Het eendimensionale probeerde ik uit in lijnen, het tweedimensionale gaf ik vorm in vlakken en nu wil ik het driedimensionale uitproberen. Om diepte te verkrijgen gebruikt men in het tekenen de principes van perspectief, een van de vele dingen uit de trukendoos van de tekenaar (m/vr.). Een simpele vormgeving daarvan is een vlak waarin het vluchtpunt in het midden ervan ligt. Met dergelijke constructie maak je geen boeiend werk: er komt zo weinig aan bod en wat er getoond wordt is zo voorspelbaar (foto hieronder).
Dus maar gauw iets anders uitgeprobeerd. Met Oost-Indische inkt maak ik een kubus, laten we zeggen een aquarium. Daarin laat ik een vorm zakken, laten we zeggen een kruis. Doordat de achterkant van de kubus verdwijnt achter de ingezakte vorm, ontstaat er diepte: een ruimte waarin veel kan gebeuren. Het geheel poets ik wat op met gele en rode vlakken. Ik wil me niet echt gaan verdiepen in de leer van het perspectief, maar andere mogelijkheden verkennen.
uitproberen en verder zoeken
30-07-2013
Op zoek naar ...
Het vierkant blijft me aantrekken, maar ik wil er wel uitstappen. Vierkanten uitsnijden en lijnen die reeds naar een rechthoek evolueren, gele acrylverf en het is wat het is. Feitelijk wou ik uitproberen of de rode kleur primeerde op het geel en daardoor een zekere diepte in het werk zou ontstaan, een volgende stap, maar die verwachtte diepte blijkt niet zo denderend te verschijnen. Natuurlijk is de rode kleur erg afgezwakt. Ik gebruik vellen van toonzaalbehang: wie wil nu een vermiljoen rood behang op zijn slaapkamer. Maar na de intense beleving van Sierre geniet ik wel van het zachtere werk: gewoon plezier beleven aan het zoeken naar een rustige schikking. Dat mag ook eens, niet?
29-07-2013
Sierre
Wanneer ik wat rommel tussen de tekeningen die ik wil bijhouden, ontdek ik een werk dat ik zowat een jaar geleden maakte. Op 13 maart verongelukte een bus met kinderen uit Lommel en Heverlee. Het greep me enorm aan, vooral omdat er heel wat kinderen bij betrokken waren die in de dansschool van Aike een opleiding volgden. (zie de blogs na 13 maart 2012).
Met de affiche die het optreden van de dansschool aankondigde maak ik verschillende collages. Een collage komt terecht in de dansschool zelf, een ander werk geef ik aan G. die enkele kinderen verzorgde toen ze overgebracht werden naar Leuven, een derde hangt bij me thuis en de vierde verdween in de map niet goed genoeg bevonden. Deze collage haal ik boven, versnijd ze in vierkanten van 4cm op 4cm en ga aan het schikken. Het is bijna een sacraal beleven: raken aan de stilte na de dood van dierbaren. Ik schik de vierkanten, met acrylverf werk ik nog wat lege plaatsen bij en tenslotte lijm ik over alles heen een soort venster: door dat venster kijk ik naar een jaar terug, kijk ik naar mezelf, zoveel jaren terug na de dood van mijn zoon.
Hoe vaak spreek ik nog over Arne? Het leven herneemt zich, ook mijn leven. Alleen is er een leegte ontstaan die immaterieel vervangen wordt door een bijna absolute aanwezigheid. De zoon die voor hij stierf een soort paria was, lijdend aan schizofrenie, is nu in al zijn mogelijkheden, als puur graag zien aanwezig, omdat hij niet meer in dat concrete lichaam, in die concrete beschadigde hersenen zit, die zonder medicatie vaak agressief werd, waardoor ik niet meer wist wat voorrang had: graag zien of angst.
Dat alles zit besloten in die collage. Laat ons zeggen dat het voor mij een helend werk is. Eerst schreef ik therapeutisch, maar ik ben niet lijdend aan de dood van mijn zoon maar leef dag na dag met een gemis van de belofte, de droom bij de geboorte van deze zoon: er zou uit dit kind een mens groeien die de weg naar zichzelf zou gaan. Wellicht kan ik zijn zelfdoding zo interpreteren. Dat kan ik niet zeggen tegen de vaders en moeders, de partners, de kinderen die een kind of man of ouder verloren. Hoe leer je omgaan met een ongeluk? Ik kan me voorstellen dat daar veel woede bij komt en niet aanvaarden en waarom mijn kind, partner, ouder?
Eerst dacht ik dit werk niet te publiceren. Maar waarom niet kenbaar maken van wat ik reeds gezegd krijg? Wellicht zijn er nog andere vrouwen, mannen die proberen woorden te zoeken, voor de stilte na het weggaan uit dit leven van iemand die dierbaar is?
