Kantwerkje voor het interatelier- tentoonstelling IV
Ik wil eens uitproberen wat het geeft als ik een draad doorheen het kantwerk laat evolueren. Een d raad die af steekt tegen de dunne draad die ik op mijn klossen gewonden heb. In een rommellade vind ik nog eens tuk touw dat ik uiteen haal. Het is stroef en liever zou ik een soepel touw bij de hand hebben … maar helaas is dat niet voorradig. Dus roeien met de riemen die ik heb, d.w.z. klossen met de draad die in huis is. Ook de kleur past niet goed bij het rode van de basisdraad. Toch ben ik tevreden van dit experiment. Ik weet dat in de kantklas draden voorradig zijn die wel voldoen aan mijn verwachtingen. Dat is echter voor later, nu op zoek naar een gepast ontwerp en wellicht doe ik toch iets met ingewerkte draden, maar dan niet met dat stugge koord.
30-03-2015
Kantwerkje voor het interatelier- tentoonstelling III
Het eerste deel van dit werkje is nogal eentonig, nl. steeds dezelfde slag. Wel heb ik er wat ritme in gebracht door de slagen groter of kleiner te maken. Daarom werk ik er een vervolg aan. Het is echt zoeken naar een ontwerp dat past bij de glasschildering. Voor mij is dat allemaal nieuw om me zo vrij uit te leven in kantklossen. Ik geniet ervan, ook al is het resultaat niet direct om mee naar buiten te komen in de tentoonstelling. Wat zou me dat zorgen baren, wellicht lukt het volgende keer wel.
29-03-2015
Kantwerkje voor het interatelier- tentoonstelling II
Thuis probeer ik een eerste ontwerp uit. Dat eerste probeersel is echt een ‘probeersel’: een verkenning en ontdekking van mogelijkheden. Ik probeer wat nieuwe slagen uit, waag me aan grote lussen, breng een andere kleur van draad binnen … en amuseer me. Ik heb er zin in en kijk uit naar een volgend experiment.
28-03-2015
Kantwerkje voor het interatelier- tentoonstelling I
Eerst moeten we op een glas een tekening spatten met zwarte acryl verf. Van daaruit moeten we dan vertrekken om een kantwerkje te maken dat 10 cm op 10 cm van afmeting is. We moeten het werkje wat groter maken dan de basisafmetingen, want later worden de zijkanten weggesneden. Dat geeft een heel subtiel effect. Is het immers de bedoeling niet van kant van het subtiele, het kwetsbare, het fragiele vorm te geven?
Als eerstejaars sta ik er wel wat bedremmeld bij: de ouderen weten hoe met dergelijke opdrachten om te gaan. In de klas hangen voorbeelden van gezamenlijk gemaakte werken. Heel mooi.
Ik laat me niet intimideren. De grootte van het werkje valt best mee … ik kan er verschillende uit proberen en dan bekijken of er iets bij is dat mee kan in het geheel.
26-03-2015
Delfine II
De mooiste foto van mijn grootmoeder vind ik zittend, haar brei in haar handen, bril op … en vooral die schort. Ik geloof niet haar ooit zonder schort gezien te hebben. Op enkele huwelijksfoto’s van haar jongste kinderen poseert ze wel zonder schort … de fotograaf zal gezegd hebben: allé Delfine, doe die schort nu eens uit. Vandaag moet je niet werken, ’t is feest.
’t Is net of ik haar alleen zo gekend heb: met een schort voor en een brei in de handen. Ze breide de ganse dag door. Zo had ze verschillende breiwerken opstaan. Als ze een tijdje aan de sokken van het ene kleinkind gebreid had, legde ze dat werk neer en nam de trui van een ander gezin ter hand. Zo kreeg ze de dag om door in gedachten van het ene gezin naar het andere te trekken. Om koffie te drinken stond ze niet recht: ze nam haar brei in de ene hand en in de andere hand de kop koffie. Ondertussen vertelde ze zonder ophouden.
Een van mijn vroegste herinneringen is bij haar thuis. Ze kon nog zelf haar huishouden doen. We waren op bezoek en ’t werd etenstijd. Grootmoeder had brood gebakken en liet ons niet vertrekken voor we een boterham hadden gegeten, want die kinderen hadden honger en ’t was toch nog een eind te stappen (wat inderdaad zo was voor die kleine benen). Ze had het brood zelf gebakken in de houtoven achter het huis. Dat was geen brood zoals wij gewend waren van bij de bakker zo’n normaal rond brood. Neen, haar brood had eerder de maten van een karrenwiel. Ze nam dat brood vast, plantte het tussen haar borsten, maakte met het broodmes een kruis over het brood, smeerde er ‘echte’ boter op, sneed de snede van het brood weg, gaf met het mes aan waar de boterham geplooid werd … en wij mochten eten. Ik weet niet of ik ooit nog lekkerder brood gegeten heb.
