Vrijdag was het de grote dag voor Bertine Verhaegen, Irène Bryse en Patrick Nupie: samen zorgen ze voor een nieuwe tentoonstelling in het Geriatrisch Centrum Damiaan.
Zoals altijd is het welkom hartverwarmend: onmiddellijk krijg je een glas wijn, op hoge ronde tafeltjes staan chips maar ook gezonde gesneden groenten met dipsaus (wellicht iets minder gezond, maar wel lekker). Bertine en Irène ken ik van uit de academie. Patrick is de man van Bertine.
Gezien ik mooi op tijd ben kan ik iedereen rustig een goede dag zeggen. Bertine straalt, dat doet ze altijd een beetje, er zit iets heel vrolijks in haar en dat weerspiegelt zich in haar schilderijen. Maar dat is voor later. Eerst moet er gesproken worden.
De directeur van het Geriatrisch Centrum verwelkomt iedereen. Vertelt over de grote verhuis die over enkele weken zal plaatsvinden: dan zal de nieuwbouw af zijn en kunnen de huidige bewoners van het oude gebouw een kamer krijgen in het nieuwe gebouw. Het bewonersaantal wordt niet uitgebreid, maar het woon- en zorgcomfort wordt wel uitgebreid. Het is een prestatie die toch eens mag vernoemd worden.
Daarna komt gewoontegetrouw de burgemeester. Hij zit wat weggedoken en daarom bereikt zijn stem mij nauwelijks. Nu, veel nieuws zal die man niet te vertellen hebben: om de drie maanden is hij er bij om het lint te helpen doorknippen. Gewoontegetrouw hoor ik hem wel Gesigneerd bedanken voor de inzet in de gemeente. Daarna spreekt een neef van Patrick. Hij heeft het kort over de drie kunstenaars. Hij zegt telkens iets over de werken die er hangen.
Daarna richting de tentoonstelling waar ook weer gewoontegetrouw bij de ingangsdeur een lint wordt doorgeknipt door de kunstenaars en de foto wordt genomen.
Zelf ben ik echt benieuwd naar het resultaat. Ik heb wel al iets gezien van Bertine en Patrick, Irène zag ik vaak in de academie aan het werk, maar een tentoonstelling biedt toch een andere kijk op het werk.
Bertine schildert figuren, meestal vrouwen. Heel fris, kleurrijk. Elk schilderij doet heel spontaan aan. Ze probeert de figuren niet in een portret te wringen, maar met enkele lijnen laat ze de vrouwen spreken. Er zit ook iets van humor in. Ik voel het borrelen in mij.
Patrick is nogal gevarieerd in zijn aanbod. In sommige schilderijen neigt hij naar het hyperrealistische en dat is niet direct een aanspreekpunt bij mij. Maar de schilderijen die het zuiden oproepen kan ik wel appreciëren.
Irène heb ik bezig gezien aan de schilderijen en pastels die er nu hangen. Pas nu komen die werken tot hun recht, vooral de pastels: ze zijn mooi ingekaderd en dat verandert een tekenblad in een kunstwerk.
Ik ben mijn fotoapparaat vergeten
daarvoor zal ik eens moeten terugkomen, dom van me.
Na de rondleiding gaan we met de groep terug een laatste glas drinken. Ik geraak aan de praat en plots is het veel later dan ik vermoed. Ik neem afscheid van de weinigen die nog overblijven. Tot over drie maanden.
|