel reed je daarnet, jongeheer?

- Euh… laat eens kijken… 50 geloof ik?

- Juist! Maal twee plus twintig!

- Reed ik echt zo snel? Helemaal niet op gelet! Ik was er met mijn gedachten niet bij. Deed hij met een brede glimlach op de mond.

- Uw identiteitskaart alstublieft?

Welgemutst gaf X. zijn identiteitskaart, een vrolijk deuntje neuriënd. We konden hem toch niks. Papa zou dat wel eventjes regelen!

- En nu als de bliksem naar het kantoor! Zei Fred. Snel een PV opstellen voordat wie dan ook kan tussenkomen!

Zo gezegd zo gedaan, maar we hadden amper een paar woorden op papier gezet of de telefoon rinkelde. Commissaris Hongermaat natuurlijk!

- Ik heb zojuist een telefoontje gekregen van de Burgemeester…

Lap! We waren eraan voor de moeite!

- O ja? Deed Fred, nog een beetje hoopvol.

- Wat had hij te vertellen?

- Jullie hebben zijn zoon X. bekeurd?

De moed zonk ons in de schoenen!

- Eh ja, maar hij reed dan ook 120 in die smalle Helmlaan! Probeerde Fred het zaakje nog te redden.

- Dat weet ik, en dat weet de burgemeester ondertussen ook. Juist daarvoor belde hij me op. Hij eist dat jullie dat PV onmiddellijk opstellen. En X. zal de boete persoonlijk van zijn drinkgeld moeten betalen!

- Als het dat maar is… we waren er net aan begonnen!

Oef! Dàt was nu eens plezierig werken zie!

En M. hééft de boete zelf mogen betalen en kreeg er van zijn vader nog een maand ‘rijverbod’ bovenop! Zijn wagen ging aan de ketting.

En toch een beetje medelijdend zagen we hem die hele maand te voet naar de trein voor Leuven stappen, waar hij les volgde aan de unief.

Het kwam hard aan, maar zijn snelheidswoede was gekoeld en nooit hebben we hem nog kunnen betrappen.

Tja… rijkeluiszoontjes dan wel, maar niet alle rijkeluispapaatjes zijn katjes om zonder handschoenen aan te pakken hoor! Onze achting voor de burgemeester begon zienderogen te stijgen.

Opvoeding! Daar draait het allemaal om. En X. is ondertussen een heel prominente figuur geworden in het Belgische bankwezen!

Willy.

28-06-2011 om 09:06 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
27-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adempauze en CV

Ja… eventjes een adempauze nemen, met een foto van 'Fred' en ik tijdens onze laatste dienstjaren.

Toen de moto’s al lang verleden tijd waren en we de leiding over een wielerwedstrijd hadden.

Foto nét na de wedstrijd genomen, napratend met een van de inrichters.

Toen we al veel van onze pluimen, maar niets van onze streken hadden verloren.

Die foto heeft heel lang op een ereplaats in het stamcafé van die wielerclub gehangen. Waar we trouwens ook welkome gasten waren.

Zowel de patron als de bazin van dit kroegje zijn inmiddels helaas overleden.

God hebbe hun ziel, en bedanke hen nog maar eens voor de vele biertjes en snackjes die we er hebben mogen smaken.

Misschien ook moest ik maar van de gelegenheid gebruik maken om een stukje van mijn C.V. toe te lichten. In het begin sprak ik enkel maar over vergaderingen, samenwerking met politici en zo… en nu plots komen daar die politieverhaaltjes. Grotendeels gefantaseerd, maar telkens toch in mindere of meerdere mate gelinkt aan waargebeurde feiten. Soms ook helemààl echt… soms helemaal gefantaseerd. Meer mag ik niet verklappen!

Waar zit nu het verband tussen die twee heel aparte werelden?

Wel, in 1963 kwam ik bij de politie. Zat zes maand later in de motorbrigade en bleef daar 18 jaar.

De rest van mijn carrière bracht ik door als chef van de verkeerstechnische dienst, nog altijd bij de politie. Verkeersbeleid dus. En het was in dié functie dat ik leerde wat vergaderen is of zou moeten zijn, en een grote hekel kreeg aan concensussen. Consensussen zijn voor kinderen. Of voor mensen zonder visie. Maar niet voor volwassenen die het klappen van de zweep hebben geleerd.!

Foto: één week vóór mijn pensionering, met enkele medewerkers.

Fred werd na zijn motorperiode algemeen dienstleider in het politiekorps, en samen (natuurlijk!) stonden we in voor de verkeersveiligheid tijdens manifestaties. Waarin hij dan de nodige manschappen inzette, en ik voor de nodige verkeerssignalisatie zorgde. (En we samen ook wel eens tijdelijk ‘verdwenen’).

