Zoeken in blog

Dit blog wordt regelmatig bijgewerkt - this blog will be updated regulary

Beste lezer, mocht u onverwachts grammatica foutjes tegenkomen in de reportages/verhalen op dit blog, bij deze mijn verontschuldiging, Wayn, Storyteller

Dear reader, if you encounter, unexpectedly  grammar mistakes in the reports / stories on this blog,  my apology, Wayn, Storyteller

NIEUW BOEK VAN WAYN PIETERS ''SURUCUCU' BESTELLEN ramblinwayn@home.nl

 
  • Foto
    PLOT: Tonho gaat op zoek naar de moordenaar van zijn vader Lirio, omgebracht voor ruwe diamanten. Hij raakt verzeild in een wereld van intriges, moord en komt in bezit van een schatkaart. Het avontuur begint in Rio de Janeiro. Via de Mato Grosso en junglestad Manaus komt hij tenslotte terecht in Novo Mundo, Pará, waar 258 jaar geleden een goudschat begraven werd. Dit is ook het gebied van de Mundurucu-stam, met hun mysterieuze wereld en het woud van de Surucucu slangen, het metafysische van Amazonas. Het verhaal geeft een visie op de Braziliaanse samenleving en vraagt begrip voor het Indianen-vraagstuk. 

    BIOGRAFIE: Wayn Pieters (1948) werd geboren in Maastricht. Naast auteur is hij kunstschilder en singer-songwriter. Sinds 1990 bezoekt hij Brazilië, waar hij vele reizen ondernam en in 1995 een bezoek bracht aan de Xavante Indianen in de staat Mato Grosso. Zijn oom, pater Thomas, die 40 jaar in Brazilië werkte, omschreef hem ooit: ‘Op zijn reizen door Brazilië wordt hij geleid door een mystiek gevoel van broederlijke verbondenheid met ras, bloed en bodem.’

    Verschenen 2014 Verkoopprijs: € 15,95 (exclusief verzendkosten)

    Foto
    BOEK WAYN PIETERS: XINGU, DE INDIANEN, HUN MYTHEN mythologische verhalen der Xingu Indianen- midden-Brazilië vert. van uit Portugees/uitg. Free Musketeers - Het boek is verkrijgbaar bij boekhandel 'DE TRIBUNE' aan de Kapoenstraat te Maastricht
  • VOOR BESTELLING van de boeken/ to order the novels 'SURUCUCU' EN XINGU, DE INDIANEN, HUN MYTHEN via internet en INFORMATIE: FREE MUSKETEERS - klik hier
  • Kansrijk uitgeven voor iedereen! Kunt u deze promotiemailing niet lezen? Bekijk hem in uw browser. Het nieuwe boek van Wayn Pieters Tonho gaat op zoek naar de moordenaar van zijn vader Lirio, omgebracht voor ruwe diamanten. Hij raakt verzeild
  • WAYN
  • BEZOEK TEVENS CULTUUR BLOG/ Visit also cultuur blog WAYN 'WAYNART' (Engels)
  • Foto
    STORYTELLER & beeld van LUIZ GONZAGA IN RIO
    Foto
  • IBISS -Instituto Brasileiro de Inovações em Sáude e Social (Braziliaans Instituut ter innovatie in de gezondheids & soiciale zorg) IBISS is actief in de favela's van Rio de Janeiro
  • Foto
    Foto
    'Einde van de neo-liberale bezetting in Brazilië!' - The end of the neo-liberal occupation in Brazil!
    Latuff 2002
    Foto
  • Stichting PRO-AMAZONAS, steunt het werk van (support the mission of padre) pater Jan Derickx in Bengui, Belém
  • BEHOUD AMAZONE GEBIED art. Volkskrant 10 feb. 2009
  • Foto

    Roman over Brazilië: over het volk, Xavante Indianen, aanwezigheid van de Vikingen, Umbanda-cultus, erotiek, geschiedenis, politiek en intriges.
    plot: In het Xavante reservaat in de Mato Grosso worden stenenplaten met Viking schrift ontdekt door archeologen. Bij de opgravingen worden Indianen en houtkappers gedood. Er volgt de moord op een Amerikaanse Indianen beschermer. Couto, een naïve inspecteur van Japanse komaf moet de zaak onderzoeken. Het wordt een tijding van intriges en moorden, haat en liefde. Het leven van de Xavante-stam loopt centraal door het verhaal, net als de stelling dat Noormannen al in Brazilië waren vóór Cabral, terwijl de Macumba/Umbanda cultus belangrijk is in het geheel.
    De roman schreef ik, geinspireerd door mijn reizen, en indrukken.
    UItgegeven in eigen beheer; BRAWABOOKS 2005 281blz. in a-4 druk
    stuur een e-mail met adres en het boek wordt toegestuurd, euro 17,00,- inc. verzendkosten, u betaald met giro op bijgevoegd reken.nr
    opbrengst voor kleinschalig project
    Wayn

    Hoofdpunten blog waynart
  • paintings ///// silent slideshow
  • xavante boy ////schildery
  • peace in the valley rec. live in Brazil 2017
  • Cowboy Jack Clement - A Girl I Used To Know
  • 'Vaya Con Dios' Paintings by Ramblin Wayn
  • BRAZILIË - BEGINTHIER.NL
  • WAYN ON YOUTUBE
  • ORIGINALS VAN RW
  • BRASIL / impressies / reisverhalen
    Op zoek naar de Ware Ziel van Brazilië - Het alternatief
    10-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE ORIXAS VAN DE UMBANDA deel 3
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    'Sint Joris met paard en vrouw' 
    Storyteller 2006, olie op papier






    De Pai de Santo staat klaar in zijn smetteloos wit linnen kostuum, waardoor zijn zwart gezicht en grijze krulharen een kunstwerk lijkt. Hij is getrouwd met de moeder der heilige, en dit zal zeker in de omgang in het dagelijks leven een progessie zijn. Hij is de rust zelve, kalm en modest,  als hij me vriendelijk begroet en uitleg geeft.
    Ik vraag hem of ik enkele fotos mag nemen en hij heeft geen enkel bezwaar. (Dit kan wel eens anders zijn, bij een bezoek aan een piepklein tempeltje in Rio Bonito bij Rio de Janeiro, werd mij dit ten strengste verboden.)
    Het is negen uur wanneer de 'plechtigheid', een van mijn kant erg conventioneel gezegde, toch gezien in de context van het gebeuren terecht, begint.
    De zwarte man neemt een klein zilver belletje en rammelt ermee waarna de gezangen inzetten en een rite volgt die de tempel moet beschermen tegen de kwade geesten.
    Op de vloer zijn nu de 'mediums' in beweging, de kinderen van de 'mai do Santo', die zelf nog niet te zien is.
    Ik verbaas mij over de melodieuze songs, die met overgaven en drift worden gezongen, terwijl aan een zijkant drie drummers het ritme aangeven op bongos.
    De trommelaars blijven de gehele viering op hun troms slaan, een viering die doorgaat tot 6 uur in de ochtend, dus een wonderbaarlijk resultaat. Alleen is er een kleine rustpauze tussen de twee gesepareerde ceremonies, die van het 'witte' en aanroepen der Orixas, en het 2de als, enigzins met cynisme, de 'Hel' wordt uitgebeeld.
    Langzaam beginnen de eerste dansers en zangers zich te begeven op hoger gelegen paden. Er tussendoor steken ze dikke sigaren op, waaraan met heftigheid geinhaleert wordt, en drinken rode wijn of pinga, suikerrietjenever.
    Ik vraag me af of de rondraaiende mensen niet misselijk worden, en hun  maag een soort cementmolen is.
    Een jonge vrouw wordt bevangen door een geest en blijft zeker een kwartier lang draaien als een kindertol.
    Af en toe moet men haar vasthouden daar ze niet neervalt, doch men weerhoudt haar niet. Men zegt mij dat ze een slecht contact heeft met haar Orixa. Anderen slingeren van links naar rechts over de vloer, terwijl ze kreten uitstoten en aan hun glas slurpen of diep inhaleren aan een 'palha-sigaret', (zwarte tabak in maïsblad) of sigaar (in Brazilië gaat 70% van de landelijke sigaarproduktie naar Umbanda of Macumba centers.)
    Dan opeens wordt er een jongeman, die op de bank achter me zit, in bezit genomen door een Orixa. De eerst zo kalm ogende neger slaat nu met zijn armen en glijdt weg op de vloer. Het is mogelijk, want men kan ook als medium dienen als men niét deelneemt aan de viering. De jonge neger wordt letterlijk de vloer opgezogen door een onzichtbare kracht, waaraan hij geen weerstand kan bieden. Zijn lichaam schudt en al draaiend stort hij op de vloer. Zijn ogen zijn groot en zijn mond geeft bizarre klanken weer. Hij wordt weer op de been geholpen door de zwarte vader en draait weer verder over stenen vloer, zijn hoofd gericht naar de hemel, terwijl zijn handen naar iets reiken, wat voor mij onzichtbaar is. 
    Hij blijkt een slecht geweten te hebben, iets op z'n kerfstok, en nu probeert zijn Orixa toegang te vinden tot zijn ziel, om hem te helpen en de duivel uit hem te drijven.
    De andere mensen dansen, draaien en zingen verder. Ze uitten kreten die mij doen denken aan dieren, of aan de 'vaqueiros', de Braziliaanse cowboys, die hun vee bijeendrijven.
    Ze lopen af en toe naar de zijmuur om een fluim te deponeren in de spuugbakjes, die daar staan opgesteld.
    Dan word er opeens een praalboog gevormd vanaf de heilige dansvloer, langs de gasten, naar een achterdoor gelegen kamertje. Onder uitbundige begroeting komt de 'Mai do Santo' door de boog, op weg naar haar stoel, gekleed in een wit blouse en rok en omhangen met kleurrijke halskettingen.
    Ik zie dat de mensen een achting hebben voor de 'priesteres', een aanzienlijk woord, maar in de ogen van de mediums, een waarheid.


    wordt vervolgd...

    10-04-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    09-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.POMBA-GIRA (Duif-die-zich-ronddraait)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Pomba-Gira, de heilige hoer, is de vrouw van Exú. Die net als hij overspel niet schuwt. Hoewel ze vaak wordt aangeroepen in negatieve zin, ook sexueel, is zij een sterke beschermster, die help als er geen uitweg meer is en alle andere Orixas het laten afweten. Ze wordt vaak afgebeeld als een vrouw hangend tegen een bar. Ze draagt een snoer met afwisselend drie rode, witte en zwarte kralen en houdt van chocolaat, sigaren en champagne. Net als Exú verreert ze gepepert eten. Ze is gek op rozen, maar als je haar die schenkt, is het raadzaam eerst de doornen te verwijderen. 
    Vrijdag is haar dag, daar het het begin is van het weekend.
    Je kan beter haar minnaar zijn, dan vijand.


    09-04-2008 om 22:10 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE ORIXAS VAN DE UMBANDA deel 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Exú, beeld in een Macumba winkel te Niteroi

    Het is zeven uur als we aankomen in het smalle straatje in een buitenwijk van Niteroi waar zich het 'terreira' bevindt.
    In de ruimte is het fris en langzaam worden de eerste kaarsen aangestoken. De ceremonie-vloer wordt gescheiden door een stenenmuurtje, waarachter enkele houten banken en stoelen staan waar de gasten kunnen plaatsnemen. Achterdoor op de heilige vloer is een klein altaar in een soort grote nis, dat wordt afgeschermd door een helder wit gordijn. Langzaam komen de leden van de groep naar binnen en bereiden zich voor op de ceremonie.
    Het valt me op dat in de groep zich veel blanken bevinden, dit in tegenstelling tot de Macumba. Ik ontwaar twee blonde vrouwen en ook de 'heilige moeder' is blank. Ze is in de zestig en heet Helena. Wanneer het gordijn voor het altaar opzij wordt geschoven zie ik de beelden, een representatie van blanke Heiligen.
    Het is terug te voeren naar de slaventijd, toen het de slaven ten strengste verboden werd om hun traditionele goden te aanbidden. Bij aankomst in Brazilië vonden de Portugese grondbezitters in samenwerking met de christelijk overheersres, dat deze zwarten zo snel mogelijk bekeerd moesten worden. De onwilligen onder hen kregen zware lijfstraffen en werden aan het 'tronco', martelpaal, gebonden, gezweeptslaagd, met hete ijzers bewerkt, tong uitgetrokken of gecastreerd.
    Geen enkel middel schuwde de 'goedgelovige Christenen' om hun slaven tot het inzicht te brengen.
    Doch de slaven bleven hun goden aanbidden in het aanzicht van een heilig blank beeld, dus, terwijl zij kwansuis hun verzoeken deden tot de blanke Heiligen, waren hun gedachten bij hun Afrikaanse god.
    Hierdoor kwam de verwonderswaardige combinatie tot stand van geloof, het samenspel van de Goden der slaaf en de Heiligen van de christelijke blanke.
    Dit resulteerde in het het volgende:
    Oxalá (de allerhoogste) werd Jezus Christus
    Ogun (god van oorlog) werd Sint Sebastiaan
    Xangó (god van de donder) werd de Heilige Hiëroniemes
    Omumlú (god van de ziekte) Sint Lazarus
    Oxóssi (gos van de jacht) werd Sint Joris
    Oxum (godin der vruchtbaarheid) werd de O.l.v van Candeias en
    Imanjá (godin van het water) werd aanbeden als de Heilge maagd Maria.
    Dan is er nog de belangrijke, Exú.
    Zijn naam wordt vaak in verband gebracht met het slechte de duivel, maar hij is een cryptisch figuur, een grapjas, die wegen opent en geintjes uithaalt. Hij is veelzijdig en staat ook beeld voor sexualiteit, eigenlijk meer voor potentie, waardoor hij vaak met een enorme penis is afgebeeld.
    Hij is zelfs in staat iemand hulp te bieden om in contact te treden met de 'Orixas', maar hij kan dit ook tegenwerken.
    Men vind hem vaak aan de ingang van het Terreira, de gezegende grond. Het is dan ook aanbevolen hem een groet te brengen, om naderhand vreemde gebeurtenissen te vermijden, zoal het betrokken raken bij ongelukken, beroving of problemen van uiteenlopende aard, waaronder natuurlijk het sexuele.
    Dus houdt hem tot vriend.
    wordt vervolgd...