Toen ik 14 jaar werd, ben ik zowat van het dorp weggegaan. Eerst op pensionaat, daarna studeerde ik verderen en dan neemt het leven een eigen richting.
Erg veel contact met de familie was er niet. De neven en nichten zien elkaar nog eens op een begrafenis. We zien elkaar ouder worden. Met sommige is het contact wat intiemer dan met anderen. Alleen herinneringen blijven en het voelt goed om er op terug te kijken.
25-03-2015
Delfine I
Delfine kwam in de 19de eeuw haar plaats innemen op deze wereld, om precies te zijn: 26.11.1879.
Er zijn maar weinig foto’s van haar en die zijn genomen wanneer de twintigste eeuw al goed op weg is, o.a. na een tweede wereldoorlog. De foto hiernaast is waarschijnlijk een geposeerde foto voor haar huwelijk. Ze stierf op 2 april 1964, net geen 85 geworden.
Tussen haar geboorte en nu hebben zich 135 jaren gevestigd … hoeveel oorlogen werden er ondertussen al uitgevochten, hoeveel vredesverdragen ondertekend en weer aan de kant geschoven?
Grootmoeder was een onderdeel van die grote geschiedenis. Een geschiedenis die zij wellicht nooit kon vatten. Trouwens, wie zou het haar toen uitgelegd hebben: geen radio, geen tv, geen internet, wel een lagere school … maar bij nonnen die niet verder konden kijken dan de kerk en het schoonschrift van hun leerlingen. Ik weet niet of Delfine leren lezen en schrijven heeft, wellicht kon ze wel haar naam spellen.
Zowel mijn grootvader (Pieter De Rudder, niet die van het Oostakkerse wonder, wel een stevige socialist die alleen met Pasen naar de kerk ging om zijn Pasen te houden en voor de rest van het jaar ’s zondags iets anders te doen had) als mijn grootmoeder komen uit wat men toen ‘het proletariaat’ noemde.
Een van de vroegste familieverhalen is dat Delfine bareelwachtster was. In ruil mocht ze gratis wonen in het huisje aan die overweg, een ‘routehuizeke’. ‘De route’ was de naam voor de spoorweg of de ‘ijzeren weg’. Als de trein in aantocht was, rinkelde er een bel en dan moest Delfine de bareel handmatig dichtdraaien. Ik weet niet of dat zwaar werk was, vermoedelijk wel, zeker als er zich weer een kind in haar buik aanmeldde.
Na zes zonen en als zevende kind een dochter, verhuisde het gezin naar een eigen, eenvoudige woning naast het routehuizeke. Dat was in 1928.
Wat mij vooral bijbleef was dat dit huis een varkensstal had, een houtoven om brood te bakken die van buiten uit bediend werd … en een ‘voutkamer’ boven een kelder. Die dingen kende ik niet en ik keek mijn ogen uit, vooral als het varken met zijn snuit aan de trog kwam bedelen om eten.
Delfine bestierde het huishouden en hield haar opgroeiend mansvolk gehoorzaam: niemand zou het gedurfd hebben zijn moeder tegen te spreken … trouwens haar man ging daarin zijn zonen voor, moeders wil was wet en daarmee uit.
24-03-2015
Lied voor mijn grootmoeder
foto uit ver verleden
oude vrouw
tanden weg
verrimpeld
handen
eindelijk rustend
mijn grootmoeder
geboren in een jaar dat ver weg ligt
herinneringen schuiven voorbij
de kracht van haar aanwezigheid
ze trotseerde zes zonen en een dochter
en een man
groot
sterk
met één oog dicht
schatte hij de lengte
en lachte
ik zie haar zitten
in haar zetel
naast de kolenkachel
de verhalen van het dorp vertellen
oordelen uitspreken
als orakels
waarom laat je je dochter niet studeren
naaien zal ze tussendoor wel leren
neen
een zoen hebben we elkaar nooit gegeven
dat paste niet in die rauwe cultuur
van overleven
wel breide ze
voor de ganse familie
sokken
truien
wat je maar vroeg
nu
is alles versleten
weggegooid
wellicht op een zolder
nog een vergeten relikwie
een vrouw om naar op te kijken
sterkte en warmte
levenskracht
binnen haar leefwereld
een vrouw
om te koesteren
en mee te dragen
een voor-vrouw
die ik graag
in de ruimte van mezelf
welkom heet
22-03-2015
Art-o-maat IV
Hierbij het laatste vouwboekje dat ik straks zal afleveren om in de Art-o-maat gedeponeerd te worden. Ik ben benieuwd hoe dat toestel er gaat uitzien en hoe het werkt.