Vóór de politie zat ik zes jaar in een technische branche: onderhoud van machines in een vleesconservenfabriek, na een korte tussenstop in een VW garage. Maar toekomstgericht denken dreef me naar de politie.

Wat ik van dit alles het liefste deed? Alles! En alles sloot ook naaldloos op elkaar aan:

Mijn verplaatsingen in weer en wind met de brommer naar de fabriek hadden mijn liefde voor gemotoriseerde tweewielers hoog doen oplaaien. Van die hobby wist ik bij de politie mijn beroep te maken. Toen het motorgeweld in mijn kop was afgekoeld kon ik, wat ik in het verkeer had ervaren, omzetten in gezond verkeersbeleid. En er alles aan doen om de structurele fouten die ik in het verleden had opgemerkt, recht te zetten. Wat trouwens enkel maar lukte door heel hard tegen heilige huisjes en ivoren torens te gaan schoppen. Maar inzet, volharding en geduld lonen! Op de duur kwamen die ivoren torens me zélf om raad vragen!

Wat van dit alles het zwaarste was? Dat laatste!!! Al werd je er niet lichamelijk moe van, na een dag serieus werken was je geestelijk kapot.

Want ook zogenaamd ‘administratief werk’ kun je op twee manieren doen: de plooien uit je broek werken en vechten tot je er bij valt, of alles maar op zijn beloop laten. Maar dan komt het ook niet goed. Dan slaat de wet van Murphy toe!

En dat laatste is nooit aan mij besteed geweest.

Neen. Ik heb me geen moment moeten vervelen in mijn leven. Ook nu nog niet!

Zo. Dat is dan weer opgehelderd.

Willy.

27-06-2011 om 09:57 geschreven door Willy


» Reageer (0)
26-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.No mas boleros.

Omdat het zondag is volgt hier nog een toemaatje:

Een van mijn favoriete muziekjes is ‘No more boleros’. En lange tijd heb ik gedacht dat Geerard Joling dat onovertrefbaar zong.

Tot… ik het van Semino Rossi hoorde!!! In het Spaans!!!

Misschien is het omdat ik in mijn Vlaams lichaam een Spaanse ziel heb zitten, maar de tekst sprak me direct veel meer aan. En ook de stem van Semino overtreft, naar mijn bescheiden mening, die van Geerard.

Je vind het hier:
http://www.youtube.com/watch?v=n00EWMc4SaI

Luister en oordeel!

Hieronder volgt de tekst en de vertaling.

Que puedo hacer
si a mi mente hay que ayudar
para borrar

este dolor
recordando todo el amor
que te di

que triste estoy
no quisiera nunca
recordar esta cansion

que te cante
una y otra vez
y haci me enamore

no mas boleros hay
para que si tu no estas
a qui mi amor
ya no cantare
ningun bolero..

tanto te ame que jamas volvere amar
a otra igual
y esta herida nunca cerara adios

no mas boleros hay.
para que si tu no esta
a qui mi amor
ya no cantare
ningun bolero

nomas boleros hay
ya no cantare
ningun bolero..
no mas boleros hay.

ya no cantare ningun bolero.

Wat kan ik doen?
Als mijn verstand moet geholpen
worden om uit te wissen

dit verdriet.
Al de liefde herinnerend
die ik je gaf

Wat ben ik droevig,
Nooit nog wil ik me
dat lied nog herinneren

dat ik je zong.
Één en andere keer
En aldus verliefd werd.

Geen boleros meer
Want als je hier
niet bent, mijn geliefde
Zal ik nooit nog
een bolero zingen

Ik hield zo van je dat ik nooit meer
van een ander zal houden.
En deze wonde zal nooit sluiten. Vaarwel!

Geen boleros meer!
Want als jij hier
niet bent, mijn geliefde
Zal ik nooit nog
Een bolero zingen

Geen boleros meer
Ik zal nooit
Geen enkele bolero meer zingen.
Geen boleros meer.

Ik zal geen enkele bolero meer zingen.


Willy.

26-06-2011 om 17:51 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDERROOKKROEG.

Eerst even een tip: wie bij Telenet zit en twijfelt of hij in- en uitgaande e-mailverbinding heeft, stuurt een ledige mail naar: Hallo@telenet.be. Als titel bvb. 'test' of wat dan ook. Die mail komt in een automaat, die onmiddellijk antwoordt dat je verbinding in orde is. Krijg je geen mail terug, dan ontvang je niet hé?

Ging gisteren even naar de voorbereidende werkzaamheden kijken in café ‘?’ voor het ‘rokersaquarium’. Een wanhopige poging om zéker het vrolijk gedeelte van het cliënteel te kunnen behouden. Want van azijnflessen hebben ze daar geen kaas gegeten.