    Offerande voor de 'Orixas' bij een 'cachoeira', waterval, in de buurt van Tanguá, Rj

    09-04-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    08-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ORIXAS VAN DE UMBANDA deel 1 van 5
    Klik op de afbeelding om de link te volgen OGUN (In de cultus van de Umbanda, de god van de strijd, vuur en ijzer. Broer van Exú en Oxossi. Zijn symbool is een ijzeren zwaard, genaamd Idá en zijn dag is dinsdag.











    Het is een kille avond in mei. De temperatuur komt niet boven de 20 graden uit. Ik ben, samen met mijn vriendin, op weg naar de stad Niteroi, aan de overzijde van Rio, aan de Guanabara baai, waar we een Umbanda viering zullen bijwonen.
    Dit alles zal plaatstvinden achter een woonhuis, in een soort tempel van 20 bij 20 meter, ingericht als 'Terreiro' of 'Centro Espirita. Hoe kan ik een definitie geven van de cultus?
    De religie heeft een geheel eigen richting gekregen, die in Brazilie eind 19de eeuw tot leven kwam. Zeer belangrijk is de Afrikaanse invloed, maar ook de Indiaanse wortels worden niet ontkend. Er is het 'Kardecisme' en de 'Macumba', zij hebben een groote invloed op de cultus.
    De Macumba is de religie van de armen, (ik kon me niet aan het feit ontrekken dat de Umbanda anders was) terwijl het zuivere Kardecisme meer tegen de middenklasse aanleunt, alsmede het leger (dit weer een verhaal apart is).
    Nu is de grote cultus alom verweven in het 'Candomblé' waarvan de wieg lag in Salvador, Bahia, maar Macumba, Umbanda en Kardecisme zijn tegenwoordig moeilijk te scheiden.
    Het 'Quimbanda' is van ander allure en vertegenoordigd de zwarte magie. Doch dit verdient een meer evidente uitleg. Het Kardecisme kwam voort uit het brein van een zekere Alain Kardec, een Fransman, die in 1850 uitzwierf naar Brazilië. Hij verkondigde te zijn bezeten door een Druïde-geest, schreef vele boeken en luidde een nieuwe spirituele cultus in. Tegen het eind van 1800 vond zijn leer vruchtvolle grond in Brazilië.
    De Macumba is meer populair bij de zwarte mensen van Rio de Janeiro. Zij is minder loyaal aan de Afrikaanse cultus en met meer katholieke invloeden, tevens Indiaans animisme (het toeschrijven van natuurverschijnselen aan zielen van gestorven of geesten), die ook beoordeeld worden als aanwezig zijnde in natuurvoorwerpen zoals stenen, bomen en bloemen.
    De Umbanda gebruikt de redelijkheid van het Kardecisme met de elementen van de Macumba, en heeft tevens elementen van de Islam vermengd, waarin het spiritualisme een alvermogende positie inneemt.
    Tijdens de bijeenkomsten worden de geesten van overledenen, oude Indianen, oude slaven en onschuldige kinderen aangeroepen, die in een medium afdalen en tot de menigte spreken.
    De Umbanda kent diensten waarbij maaltijden en levende dieren worden geofferd. Tijdens de sessies wordt veel gezongen, begeleid door trommels en gedanst, hetgeen de aanwezigen, doch vooral het medium in trance brengt.
    De zogenaamde 'witte Umbanda, die doorgaans in de grote steden wordt gepraktizeerd, heeft alle ontredderende rituelen zoals het offeren van dieren, afgezworen.
    Belangrijk zijn de mythische figuren: De 'Caboclos (in deze context gezien: Indianen) en de 'preto Velho's' (ouden zwarten), terwijl deze caboclos en oude zwarten catogorisch weer individuele geesten hebben, met een eigen naam en geschiedenis.
    De Caboclo vertegenwoordigd de mythe van de Braziliaanse Indianen als zijnde nobele krijgers, hij is altijd actief en rookt sigaren.
    De Preto Velho is in contrarie, hij loopt langzaam als een stokoud iemand met een 'bengala' (stok), rookt zijn pijp, draagt een strohoed en spreekt slecht Portugees. Hij symboliseerd de ouderdom, de vader figuur, de wijsheid, vriendelijk, nederigheid en edelmoedigheid. Hij representeerd ook de zwarte slaaf, hij die loyaal was tegenover de meester, en degene die vocht voor de vrijheid.
    Een belangrijk gegeven is dat de Umbanda verkondigd dat zij niet de oorspronkelijke erfzonde aanvaard, maar dat de mens lijdt onder de zonden van een 'eerder' leven. Het is een gevecht van spirituele vooruitgang en volharden aan de principes van goed,- en gulheid.
    Ik was dus getuige van een 'witte Umbanda', in hoeverre dit te definiëren valt.
    Later verduidelijkte de 'Vader der heiligen' (Pai do Santo), die samen met de 'Moeder der heiligen' (Mai da Santa) de eredienst leidde, dat déze Umbanda, een géén opzicht mocht vergeleken worden met 'Macumba'. Howel ik al uitlegde dat de invloeden duidelijk aanwezig waren. Het was soms verwarrend, en Candomblé, Macumba, en Umbanda vloeien in elkaar over als de kleuren van de regenboog. De zwarte 'Pai' accentueerde mij duidelijk, dat de dienst zuiver in het teken van positivieteit stond, en ver af, heel ver, van de 'Voodoo', hegeen ik hier niet mocht uitspreken.


    wordt vervolgd...

    08-04-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    06-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Colum: Sobreviver (overleven)

    Overleven

    Ik geloofde de jongens wel, de 'tramps', klein en groot, die in de betere buurten van Rio de Janeiro hun slag probeerden te slaan.
    Ik had hun aangesproken, ook daar ze me te aandachtig bekeken, en ik misschien wel een potentieël prooi kon zijn. Ik geef dan wat geld en legt hun uit dat ik ook maar een arme duvel ben, die hier een tijdje in de buurt woont en reportages maakt over het onrecht... en geintreseerd ben in hún overleven... en besef hoe hun situatie moet zijn. 
    Maar daar hebben ze geen boodschap aan... Geld is hun eerste doel, maar sieraden zijn ook geliefd, en als de ring niet snel genoeg van de vinger gaat snijden ze die gelijk maar af... Deze dingen bezit ik niet, buiten mijn geluks-fita (bandje) dat ik om mijn pols draag, en mijn Indiaanse halssnoer, doch daar hebben ze geen aandacht voor of wel repect.
    Andere hebben vuurwapens, die meer dodelijk zijn.... Het is ageren, ook daar de politie hen in de gaten houdt, en hebben die hun eenmaal in het vizier, dan is het rennen om een kogel in de rug te vermijden.
    Dagelijks staan de berichtjes dan ook in de kranten van neergeschoten jongelingen, of verdachten... de 'policia militar' heeft een vrijbrief voor dit soort zaken... o.a Copacabana, Leblon of Ipanema... doorgaans ook het centro zijn plekken waar ze toeslaan. De provocerende toeristen langs de stranden zijn gewoon 'bull-eyes' voor de jongens. De onnozelle arrogante gringo's lopen dan rond, als gelukszoekers  aan de rand van de afgrond. Vrouwen met opgesmukte aangezichten en behangen met glinsterende tooien, ai, ai, ai... ze vragen om gevild te worden.
    De criminaliteit van Rio heeft natuurlijk meerdere richtingen, en dit is maar een klein issue, de grotere bewaar ik voor later.
    Doch voor de straatkids een belangrijke zaak. De hotel eigenaren hebben al lang geleden maatregelen getroffen, daar de clandizie terugliep en de geruchten verspreidt werden dat Rio toch wel linke soep was... Allang zijn daarom de 'huurmoordenaars' actief, 'doodseskaders' die voor een schijntje kinderen of zwervers oppikken, in een busje smakken en afvoeren naar de hel... Het zijn veelal ex-politieagenten die iets moeten bijverdienen... het zijn mensen zonder scrupules. Maar de oorzaak van dit alles is de structuur van het land. Ik spreek hier nu niet van de problemen in de 'favela', daar zal ik later zeker op terugkomen, maar over de run van deze jongeren die vaak al als klein kind weglopen uit de omgeving van hun ouders. Ouders die geen centavo hebben om de dagelijkse rijst en bonen te versieren, of de vader moet nog wel 3 reais hebben voor een fles pinga... De sociale sfeer bepaald de levensloop van deze jongeren... zij die al te lang op straat leven zijn de leiders geworden van hun eigen geweten... Ze hebben geen vertrouwen meer in de maatschappij, hulpverleners, geestelijken of wie dan ook, en zeker niet de politie of het corrupte apparaat... Hun ouders komen vaak van ver, de meesten nu uit het arme noordoosten van Brazilië... daar waar de sertâo, de halfwoestijn hen doet vluchten. Ze komen naar hier, naar Rio of Sâo Paulo, hier is misschien hoop, werk. Daar is niets, een onderdak in een favela is al een voordeel, en zo groeien deze slums gestadig... Wie in de favela woont is meestal  zwart of gekleurd... het is een duidelijk definitie van afkomst... Discriminatie? In Brazilië? Het is een vies woord, maar de ongelijkheid is duidelijk aanwezig, kijk in de politiek... zwarten zijn zo goed als niet aanwezig, de hoogste baantjes zijn voor de blanken, de kleuring staat onderaan, de slaaf. Wat vroeger het 'senzala' (slavenverblijf) was is nu de 'favela'... wat is het verschil? Er zijn vele actie-groepen die protesteren tegen de onderdrukking van de neger... zij de kinderen van Zumbi, de grote slavenleider, zij die vechten voor de vrijheid en bewustwording van de neger in de Braziliaanse maatschappij...
    De jongens op straat zijn weer op pad... de zon schijnt in Rio, de 'cidade marvilhoso', de stad der verrukelijkheid, maar voor hun is er maar één woord: sobreviver.
    En ik slenter verder, met de gedachtte dat ik ze begrijp, alhoewel het woord 'begrip'  wederzijds moet zijn... en gelukkig is dit meestal wel zo...
    Af en toe ontmoette ik de individuele straatjongen, de bedelaar, die vraagt om aalmoes en zoekt in de vuilnisbakken. Hij die om de een of andere redenen zich losmaakte van de groep, de 'loner' in de harde werkelijkheid, die geweld schuwt. Hij sleept zich voort, bedelt, en slaapt op straat waar de burger over hem wegstapt, zij, die niet begrijpen dat hij een slachtoffer is van een inconsistent beleid.
    Storyteller
     
     
     

    Foto storyteller: eenzame straatjongen slapend in de wijk Gloria, Rio dec.2007

    06-04-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    04-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Amazonas girl - Ain't she lovely?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Foto uit een Braziliaans blad (1963) dat ik vond op een rommelmarkt in Sâo Cristovâo, Rio de Janeiro
    bewerkt door storyteller

    04-04-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Caboclo van het groene blad
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De caboclos hebben een grote en hoge betekenis in de religie van de Macumba. Altijd hebben de zwarte mensen en Indianen samen geleefd en hun zienswijze tegenover de blanken overheersers was enigzins gelijk. De Indiaanse tovenaren hielpen de zwarte slaven hun lijden der slavernij te doorstaan. In Brazilië zijn nog immer vele Indiaanse geesten, zij die de geheimen van de wouden bewaren. De zwarten noemen de geesten 'Caboclos', de betoverden.
    Oxossi, de jachtgod, is hun leider, hij die met pijl en boog in hun komt om tegen het slechte te vechten. Ook de Caboclos dringen binnen in de lichamen van de gelovigen. Ze dragen een veer in hun haar en hebben hun gezichten kleurrijk geverfd.
    Er bestaan vele Caboclos, hier volgen enkelen: De Indiaanse Jurema, Tupinamba, De Guarani, die met de zilveren pijlen, de slangenCaboclo, die van het groene blad, die van de rode steen, de koning van het bos, die van de witte pijl... die van de zeven bergen...

    In het verloop zal ik terugkomen op deze 'cultus', de Candombé, Macumba, Umbanda, Quimbanda... allen hebben ze raakpunten... gevoelige

    storyteller

    04-04-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    03-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Xavante Indianen part 14
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is vier uur in de morgen. Ik ga vertrekken uit het dorp. Er gaat een pick-up truck van een ander dorp naar Barra do Garças, en komt hier voorbij om mensen op te pikken. Ik kon langer blijven, maar vond dit het moment om te vertrekken. Ook daar ik geen echte constructieve taak had  in het dorp, buiten misschien de kinderen die mij zagen als hun speciale vriend. Met constructief bedoel ik, nuttig aanwezig zijn, in de vorm van een project of een meer zorgzame taak zoals de rechten beschermen van de stam tegen indringers. Toch heb ik het gevoel dat mijn korte bezoek zin had, want ons wederzijds vertrouwen, is een symbool voor begrip en vriendschap gebleken.
    Buiten is het nog donker en in de verte zie ik de lichten van zaklantaarns schijnen, daar waar de wagen staat te wachten. Ik neem mijn rugzak en loop naar de plek. We zijn met twaalven. Drie gaan er voorin en de rest achter in de laadbak. Roberto gaat met zijn vrouw naar Aragarças, een plaats aan de overzijde van Barra, aan de Araguaia rivier, waar ze de inauguratie bijwonen van een nieuw Funai kantoor. Reginaldo gaat terug naar het hotel in Barra en weer zijn schoollessen op te pakken. Als we vertrekken voel ik dat ik iets heb achtergelaten, een deel van mijn hart, ik besluit het niet op te halen, en het te laten, in het midden van het dorp.

