p align="center"><a href="http://blog.seniorennet.be/hetbloggershoekje" target=_blank"><img alt="Welkom bij " src="http://i39.tinypic.com/yfhfq.jpg" bloggershoekje="het="border="0" /></a></p>
Ik droomde vannacht al over de vrede alom, en niet alleen met deze vredige dagen, maar dat overal de vrede hoog in het vaandel stond. 'O fijn zou het zijn,de vrede te proeven, als een hongerige met gulzige handen en mond.
Nee, de vrede rust niet alleen in mijn gedachte, zet het wel steeds in mijn hart en ziel ten troon, maar als sterveling, is mij soms ook kwaad te machte. voer dan een strijd, en zegevier op eigen krachten.
Nee de Vrede lijkt soms op een ongrijpbaar mysterie, omdat steeds door ons de vredesvlam wordt gesmoord. Hoop op liefde, licht en warmte leeft wel onblusbaar door. Nee, ik wil dat de mens anders leeft als donder en bliksem, maar als mens vredig, liefdevol, warm met en naast elkaar.
IK WENS JULLIE ALLEMAAL HELE FIJNE FEESTDAGEN EN EEN HEEL VOORSPOEDIG 2009. ADRIE
Kerstmis
De Sint en zijn pieterschaar is nog niet weggevaren, of we dansen al weer lustig met de kerstboom rond. Nee, als de Kerstman zijn lange tocht ten einde zal zijn, drinken wij bij onze dis, al weer een heerlijk glaasje wijn.
Van de vorige Kerstwensen, blijkt dan niets meer bijgebleven, alleen dat onze wensen, dan nooit uitgekomen lijken te zijn. Heb alleen bij het aardse onrecht, mijn handen vaak opgeheven, van al U geuitte mooie wensen, die dan krom of gebogen zijn.
Het lijkt dan of die wensen, in een sloot gedonderd zijn, en uitmonden in oneindige waters, om dan snel te vergeten. Of hebben we onze mooie wensen, voornemens en woorden, toen maar meteen weggespoeld, met onze vele glaasjes wijn.
De mensen lijken dan wel te slapen, bij het zeegat of sloot. Maar eens zwellen die golven der wensen op, en spoelen al die wensen terug in onze schoot.
Wandelde weer langs de oude statige Linde. Zag de zon zijn eerste straaltjes schieten, en was heerlijk van de stilte aan het genieten. Zag ook dat de Sint al plaats gemaakt had, voor Jozef en Maria hun geleende herderstal.
Was in mijn geheugen, plaatjes aan het schieten. en snoof weer weldadig aan die vergane tijd. Het was een tijd van weldadig dromen en genieten., in de armen van je moeders warmte en onvindbaarheid.
Het was de liefde en warmte in ons armoedig bestaan, wat dan in je dromen, weer even weldadig ontstaat Mijn dromen lieten zich nu weer even door mij lezen, als warme en mooie prenten, uit boeken voorgelezen.
'O mijn pen en penseel, dan zo waardenvol ervaren, hoop nu, dat ik dat dierbaar gevoel wat kan evenaren. Al die mooie jeugd-ervaringen, nu op doek of papier, weer heel erg waardevol; aan onsterfelijkheid gewijd.
Vindt het leven vaak zo luchtig als een schaduw, eerst ben je de rots in de branding, dan de rook in de lucht, of de kring in het water.
Eerst zing, of speel je nog een liedje van minne, dan schrijf je een gedicht met treurende zinnen. Gaat je geest nog vrij en luchtig het leven door, dan maken rammelende ketens kervend je spoor.
Zij bleek je toch niet te leidden naar het rozenpad, eerder naar veel gekwetste smart in ziel en hart. Dan weer moedig en luchtig het leven opgepakt, vergeten dat er geen ruimte voor mijn ketens was.
Maar zag bij mijn wieg al een zwarte bode staan, die niet aan me vroeg; neemt gij deze weg aan? Een leven die net als de Sint, kan geven alle goeds, maar zijn zijwegen kent, van vreugde en rampspoed.