Nu moet ik al mijn aandacht op de kunstroute zelf vestigen. Christel heeft toegezegd met een paar van haar laatste werken bij ons thuis mee te doen. Ik verheug er me op, vooral omdat ik haar werk enorm kan waarderen.
Het belooft een gezellige kunstroute te worden: naast de mensen die gewoon de kunstroute volgen om te kijken, zijn er ook de vriend/inn/en die langs komen om aan te moedigen of gewoon om elkaar weer eens te zien.
De koffie of de wijn zal klaar staan.
21-03-2015
Art-o-maat III
Tussen de creatieve momenten door wacht er ook een tuin om de lente te verwelkomen. Het is wel even tanden op elkaar om aan dat werk te beginnen … maar eens ik met schoffel en hark de winter bijeen veeg voel ik me zalig. Diep ademen en als het ware in de grond kruipen, wel een beetje voorzichtig om die rug te sparen en in de tijd beperkt. Er komen nog dagen dat de tuin me zal uitnodigen.
Ik probeer heel bewust te genieten van wat ik “nu” doe: er komt een tijd dat ik het niet meer zal kunnen. Dan zoeken we een oplossing voor de tuin en dan zal ik dankbaar terugkijken op wat ik van dit stukje aarde mogen genieten heb.
20-03-2015
Art-o-maat II
Tussen door ga ik natuurlijk naar het kantklossen. Met de groep zijn we een gezamenlijk werk aan het maken dat nadien ten toon gesteld zal worden in de ateliers van de Hagelandse Academie die niet in Rillaar gevestigd zijn. Zo kreeg de kantklas de opdracht iets voor het tekenatelier in Werchter te maken en voor een schilderatelier in Diest. Andere ateliers komen dan in Rillaar exposeren. Bedoeling is dat we elkaar wat leren kennen, want door de verspreide ligging vernemen we weinig van elkaar. In elk atelier wordt gewerkt met dezelfde afmetingen, nl. 10cm op 10cm. De afzonderlijk werkjes worden dan tot één groot geheel verwerkt bij de tentoonstelling.
Voor mij is het experimenteren en ontdekken. Boeiend maar vermoeiend, want het vraagt enorme concentratie, vooral omdat ik er mij niet wil van afmaken met ‘gekende’ wegen. Denkelijk heb ik nu al vier werkjes uitgeprobeerd. Het laatste zint me wel … maar dan wil ik daarin verder gaan. Het tekenen en het kantklossen worstelen met elkaar om voorrang … en er is Toby die mij nog wil buiten laten. Blijkbaar wil hij me laten genieten van de lente die stilaan doorbreekt.
19-03-2015
Art-o-maat I
Vijf boekjes heb ik klaargemaakt voor de Art-o-maat. Nu wil ik verder werken in die richting maar op een groter formaat. Die boekjes wil ik dan tonen met de kunstroute … en ondertussen amuseer ik me alsof ik terug in de kleuterklas zit en een weefmatje mag maken, want dat vond ik genieten zonder grenzen.
17-03-2015
Vulling van de doosjes
Eerst dacht ik geschenkkaartjes in de doosjes voor de kunstautomaat te steken, maar de leporello’s hebben me te zeer in hun greep … dus waag ik me opnieuw aan papier vouwen en dan bewerken, maar nu met afmetingen die wel in een sigarettendoosje kunnen.
Nu vouw ik even anders: i.p.v. de bladen op elkaar te vouwen, plooi ik alles naar het midden toe. Zo ontstaat een dubbel middenblad als basis en plooien de andere bladen zich naar dat middenblad toe.
Dan teken ik een ontwerp dat, wanneer je het boekje open vouwt, zich herneemt op het volgende blad. Zo komt, hoe je het boekje ook open vouwt, telkens een ‘geheel’ te voorschijn. Het is echt spelen met lijnen en kijken wat het geeft.
Wanneer de basislijnen in potlood zijn vastgelegd komt de Oost-Indische inkt eraan. Eerst worden de basislijnen getekend en daarna volgt de invulling. Ik gebruik ook kleur om bepaalde vormen of lijnen te accentueren.
Liefst zou ik er de hele dag mee doorgaan … helaas roept Toby me voor zijn wandeling en houdt Karel mijn rustpauzes in het oog.
Ik hoop dat degene die mijn werkjes ontvangen het ook leuk vinden. Meer kan je er ook niet mee doen. Het is gewoon een hebbedingetje dat je bv. ergens op bergt en af en toe eens bekijkt wanneer je de lade open trekt.
helemaal open na een tweede open plooien
bij een eerste open plooien
16-03-2015
Art-o-maat
Op 3 mei is het dan zo ver: voor de vierde keer op rij wordt de kunstroute ’t Alent georganiseerd in Werchter. Natuurlijk doe ik mee. Ik vind het leuk om mensen bij ons thuis te ontvangen en wat van mijn werk te tonen. Ik wil wel nieuw werk laten zien. Dat zal geen probleem zijn want heel wat van mijn creaties liggen veilig opgeborgen in mappen zonder dat ze al ooit zijn getoond.