28-07-2013
Beweging
Uit een zilverkleurig vel behangpapier snij ik vierkantjes met een zijde van 1,3 cm. Daarmee wil ik een oppervlakte vullen. De positie van alle vierkantjes keurig in het gelid, zowel vertikaal als horizontaal, sla ik over. Ik speel met de tussenruimte. De bovenste en onderste rijen laat ik horizontaal evolueren van weinig tussenruimte naar meer. De rijen in het midden schik ik wat anders, zodat een zwarte balk ontstaat van de achtergrond. Het voelt nogal benepen aan.
In een tweede ontwerp laat ik de vierkantjes uit het gelid vallen door ze schuiner en schuiner op de achtergrond te lijmen. Daardoor ontstaat er een zekere beweging.
Ten slotte probeer ik de twee helften in een soort spiegelbeeld met elkaar te laten evolueren. Zowel vertikaal als horizontaal wordt van een kleine tussenruimte naar een grotere gemanoeuvreerd. Dat roept wel spanning op.
27-07-2013
Andere vormen
Het behangpapier blijft me aantrekken, maar nu ga ik er wat brutaler tegen aan. Ik snij grillige vormen uit die ik aan het uiteinde wat versmal. Om het geheel aan elkaar te binden trek ik twee lijnen die elkaar kruisen. Ik doe dat met écoline en merk dat de inkt wat uitloopt. Het geeft een verzachtend effect. Al doende leert men.
Nu zijn de vormen nog minder op elkaar afgestemd. Om de verbindingslijn te trekken gebruik ik nu acrylverf. Die is duidelijker aanwezig en loopt niet uit.
26-07-2013
Een andere invalshoek
Neem een vel lichtkleurig behangpapier, knip daar een rechthoek uit van 15 x 23 en lijm dat op een zwarte ondergrond: de basis voor experimenteren met collages van vlakken is gelegd.
De volgende stap is eenzelfde rechthoek uitknippen en dat vlak verdelen in een vierkant van 15 x 15 en van de restrechthoek een strook afsnijden van een ongeveer een ½ cm, zodat tussen beide vlakken ruimte ontstaat. Beide vlakken op een donkere achtergrond lijmen. Hier zie je hoe de volmaakte vorm van het vierkant een sterke basis geeft aan het geheel.
Weer snij ik een vierkant van 15 x 15 uit het behangpapier. Ik maak er een zigzaglijn in en rek de vorm uit elkaar. Om het geheel af te sluiten lijm ik nog twee lijnen er boven op, dat verzacht het geheel en zo blijf ik binnen de omgrenzing van 15 x 23.
In de laatste vorm vertrek ik weer van een vierkant. Nu maak ik het complexer. Vanuit het snijwerk rek ik een gedeelte van vierkant op, maar dan versnijd ik de andere stukken en voltooi zo het geheel.
25-07-2013
De rest van het karton
De rest van het karton van de snippers neem ik terug ter hand. Ik snij er een stuk uit en verdeel dat stuk in drie vlakken. Door die vlakken uiteen te schuiven, herken je nog een deel van de foto, maar door de vervorming komt er een stimulans om anders te kijken. Met écoline vul ik de tussenliggende ruimte op en door de bovenkant ook te bewerken krijgt het werk samenhang. Enkele lijnen in Oost-Indische inkt vervolledigen het geheel.
Ik bewaar al de grote en kleine resten bij collages ik weet maar nooit of ik zin heb om er iets van te gebruiken. Het geeft me ook een prettig gevoel: ik weet me omringd door mogelijkheden. Nog maar de doos met kleine overschotten en snippers opentrekken en mijn fantasie zet zich in gang: wat kan je daar allemaal niet mee doen. Jammer dat de dag zo rap om is.
24-07-2013
Een wapperende vlag
Die collages spreken me wel aan. Vandaag maak ik een collage met hetzelfde materiaal en Oost-Indische inkt, maar ingewikkelder van structuur. Terwijl ik bij de afwerking een lijn trek met Oost-Indische inkt maak ik een veeg(je). Ik probeer dit te verbergen door een paar extra vlakken, maar het stelt me niet echt tevreden. Zie foto onderaan.
Dus maak ik hetzelfde ontwerp opnieuw, maar nu zonder vegen en uit puur plezier laat ik een soort vlag maar wapperen.
Een kleine verandering geeft een heel ander karakter aan een tekening. Boeiend om zon dingen uit te proberen.
23-07-2013
Collages
Tussen de vellen behangpapier ontdek ik een bijna zwart exemplaar. Daar wil ik wat mee beginnen.