    We nemen een andere weg door het bos en bereiken naar een half uur het grote dorp van Sâo Marcos. De hutten staan als schimmen in de ochtendschemering. De wagen gaat verder door het mysterieuze bos, over kleine riviertjes, langs hangende lianen die ons in het gezicht slaan, en door de kuilen die onze lichamen doen opschudden. De duisternis geeft een extra dimensie aan het woud. Er wordt een korte stop gemaakt om te piesen, en een jonge vrouw hurkt langs de weg om haar behoefte te doen. Ik zie haar mollig lichaam en gevuld gezicht met haar mooie kapsel. Als ze weer in de bak kruipt slaat ze een deken om haar heen en ik zie haar lijdzaam gelaat. Ik weet niet waar ze heen gaat of wat haar toekomst is. Ik vraag het ook niet. Het voelt fris aan en de nachten kunnen in dit tijdstip al kouder zijn. Het zal 18 graden zijn, maar het kan kouder worden in juni.
    Roberto geeft me een hemd met een capuchon, terwijl ik al een tweede hemd had aangetrokken. Want als de asfaltweg bereikt wordt , neemt de snelheid toe en kan het door de wind  fris aanvoelen. De meesten kleden zich dan ook extra, en de kleine jongen van negen drukt zich dichter tegen zijn familie aan. De wagen gaat weer op weg en vermeerderd zijn snelheid, waardoor het guur wordt. Op rand van de bak zit een grijze Indiaan, met een strak gelaat. In zijn mond, die een smalle lijn vormt bengelt een cigaret. Hij beeft als het blad van een mangaboom, maar was zijn hele leven al niet gevuld met kille momenten? Zou deze kou hem nog deren?
    Hij had een deken om zich geslagen en ik geef hem nog een baddoek om zijn borst te beschermen. Hij blijft trots als een pauw rechtop zitten, en het lijkt alsof hij de wind verwelkomt, symbolisch voor hetgeen zijn stam is aangedaan.

    Langzaam breekt de zon door als een gevoelige schittering, die de natuur een schilderachtig aanzien geeft. Het leven ontwaakt, en ik zie nevels vanuit de boden opstijgen en hangend tussen de bomen lijken ze abstracte figuren, waar ieder moment wel een mooie nimf uit kan ontstaan. Ik denk aan de bosgeesten, van het tweebenig kaboutertje, 'sacìzinho de duas pernas', die in de brazilaanse folklore 's nachts reizigers bang maakt, of de 'caboclo de agua', die in de nacht boten doet kantelen. In mijn fantasie zijn ze er, en mogen nu rustig verschijnen. Ik roep zelfs op hen. De heuvels zijn schitterend, de rivieren en valleien omgeven door de nevelflarden. Dit is de Mato Grosso in al zijn glorie. Het morgenlandschap waar de goden af en toe doorheen daveren. Dan maakt de wagen een kleine slingering, want de 'motorista' had iets ontweken. Opgewonden roepen de Xavantes dat er gestopt moet worden. Ik staar naar achter en zie een dier liggen.
    De klein jongen springt rap uit de truck en rent op het dier toe en komt terug met een dode dwerg-tamandoea. Bloed loopt het het slurfachtig bekje en het heeft een grote wond aan de onderbuik. Hij is niet lang geleden aangereden, door de weg te kruisen, die het bos in stukken rijt. Hij is zo groot als een dikke huiskat, en blijkt een nachtdier, in tegenstelling tot de grote miereneter.
    Als we weer rijden kijk ik naar het diertje met de mooie kleueren en kleine oogjes, die nu glazig staan. Hij ligt nu tussen de benen van de jongen, die hem doorlopen aait. Voor de Xavantes is hij een goeie maaltijd.
    Zo is het leven, maar, dacht ik, hij had beter in het bos zijn einde kunnen vinden.

    Via het stadje General Carneiro bereiken rond halfacht Barra do Garças. Daar koop ik mijn busticket voor de tocht naar Goiana en bezoek nogmaals het kleine hotel St. André, waar de Indianen nog steeds wachten.

    Fim

    03-04-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Xavante Indianen part 13
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Storyteller, Roberto en Maria-Carla



    Acht uur in de avond.
    De duisternis heeft het dorp in haar greep. De vuren zijn aangestoken en in de verte zie ik de tongen der vlammen. Er is mij verteld dat er een reünie zou plaatsvinden aan het andere uiteinde van het dorp, met zang en dans. Dit alles speciaal voor de gast. De hemel is donker, en eerst zie ik één grote ster, daarna verschijnen er ontelbare kleinere. De maan heeft haar laatste stadium bereikt en geeft samen met de sterren een gevoelig licht over het dorp. Ik heb mijn cassette recorder klaar om enkele unieke opnames te maken.
                  Rond het vuur begint het feest. Dit van de 'dansende vlammen'. Eerst een vader met kinderen die in een kringentje dansen en zingen, en niet veel later zijn het er een dertigtal. Het is vreemd, de schaduwschimmen, gekleed als blanken, die met monotone stemmen hun liederen zingen. Hun lichamen maken vibrerende bewegingen, het bovenlichaam wordt naar voren geworpen, terug, terwijl hun voeten pasjes naar voren maken. Reginaldo legt me uit dat dat de liederen en dansen vele betekenissen hebben, het weergeven van droefheid en voorspoed, maar ook een zekere regilieuze. Ik luister naar de gutterale klanken, in harmonie met de natuur, het vuur, de maan en sterren. Ik bevind me in een andere wereld, een bizarre, de wereld van de geesten der Xavantes.     
              Ik voel een immense sterkte door de kracht van hun gezang. De kinderen staan een een kring om me heen en leggen hun oortjes tegen mijn cassette-recorder, om te luisteren of er al iets uitkomt. Als ik hem afspeel staan ze verwonderd en zijn opgewonden, lachen en dansen.
    Een klein jongen van een jaar of zes voelt aandachtig aan mijn baard en haren of ze wel echt zijn en knijpt af en toe in mijn buik. Want ik ben denkelijk een vreemd verschijning, misschien de eerste mens met gele haren die hij in zijn jonge leven ziet? Een persoon die van ergens moet gekomen zijn, maar onduidelijk vanwaar, het is verwarrend voor zijn kleine hersenen.  Hij heeft gelijk, want hoe dan ook voel ik met een vreemdeling in het dorp, een zonderling, een soort zwerfkei, alsof ik naar hier geworpen ben door de immense tijd. Neergestort vanuit het heelal, opgezogen vanuit een dal, vol met alcohol meren. ja, het leven heeft een keerzijde.
    Of waar waren we voordien? Had ik al reeds geleefd in een andere wereld? Het Déjà Vu. Ik voel een samenvoeging met de Xavante. Even vergeet ik de wereld, vergeet ik mijn verleden en denk niet aan de toekomst.
    Er is niets, buiten de vlammen en de dansende en zingende mensen.
                Sommige kleintjes liggen slapend onder een deken. De gezangen en dansen gaan nog zeker 2 uur verder. Dan ontsluit de kring zich en sommigen staan, anderen zitten rond het vuur.
    Een oude man begint zittend te vertellen, een lang verhaal. De mensen luisteren aandachtig, terwijl hun blikken zich af en toe op mij richten.
    Ook Reginaldo onderbreekt hem niet, om zijn woorden te vertalen. Hij wacht geduldig uit respect.
    De man is de Cacique van het dorp.
    De gé klanken van de man zijn als muzieknoten waar ik langer naar had kunnen luisteren. Hij sprak over de stam, het dorp en vele andere dingen, zoals hij af en toe mij aanhaalde.
    Plotseling richt hij zich tot mij.
    Reginaldo vertaald de woorden van de oude man in het kort, en ze verwachten dat ik een antwoordt hebt.
    In mijn beste Portugees: 'Ik ben verheugd in jullie dorp te mogen zijn, te mogen luisteren nar jullie liederen, te kijken naar jullie dansen. De nacht is mooi, de maan, sterren. Ik voel me gelukkig hier onder jullie te zijn. Ik dank jullie voor de gastvrijheid, begrip en openheid.'
    Ik zal de Xavante nooit vergeten.' Reginaldo vertaald mijn woorden en voegt er nog een heel verhaal aan toe. Hoe ik vanuit een ver land, de andere kant van de zee naar het dorp gekomen ben om hun te steunen.
    Ja, de Xavante zijn goede vertellers. Van een jong meisje krijg ik een kralenketting met papegaaiveren, als geschenk, een teken van vriendschap. De Indianen gaan uit elkaar, terug naar hun hutten.
    Ik kijk na de mensen, zij die van verre gekomen zijn, zij die zich móésten aanpassen aan de grillen van de indringers. Zij die hun woongebied moeten verdedigen tegen de grootgrondbezitter, de boeren, houtkappers en garimpeiros. Hoe het ook moge zijn, mijn steun hebben ze.
    Wanneer ik terugkom in de hut krijg ik de slaapplaats van Roberto en zijn vrouw aangeboden. Weigeren is niet gepermiteerd.  Ik ben hún gast.
    Als ik op het bed ligt hoor ik ver weg, en ik vraag me af: hoe ver?, geluiden van een kleine transistorradio. Het is een voetbalverslag vanuit Sâo Paulo. een andere wereld.
    Alles is extreem. Er is geen tijd om het te plaasten.
    Dit is 1996.
    Mijn gedachten?
    Die zijn elders.

    wordt vervolgd door het laatste deel... Het afscheid

    03-04-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    02-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Xavante Indianen part 12 (Mario Juruna)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Begrafenis van Mario Juruna te Brasilia


    Een van hen was Mario Juruna, die in 1993 werd gekozen als federaal afgevaardigde van de staat Rio de Janeiro in het Braziliaans congres. Juruna had tot 1958 nooit een blanke ontmoet. De controversiële Xavante verloor zijn zetel in 1986.
    Mario ging altijd op pad met zijn kleine 'gravador', cassetterecorder. Daar legde hij geheime gesprekken mee vast, het was zijn wapen, zijn boog tegen de corrupte blanken
    Ér is een uitspraak van hem die dit duidelijker uitlegt: 'Ik heb een 'gravador' gekocht, omdat de blanken veel beloftes maken en die later allemaal gewoon vergeten. Iedere blanke zou een recorder moeten hebben, maar de geciviseerden zijn dom. Ze hebben een goed ding, maar gebruiken het niet!'
    In 1977 maakte hij stiekem opnamen tijdens een gesprek met de gezaghebbende directeur van de Funai, het overheidsorgaan, dit de Indiaan moest integreren in het moderne Brazilië. De naam van de man was Van den Broocke.
    Het interview maakte duidelijk hoe er werd omgegaan met de gerechtigheid en ontwikkeling van de Indiaan. Mario gaf nadien de opname vrij voor de kranten en niet veel later zag Van den Broocke de noodzaak zich terug te trekken.
    Hij had teveel dingen gezegd en aangehaald die niet door de beugel konden en verder leugens.

    In die tijd gaf Juruna in een gesprek zijn gevoelens duidelijk weer: 'Ik ken de hele Xavante geschiedenis. Toen de blanke hier kwam wist de Indiaan alles af van goud, wist waar het te vinden was en hoe het te behandelen. De Indiaan wist om te gaan met het land, bos, rivieren.
    Omdat de Indiaan gul is... toonde hij het goud aan de blanken.
    Later kwam Pedro Cabral ('ontdekker' van Brazilië voor de Portugezen, noot schrijver.) terug. En weer later kwamen er veel meer mensen... vanaf het begin behandelden de indianen de blanken met goedheid... En weer later ontstond er ruzie... Die nooit meer ophield.
    De Indiaan heeft voorgoed gebroken met de blanke.
    Hij ging de blanken mijden.
    Ik ken de historie van de Xavante... Ik bén Xavante!
    Dan bemoeiden de blanke zich met de Xerente Indianen, en de Bororo aan de 'Serra de Roncador' (gebergte van de snurker) bemoeiden zich met de Xavante bij Batovi, Araguaia en Rio das Mortos.
    Hierdoor zijn de Indianen blijven ronddwalen... Er stierven veel Indianen, maar zij doodde ook velen blanken...
    De indiaan is een mens.
    Waar ook ter wereld: de Indiaan is een mens!
    De Indiaan staat iedere dag vroeg op en gaat naar de rivier om te baden. Het water van de Rio das Mortos is nog steeds zuiver, dus mensen kunnen het drinken. Ze scheppen het op met hun handen. Vijf uur in de morgen gaat iedereen naar zijn werk.
    's Morgens wordt er niets gegeten. We nemen ons eten mee naar de werkplek en keren laat terug... We keren niet vroeg terug... Om twaalfuur s'middags, twee uur, is iedereen thuis... We rusten, praten met onze vrouw, spelen met de kinderen...
    In het dorp zijn bananen, bonen, maar de vogels zijn verdwenen. Alleen in de zomer zijn er veel vogels.
    De vogel is een deel van het leven van de Indiaan... Iedere Indiaan is een deel van de natuur... dus alles in zeer mooi.
    De Indiaan gaat laat slapen. Hij blijft converseren... opinies uitwisselen, luisteren, lachen, debateren...'

    Op de 'Earth Summit' in juni 1992 in Rio de Janeiro, verscheen Mario gekleed in een jaguar-huid, als protest, tegen wat hij noemde: 'natuur-investeerders', zij die dieren méér bestaansrecht geven, ten koste van de menselijke wezens.