Tijdens de kunstroute wordt ook de “art-o-maat” (de naam van de kunstautomaat) in gebruik gesteld. Eerst probeerde ik vouwboekjes uit, maar die waren dan wat te groot om dienst te kunnen doen, daarna schakelde ik over op geschenkkaartjes. Dat voelde wel leuk … maar uiteindelijk koos ik dan toch voor vouwboekjes en maakte een nieuwe reeks.
Het sigarettendoosje dat ik op de voorbereidende vergadering meekreeg als voorbeeld, haal ik uit elkaar, zodat ik de basisvorm kan blootleggen. Met dat patroon teken ik vijf doosjes af op een stuk karton dat ik nog ergens heb liggen en waarvan dozen voor taarten gemaakt worden die bij de bakkers over de toonbank gaan (nooit iets weggooien, want later blijk je het nodig te hebben). De vouwlijnen snijd ik heel licht aan zodat ze gemakkelijk plooien. Voor ik alles in de juiste vorm plooi, teken ik nog enkele kleurrijke lijnen om het geheel wat fleuriger te maken. Dan het doosje de juiste vorm vouwen en waar nodig lijm aanbrengen. Als het doosje klaar is schuif ik er een vouwboekje in. Wel even spannend: lukt het of … maar het is oké. Ik werk mijn vijf doosjes af.
Zo, dit deel van de kunstroute is afgewerkt. Nu de rest.
14-03-2015
Plots viel het leven stil
Gisteren, zestien jaren terug, sprong de oudste zoon van de vijfde verdieping de diepte in. Hij kon niet meer.
Op zijn verjaardag (13 februari) en zijn sterfdag (13 maart) komen we samen met de kinderen om hem te gedenken en te vieren. Hij blijft bij ons aanwezig. Kan of wil je een kind, een broer vergeten?
Het is een lange weg geweest naar dit samenzijn. Stilaan hebben we leren zijn naam vernoemen, de pijn om hem in woorden weer geven, leren aanvaarden dat ieder daarin een eigen weg gaat waarin denkelijk één gemeenschappelijk ervaren aanwezig is: gemis van die geliefde broer, dat geliefde kind.
De dag van zijn dood was een heerlijke lentedag. Elke jaar als de lente zich aandient, worstel ik me door dat vernieuwende licht. Het is zo dubbel. Enerzijds genieten van de winter die voorbij is, van het licht dat zich weer aandient, anderzijds hield dat licht voor mijn zoon zoveel ‘ten einde’ in: hij kon de verwachting en openheid van de lente niet meer aan.
Het duurde jaren voor ik terug van dat vernieuwende lentelicht na de winter kon genieten. Altijd kwam het afscheid nemen zich er tussen wringen. Nu is dat afscheid verzacht tot weemoed: ik geniet van het licht, blij weer een ochtend te mogen ingaan die me uitnodigt tot leven. Ik draag mijn zoon met me mee, ook in dat licht. Ik wil hem niet vergeten, hij hoort bij mij, hij is een deel van mijn leven en dat voelt goed.
13-03-2015
Een kort verhaal
Als ik opkijk van mijn tekenen staat er een vrouw aan mijn standje die een kaart uitzoekt. Ze wil iets erg kleurrijks. Ze gaat maar één kaart kopen, want aan de vorige standen heeft ze al kaarten gekocht en je kan niet alles opkopen. De kaart die ze zoekt is voor een neef die schizofreen is en van hevige kleuren houdt en over enkele dagen is hij jarig. Ze wil hem een kaart sturen voor zijn verjaardag.
Even voel ik mijn hart bonzen. Zal ik haar vertellen van mijn schizofrene zoon? Maar dan moet ik aan een verhaal beginnen … neen , ik beperk me tot luisteren en vraag hoe oud die neef wordt. Ja, 35 jaar. Iets jonger dan mijn zoon, die zou nu 41 geworden zijn.
Ik verontschuldig me dat ik de plastieken zakjes thuis vergeten ben, maar dat deert de vrouw niet; haar handtas is groot genoeg en om het kaartje zit immers al een plastieken omhulsel. En ze trekt verder.
Ik voel me opgewonden. Enerzijds erg blij dat ik een kaartje kon maken voor een man die overgeleverd is aan een wereld die met schizofrenie bestempeld wordt, anderzijds een enorme droefheid want voor mijn zoon stond ik machteloos.
Ik probeer me terug te concentreren op het tekenen.
Ondertussen heeft er een soort orkestje op het podium plaats genomen. De groep brengt accordeon muziek: liedjes van vroeger. Dat kon ik nu toch missen, het roept weemoed op.