Uit het rechtopstaand vlak snij ik bovenaan drie dwarse vlakken, nog bijna lijnen en verschuif ze een paar centimeter. Onderaan snij ik een vlak uit en teken daarin met écoline twee rode lijnen. Wanneer ik het op het papier lijm vind ik de bovenkant nogal zwaar: zie foto onderaan.
Daarom herneem ik dezelfde vorm, maar verklein de zijkanten van de uitgesneden vlakken aan de bovenkant. Daardoor ontstaat er meer licht, wat ik ademruimte noem.
22-07-2013
Kantwerk
Als ik nu eens omgekeerd te werk ga: in plaats van papiersnippers naast elkaar te lijmen ga ik snippers uit papier snijden en zo de tekening laten ontstaan.
Ik neem daarvoor papier dat beschilderd is met zwarte acrylverf. Tekeningen die me niet bevallen om een of andere reden, overschilder ik met zwarte acrylverf, zodat de tekening er onder verdwijnt en ik op de zwarte achtergrond iets nieuw kan uitproberen. Papier verloren laten gaan is voor mij een gruwel. Nu gaat zon papier dienst doen. Ik snij langs de bovenkant zodat de snede niet kartelt aan de oppervlakte.
Het resultaat lijkt op kantwerk. Wat zou dat geven op een groot oppervlak? Wellicht iets voor de toekomst.
21-07-2013
Snippers
Ooit verzamelde ik een aantal vellen uit een presentatieblok met behangpapier. Vandaag heb ik die verzameling naar mijn tekentafel gebracht: ik wil daar wel iets mee proberen.
Het eerste dat me opvalt, is een dikker vel, feitelijk een dun karton met daarop een foto. Dat trekt me aan. Met een breekmes maak ik wat kleine en grote snippers van dat karton. Nu de lijm erbij en ik kan beginnen. Wat is er nu heerlijker dan terug kind te worden, terug de kleuterklas in. Toen knipten we eerst kleine vierkantjes uit glanzend papier en dan plakten we dat op een tekenpapier of wat er voor doorging, want de oorlog was pas voorbij. Zalige uren voor mij toen en nu.
Ik plak niet lukraak. Ik probeer er een vorm van levendigheid in het geheel te krijgen door de snippers op een bepaalde manier te leggen en door rekening te houden met de kleuren. Het resultaat is leuk om zien. Ook dat is tekenen.
20-07-2013
Samenvatting
Eerst teken ik vlakken die lijken op vierkanten. Die verbind ik met cirkels die doorheen elk vlak als weggelaten vorm gaan. Om het geheel wat krachtiger te maken haal ik de écoline erbij en teken twee vierkanten er omheen. Het rode vierkant laat ik voor de getekende vormen uitkomen (rood springt altijd naar voor) het blauwe vierkant laat ik achter de vormen verdwijnen.
Voorlopig heb ik het wel gehad om met lijntjes vlakken te tekenen. Ik ben echt benieuwd waar de inspiratie me naartoe brengt. Wat ik wel weet is dat lijntjes trekken heel rustgevend is: al je aandacht moet naar je pen gaan want een fout(je) is niet meer te herstellen. Daarbij kunnen je gedachten zomaar binnen komen en weer verder gaan tot je uiteindelijk niets meer denkt, alleen maar ademt op het ritme van de lijntjes.
Op de bijgaande foto is de linkerzijde niet helemaal opgenomen: de blauwe zijde van het vierkant ontbreekt. Daar ik deze ontwerpen scan is de oppervlakte die kan gescand worden beperkt. Normaal verlies ik wat oppervlakte van de witte marge. Nu valt de zijde van het blauwe vierkant uit de boot (scan).
19-07-2013
Als vlinders
Even iets uitproberen met vlakken die vierkantig aandoen. Ik laat ze elkaar raken maar niet overlappen. Ze zijn als het ware op elkaar gestapeld. Alsof een jongleur aan het werk is. Dat is het leuke bij tekenen of schilderen: het moet niet kunnen in de realiteit van vormgeving en soortelijke massa. De vlakken vul ik op met verdunde Oost-Indische inkt. De lijnen trek ik met dezelfde verdunde inkt. Daardoor wordt de tekening zachter.
18-07-2013
Strenger en luchtiger
Ik blijf een beetje voortborduren op dat repenwerk. Nu meet ik de repen af met de lat: alle repen even groot en ook zo voor de overlapping. Nu breng ik er meer licht in, door de repen schuin in elkaar te laten overlopen. Op een bepaald moment doet het me denken aan oude filmrollen, waarom weet ik ook niet zo direct. Hoef je nu alles te weten? Voor mij is het voldoende intens te genieten van elk streepje dat ik trek. Natuurlijk denk ik na waarom ik op een bepaalde manier reageer: emotioneel, met dingen te doen. Maar weet een mens altijd waarom dat zo is? Zolang de gevolgen niet te navrant zijn voor de omgeving dobber ik verder en teken.