    Mario Juruna sterft op 17 juli 2002, op 58 jarige leeftijd, aan diabetes in een hospitaal te Brasilia.

    wordt vervolgd...

    02-04-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    01-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Xavante Indianen part 11

    Samen met Maria Carla Pedzowé Tseretomodzatsé breng ik een bezoek aan de kleine dorpsschool. We worden vergezeld door mijn vriend, het vrolijk knorrende bosvarken Ohü, die zijn snuit tegen mijn benen drukt, of probeert in mijn broekspijp te bijten. Eerst moeten alle leerlingen bijeen geroepen worden, een snelle klus in het kleine dorp. Er zijn 25 kinderen, ook een jonge vrouw die haar baby de borst geeft en enkele ouderen. De klein Xavantes lachen als ik mijn naam op het bord schrijf.
    Ik zeg een foto te willen maken en iedereen werkt mee, doch het vergt enige tijd om iedereen in gewenste positie te krijgen. De kleinen vinden het geweldig, en staan erbij of het een serieuze aangelegenheid is. Anderen maken grapjes en lopen rond me heen. Verdomme ik ben een slechte fotgraaf. Ik had honderden foto's willen maken, maar ik voelde me een soort pottenkijker, en had moeite met het vastleggen van de mensen. De kinderen worden onrustig en maken dat ze weer buiten komen. Maria Carla legt uit dat zij en een ander meisje de lessen geven, en de vakken zijn de Jé-taal, Portugees, schrijven en rekenen.
    Over de taal is het volgende te zeggen: de Braziliaanse Indianen worden ondergedeeld in 4 taalgroepen: Tupi, Carib, Aruak en Gé, waar de Xavantes onder vallen. Er wordt aangenomen dat de Gé sprekende stammen langs de kust van de Atlantische oceaan geleefd hebben, waar ze werden verdreven, eeuwen vóór de blanken kwamen, door Tupi sprekende stammen.
    Ik bekijk het schooltje, waarvan men zei dat het een geschenk was geweest van de stad Barra do Garças. Het idiote is dat er zelfs lampen hangen, terwijl er geen stroom is. Merkwaardig, net als de watertank op de heuvel, verstoken van stroom om het water op te pompen vanuit de rivier.

    Er wordt voor mij gezongen. Dit gaat in het Portugees en ik dacht nog dat de taal de jongeren in de toekomst van pas kon komen, ook om een verbale srtijd te kunnen leveren tegen de mensen die, hún taal niet begrijpen.
    Er is nog een aangrenzend kamertje dat als kantoor moet doorgaan. Er staat in oude versleten schrijfmachine, waarop ik een brief samenstel voor een project aanvraag. Het is warm en duizenden kleine muggen vaallen weer aan. Ze dringen mijn neus binnen, oren en mond, en geregeld moet ik mijn ogen zuiveren van de plaaggeesten. Met het zweet op mijn aangezicht schrijf ik een brief voor de Xavantes en laat Maria Carla en Roberto ondertekenen.
    Ik denk, alhoewel naiëf: als God onder de xavantes leeft, zal hij hun zeker helpen, ook tegen indringers, tegen de onbetrouwbare overheid, die met nieuwe decreten de Indianen in Brazilië bedriegen. Ik hoop dat er nieuwe leiders opstaan onder de stammen, die ook politiek bedreven zijn, om zo de blanke regering bescheid te geven.
    Het zal niet gemakkelijk worden.

    wordt vervolgd...


    In het schooltje fotoWayn

    Kinderen

    01-04-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    31-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De xavante Indianen part 10

    Het is middag en tijd voor het eten. Dit bestaat uit: rijst, bruine bonen, abóbora (rode pompoen), angú (maispap), gekookte maniok en vlees of meestal vis.
    Roberto slaat een tweede portie naar binnen, want hij is hongerig, daar hij sinds 5 uur in de weer is. Maria Carla zit zwijgend naast hem en heeft haar maaltijd reeds gehad. Ik neem nog wat van de heerlijke abóbora en maniok, en mijn maag is gevuld. Gisteren had ik geleeft op wat droge maiskoekjes, zoete maispap in bananenblad en waterijsjes. Natuurlijk ligt Ohü op de loer, zo ook de katten, hond, en kippen, voor de voedselresten die zij rijkelijk krijgen toe gestopt.
    Na het eten wordt er gerust, en ik krijg een bed aangeboden, een houtenbank waar een zak opligt gevuld met gedroogd gras. Van slapen komt niet veel terecht. Mijn gedachten zijn bij de mensen, die gastvrij zijn. In het naaste vetrek hoor ik hun stemmen. De deken, die het vertrek scheidt, wordt lanzaam opzij geduwd en ik zie het gezicht van een kleine Xavante, die mij nieuwsgierig aanschouwt en wat zijn gedachten zijn is te raden.

    De avonden zijn wonderbaarlijk. De zon gaat heel langzaam onder achter de boomgrens, en er ontstaat een andere reuk. De bossen geven hun aroma vrij. De maan wodt helder en lijkt wel getekend tegen de donker wordende hemel. De vogels fluiten en roepen, kinderen spelen met een blikken autootje, andere met een parkiet. Jonge meisjes hebben zich gekleed in t-shirts en korte broeken en lopen met de babys op hun armen. Het is vredig, naast me zit Roberto in zijn spijkerbroek, geel shirt en baseball pet. Aan ze'n voeten ligt het bosvarken te dromen. Kinderen stoppen de parkiet in mijn handen en lachen om het kleine tamme vogeltje dat zich bij me thuisvoelt. Langs het bamboe kruipt een groene papegaai langzaam naar de dakrand vanwaar hij alles geestig observeerd, met uitgetrokken staartveren. Zo werd hij tam gemaakt en een deel van de stam, van de familie, een vriend voor de kinderen.
    Ik spreek met Roberto over het geloof en vraag hem of hij het scheppingverhaal aanvaard, terwijl de muggen hun aanvallen inzetten. Roberto is gelovig, ten minste dat is wat ze hem geleerd hebben, hij eert 'Deus', de schepper van alles.
    En Mavutsinim? De Xavante hoogste? Ja, hij zal verweven zijn met die God van de blanken. Ik vind alles enigzins bizar, en vertel hem over de evolutie-leer, en de aannemelijkheid dat alles is ontstaan door een grote 'ontploffing'. Heeft hij ooit stil gestaan dat we van de apen afstammen?
    'Antonio... zelfs al zóu dit zo zijn, dat heeft Deus toch zijn hand gehad in dit alles.'
    Ik voelde dat er geen verdere uitleg nodig was. De mening van Roberto was helder: God is de schepper van alles wat zich beweegt op deze wereld. De missiebroeders hebben hun werk goed gedaan, hun invloeden zijn onuitwisbaar. Ze hebben hun wetten opgesteld, maar zijn die, in humantaire zin niet altijd nagekomen. De huidige Italiaanse pater bezoekt het dorp eens per maand. Hij draagt dan een mis op om de Indianen er aan te herinneren dat Gods woord en vinger boven het dorp aanwezig is, zo ook de Zoon en de Heilige geest.
    De neiging die de missionarissen lang geleden hadden om te 'bekeren' was te groot. Ik hoop dat véél van hun nú weten dat het belangrijk is om tradities en gebruiken van de stammen in ere te houden, de Indianen te laten leven in hún waardes. Doch het kwaad is geschied, de Xavante is al teveel beinvloed door de westerse drang.
    Zij willen, en zeker de jongere generatie, een aandeel hebben in de moderne wereld. Ze willen Brasilia, horloges, mountainbikes, auto's, geluidsinstallaties, moderne kleren, ja, ook blanke meisjes. Het meeste is niet te vinden in de huidige 'aldeias', dorpen.
    En zij, die dit niet kunnen? Die zich niet kunnen aanpassen aan de blanke gehaasdheid? Zij leven vol twijfels, en gaan ten onder aan drank en drugs.
    En dit geldt voor alle Indiaanse volkeren.

    Langzaam is de zon verdwenen.
    De maan schittert als een grote gele bol zoals ik hem nooit zag.
    Het zuiderkruis is helder, hier waar de Braziliaanse ziel mij raakt.


    HET WOUD
    Het is warm die middag als ik met Roberto op weg ga naar het warmwaterriviertje, waar een natuurlijke poel ontstaan is om te baden. Roberto neemt zijn winchester mee voor een eventuele ontmoeting met een dier. Het is een oud geweer uit 1957 dat hij ooit van zijn broer kreeg, en volgens hem uit de Verenigde Staten komt.
    Ik stel verder geen vragen, want meteen al we het dorp verlaten komen de muskieten en vliegjes. Ik vraag hem de naam van specifieke muggensoorten, maar hij zegt: 'Wij noemen ze allemaal 'mosquitos.'
    Duidelijke taal.
    Het is broeierig en door het menselijk zweet komen de kleine demonen op me af, proberend ieder gaatje binnen te dringen.
    Er is de 'Pium', een klein zwart vliegje, die alle blote delen van het lichaam aanvalt, waardoor er kleine rode pukkels achterblijven, deze verdomd kunnen jeuken. Een ander is een soort dikke vlieg, die alleen maar bloed zuigt en dan maakt dat ze wegkomt, als ze ten minste nog kan opvliegen.
    De 'carapato' is een ander geval.
    Het is een kleine teek.
    Ik heb er gelukkig niet mee van doen gehad, maar de verhalen zijn bekend. Wanneer een teek eenmaal in het lichaam vastzit moet je er voor zorgen dat als je hem verwijderd met kop en al. Het kan gebeuren dat door zijn doodstrijdt de teek zijn minuscule kaakje zo dichtklemt, dat je hem niet meer uit het vlees getrokken krijgt. Het zou voor altijd een metgezel blijven of je moet hem eruit snijden.
    Men zei mij dat als het kopje binnen bleef, dit verder geen gevaar was. 
    Toch is het verstandig een goede dichte kleding te dragen, en niet alleen tegen de doornstriuken, maar ook tegen slangen en mierennesten, die in sommige bomen hangen. Ik trok regelmatig mijn armen open aan de doornen, daar ik met korte mouwen rond liep en mijn voeten werden zo nu en dan belaagd, daar ik open sandalen droeg.
    We gaan verder het bos in, over smalle paadjes, nog smallere, totdat er geen meer zijn.
    Er groeit een hier soort snijdend gras en alle soorten insecten zoemen er rond. Ik zit midden in de wildernis. Ben je niet bekend met het woud, dan loop je gevaar naar links af te wijken en in een cirkel te blijven lopen. Dit doet zich alleen voor op het zuidelijk halfrond, op het noordlijke loopt in tegngesteld richting.
    Ik zie de mooiste bomen, vlinders en vogels. Als Roberto een grote vogel probeerd te schieten is hij te laat en de prooi gevlogen. je moet snel zijn, stil en oplettend. Tegenwoordig heeft de Indiaanse jager het niet eenvoudig.
    De rivier geeft voorlopig nog veel vis en ik vraag hem hoe het gesteld is met de rivieren hier in de buurt en of er geen vervuiling voor komt.
    "Onze rivier is altijd zuiver. Hier vangen we voldoende vis... 'guadeira', een klein vis... we vangen er veel...'
    'Dus er is voldoende vis voor het dorp?'
    'Eh... voldoende, maar sind de blanken hier komen vissen, zijn de vissen toch bang geworden 'medroso', bang voor de mensen, want de blanken verstoppen zich om hun te vangen,' zegt Roberto.
    Ik vraag hem of de 'tatu' het gordeldier veel voorkomt.
    'Ja... er zijn hier veel tatu's, maar ook 'tamanduas, (miereneter),cobra's, en 'bosvarkens, de pecari.'
    'En de onça, de braziliaanse jaguar?' vraag ik.
    'Neen, de onça zie je bijna niet meer, er is te veel op gejaagd!'
    Toch blijft het voor Roberto een wens, om de jaguar te horen grommen, de gevaarlijkste van het bos, alhoewel de gifslang er niet voor onder doet, zoals de 'jararaca' met haar lange giftanden, scherp als injectienaalden. Het gif is snel en effectief en dodelijker als een kogel.

    Het kleine waterreservoir is gevormd door op elkaar gemetselde rotsstenen. Het blijkt dat een vroegere Pater met staafjes dynamiet een ontploffing veroorzaakte, waardoor het gat ontstond en het water naar boven borrelde. Zo ontstond een poel.
    Het water is warm met 41 graden en ik besluit een bad te nemen. Het heldere water drukt zich vauit
    de grond naar boven en ik voel me een soort holbewoner, terwijl kleine soorten kreeften tussen mijn voeten kruipen.
    Aan de kant van de poel stroomt het water over de rotsstenen enkele meters naar beneden, waar het wonderbaarlijk terecht komt in een ander riviertje, met koel water.
    "Het water is goed voor het lichaam, de Italiaanse padre nam hier dagelijks een bad en had geen rugpijn meer,' zegt Roberto, die vanuit de struiken komt waar hij zich ontdaan had van een inwendige darm-ophoping.
    van een zwarte rol snijdt hij tabak en draait zich een sigaret , terwijl ik hem aanspreek over het verleden van de stam.
    Hij blijkt verrast over de informatie die ik hem geef en vraag hem of hij zich iets kan herinneren van de Salesianen toen hij kind was ( hij werd geboren in 1948).
    'Toen ik kind was waren de paters er al... ze waren toen slecht en nu nog soms... en de pater die nu in ons dorp komt is ongeschikter dan die, die vroeger kwam,' zegt hij overtuigend.
    We zwijgen verder.