Gelukkig komen er af en toe mensen bij mijn standje die ik ken. Een gezellige babbel houd me in het nu. Zelfs mijn jongste zoon komt opdagen, wat een verrassing.
Wanneer ik mijn pen voor de laatste keer proper maak om ze nu op te bergen, voel ik plots hoe moe ik ben. Gelukkig is het bijna sluitingstijd.
Dan maar inpakken en wegwezen.
Wanneer ik buiten kom overvalt me het licht van een van de eerste lentedagen. Je kan niet alles hebben. Morgen komt er weer zo’n mooie dag. Ik beloof mezelf van die dag te genieten, o.m. door een lange wandeling met Toby. Daarvoor alleen zou je een hond nemen: het is een reden om bij heerlijk lenteweer naar buiten te gaan.
12-03-2015
De kunstmarkt in Herselt
Samen met Chrsitel heb ik me ingeschreven voor een kunst- en ambachtmarkt in Herselt. Laat Christel op die dag een samenkomst hebben die van het werk uitgaat en dus prioriteit heeft. Eerst denk ik er aan het af te blazen, maar dan wil haar jongste dochter wel in haar plaats gaan: zij tekent ook en heeft mooie werken aan te bieden. Met wat juwelen die Christel gemaakt heeft zal ze haar standje wel vol krijgen.
De man van Christel zal ons naar Herselt brengen en even helpen bij het uitladen en versleuren van de tafels. ’t Is wel in functie van de vrouwendag dat de markt doorgaat, maar op sommige momenten is mankracht erg welkom.
Ik heb niet zo veel mee te nemen: alles kan in zowat twee bananendozen. En mijn standje is ook rap in orde gebracht. Dat is het voordeel van een overdekte markt: geen aanzeulen en opbouw van een tent. De tafels krijgen we ter plaatse, we dienen ze alleen van uit een ander lokaal te sjouwen.
Ik heb me een hoekje gemaakt waar ik kan tekenen om verder te werken aan die vouwboekjes. Aan een hoek van de tafel heb ik me geïnstalleerd, met een oppervlakte van 40cm op 50 cm kom ik toe. Ik heb een onderlegger van plexiglas meegebracht die het onderliggende tafelkleed moet vrijwaren van gebeurlijke ongelukken, je weet maar nooit.
In het toilet haal ik wat spoelwater voor mijn pen: de beker die al zoveel jaren dienst doet is helemaal zwart geworden. Pen en het papier leg ik op tafel, en ik installeer me: een kop koffie links en de Oost-Indische inkt rechts, zodat ik de vloeistoffen niet met elkaar verwissel.
De markt mag beginnen.
11-03-2015
Lentekriebels
De dagen schuiven voorbij. Stilaan komt er een lentegevoel aan de deur kloppen. Nog maar ’s morgens wakker worden en ontdekken dat het al licht is. ’t Is net of dat licht als een levengevende douche over me heen stroomt.
Ik ga terug wandelen met Toby. Wanneer het koud is krijgen ze me met geen stokken buiten. Ik bevries gewoon, ook innerlijk. Nu geniet ik van de lucht, de zon, de ruimte, de velden die op nieuwe begroeiing wachten.
Toby holt maar aan zodat ik er een flinke pas in moet zetten. Daar hou ik echt van: het gevoel dat ik ‘beweeg’. Gelukkig blijft hij zowat aan elke drol snuffelen, zodat ik effen op adem kan komen … na een winter binnen zitten is mijn conditie ook niet meer optimaal. Een drol kan met veel vaardigheid bijna tot een kunstwerk uitgewerkt worden, maar eerlijk gezegd, na het zoveelste oeuvre heb ik het wel bekeken, vooral als ze er reeds enkele dagen liggen. Over het afval wil ik het verder niet hebben … maar ik vermoed dat onze samenleving verstikt onder het afval dat je langs Vlaanderens wegen tegen komt. Vandaag dacht ik eraan een zak mee te nemen om ‘afval’ in op te slaan en daar dan nadien iets te maken. Er zijn kunstenaars die daarmee hun stem laten horen. Maar ik draag al poepzakjes mee om de donaties van Toby in op te bergen en dat is me genoeg en neen, met dat soort afval wil ik geen kunstwerk maken. Toby op zich vind ik wel een kunstwerk … vaak doet hij me denken aan Rataplan uit Lucky Luke: een schat van een hond maar niet begrepen door deze wereld. Toby wil elke bezoeker enthousiast begroeten … en dan mag hij van zijn baasjes niet eens opspringen en likjes geven. Ik zou er al lang de brui aan gegeven hebben. Toby daarentegen behoudt zijn vertrouwen in de mogelijkheid tot vriendschap van een mens … ondanks hij telkens gemaand wordt tot rust en ‘poten op de grond’.