Maar wat schrijft die stomme wet voor?

IN EEN ROKERSAFDELING MAG JE JE PINT NIET MEENEMEN!!!

Is dat nog een wet voor de gezondheid? Of een regelrechte haatwet? Of een rokerspestwet?

Wie zal nu zijn pint achterlaten om een ‘droog sigaretje’ te gaan roken in een aquarium?

Welke ‘medegebruiker’ van dit aquarium zal door die pint geschaad worden? Of… kunnen rokers dan weer niet tegen de lucht van bier? Drinken ze dan misschien ‘mee’ via de neus op die manier?

Neen hoor! Hier valt de Wetstraat toch wel helemaal door de mand! Dàt kan ik niet anders omschrijven dan pure haat, nijd en pesterij.

De Wetstraat doet dus ook al mee aan pesterijen, hoewel ze daar zélf wetten tegen maakt!

Na de uitvinding van de ZONDERHAATSTRAAT om de vreemdelingen in de watten te leggen, is men nu overgestapt op regelrechte discriminatie van de eigen bevolking: De ZONDERROOKKROEG!!!

Dat getuigt niet langer van bemoeizucht noch van bezorgdheid voor de gezondheid. Dat getuigt enkel nog van regelrechte haatgevoelens tegenover mensen die het leven nog van de zonnige kant durven bekijken.

Haatgevoelens van azijnpissers, zonder enig probleem gedicteerd aan het zooitje ongeregeld in de Wetstraat. Want aan die lui kun je blijkbaar àl je frustraties en zure oprispingen kwijt!

Wetgevers? Amaai!

En by the way… ondertussen zijn er nog twee kroegjes méér in mijn buurt gesloten! Maar ‘gelukkig’: ééntje werd overgenomen door, verschiet niet...  een Turk!?!

Tiens, is de uitdrukking ‘Roken als een Turk’ dan toch een grove vergissing?

Maar ook dàt is geen landverraad hoor!

Ik vraag me dan wel af wat landverraad dan wél mag zijn. Hoeveel verder kun je nog gaan?

Willy.

26-06-2011 om 00:00 geschreven door Willy


Categorie:rokershoekje
» Reageer (1)
25-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blèèuwe diuuze.

Deze week kocht ik bij Aldi een blauwe blikken doos met koekjes. De doos zat in een kartonnen omhulsel, en toen ik dat er thuis afhaalde en de blauwe kleur zag, barstte ik in een schaterlach los. De blauwe doos is teruggevonden! En ik had direct weer inspiratie voor een nieuw column.

Waarin je dezer dagen toch allemaal inspiratie kunt vinden!

Blèèuwe diuuze was namelijk een onvervalst drankorgel. Een vrouwelijk drankorgel dan wel. Ze had al meer in de cel bij ons op het politiebureel, dan thuis geslapen. Gaf ze trouwens niet om. De cellen waren tenminste proper, terwijl het bij haar thuis één grote gore vuilnisbelt was.

En ze was een Gentse. Zo was ze trouwens aan haar bijnaam gekomen: ze had ooit aangifte komen doen van diefstal van een blauwe doos, waarin ze haar geld bewaarde.

- Wát bent u gestolen mevrouw? Had de inspecteur haar gevraagd.

- Mèèn blèèuwe diuuze! Herhaalde ze in haar sappig Gentse dialect.

En sedertdien blééf het blèèuwe diuuze.

Die blauwe doos bleek trouwens haar kassa te zijn geweest. In betere tijden. Toen ze, na een persoonlijke ‘carrière’ met afnemend succes, kotmadam was geworden. En neen! Niét van studentenkoten! Wél van een minder zedig oord, waar ooit eens een klantje in het WC heel vroom op de muur had geschreven: “Oh sint Jozef die kunt vader worden zonder vogelen, laat ons vogelen zonder vader te worden!”

Ja. Christelijk bleken de klanten toch wel te zijn geweest!

De meisjes moeten het grappig gevonden hebben, want je kon duidelijk zien aan de muur dat die rondom de tekst al regelmatig was afgewassen, maar die tekst zelf werd daarbij angstvallig vermeden. Zodat ze er op de duur als het ware in een wolkje hing. Nu kon je er zéker niet meer naast kijken.

Ja, dat waren gouden tijden geweest voor blèèuwe diuuze. Ze had gelukkig tijdig ingezien dat het voordeliger was dat soort werk van barmhartigheid over te laten aan jongere, en aantrekkelijkere werkneemsters en zelf alleen nog maar het ‘vogelgeld’ in haar blauwe doos te stoppen. Dat handeltje draaide een aantal jaren goed, en beter naarmate de meisjes steeds beter de kneepjes van het vak leerden.