    Op de terugweg horen we in de verte een brommend geluid, neen, niet van de jaguar of brulaap, maar van een vliegtuigje.
    Even gaan mijn gedachten terug naar de tijd dat de eerste vliegtuigjes verkennings vluchten maakten boven de Braziliaanse wildernis. Nu dat hij weet dat het een passagiervliegtuig is, vraagt hij: ''Antonio... gaat dit vliegtuig naar jouw land?'
    We lopen terug naar het dorp, zonder één groot dier te hebben gezien.
    Ik weet dat ze er zijn, je moet alleen geduld hebben.

    wordt vervolgd...


    Meisje en kinderen in het dorp


    Slapende Xavantes   (1972 Salesianen)

    31-03-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    29-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een Xavante bloem...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto uit het boek: Auwé Uptabi - Authentiek Volk, begin jaren '70 van de vorige eeuw 

    29-03-2008 om 18:05 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Xavante Indianen part 9
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Schets uit IBASE (Braziliaans instituut van sociale en economische analises)


    Vroeger dachten de meeste theoretici dat Indianen afkomstig waren van een ander werelddeel. Dit kon veel richtingen uit; het kon een verloren land zijn zoals het eiland 'Atlantis', dat ooit in de Atlantische oceaan wegzonk. Of een verloren continent in de Stille Oceaan. Of 'Lemuria', een verdwenen land tussen Afrika en India.
    Of zelfs een zuidelijke landmassa, die men de naam 'Antartida' gaf.
    Maar de meesten geloofden toch dat de Indianen afkomstig waren uit de 'Oude Wereld', zoals Kanaänieten, Babyloniërs of Egyptenaren.
    (In Minas Gerais ontmoette ik een archeoloog van Hongaarse afkomst, Mihály Bányai, die mij duidelijk maakte er  van overtuigd te zijn dat de Indianen, voor 25.000 tot 28.000 jaar,  vanuit China kwamen via de Stille Oceaan, toen de zeespiegel lager was, en er meer eilanden waren.)
    Doch de meest voor de hand liggende optie is dat ze kwamen vanuit Oost-Azië, nazaten van geimmigreerde Mongolen, Tartaren, Polynesiërs of Chinezen. Wel is zeker dat duidelijke overeenkomsten zijn tussen Indianen in Amerika en het Mongoloïde volkeren uit Azië. De Xavante deden mij stellig denken aan het Mongoolse volk, dat eens in het voetspoor van migrerende dieren, over de beringstraat trok, die nu Siberië scheidt van Alaska. (of zou Bányai toch gelijk hebben en kwamen ze van over de pacific?) 
    Bij opgravingen in Alaska vond men een grote partij, door de mens bewerkte stenen en vuurstenen werktuigen. Het zou natuurlijk geweest zijn dat deze volken verder zouden trekken naar warmere streken. De verplaatsingen waren vermoedelijk geen moedwillige migraties. Doch het is bekent dat stammen van jager-voedselverzamelaars zeer mobiel kunnen zijn.
    Als voorbeeld trok ooit een groep Tupi's eind 16de eeuw, dit slechts gedurende twéé generaties,  dwars door Brazilië, van de Atlantische kust naar de Andes en terug naar de monding van de Amazone, een reis van 5.000 kilometer.
    De Xavante zijn van oorsprong een nomadenvolk, die uit hun natuurlijke gevoelens gingen jagen. Tegenwoordig kan dit maar zeer beperkt, vooral door de aanwezigheid van grote veeteeltbedrijven, die met steun van de overheid er zorg voor dragen, dat de cultuur en leefgewoontes van de stam steeds meer wordt gelimiteerd.

    De missionarissen?
    Er waren er die, in hun geloofsovertuiging toegaven dat de Indianen 'geholpen' moesten worden. Dat ook zij een ziel hadden! Dit helpen was dan gebasseerd op het 'bekeren'. Dit ondervonden de Xavante in de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Ze moesten bekeert worden en daar was Gods genade voor nodig.
    Stonden de Xavante niet bekent als een wilde stam, die oorlog voerden met hun buren, hun doodde en kanibaliseerden? Zo waren de opvattingen des tijds.
    Ze beschilderde hun lichamen, namen kruiden, die hun geest op hol bracht, en hadden een medicijnman, die op vreemde wijze, door tabaksrook, een zieke weer nieuw leven kon geven. Voor vele zwartrokken was het een opdracht om een heiden-Indiaan tot de Heer te brengen, maar óók een egoïstische daad. In naam van De Heer, zonder geen enkel begrip voor de levenswijze van de Indiaan, hún goden, hun zienswijze tot de natuur. Ik zal u verdere details besparen op welke, onmenselijke manier sommige van deze Godpredikers, met het kruis voorop overgingen tot het martelen en vernietigen van de Indiaan.
    Door geheel Amerika, van het noorden tot het zuiden.
    De Jesuïten krijgen soms wel enig krediet, daar ze als 'indianenbeschermers' doorgingen.
    Zeker zij hadden hun 'missions', waar ze de indios beschermeden tegen vooral de 'Bandeirantes', de slavenhalers., maar alles werd ten slotte toch teruggebracht naar het voornaamste punt: de kerstening. Het redden van zielen.
    (Het Jezuïten verhaal is een boek apart waard. In de film 'The Mission', woerdt een redelijk beeld gegeven van de verhoudingen, de machten tussen Spanje en Portugal, in het gebied van de Foz de Iguaçu watervallen.)
    De Xavantes kwamen onder de hoede van de Salesianen en hun werd het geloof van de 'enige' God bijgebracht. Moe gestreden door achtervolging en uitmoording ondergingen velen gelaten hun kerstenig in Sâo Marcos. De tijd heeft verandering gebracht en vele paters zijn meer hulpverleners geworden, mensenkenners, die de Indiaan, nú móet helpen, en begrip opbrengen, want hun voorgangers waren beulen in naam van het geloof geweest.
    Er moest veel rechtgezet worden.

    wordt vervolgd...



    29-03-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    28-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Xavante Indianen part 8

    INHEEMSE WENSEN

    Samen met Roberto loop ik door het dorp. Hij is klein van stuk, gedrongen, maar pezig. Het dorp 'Nossa Senhora Aparecida' bestaat uit 20 hutten, die een een halve circel, met de open zijde naar de rivier, gericht zijn. In het dorp leven 168 mannen, vrouwen en kinderen, natuurlijk buiten de dierlijke vrienden. Roberto verteld dat zich in het reservaat negen dorpen bevinden met als grootste 'Sao Marcos' waar 2.500 mensen leven. (In het jaar 2000 wordt het aantal Xavantes geschat op 13.500)
    Als we langs andere hutten lopen zie ik de vrouwen me aanstaren. Er ligt iets droevigs over hun gelaatstrekken, een zekere gereserveerdheid.
    Hier komen geen blanken, en wie ben ik dan wel? Een goudzoeker, bomenkapper, dokter, zwerver?
    De oude mensen hebben veel slechte ervarinegn met blanken, grootgrondbezitters, houtkappers en goudzoekers. Terecht is hun opstelling, doch mijn eigen benadering tot het volk is belangrijk. Ik ben geen etnoloog of ontwikkeld antropoloog, maar wel geintreseerd in de cultuur van een volk dat 'mij' iets kan leren over het leven.
    Natuurlijk worden we vergezeld van het bosvarken Ohü die knorrend naast me loopt en af en toe een sprint maakt, of met kleine kinderen speelt.
    In het dorpsmidden is een net gespannen waar de jongeren volleybal spelen, een sport die de Xavantes aan het hart ligt, terwijl ik vernam dat zij géén slechte voetballers zijn. Ja, een cultuur kan rare draaien maken, het is maar hoe je het bekijkt. 

    Samen met Roberto zit ik op de veranda van het schoolgebouwtje. Het is een kleine ruimte waar les wordt gegeven aan de jongeren.
    Hierop kom ik later terug. Ik spreek met Roberto over de problemen in het dorp en de mogelijke hulp, die ik kan bieden on vorm van een kleinschalig project.
    "Het grootste probleem is het ziekenvervoer. Het snelst bereikbare ziekenhuis ligt op 150 kilometer in Barra,' zegt Roberto.
    "Het is voorgekomen dat kinderen doodgingen aan griep, longonsteking of andere ziektes, doordat ze niet snel genoeg geholpen konden worden. Zie je, we hebben geen wagen hier... het dorp ligt geïsoleerd. Een soort jeep zou ons zeker helpen. Die kunnen we ook gebruiken op het land. Zie je die oude vrouw daar...' en hij wijst in de richting van de boskant waar een oude vrouw met een twee meter hoge lading sprokkelhout op haar rug uit het bos strompelt.
    "Maar voor ziekenvervoer is dit belangrijk!'
    'En de Funai?' vraag ik hem.
    'De Funai had ons ooit een jeep beloofd. Ze hebben zelfs het geld ervoor ontvangen, maar dit werd onderling aan hun familie besteed. Verder ontbreekt het hier aan medicamenten. De ziektes komen hoofdzakelijk van blanken, ziektes die wij niet kenden, voorheen nooit voorkwamen. Daarvoor hebben we dringend medicamenten nodig."

    Op een twintig minuten lopen van het dorp stroomt een riviertje, dit wordt gebruikt om te baden en de watervoorraad aan te vullen, die in jerrycans naar het dorp wordt gebracht. Het natuurlijke bad is iets waar de Indiaan niet zonder kan, een onderdeel van zijn ritme. Maar we praten ook over watertoevoer naar het dorp. Een wens van de Xavante.
    'Zie je daar boven op die heuvel dat waterreservoir? Daar kan 10.000 liter water in. Het is vorig jaar gebouwd door de Funai, maar werd nooit in gebruik genomen. Zie je Antonio, we zouden graag enkel waterbakken in ons dorp hebben. We hebben een pomp nodig om het water vanuit de rivier naar de waterbakken in het dorp te krijgen. Zes kleine reservoirs zou genoeg zijn.'
    Ik knik instemmend.*
    Maar er is dan 2.000 meter pijpleiding nodig en generators. Ja, als er water in het dorp is dan hoeven ze niet meer na de rivier in het bos om te baden en watervoorraad te halen. Net als voor hun behoeftes.
    Waarom is mijn gedachte naief?
    De traditie van het baden is al oud, ze zijn altijd het bos ingegaan. Zou men nog wel naar de rivier gaan om een bad te nemen? Neen. Men neemt een douche in het dorp. Doch de Xavantes zijn veel in contact met de blanken en Roberto weet wat er te koop is in de blanke wereld. Hij heeft veel gezien. En waarom hebben de blanken wel water in hun huizen en de Indianen niet?
    Hebben ze niet dezelfde rechten? Velen antropologen en zogenaamde mensenkenners  proberen hun te beschermen tegen de westerse invloeden, want de Indiaan dient zijn tradities te behouden.
    Is het niet hypocriet?
    Waarom mag de indiaan geen gebruik maken van faciliteiten die de blanke als normaal ervaart. Wie bepaalt dit alles?
    Al deze vragen spelen door mijn hoofd. Het hoofd van deze 'gringo' waar de muggen ronddraaien als kleine kermisactracties.
    In het dorp was nog geen electriciteit, dus, geen ijskasten, televisies, geluidsinstallaties, stofzuigers en fruitdrankmixers.  Niets van dit alles wat de moderne mens als normaal ervaart.
    Toch  was daar al de butagasfles en gasfornuis, het plastiek speelgoed van de kinderen, de kleding van de blanken, polshorloges en Roberto had zelfs een spuitbus tegen muskieten. En... hij had veel interesse voor mijn kleine micro-cassette recorder. Want daarmee kon je stiekem de leugens die de blanke vertelde mee opnemen. Een probaat middel.
    Het wordt steeds moeilijker voor inheemse mensen om hun tradities te behouden. Sommige zijn resoluut, anderen zoeken een middenweg. Ik vind, al leunend tegen de modernisering aan, dat zij hun tradities nooit mogen kwijtraken, het zou zijn als verliezen  van licht.

    Ik vraag Roberto of er voldoende aanplant is in het dorp.
    'Ja, we planten voldoende om ons in leven te houden, maar alleen voor het dorp.'
    'Wat planten jullie?'
    'Groenten, bonen, maniok, rijst... sinas...'
    'Dus er wordt niets verkocht?'
    'Neen, hier niet. Er is te weinig aanplant. We hebben 'estrume' (mest) nodig, want de grond is niet erg vruchtbaar, het is een serieus probleem, want vee hebben we niet.'
    Zijn stem klinkt droevig.
    Een zestal kinderen spelen onder een afdak van het schooltje, en anderen staan geduldig voor me, en bekijken me weer aandachtig. Een kleine loopt rond met zijn pijl en boogje. Hij richt op een blad en steeds doorboord het pijltje het blad, dat zeker moet dienen als substituut voor een vis. Trots kijkt hij me aan en zijn kraaloogjes glimmen.
    Schuin tegenover het schooltje staat een andere hut. Deze staat niet in de halve circelvorm, maar aan de tegenovergestelde richting. Het onderste gedeelte is van grijze rotsachtige stenen tot een hoogte van anderhalve meter, het bovenstuk is indentiek aan de hutten, bamboe en palmblaren.
    Het is de kapel, gebouwd door een Salesianer, padre Mariano.
    Bij het betreden worden we op de voet gevolgd door de steeds groter wordende groep kleine Xavantes. De kleine met pijl en boog blijft nog steeds zijn kunnen demonstreren en ik krijg de indruk dat hij een ander doelwit zoekt, als hij zijn gespannen boogje op mij richt.
    In de stamtaal wordt hem duidelijk gemaakt dit achterwege te laten en gaat weer over op blaadjes schieten.
    In de hoek van de hutkapel staat een klein altaar, een Mariabeeldje en wat kaarsjes. Ik zie een op hout bevestigde foto, die Jezus uitbeeld aan het kruis. Een klein Indiaans jongentje drukt zijn hoofd tegen de bebloedde knieën van Christus. Het moet een beeld zijn dat Jezus óók gestorven is voor de Indiaan, en dat zij hem moeten aanbidden.
    Ik had me al de vraag gesteld, dat toen de Verlosser stierf, waar de Indiaan tóén was? Zeer zeker in deze contreien, waar zij hun eigen Goden hadden, met Mavutsinim als Vader.

    wordt vervolgd...

