Ricky Valance is vooral bekend door de hit 'Tell Laura I Love Her' uit 1960, een voor de Britse markt gemaakte coverversie van een Amerikaanse hitsingle van Ray Peterson. In de jaren 1950 en de vroege jaren 1960 was er een reeks succesvolle songs, die de dood als thema hadden. Omdat de BBC uit ethische redenen weigerde zulke liedjes op de radio te spelen, drongen Amerikaanse hits als 'Leader of the Pack' van The Shangri-Las en 'Teen Angel' van Mark Dinning nauwelijks door in het Verenigd Koninkrijk. Andere werden daar helemaal niet uitgebracht. Ook Ray Peterson met zijn song 'Tell Laura I Love Her', in 1960 een tophit in de Verenigde Staten, kreeg in Engeland geen voet aan de grond. Het lied gaat over een verongelukte autocoureur, wiens laatste woorden zijn "Tell Laura I love her... my love for her will never die". De hit 'Arme Joe' van Will Tura tapt ook uit dit vaatje. Ricky Valance werd in Wales geboren als David Spencer en als artiestennaam koos hij voor Ricky Valance, een naam die ietwat doet denken aan Ritchie Valens die in februari 1959 was omgekomen in een vliegtuigongeval samen met Buddy Holly, The Big Bopper en de piloot. Was het provocatie of gewoon toeval? De single werd direct door de BBC geboycot, maar door de Engelstalige programma's van Radio Luxembourg werd het nummer zo populair, dat het in september 1960 de toppositie innam in het Verenigd Koninkrijk, met een miljoen verkochte platen. Dat succes wist hij helaas nooit meer te evenaren. Gelukkig wordt er regelmatig "pompompompom" gezongen zoniet was het liedje veel te depressief!
Lynn Annette Ripley bracht in 1964 onder het pseudoniem Twinkle de single 'Terry' uit. Het nummer gaat over de dood van een vriendje in een motorongeluk. Jimmy Page en Bobby Graham speelden mee op het nummer. Het duistere thema van het liedje was populair voor die tijd; The Shangri-Las hadden in datzelfde jaar een hit met de soortgelijke plaat 'Leader Of The Pack'. In 1965 was Ripley het vriendinnetje van Peter Noone van Herman's Hermits. In datzelfde jaar nam zij een Engelstalige versie op van 'Poupée de cire, poupée de son' van France Gall. Alhoewel 'Terry' hier en daar geboycot werd (vooral door de BBC) was het toch een redelijk succes. Het zou echter bij deze eendagsvlieg blijven en Ripley nam ontslag in 1966 bij haar platenmaatschappij.
Dr. Hook & The Medicine Show hadden ons in 1972 al verblijd met de tranentrekker 'Sylvia's Mother' toen in oktober van dat jaar een andere single van die groep ons nog meer verblijdde! 'The Cover Of "Rolling Stone"' was een heel grappige compositie van Shel Silverstein die eind 1972/begin 1973 heel vaak op de radio te horen was en toch weigerde BBC Radio het nummer te draaien omdat het zogenaamd reclame voor het popmagazine zou zijn. Uiteindelijk kreeg de Amerikaanse rockgroep zijn zin en prijkten de muzikanten op de cover van het tijdschrift "Rolling Stone" in maart 1973. Zij het niet allemaal want het werd een karikatuur met slechts drie muzikanten en geen echte foto van de zeven Amerikanen. Eind goed, al goed!
Toen Paul McCartney na de split van The Beatles een duo vormde met zijn echtgenote Linda (en iets later met de groep Wings) kreeg zij veel kritiek te slikken. Criticasters meenden dat zij niet altijd de juiste toon aanhield. Maar de ex-Beatle was onvermurwbaar en leerde haar te spelen op de keyboards. Toch bleef die kritiek heel haar leven in haar hoofd hangen, vooral toen ze de laatste jaren van haar leven kanker kreeg. Samen met Paul en zoon James (op gitaar) nam ze in 1998 een album op ('Wide Prairie'). De single daaruit was 'The Light Comes From Within' die in 1999 postuum zou verschijnen. Onmiddellijk werd het lied uit de ether verbannen omwille van de zinsnede "You say I'm simple, you say I'm a hick, you're fucking no-one, you stupid dick". Naar verluidt bestaat er ook een gecensureerde versie.