17-07-2013
Repen
In de vorige tekening laat ik de vlakken in elkaar overlopen zodat ze aan elkaar vast zitten. Dat brengt me naar deze tekening: ik laat de lijnen in elkaar overlopen zodat een afbakening ontstaat. Het doet me denken aan het aanbrengen van een verband bij een kwetsuur. Wel laat ik de overlapping naar boven toe minder streng en dunner worden met een kortere afstand tussen de repen.
Het geheel doet me ondoordringbaar aan, net of alleen de buitenkant mag gezien worden.
16-07-2013
Tussendoor
Ik verlaat de vraagstelling van het vlak niet helemaal, maar willen tussendoor wel iets anders uitproberen. Ik teken enkele vlakken op het witte tekenpapier en vul ze op met lijnen waarin beweging zit. Die grillige vlakken hoeven geen randlijnen daardoor krijgt het resultaat iets speels. Wellicht loont het de moeite om daar later eens mee aan de slag te gaan. Nu wil ik bij het vlak blijven.
15-07-2013
Verder met de cirkel
Ik gebruik de passer niet om cirkels te trekken want daardoor ontstaan putjes in het papier, dus behelp ik me met materiaal dat ronde vormen heeft: potjes, borden. Ik teken eerst het werk met potlood, nadien ga ik er dan met de vrije hand over om de tekening om te zetten naar Oost-Indische inkt. Het lukt niet zo goed: het zou sterker zijn indien de cirkellijn perfect getrokken wordt. Zo leer ik al doende de problemen kennen en zoeken naar een oplossing.
Ik werk met twee soorten geel: donker geel en citroen geel. Waar de vlakken elkaar overlappen gebruik ik een mengeling. Wellicht zou de tekening sterker zijn mochten de lijnen van de vlakken dikker zijn, maar omdat dit het probleem van de cirkellijnen nog duidelijker zal stellen, laat ik het maar zo.
14-07-2013
Op zoek naar soberheid
Dan wil ik terug naar mijn beginvraag: wat kan ik met een vlak aanvangen. Om dat uit te proberen moet ik zo sober mogelijk werken. In vorig werk zaten verschillende cirkels, nu probeer ik het met één cirkel. De cirkel staat een beetje uit het midden weggeschoven, daardoor ontstaat er een zekere spanning: waar wil die cirkel heen? De lijnen van het basisvlak staan nu dichter bij elkaar, zodat de geel gekleurde cirkel, half verscholen achter de lijnen, iets geheimzinnigs krijgt.
Het werk heeft een compactheid verkregen en daar hou ik wel van. Wanneer ik een dergelijk werk gemaakt heb voel ik me opgeladen, ik heb weer mijn drive gevonden. s Avonds voor TV maak ik schetsen van ontwerpen die bij me opkomen: ik zet vlug iets op papier, zodat ik s anderendaags de schikking van lijnen en vlakken kan gebruiken voor een nieuw werk.
13-07-2013
Nog even met dikke en dunne lijnen werken
Ik wil toch nog wat experimenteren met dunne en dikke lijnen en er meteen ook vlakken en kleuren inbrengen.
Het wordt een drukke bedoening. Het helle geel vraagt om aandacht en de cirkels vragen om aandacht. Gelukkig dat de zware achtergrondlijnen nog witte ruimte laten, zo krijgt het geheel nog iets van speelsheid.
12-07-2013
De inspiratie komt terug
Vreesde ik enkele dagen terug dat mijn inspiratie weg was, nu stroomt ze in overvloed. Ik zou dag en nacht willen werken, maar dat weigert mijn lichaam. In elk geval vullen beelden mijn bewustzijn en stap ik s morgens met plezier uit bed om zo snel mogelijk mijn plaats achter de tekentafel in te nemen.
Nu probeer ik het effect van dikke en dunne lijnen uit: het is alsof de dunnere lijnen uit het geheel van dikke lijnen getrokken worden. Doordat er een dun wit vlak ontstaat komt er ruimte in het werk. Ik heb met een brede pen gewerkt, maar dat lijkt geen goede oplossing. De zijkanten zijn teveel gekarteld. Beter zou ik werken met een gewone pen. Eerst de omtreklijnen trekken en dan met een penseel het middenvlak opvullen.
11-07-2013
Nu zonder kleur
De vlakken dwars over het blad en daartussen lijntjes. In feite een zeer eenvoudig ontwerp. Maar juist die soberheid trekt me aan. De witte vlakken doen de tekening ademen.