    (*Ik probeerde later dit jaar via een actie geld te vergaren, doch het werd een misslukking. Wie was Ik? Een 'nobody". En de Xavantes? Zelfs het jaar erop toen ik in Brasilia was en de Nederlandse ambassade bezocht voor een project, werd me erop gewezen dat  het moeilijk was een dergelijk plan te starten. Ik woonde niet  in Brasil en met de Xavantes hadden ze niet zo'n goeie ervaringen. Nou ja? Maar dat is wéér een ander verhaal.)

    Xavante familie in de jaren '70 met typisch gevlochten mand (auwé)

    28-03-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    27-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Xavante Indianen part. 7
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De circelvormige hutten van de Xavantes hebben een of meerdere ingangen. Ze zijn tien tot twaalf meter lang, zeven tot negen meter breed, en zo'n vier meter hoog.
    De hut van Roberto en zijn vrouw Maria Carla is verdeeld in drie vertrekken. Het dak en zijwanden zijn geconstrueerd van boomstammen en dikke takken, bedekt met palmblaren en droog gras. De vloer is veelal van leem of tegenwoordig soms ruw cement. In de hut staat een oud fornuis dat gevoed wordt door flessen butagas. Er is een tafel, stoelen en een zitbank tegen de verste wand, het interieur van de woonruimte.
    Via een opening, afgeschermd door een dierenvel, bevindt zich een tweede ruimte, het slaapvertrek, daar aangrenzend een derde vertrek, waar ik geen idee van had waar het voor diende, alhoewel ik af en toe mensengeluiden waarnam.
    De Jonge meisjes zijn bezig met het klaarmaken van het middageten en kijken me af en toe, schuchter of giechelend aan, en ik ruik de geur van zwarte bonen en gebraden kip. Kleine kinderen lopen achter me aan of staren aandachtend naar mijn hoofd.
    Het doet me goed te weten dat ze me mogen, al ben ik een vreemdeling in het dorp.
    Ik graai in mijn rugzak en vindt de droge koekjes die ik nog over heb, en verder een lappen-paljas en ratje, dat ik meenam uit Belo Horizonte, waar ik de Limburgse zuster Brunilla Maessen bezocht, die werkte in een arme buurt in Taquaril. Ik geef de kinderen de spullen en ze zijn blij, terwijl hun oogjes stralen als de sterren aan de Mato Grosso hemel.
    In de hut scharrelt een 'porco do Mato' rond, een bosvarken.
    Zijn naam is Ohü en hij wordt al rap mijn vriend en drukt zijn zwarte modderige snuit tegen me aan.
    Roberto verteld me dat hij hem meenam uit het bos toen hij nog jong en wild was. Nu is hij een kameraad voor de kinderen en een soort kruimelveger in de hut.
    Alles wat voor zijn bek komt verdwijnt naar binnen. Wonderbaarlijk luistert hij naar Roberto of zijn vrouw wanneer hij te rebellig wordt. Dan loopt hij waggelend naar een hoek en legt zich daar grommer te neder. Ohü is afstammeling van de bosvarkens die zo'n zeven miljoen jaren geleden vanuit midden-Amerika naar het zuiden trokken over de landengte van Panama, die toen een brug vormde voor de immigrerende landzoogdieren. Daaronder waren katachtigen, knaagdieren, herten, en de witsnuitwasbeer, of te wel Caoti, met zijn flexibele neus.
    Verder lopen er katten rond, denkelijk afstammelingen van de Europese boskat, die ooit moet zijn meegevoerd door blanken.Dan zijn er de vele kippen, die ook proberen een graantje mee te pikken, terwijl een magere hond te ligt dromen in de hoek.
    De Xavantes verzorgen hun huisdieren als gelijken, alleen als een gast komt wordt de kip een kopje kleiner gemaakt, zoals in mijn geval.
    Buiten is het warm, maar de hut geeft een goede bescherming. Ik voel een geborgenheid hier in de baarmoeder van de Mato.
    Ik heb een sterk gevoel dat me zegt dat deze mensen eerlijk zijn, zachtaardig en gastvrij . Dit in tegenstelling hetgeen de mensen me in Rio vaak zeiden, om op te passen voor de wilde Indiaan.
    Het lijkt me een onbegrip dat nog steeds bij vele Brazilianen leeft, alsof de 'Indio' een vreemd wezen is, een ander mens, excentriek en onbetrouwbaar.
    Dat hij anders is, is zeker een optie.

    wordt vervolgd

    Foto: Maria Carla

    27-03-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    26-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luchtfoto van Xavante dorp
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Xavante dorp gezien vanuit lucht
    Verschillende foto's op dit blog zijn uit het boek: XAVANTE (Auwê Uptabi - Authenthiek Volk)
    samengesteld door Bartholomeiu Giaccaria & Adelberto Heide van de Salesianer orde (1972)
    Deze foto's zal ik merken met het teken *Auwê

    26-03-2008 om 17:15 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Xavante Indianen part 6

    Naar het dorp

    De Xavantes hier in het kleine hotel zijn nazaten van de mensen die verbannen werden naar Sâo Marcos. De ouderen onder hen hadden de ontberingen meegemaakt. Ik spreek met een oude man en zijn zoon, doch meer zijn zoon, de ouwe man spreekt alleen de Jé taal. 
    De jongen vraagt of ik geld heb voor 100 kilo rijst te kopen, zaaigoed. De oude man zijn gezicht is mager en gekenschetst door levensleed, terwijl zijn grijze slierharen op zijn schouders hangen. Hij draagt de oorspronkelijke oorpennen en rookt een klein pijp. Hij is blij als ik hem de rest van mijn tabak geeft waar hij aan ruikt als was het een vreemde plant. 
    In het hotel verblijven een 70tal Xavantes, veelal jongeren, die hier studeren of op zoek zijn naar werk en daarom het Funai gebouw plat lopen.
    Een jonge Xavante zegt dat ze daar heen  moeten om 'hun problemen op te lossen', wat die dan ook wezen mogen.
    De vrouwen aan de ingang verkopen fruit. Ze zijn schuchter met gebogen hoofden, maar liefelijk tegelijk. Buiten kom ik in gesprek met Rodolfo, een Xavante van tegen de zestig met een grote zwarte hoornebril. Hij komt van een ander dorp als Roberto en stelt de vraag of ik, daar hij hoorde dat ik een soort 'projectenman' was, of ik ook zijn 'aldeia' kon helpen met een project. Er blijken veel problemen in het dorp, ziektes veroorzaakt door contact met blanken.
    Rodolfo wordt cynisch: 'Weet je, toen de militairen aan de macht waren hadden wij het beter... Als er toen iemand ziek was werd hij  met een helikopter opgehaald en naar een ziekenhuis vervoerd. Nu heeft Brazilië een democratie en het is voor ons alleen maar slechter geworden... Veel slechter! De huidige president Henrique Cardoso is nog misdadiger dan zijn voorganger! We zijn aangewezen op de Funai... maar die doen niks voor ons, en steken het geld in hun eigen zakken. Veel kinderen zijn ziek geworden door de blanken... de Xavantes hebben voedsel en gebruiken van de blanken overgenomen... daar worden we ziek van, en velen sterven, vooral kinderen!'
    De woorden van de man zijn geen halve waarheden.
    Voor het hotel staat een kleine jongen die de hele dag door 'picoles', waterijsjes verkoopt, want de Xavntes zijn er gek op. Het is dan ook verdomd warm in de middag in centraal-Brazilië.
    Onder een boom zit een oude Xavante. Hij vraagt me waar ik vandaan kom.
    'Holanda?' neen, dat kent hij niet.
    'Bent u getrouwd?'
    Als ik dit ontken zegt hij bedenkend, maar meer als een raadgever: 'Dat is goed. Vrouwen zijn allemaal slecht.'
    "Alle vrouwen,' vraag ik nieuwsgierig doch geamuseerd.
    'Ja, alle vrouwen, zonder uitzondering!'
    Ik denk maar dat hij ervaring heeft.
    Hij vertelt me nog dat zijn vrouw enkele jaren geleden gestorven is. Misschien was zij wel het enigste liefdevolle in zijn leven geweest... en was géén andere vrouw die haar kon vervangen. Vandaar zijn bitterheid omtrent de vrouw?
    Onder een mooie palmboomschaduw verkoopt hij zijn 'laranjas', sinasappelen, peinzend oner het verleden, het heden dat hij nu leeft hier in Barra do Garças, en de toekomst van de stam.

    De volgende morgen ben ik om 5 uur uit bed, pak mijn spullen in de rugzak en ben klaar voor de reis naar het reservaat.
    Samen met Reginaldo verlaat ik het hotel, dit al leven vertoont, en ga op weg naar het busstaion. De motor staat al te ronken en op de zijflanken van de bus staat frappant geschreven 'XAVANTE'.
    Het lijkt me toe dat het een voor de ze gringo opgezet scenario is.
    Neen, dit is de realiteit.
    De naam op de bus zal het leven van de stam in stand houden, al is het een commerciële. Om half zeven verlaten we het kleine rodoviaria van Barra. In de bus bevinden zich nog enkele Xavantes en caboclo's. De oude bus verlaat klepperend de stad en begeeft zich op weg naar de reand van het woud, waar ze langzaam in verdwijnt. Ik zie de ochtendnevels hangen als lichtgordijnen tegen de mooie heuvels, terwijl de zon een kleurenpract in gang zet, die mij laat denken aan een schilderij die ik ooit heb willen creeën.
    We verlaten de verharde weg en beginnen aan een leemweg, die ons dieper het bos invoert.
    Ik zie de natuur in al haar pracht, de macaúba palmen, de mooie Buruti (waaierpalm), waarvan men het blad gebruikt om de dakdekking van hutten te maken, maar ook voor het fabriceren van touw.
    De bus houdt halt bij een pioniershut waar cabolco's met kinderen de bus verlaten. mensen wier afstammeling een menging is van blanken met Indianen, in diverse generaties.
    Andere caboclo's stappen in de bus en de chauffeur houdt zijn wekelijks praatje met de hutbewoner. Na een kwartiertje begint de moter weer te ronken. Steeds dieper gaan we het oerwoud in, over en langs glorieus stromende riviertjes met overhangede bomen en lianen, stuiken en holen. De wereld van de natuur.
    Dit is de 'Campo Cerrado', de kreupelhout-savanne. Veel loofplanten en bomen met bizarre vormen. Dit is het bos van centraal-Brazilië, anders dan de dichte wouden van Amazonia. Mijn hart klopt sneller naar mate we vorderen en dichter in de buurt van het Xavante dorp komen. Ik voel me weggetrokken worden uit de verwarrende wereld, terecht komen in een beschutte omgeving, waar ik als kind al naar verlangde. Een omgeving waar je steeds dichter komt tot je eigen ik, waar je de bureaucratische personen achter kan laten, het beton verwaal zegt, het woord 'hebzucht' tot niets vervaagd. Daar waar het lawaai verstomt totdat de stilte je aanvaard als gelijke.
    Na 3 uur bereiken we een weggetje naar links. Daar staat een bordje dat aangeeft dat hier het reservaat begint. Een nietig bord, dat de indringer met kwade bedoelingen niet afschrikt. Het bord heeft een ironische uitstraling 'Verboden gebied' voor onbevoegeden, art. zoveel.
    Formalitaire onzin.
    Hier verlaat ik met Reginaldo de bus, die haar weg voortzet naar de plaats Xavantina. De stad was in de jaren '60  een kweekplek voor blanke hebzucht en verwoestingdrang. Volgens Reginaldo is het nog een vijftal kilometer tot het 'aldeia' waar zijn familie leeft.
    We lopen het roodlemen bospad op.
    De ochtenwarmte heeft zich reeds aangekondigd. Reginaldo neemt nu kleinere paadjes, een kortere weg. We kruipen onder bomen door, onder lange doornige struiken, die we opzij duwen. We worden belaagd door miljoenen kleine vliegjes en muggen. De wilde bijen komen eveneens aanstormen, aangelokt door het zweet van de blanke gringo, dat nu met straaltjes langs mijn lichaam loopt. Steeds dichter naderen we het dorp. Het blijft stil, alleen vogels zingen en roepen hun lied, terwijd de insecten de melodie van de natuur gonzen.

    Opeens zie ik door het dichte gebladerde de nok van een hut.
    We betreden de dorpsgrond.
    Ik zie een grote hut, de eerste op de roestachtige dorpsgrond. De hut van reginaldo's familie.
    We worden het eerst opgemerkt door Maria-Carla, de moeder van de jongen. Dan komt de grootmoeder, kinderen en ten slotte Roberto. Hun zoon die hadden ze niet verwacht. Het is een verrassing, maar míjn bezoek is een verassing te meer en meteen lopen kinderen nieuwsgierig achter de gringo aan. Zo'n vreemd iemand hadden wellich nog niet gezien, met gele haren en baard en blauwe ogen.
    Wat zou dit wezen nu moeten in hun dorp?
    'Roberto staart me verwonderd aan: 'Zie je Roberto, ik kon niet wachten jullie te bezoeken. Mijn belofte drukte te zwaar op mijn hart. Ik ben blij het dorp te hebben bereikt.'
    'Bem vindo, senhor Antonio, laten we de hut ingaan.'


    Wordt vervolgd...