Je dichten zijn met de mooiste pen geschreven, de woorden als uit het edelste hout gesneden, doch wilde de meester aan u geen tijd besteden. Maar u kunst heeft nu toch zijn weg gevonden, U woorden worden nu voor altijd gebonden,
Nu kan een ieder dromen van tuinen vol met rode rozen, waar de nachtegaal hardop zijn liederen zingen mag. Ik wil dat je blijft dichten en lachen tot je laatste dag. Maar wat is toch je geheim, van die eeuwige lach? Is het dat je mag blijven genieten van kinderen hun lach.
je woorden soms geschreven als een minzaam neigen, soms een zwijgend en protesterend tegenstemmen, dan weer een gedicht van voorzichtig de hand reiken, en dan zijn er weer woorden, in je gedicht gevangen, waar je niet uitspreekt, je heel diep minnelijk verlangen.
KONING WINTER
Ik zie de Winter nu iedere dag al dichter bij komen,
leg dan weer behagelijk Frits de poes even op schoot.
En zachtjes over zijn harige dons gestreken,
word ik door hem met een kras terecht gewezen.
Maar wat een fraaie vertoning de laatste dagen,
het lijkt of het zonnetje met al zijn praal;
zijn macht nu aan Koning winter overdraagd!
Kijk hij reikt de winter zelfs even de hand.
'O zonnetje, die steeds las mijn zonnige verzen en taal,
gij die nu met Koning winter de handen in een slaat,
met Kerst, Sint en piet rijmelaars, wijst op mijn verzen.
Och Zonnetje, weg gij met uw slaafse onderdanige trekken.
De winter zijn doel is, dat in het zachte warme dons,
weer verwekt worden vele dochters en zonen
Dan kan je in de zomer weer horen vele baby-tonen,
en bij de doop, in kerken,weer hun roze muziek en noten.
auteur:Adrie.Ó
Mijn hart stond op, en voelde zich innig verliefd en blij De vlinders in mijn buik schoven alles vrolijk opzij Ik de slaaf van Poëzie en taal; Vergeleken met de knapste Nimf of schoonheidskoningin, vond de rijkst en best gevulde dis al schraal!
Een grote liefde bloeide op in beider leven. Een wil om onze liefde heel intens en onstuimig te beleven! Zonder angst voor Gezag, normen en vrezen! Niet voor iets wat bij ons zo eerlijk zuiver en onstuimig brandt
Mijn liefste ik wil alles in ons leven samen met je delen Veel Zon, zwier en liefde wil ik je geven! Pijn en verdriet zal ik met je delen zonder vrezen! Ik zal na praten veel van je streken kunnen vergeven
Het intense verlangen naar elkaar maakt ons, Tot een heel gelukkige Diamantenpaar!
Ieder mens draagt in zijn leven Een onzichtbaar rugzakje mee Bergt daarin zijn vreugde en zorgen Een verzameling met wel en wee
Ieder draagt zijn/haar eigen rugzak Niemand die hem van je overneemt En je hoeft ook niet te vrezen Dat een dief hem ooit ontvreemdt
Soms is de rugzak haast niet te dragen Maar soms ook vederlicht Dan blijft er wat ruimte over Maar dikwijls kan hij haast niet dicht.
Kijk je in een verloren uurtje heel de inhoud nog eens door laat vaker iets uit verdwijnen, wat zijn waarde reeds verloor.
En zo ga het door de jaren Je pakt iets op en gooit iets weg Soms gebeurt dit vanzelfsprekend Maar vaak ook na veel overleg.
Langzaam wordt de rugzak leger De levensmiddag gaat voobij En bij het vallen van de avond Werpt men het meest der last opzij
Maar er blijft nog wat van waarde wat je koestert en behoud! Al schijnen het soms kleinigheden met zijn herinneringen, meer waard dan goud. En als je je eigen rugzak met veel liefde weer laat vullen Valt het dragen je heel wat lichter Omdat de liefde je dan helpen gaat.