Ik maak nu oefeningen of ontwerpen die volgende maanden op een groot blad uitgewerkt worden voor mijn eindwerk. Ik weet natuurlijk niet of dit ontwerp hetzelfde effect zal hebben op een papier van ongeveer 50 x 60 cm.
10-07-2013
Vlakken
Wanneer ik me terug wat ingetekend voel, wil ik me op het vlak concentreren. In een eerste voorzichtige poging laat ik de lijntjes nog voldoende ruimte. Ik ervaar plezier bij het lijntjes trekken. En daar is het toch om te doen.
Om het geheel af te ronden haal ik de écoline boven: restjes van de schooltijd van de jongste zoon. Het felle geel en een vaag groen doen dienst. Het verrast me dat de tekening plots veel levendiger wordt.
09-07-2013
Terug naar de tekentafel
De vernissages zijn nog niet goed voorbij of de eindejaarsfeesten (drie) en de buurtfeesten (twee) komen er aan. Natuurlijk wil ik geen van die feestjes missen, maar als die allemaal op één week plaats vinden, dan weet je dat wel nadien. Ik voel me zowat sociaal geradbraakt.
Gelukkig dient de vakantie zich nu aan en kan ik me terugtrekken achter mijn tekentafel. Geen betere plaats om te bekomen van al die uithuizigheid. En omdat het voortdurend regent of dreigt te regenen voel ik geen behoefte om in de tuin te werken, zodat ik me vol overgave kan concentreren op een blad tekenpapier en Oost-Indische inkt. Wat zachte muziek als achtergrond en ik voel me ruim verzoend met het leven.
Ik maak eerst wat inleidende oefeningen, om terug voeling te krijgen met de tekenmaterie. Gewoon lijntjes trekken helpt om de concentratie op te bouwen en dat is nodig. Over twee maanden begin ik mijn laatste jaar tekenen en maak ik daar een eindwerk. Nu leef ik met het aanvoelen over geen inspiratie meer te beschikken. Niet dat het lijntjes trekken me terug op mijn tekenvoeten zet, maar ik beleef het als een vorm van meditatie en stilaan voel ik het buitengebeuren wegzinken.
Op zoek naar rust in mezelf zal ik de inspiratie wel tegenkomen, dat hoop ik.
08-07-2013
Kijken 2 - Rudi Fuchs
Kijken 2 Een leesboek Rudi Fuchs
Rudi Fuchs, geboren in 1942, heeft een goed gevulde loopbaan. Hij studeerde kunstgeschiedenis en na zijn afstuderen bekleedde hij in verschillende musea directiefuncties, was hij gastconservator van verschillende tentoonstellingen en schreef hij als kunstcriticus voor het Eindhovens Dagblad; daarna werkte hij als columnist voor De Gids en NRC-Handelsblad. Ondertussen schreef hij boeken over o.a. Appel, Rembrandt en de Nederlandse schilderkunst.
Sinds 2009 schrijft Rudi Fuchs stukjes in De Groene Amsterdammer over kijken naar kunst. Een eerste verzameling van deze stukjes verscheen in 2011 in Kijken. Een tweede verzameling verscheen nu in april 2013.
In Kijken 2 neemt Fuchs de lezer mee langs verscheidene musea. Hij probeert te beschrijven hoe hij naar de kunstwerken kijkt. Hoe is zon werk opgebouwd? Hij probeert verfstreep na verfstreep te ontcijferen om te ontdekken hoe de schilder te werk is gegaan. Niet alleen laat hij de lezer meegenieten van de technische opbouw van een werk, evenzeer stelt hij de vraag wat de kunstenaar inspireerde om een werk op die specifieke manier op te bouwen. Meteen krijg je dan wat kunstgeschiedenis mee: wat is kenmerkend voor de visie van een bepaalde periode op een kunstwerk.
Hij weet de lezer te boeien vanaf de eerste bladzijde. In een vaak speelse taal en met een ontspannende humor, leidt hij de leek naar de wereld van het kijken naar kunst.