Maar toen haar grietjes, té geleerd geworden, de een na de andere zelf gingen ‘ondernemen’ en kleine zelfstandigen werden met elk een eigen huisje van plezier, kon ze dat soort broodwinning niet meer hard maken en was ze zelf al te verlept om wat dan ook nog hard te krijgen!

En blèèuwe diuuze verzeilde in een neerwaartse spiraal van drank en goedkope ontucht. Af en toe sleepte ze nog wel eens een beschonken OCMW’er mee naar huis om er uit te persen wat er uit te persen viel (euh… geld dan, bedoel ik). Maar veel zal dat ook wel niet geweest zijn.

Waar ze écht van leefde was dan ook een goed verborgen geheim. Waarschijnlijk toch wel ergens te zoeken tussen het zesde en negende gebod. Feit was dat ze toch altijd weer over voldoende financiële middelen bleek te beschikken om zich dagelijks een flink stuk in de kraag te drinken.

Maar de kruik blijft maar drijven tot ze breekt, en op een goede dag kwam een van haar klantjes klacht neerleggen. Een vuil, onverzorgd mannetje dat je al van twee straten ver kon ‘ruiken’ aankomen. Zijn portefeuille bleek verdwenen na een nachtelijk bezoekje aan haar gore huisje… en waarschijnlijk ook aan haar even gore muisje.

En blèèuwe diuuze werd ten huize afgehaald. Niét met een limousine, maar met een patrouillewagen, en zat even later bij ons op het bankje. Beschuldigd van diefstal. Ze was in alle staten! Inspecteur Plettinck die haar moest verhoren, kreeg de volle laag!

- Gèèi moe zwijgen Pietke! Gèèi ee nog niks meegemokt in ui ljèven!

De inspecteur wist niet meer hoe dat varkentje gewassen te krijgen. Met dat mens viel gewoon geen zinnig gesprek te beginnen! Bovendien durfde hij haar niet op minder dan een paar meter te naderen, want het was een en al dranklucht.

Maar toch viel ze door de mand! En door de vuilmand nog wel! Haar eigen vuilmand! En… een beetje geholpen door Fred en ik!

Het was namelijk vuilnisophaling die dag in haar wijk. En Fred, die de conversatie van ver had staan aanhoren, deed me teken mee te komen en we repten ons naar haar woning. En ja, daar stond inderdaad haar vuilbak nog buiten. De plastic vuilniszakken van tegenwoordig waren nog lang niet in voege. We openden het deksel, roerden wat met dichtgeknepen neus in het vuil, en wat kwam daar boven?

De portefeuille!!!

Je moet maar geluk hebben in je leven! Maar Fred had wel een neus voor dat soort geluk dat heus niet vanzelf komt. Geluk waar je daadwerkelijk en gericht moet naar op zoek gaan! Al levert dit soms maar één keer op honderd enig resultaat op. Maar dit keer was het een schot in de roos.

Het geld was er uit, maar ze was dom genoeg geweest de identiteitskaart er in te laten. Kon ze toch niks mee aanvangen vond ze waarschijnlijk. Maar wij des te meer!

- Gij hebt blijkbaar ook nog niets meegemaakt zeker? Vroeg Fred haar toen we terug binnen waren, triomfantelijk zwaaiend met de portefeuille.

- Anders zou je wel slim genoeg geweest zijn die identiteitskaart eerst te verbranden!

Inspecteur Plettinck slaakte een zucht van verlichting. Oef! Dat was weeral opgelost! Hij kon aan zijn proces-verbaal beginnen.

Van verder ontkennen was natuurlijk geen sprake meer. Ze probeerde het nog even over een andere boeg te gooien met een meer typisch vrouwelijk wapen: krokodillentranen. Maar ook dat mocht niet meer baten! De inspecteur had al genoeg achterbakse krokodillen zien wenen. En bovendien lag dat ‘Pietke’ hem nog altijd zwaar op de maag.

En zo werd blèèuwe diuuze er ingeluisd door haar eigen vuilbak.

Kort nadien verhuisde ze uit de gemeente. De grond was haar te warm geworden onder de voeten, en klanten kreeg ze toch niet meer over de vloer. Laat staan in bed!

En nooit hoorden we nog wat van blèèuwe diuuze. Maar we misten ze wel! Want ondanks alles was ze toch wel een van onze onuitputtelijke bronnen van humor geweest. Eventjes een ‘verfrissend’ tussendoortje tussen geparfumeerde fatjeshumor en onbehouwen banditisme.

Willy.

25-06-2011 om 09:39 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)
24-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mededeling!!!

Beste blogvrienden,

Graag doe ik die mededeling niet , maar een aantal onder jullie sturen me met de regelmaat van de klok pps’jes! Heel goed bedoeld en sympathiek. MAAR… ik heb bewust gekozen voor een trage en beperkte internetverbinding omdat ik niet méér nodig heb!