Op het vouwboekje op de foto geen lentekriebels, gewoon eens ritme in een lijnenspel uitproberen.
10-03-2015
Rechte lijnen
Dan wil ik weg uit rond of hoekig. Rechte lijnen van vroeger komen aanwaaien.
Stilaan ontstaat er een skyline. Ik denk aan de kuststreek met de moderne flatgebouwen.
09-03-2015
En nu een scherpere kant
Een andere lading in mezelf dient zich aan. Ik wil wat scherpte brengen in mijn aanbod. Toch blijf ik het ‘ronde’ nog trouw. Denkelijk kan ik zo eindeloos doorgaan, net of het kind in mij weer volop ruimte heeft.
08-03-2015
Ronde vormen
Ik blijf nog even de ronde vormen hanteren. Ze plezieren me, dus waarom niet die weg gaan?
Terwijl ik teken komen gedachten,herinneringen, toekomstdromen in en uit wandelen. Ik laat het maar gebeuren en geniet van wat ik mag vorm geven.
07-03-2015
De leporello's laten me niet los
Omdat de kunstmarkt wenkt in Herselt en ik zo graag met dat gevouwen papier werk, wil ik nog wat van zo’n soort boekjes maken om mee te nemen.
Bij de eerste serie probeerde ik voor elk afzonderlijk vouwblaadje een eigen zentangle te maken. Die zentangles vloeiden wel in elkaar over, maar behielden toch een eigen expressie. Nu wil ik één vloeiende beweging realiseren wanneer het open gespreid wordt.
Het is met zentangle als basis dat ik op zoek ga naar mogelijkheden, dat ik een eigen weg ga. En ja, ik denk aan L. toen hij het had over die ronde vormen. Die wil ik ook uitproberen.
ongevouwen
06-03-2015
Leporello
Een vriendin schreef me dat ze een chique naam had voor de harmonica’s die ik de laatste tijd maak, nl. leporello. Dus even googgelen:
Leporellois de benaming van een drukwerk dat in meerdere slagen zig-zag is gevouwen. Dat kan variëren van enkele tot tientallen vouwen. Het is in gebruik bij reclamefolders en kaarten in reliëf zoals rivierkaarten van deRijnen andere Duitse rivieren die soms een lengte van twee meter bereiken.
Leporello is eeneponiemnaar Leporello, de knecht vanDon Giovanni, die de lijst van minaressen van zijn heer in een boekwerkje bij hield. In vroege uitvoeringen van dezeoperawas, om de lengte van de lijst te benadrukken, dit boekwerkje een zig-zag gevouwen stuk papier.
Dank je wel W. Wanneer ik later aan Karel vraag of hij weet wat leporello is, weet hij dat natuurlijk. Dan wil ik hem verrassen met iets dat ik zo juist ontdekte … en dan beschikt hij al over die kennis. Maar ik kan leporello’s ‘maken’ en dat is ook niet mis.
Met of zonder die leuke naam … ik blijf mezelf plezieren met het tekenen op dat gevouwen papier. Ik probeer wat andere manieren van vouwen uit. Het lijkt me een eindeloos spel, zalig!
05-03-2015
Kortenberg
Zowat twee jaren terug schreven Karel en ik mij in voor een onderzoek i.v.m. Alzheimer. Sommige onderzoeken of testen gingen door in Gasthuisberg (Leuven) andere onderzoeken vroegen verplaatsing naar Kortenberg.
Ik denk dat zowat iedereen geconfronteerd wordt met mensen die aan dementie lijden. Je voelt alleen een enorme onmacht om met deze mensen om te gaan die wellicht ooit genoten van het leven, kinderen het leven gaven, lief hebben gehad of het hebben uitgeschreeuwd van pijn. Je treft ze dan aan voor zich uit starend, een zoon of dochter die een hand vast houdt, een gebaar waaraan misschien geen betekenis meer kan gegeven worden … of wellicht is iedereen hen vergeten zoals zij ook alles vergeten zijn.
En je weet dat dit beeld ook voor jezelf weggelegd kan zijn.
Na onderzoeken en testen in Leuven, werd ik nu ook uitgenodigd naar de Sint-Jozef kliniek in Kortenberg. Sint-Jozef is een kliniek voor mensen met psychiatrische problematiek en mijn eerste man is daar een tijd opgenomen …
Dat speelt door mijn hoofd. Wat is het toch allemaal complex … maar tevens is er een winkel in de buurt met verf- en tekenbenodigdheden, waar ik even langs wil lopen … inderdaad om o.a. etalagespelden te kopen.
Ik heb een lijstje bij me van de dingen die ik wil aanschaffen. Ik geniet ervan gewoon in de winkel rond te kijken. Goede kwaliteit van papier brengt me in verrukking. Wanneer ik alles in de mand geladen heb dat ik op mijn lijstje aantref, schuif ik aan bij de kassa.