Meestal gebruikt hij reproducties van twee kunstwerken. Omdat het ene kunstwerk bij hem het beeld van het ander oproept en hij daardoor beter uitgelegd krijgt wat hij bedoelt of omdat de twee werken elkaar versterken of omdat hij de lezer in een werk wil inwijden waarbij dat andere werk kan dienst doen als opstapje. Daarbij plaats hij vaak werken uit verschillende periodes naast elkaar: een Mater Dolorosa uit 1510 en een werk van Domenico Bianchi van 2011. Wat kunnen die twee gemeen hebben? Dan vergelijkt Fuchs het lijnenspel van Bianchi met de Mater Dolorosa: Kijk bij Bianchi nog eens naar dat wankele motief in het beweeglijke blauw en volg dan, met dezelfde aandacht voor kleine en sierlijke beweeglijkheden, de vloeiende, donkerblauwe contour van Marias sluier en mantel en kijk naar de plooien van haar onderkleding. Wat hier bijwerk lijkt, rondom dat verstilde gezicht, was voor de kunstenaar, denk ik, het eigenlijke hoofdwerk. (p. 99)
Fuchs pretendeert in zijn stukjes niet dat hij de definitieve waarheid formuleert. Hij nodigt gewoon uit om met hem mee te kijken, hem even te volgen in de associaties die de werken bij hem oproepen, om hem te volgen in de mogelijkheden die hij aftastend de kunstenaar toebedeelt. Het is een eigenzinnige wijze van naar kunst te kijken, maar als lezer geniet je van zijn originele invalshoeken. Hij brengt ook teksten aan of verwijzingen naar kunstenaars uit de literaire wereld. Daardoor kan je beter invoelen wat een kunstenaar in een bepaalde periode zocht door op die bijzondere wijze te werken. Bij een doek van Edouard Manet De pier van Boulogne-sur-Mer van 1868: Hij had geen topografische interesse, hij was een heel andere realist namelijk, van het toevallig vluchtige dat een kenmerk was van de modernité zoals die, in 1863, in Le peintre de la vie moderne werden beschreven door Baudelaire, die een vriend was van Manet. Maar hoe je dat moet schilderen, die moderne blik op het leven, moest eerst worden uitgevonden. Op dat gebied was Manet, een nerveuze voorganger van de impressionisten, een echte pionier (p.201).
Het is een leesboek maar ook een kijkboek. Wanneer je het lezen en kijken met aandacht doet, komt er een wereld op je af van puur genieten. Natuurlijk is dit geen boek om in één keer uit te lezen. Integendeel. Het is een boek dat lang op de leestafel mag liggen om het bij gelegenheid ter hand te kunnen nemen en nog maar eens met Rudi Fuchs op weg te gaan naar een volgend museum of een volgend werk. Ondertussen geniet je dan van zijn taal. In de beschrijving van twee werken van Saenredam De Mariaplaats met de Mariakerk in Utrecht van 1659 en Mariaplaats en Mariakerk in Utrecht van 1662 laat Fuchs je even binnenkijken bij zijn werk als schrijver: Waarom zo? Omdat hij, schreef Seymour Slive, loved minute detail. Omdat ikzelf bij het schrijven graag met woorden zit te pielen, begrijp ik dat wonderlijke genoegen om iets precies vast te leggen maar al te zeer. (p. 67)
Fuchs schrijft niet alleen erg genuanceerd, hij probeert ook zijn liefde voor het kijken naar kunst mee te geven. In geen enkel stukje ontdek je een negatieve kritiek, alsof Fuchs alleen die werken uitgekozen heeft die hem aanspreken, waar hij alleen met lof over kan praten. Dat geeft je als lezer een stimulerend gevoel, alsof je Fuchs bij elk werk hoort zeggen: kijk eens hoe prachtig, geniet ervan, het is ervoor gemaakt.
Het boek is uitgegeven bij Ludion, maar een ISBN nummer is niet te ontdekken. Ook zonder dat nummer zal je het wel vinden. Het mag gerust op het lijstje bijgeschreven worden van de betere cadeaus.
07-07-2013
Antwoord op
Ook dit doek is 2m x 2m. Hier heb ik me vooral in woorden uitgeleefd. Het is een therapeutisch gebeuren. Ik ga op zoek naar woorden die me gevormd hebben, door gedichten die we aangeleerd kregen, liederen die we zongen, bidprentjes die werden uitgedeeld. Soms wist ik alleen nog maar een zinnetje en dan helpt internet schitterend. Laag over laag, woord over woord komen de teksten op het doek terecht. De laatste laag woorden zijn leesbaar. Woorden van verzet.
Antwoord op
Dan kijk ik terug naar mezelf, na al die jaren van leven. Laag na laag werd mijn bewustzijn gevormd, vooral door woorden. Opvoeden betekende aangepast lid worden vande samenleving:
godsdienstig: s zondags naar de mis en s vrijdags vis
voor zonden was er de biechtstoel
monarchistisch: nooit een kritisch woord over het koningshuis
ondanks het bloedend koloniaal verleden
gezagsgetrouw: gehoorzaamheid aan de ouders, kerk en staat
terwijl over het seksuele misbruik niet mocht gesproken worden
je kende je plaats als vrouw: kinderen baren en als je naar buiten ging een hoed op
en zwijgen sierde
06-07-2013
Verloren in de ruimte
De tentoonstelling in Herselt ligt meer dan een jaar op voorhand vast. Omdat de gang ruimte biedt voor grote werken zijn Christel en ik aan de slag gegaan met grote doeken: 2m x 2m. We hebben een rol gekocht en verdeeld van 10m op 2m. Er zitten dan wel geen lijsten aan, maar daardoor kan jet het doek oprollen (op een plastieken buis uit een doe het zelf zaak) en neemt het weinig plaats in om het weg te bergen. Ik neem het schilderen op groot doek mee in de thematiek van mijn eindwerk. Heerlijk werken!