Als je weet dat zo’n pps’je me 15 minuten downloadtijd kost, terwijl ik soms zit te popelen internet voor iets anders te gebruiken of een dringende mail te versturen, begrijpen jullie hopelijk wel dat ik dit helaas niet kan apprecieren! Ze nemen trouwens ook een flinke hap uit mijn downloadlimiet.

Sorry daarvoor en dank bij voorbaat voor jullie begrip!

Willy.

24-06-2011 om 10:57 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antiparasietisme.

Dom en zinloos. Zo was wereldoorlog twee.  Op gang gebr acht door een stommeling: Hitler. Een primitieveling die nog nooit van multicultuur had gehoord! Een man die daardoor de geschiedenis zal ingaan onder de noemer ‘Duitse primitieven’.

Wát een verspilling van energie en mensenlevens! Met kanonnen en tanks de grenzen van een land gaan aanvallen! Hoe primitief! Hoeveel van zijn eigen troepen verspilde hij er niet aan?

Terwijl de oplossing zo voor de hand ligt: laat de domme volkeren in een multiculturele samenleving geloven, en zend je zonen uit naar alle werelddelen die je wilt veroveren.

Laat ze infiltreren in handel en politiek. Laat ze hun eigen kerken bouwen met de centjes van het ‘gastland’. Laat ze de plaatselijke culturen ondermijnen als blinde mollen onder een mooi groen grasveld. Laat ze zich vermenigvuldigen als de konijnen… en wacht een paar generaties af.

En zonder slag of stoot is wereldoorlog III gewonnen!

Niét met de energie van de aanvallers.

Wél met de energie van de overwonnenen, die zo stom waren je heilsoldaten voor minderheidsgroepen, kansarmen en armoedzaaiers te aanzien en ze dus alle mogelijke steun en kansen verleenden.

Ze aan hun borst koesterden… ze knuffelden als onmondige baby’tjes… ze gave en goed toestopten… ja, zelfs humanitaire diensten uit de grond stampten zoals centra voor gelijkheid van kansen, asielcentra en meer dergelijke bullshit. Allemaal op kosten én tot grote schade van het ‘landeigen volk’, dat bij avond niet eens meer de deur uit kan zonder overvallen te worden.

En vooral: wees het universele voorschrift, eigen aan alle religies, indachtig: “Ga en vermenigvuldig u.” Laat dàt vooral geen dode letter blijven! Laat desnoods de condooms uit de handel halen! Laat de baarmoeders hun werk doen als volwaardige strijdwapens! Dàt is pas moderne oorlogvoering!

Ja, Hitler had echt een paar generaties later moeten geboren worden. Dan kon wereldoorlog II overgeslagen worden en zaten we al direct in wereldoorlog III.

Daar zitten we nu trouwens ook in, maar de meesten van ons beseffen het (nog) niet.

Maar wat nog erger is: de toekomstige overwinnaars zijn bovendien van een heel ander soort en ras! Vegen hun kont aan onze rijke cultuur, met zweet, bloed en tranen bijeengesprokkeld.

Willen alleen maar óns geld, in combinatie met hún cultuur en hún religie.

En zo zullen wij de militaire geschiedenis ingaan als het volk dat zichzelf versloeg, met eigen energie en spaarcentjes, en het duur verworven land overleverde aan de vijand.

Met OCMW-kanonnen en gelijke-kansen-bommen. Met zelfmoord-wetten en parlementaire booby-traps. Met knuffeltjes hier en knuffeltjes daar voor de vreemden. Terwijl het eigen volk in de kou bleef staan en als een kudde gehersenspoelde koeien bleef meeloeien.

En de geschiedschrijvers zullen (her-)schrijven: ‘De Belgen waren de domsten onder de Galliërs.’

Landverraad? Mobaneegij! Dat heet ‘modern manegement’! Maar dat moet je kunnen begrijpen, en daarvoor moet je ‘geleerd’ zijn! En dat ben ik dus niet!

Ben ik dan een racist? Met klem: NEEN!

Ik ben een anti-parasietist. (Niet verwarren met parachutist!)

- Ik heb respect voor elk ras, kleur en godsdienst.

- Zo lang die godsdienst niet tot terrorisme en parasietisme leidt.

- Ik vind dat parasieten niet thuishoren in onze samenleving. Of ze nu blank, bruin, blauw, rood of groen zijn.

- Wie niet wil werken voor zijn brood, wie niet wil leren voor een fatsoenlijk beroep en bestaan, verdient geen plaats in mijn omgeving. Van wélk ras die kerel ook is, ik hoef hem niet in mijn achtertuin.