En dan naar Sint-Jozef in Kortenberg.
Het geeft me toch even een rilling. Ik heb er mijn eerste man bezocht. Hij vertelde dat hij op de afdeling zat met de mensen met het hoogste IQ maar ook met de meeste zelfdodingen. Zelf is hij ook na enkele maanden in Kortenberg naar het water gegaan: hij kon niet meer.
Het gebouw is erg veranderd: gemoderniseerd en uitgebreid. Wanneer ik me aanmeld vragen ze mijn identiteitskaart en of ze de factuur naar dat adres mogen sturen. Ik vertel de jonge vrouw dat ik kom om testen af te leggen: normaal krijg ik een kleine vergoeding i.p.v. dat ik moet betalen.
Daarna word ik naar de wachtkamer verwezen en ga zitten tussen de anderen die wachten. Een wachtkamer maakt me altijd gespannen, maar zeker deze ruimte. De mensen die hier zitten dragen elk hun eigen verhaal, soms erg zichtbaar. In de hoek zit een koppel waarvan de man denkelijk zal opgenomen worden: hij sleurt een koffer met zich mee. Aan de andere kant wellicht twee broers, waarvan de ene duidelijk de steun van de andere nodig heeft.
Gelukkig komt de psychologe me snel halen: nu naar haar bureau om de testen af te leggen. Het is een ruim bureau, in tegenstelling tot Gasthuisberg waar je in een achterafhokje moet plaats nemen wegens gebrek aan ruimte in die gigantische medische stad. De testen duren niet zo lang. Maar in Gasthuisberg kreeg ik een koffietje … hier is er zelfs geen glas water te bespeuren. Dit is feitelijk niet zo attent: ik wil me welkom voelen, zelfs als ik geen cliënt ben van hun firma.
Dat was even een zure oprisping … maar ik ben daar als mens met een eigen verleden en wat warmte zou deugd doen, al was het maar de warmte van een koffie in een plastieken beker.
Wanneer alles achter de rug is (denkelijk hebben ze nog nooit iemand zo snel die testen weten afleggen, maar ik wou dat het voorbij was) ga ik zo snel mogelijk naar buiten, net of ik van deze plaats weg vlucht. Ik wil de auto in, naar huis, naar Karel … naar een wereld waar het goed om toeven is.
De rit naar huis maakt me rustig. Ik weet mijn aankopen van tekengerief achter me liggen als een steun in de rug. Straks zal ik alles uitpakken … en vergeten wat achter me ligt: er is nog zoveel toekomst om boeiend te leven.
04-03-2015
Etalagespelden
In de doe-het-zelf handel, zoek ik de dunste houtvezelplaat uit en laat die versnijden op de juiste maat: 50cm x 50 cm. De resten neem ik mee naar huis, ze in de winkel laten versnijden kost 1 euro per snede nadat je per plaat twee sneden gratis hebt gekregen … en dat vind ik nogal veel voor een snede van ongeveer 20 cm.
Ik denk aan de kleine kantwerkjes die met een achtergrond van ongeveer 20 cm vierkant kunnen getoond worden. Karel zaagt de overschotten tot de gepaste grootte. Ik trek me terug in mijn atelier (er ligt sinds een week een nieuw dak op … van golfplaten evolueerde het tot een ecologische verantwoorde bedekking) en ik schilder de platen wit.
Na een dagje drogen kunnen ze zonder problemen verder bewerkt worden. In de doe-het-zelf zaak kocht ik dunne witmetalen nagels zonder kop. Die gebruik ik om mijn werkjes op te spannen.
Wanneer ik maandag naar de kantles vertrek neem ik al mijn “werkjes op een achtergrond” mee. Beladen als een muilezel sleep ik mijn tassen naar de klas.
De leerkracht is enthousiast (ze is werkelijk een heel stimulerend iemand) maar raadt me aan etalagespelden te gebruiken om de werkjes op te spannen. Met de gebruikte nagels zonder kop is het moeilijk om het kantwerk op de juiste afstand van de achtergrond te houden, met etalagespelden is er een kop die de draden tegen houdt, zodat alles op een gelijkmatige afstand gepresenteerd wordt. Als ophangsysteem raadt ze me aan twee schroeven te gebruiken waartussen eend raad gespannen wordt: zo kan je het werk mooi recht hangen.
Begin mei komt de kunstroute ’t Alent er aan. Ik zie het echt zitten om die kantwerkjes te presenteren … maar eerst zoek naar die etalagespelden.
03-03-2015
De afwerking
Dan werk ik mijn kantwerk af: ik vul enkele vlakken van het basisrooster met dunne gekleurde draad in. Het bevalt me en tevens voel ik ongeduld omdat ik “nog maar” dat kan realiseren. Wat zou ik al veel verder willen staan in de technische kant van het kantklossen.