Tot je plots beseft dat woorden hun vertrouwde inhoud verliezen, de grond weerbarstig is als rots, zonder wortels confronteer je een ruimte die opnieuw leefbaar moet worden. Waar haal je de kracht?
05-07-2013
Henryk Gorecki 3de symfonie
Hierbij kan ik alleen aanraden de muziek te beluisteren.
Gorecki componeerde zijn 3de symfonie na een bezoek aan een concentratiekamp. De muziek roept de verlatenheid en hopeloosheid van die kampen op, de liederen zijn één schreeuw uit de hel die wanhoop heet.
04-07-2013
De kracht van vrouwen
Wanneer men de ruimte vindt om vanuit en over het innerlijke ervaren te spreken, ontwikkelt zich een bewustzijn dat waarheid zoekt. Zo kunnen vragen gesteld worden bij wat men denkt, wat als evident beschouwd wordt.
Neen, het is niet normaal dat jonge mensen, zonen en dochters van moeders en vaders verdwijnen omdat ze het politieke systeem contesteren. Het is niet normaal dat een land uitgehongerd wordt bij een mislukte oogst omdat voedselkonvooien tegengehouden worden zodat de vijand niet kan gevoed worden. Het is niet normaal dat men in naam van om het even wie of om het even wat mensen vermoord. Het is niet normaal dat macht misbruikt wordt voor eigen gewin. Het is niet normaal dat kinderen zich moeten lenen tot seksuele relaties waar ze geen neen tegen kunnen zeggen.
Uit bewustwording van ingrijpende ervaringen kan de moed groeien om protest aan te tekenen en om een macht die absoluut lijkt te weerstaan.
In Argentinië kwamen elke donderdag de vrouwen naar de Plaza de Mayo om de regering te vragen naar hun verdwenen kinderen. Ze droegen een witte sluier, verwijzend naar de witte luiers voor de babys. Een tiental moeders werd in het begin opgepakt en ook zij verdwenen. De beweging van de Dwaze moeders, als spotnaam gebruikt door een legeroverste, maar als een erenaam overgenomen, werd echter te sterk en kreeg internationale steun.
Waar onheil plaatsvindt waar de overheid bij betrokken is, ontstaan vaak zon moeder- en grootmoedergroepen die vragen naar het lot van hun kinderen (vb. Beslan). Op vrouwen, vooral dan in de rol van (groot)moeder, durft men niet schieten. Waar vrouwen hun angst overwinnen ontstaat een enorme tegenkracht.
03-07-2013
Pieta (vr./m.)
In Pieta vr./m. gaat het om een puur innerlijke beleving. Er is wel realiteit aanwezig, maar een innerlijke realiteit: ik heb beelden in mij van de begrafenis van kinderen die door oorlogsgeweld of honger gestorven zijn. De kinderlijkjes verpakt in een (witte) bundel, gedragen door vaders of moeders. Er zijn de verhalen van mensen die hun kinderen weten sterven door een of andere vorm van geweld: zelfdoding, moord, ongeluk Trouwens, elke dood van een kind draagt iets gewelddadigs in zich. Er is mijn eigen ervaren.
Vertrekken vanuit een ervaring betekent dat je in het brandpunt van je innerlijk beleven gaat staan en er geen afstand van neemt. Afstand waardoor je over die ervaring kan praten, ze een plaats kan geven, situeren in tijd en ruimte: toen, op die plaats en een verhaal krijgt vorm. Vanuit een bepaalde ervaring schilderen laat de dimensies van tijd en ruimte verdwijnen, want die doen niet meer ter zake: tijd en ruimte smelten samen tot een ondoordringbaar nu.
Dat zie je ook in de manier van schilderen: er zit geen diepte in. Je botst als het ware op een muur van chaos omdat de innerlijke beleving overspoeld wordt door een veelheid van emoties: verdriet, woede, onmacht, schuldgevoelens, ontkenning, haat , wanhoop
Daardoor is dit schilderij moeilijker inleefbaar. Het biedt geen enkele houvast aan de toeschouwer. Alleen wie durft afdalen of intreden in die chaos van innerlijke beleving kan zich laten raken. Maar daarvoor moet men voorbijgaan aan het verstaan van iets, waardoor men wat men ziet kan plaatsen. Hier moet men zich als toeschouwer overgeven aan de beleving en bereid zijn datgene wat dit schilderij oproept te ondergaan.