Als dit alles racisme noemt, dan ben ik zéker, en méér zelfs, racistisch tegenover mijn eigen volk en regering, die grootschalig parasietisme onbeschaamd aanmoedigen.


Willy.

24-06-2011 om 08:52 geschreven door Willy


» Reageer (1)
23-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Knipperlichtrelaties.

Commissaris Hongermaat stond er op dat we elke vrijdagavond ‘verkeerscontrole’ deden op de invalsweg aan het station. Zoveel mogelijk binnenkomende wagens controleren op alles wat ook maar kon gecontroleerd worden. En zelfs als alles in orde was, toch de identiteit van de bestuurder noteren. Je wist maar nooit dat het ooit van pas kon komen te weten wie op welk tijdstip waar was.

Van dat soort onnozele wetten als ‘wet op de privacy’ hadden we immers nog nooit gehoord. Trouwens: wiéns privacy? Die van boeven en ander ongedierte? Kom nou…

Waarom juist op vrijdagavond? Wel, dat was het tijdstip waarop de ‘beau monde’ van Brussel en omstreken de badstad begon binnen te rijden voor een zalig weekend aan zee.

Was er dan iets mis met die beau monde? Welnee! Helemaal niet, maar in hun kielzog werd allerlei gespuis meegezogen met de bedoeling een graantje mee te pikken van dat rijke, maar soms ook dom en nonchalante leven. Vooral dan in de vrije weekends, als ook dié mensen de riem er af legden en meer op plezier dan op nadenken gericht waren.

En dat gespuis kon zowel bestaan uit regelrecht tuig van de richel en zakkenrollers, als ‘col en plastron’ meneertjes, piekfijn uitgedost en met een vlotte babbel. Zich voordoende als verzekeringsagenten, financieel adviseurs, of whatever. Als ze maar aan je poen konden geraken.

Enfin, twee tegengestelde soorten dus van een onderwereld die zich mee verplaatst met de geldstromen.

En daar wilde Hongermaat paal en perk aan stellen. Onder zijn leiding moest de badstad als een middeleeuwse versterkte burcht worden waar je niet in kwam zonder grondige controle. Waar de rijken zorgeloos hun voordeur konden openlaten en toch rijk blijven. Waar dan misschien wel vanalles te jatten viel, als je geen rekening had moeten houden met de waard. En de waard… dat waren wij!

En toevallig (?) ook weer rond diezelfde tijd klonk overal het nummertje ‘Mijn vriend Benjamin’ van Louis Neefs. En tot op heden tintelen er nog steeds pretlichtjes in mijn ogen als ik hem hoor zingen: “Dan maar weer terug naar Knokke-Zoute, om er naar de zon te zoeken. Maar ze hadden ons zien komen en ze hadden er geen hulp vandoen…’.

Jawel hoor! Héél toepasselijk! WIJ hadden ze zien komen en hadden inderdaad geen ‘dergelijke’ hulp vandoen! Die tekstschrijver moet een bekende van ons geweest zijn. Moet ons van dichtbij hebben meegemaakt. Kán niet anders. Zéker weten!

We konden natuurlijk maar een klein percentage van het binnenrijdend verkeer controleren, maar het was vooral als afschrikmiddel bedoeld. Lieden met minder goede bedoelingen zagen het, trokken er de juiste conclusies uit, en verlegden hun werkterrein. En ja! Het werkte inderdaad! En wel drommels goed.

En het was géén beslissing van bovenaf, daar ergens in de duistere, mistige gangen van de Wetstraat. Het was een beslissing van Hongermaat himself, aangepast aan de plaatselijke omstandigheden en noden.

Af en toe deden we op die manier toch wel interessante vangsten, maar er waren ook vrijdagen dat de vis helemaal niet wilde bijten, en we hier en daar maar een achterlichtje vonden dat niet werkte of zo… enfin, zaakjes waar we niet eens ons boekje voor bovenhaalden.

En op zo’n ‘vervelende’ vrijdagavond liet ik een jongedame met een VW kevertje voor controle naar de kant rijden. De VW kevertjes uit die tijd waren al van modernere attributen voorzien, maar ik had niet in de gaten dat dit exemplaar een ouwetje was… Maar dat zou ik al gauw merken!

Boog me, van geen gevaar bewust, naar het zijraampje en vroeg het juffertje even haar linker knipperlicht te laten werken.

Haar blanke handje (zonder trouwring) gleed aarzelend naar een hefboompje. Ik begon zowaar verliefd te worden! Maar toen:

Floep! Een ‘knuppeltje met een lampje erin’ zwaaide uit zijn behuizingkje en tikte recht op de gevoeligste plaats van mijn reukorgaan! Het lampje bleef vrolijk knipperen. Als een kwispelstaartend hondje: “Deed ik dat goed? heb ik nu een klontje verdiend?”

