Zowat twee jaren terug schreven Karel en ik mij in voor een onderzoek i.v.m. Alzheimer. Sommige onderzoeken of testen gingen door in Gasthuisberg (Leuven) andere onderzoeken vroegen verplaatsing naar Kortenberg.
Ik denk dat zowat iedereen geconfronteerd wordt met mensen die aan dementie lijden. Je voelt alleen een enorme onmacht om met deze mensen om te gaan die wellicht ooit genoten van het leven, kinderen het leven gaven, lief hebben gehad of het hebben uitgeschreeuwd van pijn. Je treft ze dan aan voor zich uit starend, een zoon of dochter die een hand vast houdt, een gebaar waaraan misschien geen betekenis meer kan gegeven worden … of wellicht is iedereen hen vergeten zoals zij ook alles vergeten zijn.
En je weet dat dit beeld ook voor jezelf weggelegd kan zijn.
Na onderzoeken en testen in Leuven, werd ik nu ook uitgenodigd naar de Sint-Jozef kliniek in Kortenberg. Sint-Jozef is een kliniek voor mensen met psychiatrische problematiek en mijn eerste man is daar een tijd opgenomen …
Dat speelt door mijn hoofd. Wat is het toch allemaal complex … maar tevens is er een winkel in de buurt met verf- en tekenbenodigdheden, waar ik even langs wil lopen … inderdaad om o.a. etalagespelden te kopen.
Ik heb een lijstje bij me van de dingen die ik wil aanschaffen. Ik geniet ervan gewoon in de winkel rond te kijken. Goede kwaliteit van papier brengt me in verrukking. Wanneer ik alles in de mand geladen heb dat ik op mijn lijstje aantref, schuif ik aan bij de kassa.
En dan naar Sint-Jozef in Kortenberg.
Het geeft me toch even een rilling. Ik heb er mijn eerste man bezocht. Hij vertelde dat hij op de afdeling zat met de mensen met het hoogste IQ maar ook met de meeste zelfdodingen. Zelf is hij ook na enkele maanden in Kortenberg naar het water gegaan: hij kon niet meer.
Het gebouw is erg veranderd: gemoderniseerd en uitgebreid. Wanneer ik me aanmeld vragen ze mijn identiteitskaart en of ze de factuur naar dat adres mogen sturen. Ik vertel de jonge vrouw dat ik kom om testen af te leggen: normaal krijg ik een kleine vergoeding i.p.v. dat ik moet betalen.
Daarna word ik naar de wachtkamer verwezen en ga zitten tussen de anderen die wachten. Een wachtkamer maakt me altijd gespannen, maar zeker deze ruimte. De mensen die hier zitten dragen elk hun eigen verhaal, soms erg zichtbaar. In de hoek zit een koppel waarvan de man denkelijk zal opgenomen worden: hij sleurt een koffer met zich mee. Aan de andere kant wellicht twee broers, waarvan de ene duidelijk de steun van de andere nodig heeft.
Gelukkig komt de psychologe me snel halen: nu naar haar bureau om de testen af te leggen. Het is een ruim bureau, in tegenstelling tot Gasthuisberg waar je in een achterafhokje moet plaats nemen wegens gebrek aan ruimte in die gigantische medische stad. De testen duren niet zo lang. Maar in Gasthuisberg kreeg ik een koffietje … hier is er zelfs geen glas water te bespeuren. Dit is feitelijk niet zo attent: ik wil me welkom voelen, zelfs als ik geen cliënt ben van hun firma.
Dat was even een zure oprisping … maar ik ben daar als mens met een eigen verleden en wat warmte zou deugd doen, al was het maar de warmte van een koffie in een plastieken beker.
Wanneer alles achter de rug is (denkelijk hebben ze nog nooit iemand zo snel die testen weten afleggen, maar ik wou dat het voorbij was) ga ik zo snel mogelijk naar buiten, net of ik van deze plaats weg vlucht. Ik wil de auto in, naar huis, naar Karel … naar een wereld waar het goed om toeven is.
De rit naar huis maakt me rustig. Ik weet mijn aankopen van tekengerief achter me liggen als een steun in de rug. Straks zal ik alles uitpakken … en vergeten wat achter me ligt: er is nog zoveel toekomst om boeiend te leven.
|