De mens in eenheid met de natuur is ook voor Pablo Neruda een voorbijgaande droom. Oorlog en andere vormen van geweld (vb. zelfdoding) tekenen het leven van vele mensen. Dagelijks krijgen we onze portie op het scherm.
De iconische piëta die de katholieke kerk ons voorschotelt en te bezichtigen is in kerken en musea, toont een moeder na de executie van haar zoon. Meestal een nog jonge sierlijke vrouw die overstelpt wordt door haar verdriet, zodanig dat alleen nog zwijgen rest. Deze piëta diende als voorbeeld voor de analfabete massa: verdriet is goed als je maar je mond houdt. De (gewelddadige) dood van een kind roept complexe reacties op, waarvan woede tegen de agressor er één is. Dat vertellen ons de beelden op tv, de verhalen van mannen en vrouwen als ze samenkomen om te praten over hun zoon of dochter. Niet alleen vrouwen zijn betrokken bij dit proces, ook mannen delen dit lot. De piëta-ervaring is geen exclusief beleven van de vrouw.
02-07-2013
De mensen (Pablo Neruda uit Canto General)
Deze zang wordt geschreven in een periode dat in Europa de waanzin van de rassentheorie rondwaart, die het Germaanse ras als het ware een goddelijke status geeft, terwijl niet-Germanen verwezen worden naar het niet-menselijke. We weten waartoe dit geleid heeft: de Holocaust. Hoe kan je bevatten dat deze vernietiging door (gewone) mensen gerealiseerd werd. Daartegenover plaatst Neruda een lofzang over het verschijnen van de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Je voelt in zijn woorden liefde en waardering terwijl hij tevens aspecten van hun cultuur belicht die ons doen huiveren, vb.:
Mayas, jullie hadden de boom
van de kennis geveld.
Als geurende graangrassen
verhieven zich structuren
van onderzoek en dood;
jullie gooiden gouden bruidjes
in diepe waterputten om er
het blijvende kiemen van te peilen.
Het is net of de gedichten uit Neruda losbreken, ze zijn niet meer tegen te houden. Hij sleept daardoor iedereen mee in de ban die hij voor zichzelf creëert. Je kan niet anders dan naar hem luisteren.
Mikis Theodorakis, een Griekse componist, heeft een oratorium gecomponeerd met enkele gedichten uit Canto General. Tijdens het kolonelsbewind werd de muziek van Theodorakis verboden.
En plots verschijnen de mensen, de langverwachten. Hij noemt ze bij hun naam: Azteken, Mayas, Chichen, Incas ze bevolken deze aarde en leven, verscholen in de wouden of jagend in de vlakten, in eenheid met de natuur.
01-07-2013
Plantengroei (Pablo Neruda uit Canto General)
Ik laat me vaak inspireren door gedichten. De gedichten van Pablo Neruda draag ik al lang met me mee. Zeker na de putsch in september 1973. De eerste vluchtelingen uit Chili naar België kwamen toevallig terecht in het studentenhuis waar mijn eerste man directeur was. Het waren geen Chilenen maar vluchtelingen uit andere Zuid-Amerikaanse landen die hun toevlucht gezocht en gevonden hadden in Chili onder Allende, een president van linkse signatuur, die democratisch verkozen was door het Chileense volk. Toen Pinochet de macht greep en Allende werd doodgeschoten (die beelden werden later getoond op tv) vluchtten deze meestal jonge mensen, vaak nog studenten, naar Europese ambassades waar ze veilig waren. Van daaruit reisden ze dan vb. naar België.
In Zaventem namen die eerste groep studenten een taxi en vroegen de chauffeur hen naar Leuven te voeren en hen af te zetten aan het eerste studentenhuis dat ze tegenkwamen. Daar woonden we toevallig. Er werd getelefoneerd naar vrienden die nog in Chili waren en na een paar dagen werden alle ruimten waar er ook maar een slaapplaats te installeren was, ingenomen door deze vluchtelingen. Later werden er dan behoorlijke oplossingen gezocht.
Deze ervaring bracht me nog dichter bij de poëzie van Neruda. In zijn Canto General bezingt hij de natuur van zijn land, als één bron van overvloed. Dan weer roept hij de schending van de mensenrechten op bij bv. het neerslaan van het protest van de mijnwerkers. Af en toe een gedicht van Neruda en ik weet weer waarom ik wel wil geweten hebben.
Woest is de natuur, met stromen die de aarde splijten, bergketens als onoverkomelijke grenzen maar tevens is ze ook die zachte baarmoeder van wouden en vlakten, van pool tot pool verbonden, één loflied op het onverwoestbare en het levengevende van deze aarde