Geduld is een mooie deugd … maar hoe ouder ik word hoe moeilijker het is die te beoefenen. Ik ben geen “deugdzaam” mens, daarvoor zit er te veel in mij op te borrelen.
Maar eerst moet dit werk afgewerkt worden, d.w.z. op een mooie manier gepresenteerd. Ik zoek een dik karton uit, maak het wit en met spelden maak ik mijn werk vast. Echt tevreden ben ik niet.
Ik moet wellicht op zoek naar iets stevigers. Gelukkig hebben we een doe-het-zelf zaak in de buurt. Daar zal ik wellicht de juiste ondergrond vinden.
02-03-2015
Een cadeautje
Het cadeautje dat L. wou meenemen naar het verjaardagsfeestje van zijn vriend is besteld maar nog niet afgeleverd. Daarom wil hij een tekening maken als voorlopig geschenkje.
Hij vraagt papier (daar is hier geen gebrek aan) en stiften (die zijn wat schaarser). En daarmee gaat hij aan de slag. Hij wil alleen ‘ronde’ vormen tekenen zegt hij, dat vindt hij mooi. Vervolgens kleurt hij ze in.
We zitten met ons drieën, Karel, L. en ik in de zelfde ruimte te werken. Het is muisstil, alleen wat zachte klassieke muziek op de achtergrond. Ieder is geconcentreerd bezig om op een eigen manier ‘iets mooi te maken’.
Het resultaat mag gezien worden, bij alle drie, maar het werk van L. mag nu op de foto.
Later vertelt hij dat hij een prachtige dag bij ons doorbracht … nu, dat kunnen we ook zeggen. Het was een samenzijn om in te kaderen: ieder opgeslorpt in een eigen wereld en toch verbonden met elkaar.
01-03-2015
Maak iets mooi
Tijdens de krokusvakantie komt L. (goed 10 jaar) een dagje op bezoek. Hij komt gepakt en gezakt binnen: van bij ons gaat hij naar een verjaardagsfeestje waar de overnachting inbegrepen is, dus moet slaapzak en toiletgerief mee.
N. heeft even tijd om nog wat bij te praten. De kinderen doen het elk op hun wijze prima en de verbouwing aan het huis verloopt naar wens. We moeten nog maar eens langs komen om de laatste veranderingen te bewonderen. Zullen we zeker doen en in onze tuin wachten al de stekken om in hun tuin geplant te worden.
Dan dwalen we af naar de opdrachten i.v.m. het nieuws. L. moet geloof ik wekelijks een actua-bericht maken: een punt uit het nieuws nemen en daar enkele regels over schrijven (hij zit op een Freinet-school). Is natuurlijk een pracht van een opdracht: leren kijken en luisteren naar wat er rond je gebeurt en daar dan woorden voor vinden. Maar kan je tegenwoordig kinderen nog met een gerust gemoed naar het nieuws laten kijken? Het nieuws is geen voer meer voor kinderen: gruwelijkheden van oorlog, executies … veel hoop wordt niet aanwezig gesteld.
L. luistert aandachtig mee. Ik vertel dat ik er niet goed meer tegen kan. Wanneer onrecht ter sprake komt heb je een reflex van verzet. Nu voel ik me overmand door een wereld van cynisch bruut geweld. Alleen puin en verschroeide aarde die niet tot bedaren komt.
Dan voel ik me tegen die totale onmacht in opstand komen. Mijn ‘neen’ vertaalt zich in: maak iets mooi. Dat zeg ik ook tegen L. … en plots blinken zijn oogjes van enthousiasme: die taal herkent hij.
Kantwerkje voor het interatelier- tentoonstelling V
In de kantklas ga ik op zoek naar een draad die ik kan verwerken in mijn ontwerp. Ik ontdek iets in plastic: een dikke en een dunne draad in hetzelfde materiaal. Dat spreekt me wel aan. Als ik mijn ontwerp boven een fotokopie van mijn glasschildering maak, zie ik wel iets te realiseren.
Vol goede moed begin ik er aan. Het lukt wel … maar ik ontdek dat zo ‘klein’ werken niet erg inspirerend is voor mij. Ik zit al te dromen van een groot werk met kippengaas, prikkeldraad, touwdraad en heel dunne draad. Om dat te kunnen maken ben ik in kantklossen begonnen: het contrast tussen enerzijds het ruwe, kwetsende van ijzer en het fragiele zo kwetsbare van kant. Dat kontrast spreekt me enorm aan. Dat vorm kunnen geven: waw!
Maar die plastieken draad is niet ‘levend’ genoeg. Maar als voortbeweging met de lijnen op het glas ben ik wel tevreden.