- Auw verdorie!

- Sorry hoor agent, maar je hebt er toch om gevraagd hé? Deed het meisje bedeesd, niet wetend hoe zich te gedragen, amper in staat zich te bedwingen…

Want inderdaad, die héél oude kevertjes hadden ‘uitklappende’ knipperlichten en daar had ik, stommeling, totaal niet op gelet. En dat ze héél erg venijnige klappen konden uitdelen voelde ik nu ook pas aan den lijve, tot mijn schade en schande.

- Weet je wel dat ik je kan vervolgen voor slagen aan de politie? Deed ik quasi-boos, maar ze zag wel dat ik me, net als zijzelf, moest inhouden van het lachen. Ik sloeg de rest van de controle dan ook maar over.

Toen ze, nog steeds giechelend, doorreed, keek ik om.

Fred stond er niet meer.

Fred lag dubbel van het lachen achter een struik.

En nog dagenlang begroette hij me met de ‘bezorgde’ vraag of mijn neus nog pijn deed.

Tja, dat was nu toch ook niet bepaald een jongedame waarmee ik een ‘knipperlichtrelatie’ zou durven aangaan! Wie weet op welk onheil dàt zou uitdraaien. Nu had de schade zich tenminste maar tot mijn neus beperkt!

En zeggen dat ik ooit in een VW garage had gewerkt! Toen die dingen wél nog dagelijkse kost waren! En thuis, gefascineerd, met dat magnetisch ‘uitwipsysteem’ had geëxperimenteerd als ik een vervangen exemplaar kon meenemen uit de vuilnisbak. Stomme, stomme Willy!

Willy.

23-06-2011 om 09:05 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 02
» Reageer (0)