    Foto's: Xavante kind (*Auwê)        
    onder: Roberto met het bosvarken Ohü en kat Baònò (klein meisje) bij zijn hut


    26-03-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    25-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Xavante Indianen part 5
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    2 Beknopt geschiedverhaal van de stam

    Tussen de Rio das Mortos en de bronnen van de Xingú rivier lag het gebied van de Xavante. De vele moeilijkheden met de blanken leidde er toe dat zij zich in de tweede helft van de 18de eeuw van hun stamland, oostelijk van de Araquaia rivier in het noorden van de staat Goiás. Ze verlieten hun land daar de blanke overheersers er 'aldeiamentos' wilden bouwen, nederzettingen waar de Xavantes bekeerd moesten worden tot het westelijke geloof en cultuur, ver weg van hun Mavutsinim. Ze trokken weg over de rivieren Araguaia en Tocantins samen met de Xerente stam met wie ze een oorlogspact hadden gesloten om sterker te staan in hun strijdt tegen andere stammen en blanken kolonisten en indringers. Het verhaal gaat dat de Xerentes in de Araguaia rivier dolfijnen zagen, hetgeen een ongunstig teken was, waardoor zij ten westen van de rivier bleven. De Xavantes besloten over te steken, maar kwamen iun conflict met de Karajá indianen, die hun weigerden door hun gebied te trekken; doch de Xavantes overwonnen en allen bereikten tussen 1820-1830 de andere kant van de Araguaia.
    Ze trokken zich terug tot achter de Rio das Mortos, op de 'Serra de Roncador', oftewel 'gebergte van de snurker'.  Dit was nu hun territorium. De Xavantes tolereerden hierop geen inbreuk. Het was een onbewoonbaar droog gebied, ten minste voor de indringers, en waar de blanke voorlopig van afzag het te veroveren. Wat hadden ze daar trouwens te zoeken in dat barbaars gebied?
    Doch de historie openbaart zich later zoals blijken zal. Lang leefden de Xavantes tamelijk rustig totdat de missionarissen Salesianen kwamen, die een missiepost oprichtte genaamd 'Sâo Marcos'. De Xavantes weigerden de paters toe te laten op hun gebied en dit resulteerde in het doden van 2 Salesianen in 1932. Hierna werd door een pater aan de regering gesmeekt om versterking van regeringszijde, in 'naam van de vooruitgang en beschaving'. In 1941 was het de klungelige indigenist Pimental Barbosa die contact probeerde te leggen met de stam, doch ook zij werden gedood door de Xavantes. Later, in 1942 en 1946 hadden Chico Mireilles en de gebroeders Vila Boas (hierover later meer) meer invloed en begrip. Na deze contacten werd het vreedzamer, maar de Salesianen lukten het na die tijd meer greep op de stam te krijgen en probeerden de Xavante te beinvloeden en onderdrukken, door de ouders te scheiden van hun kinderen; ook werd hun verboden hun taal te spreken.
             De strijdt van de stam ging door. In die periode werd door president Vargas in het 'nationaal intregatieprogramma' opgezet en de Xavantes werde gedwongen hieraan mee te werken. De eerste contacten werden gemaakt in 1941 door de SPI (later Funai), het beschermingsorgaan voor de indianen. Het liep mis en ze werden vermoord. Door de omgang met Orlando Vilas-Boas werd veel bereikt; ten slotte worden de Xavantes in 1957, geforceerd zich neer te leggen bij de regels van de blanken. 

    Volgens een wettelijk besluit werd in 1950, 8.000.000 acres (1 acre 4047 m2) land aan de Xavantes gegeven. Doch in 1956, werd door een corrupte verdraaiing van de wet, en mét toevoeging van enkele regels, dit alles weer ongedaan gemaakt. Zo werd de Xavantes de genadeslag toegebracht.
    In die nieuwe wet stond vermeld, dat al het land, dat binnen 2 jaar niet gedemarceerd en geregistreerd zou zijn wederom op naam van de regering zou komen.  De Xavantes wisten van dit besluit totaal niet af, terwijl de toenmalige SPI goed op de hoogte was. Op exact dezelfde dag dat de 2 jaar verstreken liet de regering het gebied grondwettelijk in beslag nemen. Dit op grond van 'onwettigheid'. De SPI verdeelde het gebied in stukken en verkocht dit aan kapitalisten. Eén van de nieuwe eigenaren werd de Ornetto-groep'. De kopers hoefden zelfs geen Xavante te vermoorden, want deze stierven langzaam, van honger.
                         Gedurende lange periode hadden de Xavantes geprobeert hun jachtgronden, tussen de rivieren Araguia en Xingú te beschermen, maar door invasies van buitenlandse immigranten die naar het gebied kwamen, mede door de aanleg van de weg Brasilia-Belém begin jaren '60, nam het geweld tegen de Xavantes toe. Er waren veel bedrijven die zich gingen toeleggen op veeteelt, want inhield dat bossen werden gekapt om de weidegronden te creëeren, en de Xavantes waren het grote obstakel. De worstenkoeien waren de toekomst in het gebied. (heden is dat ook de soja- en rijstplantages).
    En de Xavante?  Zij waren 'belemmeringen', duivels, in de ogen van de kapitalisten.

    Wat vroeger Xavante gebied was is nu omgetoverd tot één van de grootste landgoederen van Brazilië. Ik spreek over 'Suia Missu', een gebied dat 750.000 hectare beslaat. Door de jaren heen kende het gebied vele eigenaren. De huidige eigenaar is AGIP Petroleum Compagnie, dat deel uitmaakt van het Italiaanse bedrijf ENI.
    Omdat de Xavantes niet van plan waren te werken voor de nieuwe eigenaren van Suia Missu, kunt u zich voorstellen?, werden ze begin jaren zestig onder valse voorwendselen van hun grond verwijderd.
    Ze werden als vee in vliegtuigjes gepropt en overgebracht naar de missiepost van 'Sâo Marcos', die gerund werd door de Salesianen, een Italiaanse congregatie, zij die de Heilige Franciscus van Sales als patroon hadden.
    Broederschap? Een vies woord in deze context, maar het was uitvoerbaar in die tijd.
    Deze orde had honderden kilometers verderop gelegen een luisterrijk klooster, en daar kon men de Indianen goed gebruiken om het land te bewerken.
    De arme Indiaan werden dus in vliegtuigjes gestopt en naar 'Sâo Marcos' vervoerd. De helft stierf onderweg aan een soort roodvonk, Degene die overleefden leerden snel de gewoontes van de 'cristelijke' broeders, tevens de catachismus, want het 'geloof' stond voorop.
    Dit alles in naam van God!

    Op de 'Earth Summit' conferentie in juni 1992 te Rio de Janeiro, legt de president van de ENI een officiële verkarig af: het gebied van 200.000 hectare zou worden teruggeven aan de Xavantes. De leiders van de stam waren verheugd.
    Het was wederom een valse belofte, want één dag later vond een inval plaats door gewapende mannen.
    Het was een van te voren beraamde inval, want buiten enkele arme gemanipuleerde kleine boeren, waren het werknemers van de grootgrondbezitters, bewapend met geweren en kisten munitie.
    De droom van de Xavantes om terug te keren naar hun oorspronkelijk grondgebied, waar de jachtgronden beter zijn en de grond vruchtbaarder, blijft een visioen.

    wordt vervolgd...


    25-03-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)
    24-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Xavante Indianen part 4
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De volgende morgen ben ik vroeg uit de veren om een bezoek te brengen aan het Funai, de federale Indianendienst. Bij navraag in het hotel blijkt het adres niet meer te kloppen, maar naar enig speurwerk en telefoontje krijg ik een nieuw adres. Het  kantoor bevindt zich aan de Avenida Minister Joâo Alberto boven een slagerswinkel. Ik loop de trap op en sta voor een gesloten deur, ook mijn kloppen haalt niks uit.
    Dan stormen twee Bororo Indianen de trap op in gezelschap van een oudere vrouw. Deze Bororo zijn afstammelingen van de groepen, die ooit verdwaalden van hun traditionele grond, die reikte van de Boliviaanse grens tot het noorden van  de Mato Grosso. Ze vestigden zich aan de rivieren 'Mortos' en 'Garças' (doch dit is een verhaal apart) en onderhouden contacten met de Xavantes.
    Deze indianen weten hier in het gebouw goed de weg en lopen meteen de kamer binnen. De vrouw gekleed in een geelgroene zigeunerjurk en droevig gelaat, wacht buiten op de gang. Af en toe kijkt ze me aan, zich afvragend wat deze gringo hiet te zoeken heeft. Een vijftal minuten later komen de twee fors gebouwde mannen weer uit de kamer en overhandigen de vrouw een soort cheque, en alsof de zon vanachter een wolk vandaan komt, zie ik het doorgraaft gezich van de vrouw opklaren. Wanneer de zij de trap afdalen, loop ik de kamer binnen. Ik zie enkele Xavantes, en ik weet niet of ze voor de organisatie werken of deze nu juist nodig hebben. Ze kijken me vreemd aan en ik vraag hun met het vodje papier in mijn hand of iemand de naam kent: 'Roberto Tseretsu. Hij woont in het dorp 'Nossa Senhora Aparecida' Owapu.'
    Een abtenaar van het kantoor spreekt me aan: 'Wat is je bedoeling? Het bezoeken van het reservaat kan uitsluitend met toestemming van de 'chef', en die is momenteel bezig in een andere kamer,' zegt de Indiaan van middelbare leeftijd.
    'Ik wil Roberto en zijn vrouw bezoeken... is het mogelijk dat ik een lift kan krijgen. Ik hoorde dat er geregeld vrachtwagens naar toe gaan.'
    De Indiaan legt me uit dat er vanmorgen net een wagen vertokken was, en dat de volgende bus pas over enkele dagen zou vertrekken. Hij kijkt me duidelijk aan en loopt weg, mij achterlatend met het idee dit plan uit m'n hoofd te zetten.
    Dan komt er een vrouw bij, Talithá: 'Misschien kan ik helpen. Ik ken Roberto goed, hij is mijn schoonbroer... De zoon vcan Roberto studeert hier in de stad en woont in een klein hotel... Ik kan je erheen brengen.'
    Toeval? Verdomme, neen! Ik geloof niet meer in toeval.
    Ik voel dat ik op de goede weg ben, dus verlaat ik opgewekt, samen met Talithá, de mameluca (menging van blanke en Indiaan) het gebouw.
    In de warme ochtend zon lopen we naar het kleine hotel in de buurt. Het gebouw heeft meer weg van een pension: 'Santo André'.
    Bij aankomst zie ik enkele Xavantes aan de deur zitten.
    Binnen aan de rechterzijde is de balie, links staat een televisie met daarvoor een oude sofa, waar Xavantes zitten te kijken naar een film. Achter de sofa bevindt zich een soort 'cour', met links en recht de deuren van de piepkleine kamertjes. De waslijnen zijn goed behangen met kleding van de bewoners en achter door ligt de keuken waar de gezamelijk maaltijd word genuttigd.
    De zoon van Roberto blijkt aanwezig te zijn en kijkt verwonderd als hij me ziet. Talithá geeft nader uitleg en doorbreekt de argwaan bij de jonge Xavante: 'Hij is op zoek naar je vader en wil hem graag ontmoeten. Om hem te helpen heb ik hem  hier gebracht.'
    De jongen die mij de hand schudt heet Reginaldo Abhö-ödi Tseretsu, en heeft een halflang zwarte poykapsel rond zijn bruin glanzend gelaat. Ik vertel hem hoe ik zijn vader en moeder ontmoette in Rio de Janeiro en hem beloofde zijn dorp te bezoeken, ook in verband met de mogelijke opzet van een project. Ik vraag hem de beste mogelijkheid om het dorp te bereiken, en dat de Funai niet al te cooperatief was.
    'Morgen om halfzeven vertrekt er een bus die langs het reservaat komt... ik kan met je meegaan, als je mijn reis betaald...'
    Ik vond dit een goed idee en ging hiermee akoord, daar mijn reis als puzzelstukken  in elkaar begon  te passen.
    Veel jonge Xavantes studeren in de stad omdat zij weten dat het contact met de blanken onvermijdelijk is. Ze willen iets leren, waar hun stam later voordelen van heeft. Maar velen leven in twee werelden, die van hun voorouders en die van de moderne tijd, de blanken en hun vooruitgang.
    Doch er blijven jongelingen die zich hard opstellen tegen alles wat tegen de tradities van hun stam ingaan. Deze groep heeft het moeilijk, want zij zoeken hun wáre indentitiet. Als ik met de jongeren spreek over de grote Braziliaanse steden, viel me op dat Brasilia hun voorkeur had. Reginaldo, die de stad bezocht, is er nog steeds van onder de indruk. Ik zeg hem dat daar andere ideeën over heb. Natuurlijk is de nieuwe hoofdstad van Brazilë een architectonische hoogstand, gebouwd in de hooglandbossen, een glorieus pennenuitvoeisel van Oscar Niemeyer, een waanzinnig idee van een president, maar het was een vernietigende bom voor de Indianen en natuur. Het doet mij voorkomen dat óók voor de jonge Xavantes, ,de geschiedenisboeken verzwijgen hoe deze stad tot stand kwam. De corruptie en het vernietigen van mens en natuur.

    Ik besluit mijn rugzak op te halen uit het hotel, en hier in 'Santo André' een kamertje te nemen, de betere plek, onder de Xavantes, op mijn weg naar hun woongebied, bij de 'Rio das Mortos', rivier der dood. Deze naam werd aan de rivier gegeven door een van de eerste expedities die deze waterloop bevoeren. De groep werd in zijn geheel vernietigd, door koorts.
    Doch het 'woongebied' is onvolledig, niet correct, want de geschiedenis van de stam verteld over een lange weg, een vlucht naar het huidige reservaat.
    wordt vervolgt...

    Boven: Bororo Indiaan, foto Waldir de Pina, 1985

    24-03-2008 om 00:00 geschreven door Storyteller


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 08/10-14/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 14/12-20/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/10-13/10 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 14/05-20/05 1979

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


  • INSIDE BRAZIL a broader view of Brazil

  • Gastenboek/Livro da visita
  • Al onze geliefde herdenken
  • Goedemorgen
  • Wens u nog een fijne dag
  • Goedemorgen
  • Wens u nog een fijn weekend

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek ------ Mensagem em baixo


  • DEVROLIJKEBLOGGERS

  • Blog als favoriet !

    Inhoud blog
  • BUS-OVERVAL IN DE GOIAS NACHT slot van reisverslag Xavantes via noordoosten
  • ARAGUAINA en de CARAJA INDIANEN
  • SETE CIDADES deel 6
  • SETE CIDADES -----DEEL 5
  • historie-SETE CIDADES deel 4
  • SETE CIDADES deel 3
  • DE GEHEIMEN VAN DE '7 STEDEN' DEEL 2 HISTORIE
  • reisimpressie '97/'98: DE GEHEIMEN VAN DE 'ZEVEN STEDEN' - DEEL 1 PIRIPIRI, PIAUI, NOORDOOST BRAZIL
  • PADRE CICERO
  • MOSSORO
  • OP WEG NAAR MOSSORO, RIO GRANDE DO NORTE
  • OP WEG NAAR NATAL
  • CANGUARETAMA, RIO GRANDE DO NORTE deel 2
  • CANGUARETAMA, RIO GRANDE DO NORTE
  • JOÂO PESSOA EN CAMPINA GRANDE PART 2
  • JOÂO PESSOA EN CAMPINA GRANDE
  • SALVADOR DEEL 3
  • SALVADOR: SLAVERNIJ - impressie
  • SALVADOR - Wat zijn ex-voto's?
  • Beelden van 'Lavagem do Bonfim'
  • SALVADOR: -LAVAGEM DE BOMFIM- 1
  • SALVADOR, Cidade Alta 2
  • SALVADOR deel 2: de bovenstad -Cidade Alta-
  • SALVADOR Geschiedenis/ deel 2
  • NOORDOOSTEN VAN BRAZIL DEEL 2: SALVADOR-1/geschiedenis
  • OP WEG NAAR HET NOORDOOSTEN VAN BRAZIL‹ Deel 1: ILHEUS, BAHIA 1998
  • Chico Mendes werd 31 jaar geleden vermoord en inspireert de strijd tegen de agribusiness in Acre
  • God
  • In Rio vergelijkt ex-president Lula de regering Bolsonaro met Duits nazisme
  • Idioterie van een zogenaamde president
  • Instorting der gezondheidzorg in Rio
  • Waterloos
  • Fatale ontbossing Amazonia
  • Help-Ons!
  • Ribeirinhos Amazonia
  • ziekbeeld
  • amazonas lamenteerd
  • Gij gelooft het of niet
  • enawene nawe Indians
  • Itaborai, RJ bar music
  • Vier Guajajara Indianen vermoord in Maranhão in minder dan twee maanden
  • nogmaals een idioot
  • xavante indios audio opname/foto's
  • Indianen neergeschoten langs de weg
  • brand in Pantanal van Mato Grosso do sul
  • Guajajara-leider gedood in hinderlaag van houthakkers tegen inheemse bevolking in Maranhão
  • OBRIGADO
  • Er zijn geen herinneringen of invloeden in de as van de Amazone.
  • Kalunga een volk in het noordoosten van Goias - historie
  • Illegale houthakkers blijven Amazon vernietigen en kolonisten bedreigen
  • VIKING STEEN NItEROI, RJ
  • olietragedie aan de noordoostkust van Brazilië
  • Genaamd
  • Explortatie en sexueel misbruik van kinderen en jongeren op ilha do Marajó
  • Brazil highways drive Amazon development -- and destruction amazon
  • censuur door de regering
  • HUMAN RIGHTS Report of resistance: inheritance of the military dictatorship in the slums of Rio de Janeiro
  • olie ramp vervuild zee en stranden
  • Inheemse gezondheid is een bedreigde verovering
  • Tot heden 20 kinderen neergeshoten in Groot-Rio
  • Eerste Braziliaanse heilige non, Sr. Dulce wijdde haar leven aan de arbeidersklasse
  • evangelische kerken in het Amazonegebied, katholieke bezorgd.
  • De meerderheid van de Brazilianen verdedigt de bescherming van bossen waar geïsoleerde Indianen wonen
  • Noordoostkustolie bedreigt 600 babyschildpadden
  • Boek toont het gezicht van Paulo Freire als manager
  • Paus opent bijeenkomst in Rome betreffende Amazonas en zegt dat vuur ontstoken werd door belangen die vernietigen
  • Mensen willen bedrogen worden 5 oktober 2019 | brazilienieuws
  • cacique Raoni genomineerd voor lid van de grootste milieubeschermingsorganisatie ter wereld
  • Para os leitors Brasileiros - POEMA DE UM VIAGANTE
  • uitspraak van een idioot
  • De opkomst van ellende in Brazilië
  • amazonas blues
  • onca parda aangereden doch vlucht het bos in
  • Het land dat zich niet wil bewapenen (bron Brazil Nieuws)
  • 55 moorden in gevangenissen in manaus, amazonas
  • Barão de Cocais: een tikkende tijdbom
  • Kabinet van de Portugese letteren in Rio De Janeiro - dec. 2010
  • Kaiapo - painting
  • CONDOOMFABRIEK, AMAZONAS /herh. 2008
  • Inheemse Araweté, tijdens een bijeenkomst in het conferentiecentrum van Altamira in Para Amazonas
  • BOEK WAYN PIETERS - SURUCUCU (Amazonas roman)
  • Een van de vele gevechten tegen milieu vervuiling.... Amazonia
  • COLUMN: 'AVONDWANDELING IN 4 MONOLOGEN' WAYN 2000
  • Uitgelicht De groene favela - De achterkant van de mooie plaatjes van het Amazonegebied
  • ZIGEUNERS VAN BRAZILIË door Atico Vilas-Boas da Mota (vertaling/bewerking uit Engels door Wayn)
  • DE ZIGEUNERS (Kort verhaal door Wayn Pieters) 1998
  • HET LAND VAN DE ABACAXI - kort verhaal door Wayn Pieters van Rijsselt
  • Het vuile spel van verkiezingen.... en het volk? mijn dank aan BRAZIL NIEUWS©
  • Wie gaat Brazil Redden? GOD?
  • audioBook Grotten der oudheid, Lagoa Santa, MG, Brazil
  • Brand verwoest nationaal museum in Rio
  • Venezolaanse vluchtelingen aangevallen in Roirama
  • Gevaarlijke Politiek in Brazil
  • EERSTE CONTACT MET DE TXUCARRAMÃE DOOR DE BROERS VILLAS BOAS
  • kleine partij PSTU wil revolutie in verkiezing
  • Inheemse mensen rapporteren en verzetten zich tegen 'officiële' gegevens over de impact van Belo Monte dam
  • 63.880 gewelddadige moorden per jaar
  • archeologische ontdekkingen in Amazonas
  • Indiaan van het Hol /the last of a tribe
  • Enawene Nawe Indianen, Mato Grosso, Brazil / Video
  • Crimi in Rio
  • De tragedie van Araguiaia / boek Vlinders en Weerwolven
  • Het bloedbad van Eldorado do Carajás (herrinering) 1996
  • gelycht in Borba, Amazonia - Barbaarsheid
  • moord op journalist Vladimir Herzog 1975
  • In Minas Gerais, arbeiders van ''sem-terra'' bezetten fazenda van kapitalist
  • burgemeester contra quilombo and capoeira in Rio
  • JURUJUBA - Niteroi, RJ
  • Krokodillenvlees in de supermarkt in Amazonas
  • ONTBOSSING
  • Onrecht WK! - brood en spelen ! De idioterie van het ''voetbaltoneel'' heeft aanvang genomen. En het volk?
  • Klimaatcrisis SP kust
  • vandalisme in São Gonçalo, Rio de J
  • opgenomen voor Amnesty in Brasil
  • Militaire troepen op pad rond favelas in west zone van Rio
  • Op zoek naar drugs en wapens in communiteiten in west Rio
  • The number of violent deaths in Brazil corresponds to thirty times that of Europe for the same period.
  • Guanabara baai bij Niteroi - Rio
  • The aftertaste of Whiskey
  • MET DE NA-SMAAK VAN WHISKEY ========Column door Wayn
  • drughandelsuitbreiding ''rode commando'' Niteroi
  • Het volk zal (wederom) lijden
  • Rondonia
  • Oprotten Temer! Een Gevaarlijke Idioot.
  • Wie is de winnaar van dit conflict? Brasil in crisis.
  • Sâo Gonçalo, RJ
  • Zeer schadelijk voor mens en milieu – de soja-import uit Brazilië
  • Eldorado dos Carajás (onbestrafte moorden)
  • Munduruku-indianen demonstreren in Brasilia
  • LAMPIÂO PART 2
  • LAMPIÃO, BANDIET OF WELDOENER part 1
  • Rio de Janeiro -column van Wayn
  • Indian day Brazil 19 april
  • Twintig doden bij uitbraakpoging Braziliaanse gevangenis
  • Met Lula in gevangenis zakt Brazilië verder weg in een diep ravijn van zwakke democratische instituties
  • Lula de bak in... militaire leiders liggen op de loer
  • COMMUNISTISCH GETINDE GAZET VAN BRAZIL
  • verkapte samenleving
  • JHONATAN and STORYTELLER
  • No wisecrack - Rio de Janeiro/Amazonas by Latuff © music by Ramblin Wayn ©
  • Rio full moon
  • Enawene Nawe Indians Mato Grosso, Brazil
  • xingu indian dance brasil
  • langs de Avenida Brasil Rio de Janeiro video
  • Twee slangen gevangen in Rio
  • Aposentado com câncer não consegue se tratar em hospital público Nem com laudo a internação é aceita
  • violence in Rio de Janeiro
  • laffe daad in Rio, overval, man gedood 5 jarig zoontje getuige
  • Oorlog in Rio
  • Braziliaanse politicus Marielle Franco op straat vermoord
  • giftige modder
  • amazonas
  • botafogo, rio
  • OPSTAND IN bRAZIL
  • RIO BRANCO deel 15 slot
  • RIO BRANCO deel 15 'AYAHUASCA'
  • RIO BRANCO deel 14 Het zwoegen der Rubbertapper
  • RIO BRANCO deel 13
  • CHICO MENDES 5 - COLUMN VAN WAYN: HOUDING VAN DE KERK
  • CHICO MENDES deel 4
  • CHICO MENDES deel 3
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel12 - Het verhaal van CHICO MENDES deel 2
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel11 - Het verhaal van CHICO MENDES
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 9
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 10
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 8
  • naar RIO BRANCO, ACRE deel 7
  • ... naar RIO BRANCO, ACRE deel 6
  • ...naar RIO BRANCO, ACRE deel 5
  • ... naar RIO BRANCO, ACRE deel 4
  • ... naar RIO BRANCO, ACRE deel 3
  • ...naar RIO BRANCO, ACRE deel 2
  • VIA CUIABÁ, CÁCERES, PORTO VELHO NAAR RIO BRANCO, ACRE
  • protest tegen hervormingen sociale zekerheid
  • voorpagina krant 'Sâo Gonçalo' nabij Rio
  • Deze President, Temer, Doet Brazil Bloeden
  • militair-fascistische coup NU 53 JAAR GELEDEN: gevangenis voor de folteraars!
  • Lagoa Santa grotten (audioBook)
  • GEZONDHEIDS EXPEDITIE VOERT OPERATIES UIT IN AMAZONAS
  • Nieuwe bedreiging voor de Xingu natuur en mens
  • Doden door politiestaking in Braziliaanse grootstad Vitória
  • Bijna 3.000 kinderen verstoken van school door vuurgevecht in favela
  • straatkinderen Brazilië
  • op straat leven
  • REBELLIE GEVANGENISSEN
  • Guarani Kaiowá Indianen - Zonder traditionele land en kinderen sterven door honger
  • begraven in ondiepe kuilen in Manaus
  • 10 doden in gevangenis in de staat Rio Grande do Norte
  • The Truth - videos channel -youtube WAYN
  • strijdt tussen broeders
  • de naakte berg van Pará
  • diamantmijn beroofd
  • 33 gevangenen gedood door vergelding in Roirama
  • 56 personen werden vermoord tijdens opstand in gevangenis te Manaus in Amazonas
  • HERINNER CHICO MENDES (remember Chico) 1944-1988
  • De corrupte president Temer bereidt coup tegen de afbakening van inheems land
  • xavante indios
  • The Truth - Brazil videos channel -youtube
  • PROTESTEN tegen bezuiniging
  • gevecht tegen illegale houtkappers in Amazonia

    Bij de inhoud zijn alleen de laatste 200 items weergegeven, mocht u zoeken naar onderwerp doe dit via 'zoeken in blog' op de linkerbalk.
    Het 14-delig verslag van mijn bezoek aan de Xavante stam  kunt u opzoeken IN DE LINKER zoek BALK
    Berichten die niet getoond worden zijn bereikbaar via het archief via de pijltjes onder aan het blog

    storyteller

    Brasil links
  • brazilie.favorietje.nl
  • reisverhalen-zuidamerika.2link.be

  • brazilie.jouwpagina.nl

  • Willekeurig SeniorenNet Blogs
    martine1955
    blog.seniorennet.be/martine
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    cultura
    blog.seniorennet.be/cultura
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    vivianne
    blog.seniorennet.be/viviann

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!