Foto

Over mezelf:
Bouwjaar:
1941
Geboren:   Ja.
Geslacht:   Neen. 
                    Nog levend.
Adres:        Hier.
Beroep:      Levensgenieter.
Hobby's:    Veel.
Talen:         Ja. Vooral
                    betalen.
MEDEDELING:
Voor enkel politie-verhaaltjes, klik onderaan deze marge op 'fictie'.
Inhoud blog
  • Verblindingspolitiek.
  • Afgewend!
  • Charly's angels.
  • Nieuwe tijden.
  • Een nieuw jaar...
  • Nieuwjaar!
  • Kerst
  • Be happy!
  • Winterse gevoelens.
  • De bron van het kwaad.
  • Zondagse mijmeringen.
  • De illusionist.
  • Staken?
  • Herinneringen.
  • Nationalisme.
  • Ontdekkingsreis
  • Het septembergevoel
  • Jeugd.
  • Amateurs.
  • Nadenken.
  • Who did it?
  • Moord en brand.
  • Partnerbedrog?
  • Doordenkertje.
  • Kuddegeest!
  • De échte racist!
  • Mosselfestijn.
  • Arrogantie.
  • Ontroerend onschuldig!
  • Maatschappijkritisch.
  • Zomerhit.
  • Serenata.
  • Soelaas.
  • Mijn dag.
  • Greensleeves
  • Defilé.
  • Vrouw en maatschappij.
  • Beschamend!
  • Overdreven snelheid? ...
  • Sapristi!
  • Integratie.
  • Privatisering.
  • Koffiedik kijken!
  • Daar is ie dan!
  • Me-time.
  • Euh...
  • Levering!
  • Voor elkaar.
  • Nooit tevreden dan?
  • Reageren?
  • Bankstrategie.
  • Analfabeet?
  • Zeelucht.
  • La vie de Chateau!
  • Hedendaagse jeugd.
  • Thuisgevoel.
  • Levenskwaliteit.
  • Pasen!
  • Van frigoboxtoeristen...
  • Knokkeblues.
  • Perfectie!
  • Naweeën.
  • Volksmentaliteit.
  • Balconytalk.
  • Mijn nieuw stekje.
  • Welkom in Knokke!
  • Welkom in Knokke.
  • Afscheid van Oostende.
  • Nadere kennismaking.
  • Zondag!
  • Scannen!
  • Te gek!
  • Uitbollen!
  • Nog eens zwerfmail
  • Proef op de som.
  • Emotions.
  • Levenskunst.
  • Verhuismodus.
  • Euforie!
  • Dubbele namen.
  • Jonger dan je denkt.
  • Back to the roots!
  • Leve de vrede!
  • In den beginne...
  • Land van belofte.
  • Ik weet het niet...
  • Zeventien procent!!!
  • Dagdromen.
  • Gewenning.
  • Diversiteit.
  • De huidige generatie...
  • Schrijfseltje.
  • Geluid op hol.
  • De vierde dag.
  • Landverraad!
  • Aardbewoners (2)
  • Aardbewoners.
  • Magic Bullit?
  • Citroentip.
  • Nieuwe technologie.
  • Een nieuw jaar.
  • De facebookgeneratie!
  • Stil!
  • Kerst.
  • De nachtmis.
  • Woordenschat.
  • Tijdloosheid.
  • Interesses.
  • Arm Fientje!
  • Minderjarig gespuis.
  • Hersenen.
  • Wie durft?
  • Vrouwelijke rariteiten.
  • Ach die hippies!
  • Een hondenleven.
  • Gierig of efficiënt?
  • Vluchten voor wat?
  • Waar Welk Weer?
  • Nostalgisch tussendoortje.
  • Jezelf ontmoeten!
  • Muzikaal intermezzo.
  • Oorlogje spelen.
  • Streepje muziek?
  • Strangers in paradise.
  • Net gemist.
  • Scrollen maar!
  • Eerste resultaten.
  • Incognito!
  • Soms...
  • Winteruur.
  • Missen.
  • Eenzaam OF alleen?
  • Oktobergedicht.
  • Terreur.
  • Keyboard geleverd!
  • De oude tijd.
  • Gevonden...
  • Blogberichtje.
  • Jaargetijden.
  • Memoires
  • People.
  • Oktobermarkt.
  • Hygiëne.
  • Kommiezeslunsen.
  • Generatiekloven.
  • Vrolijk België!
  • Koken voor dummies.
  • ALS... (remake)
  • Als. (Herhaling)
  • Treintje spelen.
  • Peutercriminaliteit.
  • Foei!
  • Het Evasyndroom.
  • Hoezo?
  • Bewust zijn!
  • Levenslust!
  • Religieus gedicht.
  • Lonely boy?
  • Gezondheid!
  • Septemberse weeën.
  • Mens sana...
  • Blogberichtje.
  • Hugo Claus
  • Goed gevoel.
  • Reageren.
  • Vier 'heemse' kinderen?
  • De leeflonende leefloners.
  • Slim, niet mo-slim Japan!
  • Net gehoord...
  • Asociaal of wat?
  • Democratie.
  • Chinese pralines.
  • De kracht van humor!
  • Eenmanshuishouden!
  • Westerse bemoeiingen
  • De citroen (2)
  • Gratis opvang.
  • Jager of prooi?
  • Growing older 2013
  • Besnijdenis/verminking.
  • Goden of kosmonauten?(2)
  • Extremisme of boerenbedrog?
  • De zwarte raaf.
  • Goden of kosmonauten?
  • Indringers.
  • Stil verdriet.
  • Hersenen!
  • Feelings.
  • Ode aan de citroen.
  • Gesmolten inspiratie!
  • Amigos para siempre.
  • Verloederend gespuis.
  • Komkommertijd.
  • O zee!
  • Keramisch kookplezier.
  • Illegaal?
  • Religieus extremisme.
  • Verdraagzaamheid?
  • In de nor.
  • De 21° eeuw?

    Archief per maand
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010



    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • waar schrijf je niet meer
  • hallo Willy
  • gelukkige verjaardag
  • waanzinnig waterige woensdagwensen
  • EOAI

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Laatste commentaren
  • Bedankt Dr Ilekhojie voor (Imelda Diamante)
        op Relativeren.
  • Black Magic Protection Specialist in Melbourne Psychic Voodoo Love Spell Caster Call ☎ +27765274256 Spells To Return Back Ex Lover (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Black Magic Protection Specialist in Melbourne Psychic Voodoo Love Spell Caster Call ☎ +27765274256 Spells To Return Back Ex Lover (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Call/WhatsApp +27765274256 Black Magic Removal Expert in United Kingdom, Carribean, Middle East, Scandinavia, Oceania, Pacific Islands, Africa, Central America, North America, Greenland, Antarctica and South America (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Call/Text ☎ +27765274256 Remote Viewer, Healer and Magic Spell Caster Specialist in London, Lisbon, Denver, Dallas, Melbourne, Adelaide, Miami, Stockholm, Oslo, Brussels, New York, Athens, Beirut and Chicago (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Blog als favoriet !


    Categorieën
  • Chico2 (19)
  • Chicofotos (25)
  • Computertips. (11)
  • Culinaire avonturen. (2)
  • Fictie 01. (10)
  • Fictie 02 (10)
  • Fictie 03 (8)
  • INHOUD BLOG. (6)
  • Kroniek van een overlijden. (19)
  • Kroniek van een overlijden2 (11)
  • rokershoekje (17)

  • Mijn favorieten
  • Lieve
  • Fredje
  • Johan1944

  • Interessante blogtips:
  • Febe


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!