Wanneer ik de werken van Christel bekijk komen volgende invalshoeken bij mij op: herwaardering afval, gelaagdheid, spontaneïteit, humor, troost en het fantastische protret.
Herwaardering afval: Christel laat a.h.w. geen snipper papier verloren gaan. Een tekening die niet lukt, acryl erover en een achtergrond is klaar om erop te tekenen. Niet dat ze zich geen nieuw papier kan veroorloven: maar een gebruikt papier heeft een verleden, en juist dat verborgene inspireert om om aan de slag te gaan. Zo ook bij schilderijen: een doek dat niet zo goed uit de verf kwam, wordt hergebruikt met vaak bewust aanwenden van wat de eerste laag opleverde. Er is in haar aanvoelen, niet alleen artistiek, iets dat zegt dat alles waardevol is, je moet alleen de durf hebben en het engagement aangaan om het te ontdekken
Gelaagdheid: Christel gebruikt graag een 'laag boven laag' achtergrond om haar nieuwe werk op te realiseren. Dat heeft niet alleen te maken met de herwaardering van wat niet meer bruikbaar is, maar ook met het intuïtieve aanvoelen dat de werkelijkheid, hier vooral het portret, een gelaagde werkelijkheid is. De ontmoeting van de ander kan zeer oppervlakkig verlopen: je oordeel is dan gevormd door een momentopname die posief of negatief uitvalt. Christel wil verder dan het toevallige moment. Ze wil de ander ontmoeten 'achter' het toevallige. Ze wil een ontmoeting realiseren tussen de andere en zichzelf … en dat vebeeldt ze in die portretten.
Spontaneïteit: De portretten komen niet zwaar zwoegend tot stand, integendeel. Het is alsof haar hand geleid wordt door een innerlijke opwelling, of om een zwaar woord te gebruiken: het onbewuste. Ze gehoorzaamt in haar tekenen en schilderen aan een soort innerlijke stem, een intuïtief aanvoelen, dat als een antenne bevraagt wat er rondom haar gebeurt en dat vorm geeft in lijnen die tot een portret leiden.
Humor: Christel zet geen karikturen neer; toch doet haar werk vaak humoristisch aan. Ze maakt geen schaterlach los, wel is er een milde vorm van relativeren ... die het samen zijn wat ruimte geeft.
Troost: Christel heeft de wil en de energie om de wereld 'mooi' te maken. Zo maakt ze sieraden die het 'kralen rijgen' ver overstijgt. Ze wil met die sieraden de drager ervan, zich mooi laten voelen. Iets mooi maken is een vorm van troost. Je kan je huis mooi maken om te wedijveren met god weet wie, desnoods je buur. Je kan je huis ook inrichten om een plaats te hebben waar je kan terugkomen na een dag werken, een dag in de wereld zijn. Je thuis wordt dan de plaats om tot jezelf te komen. Het is deze piste die voor Christel waarde heeft.
Het fantastische portret: Geen enkel portret is eender. Natuurlijk is er het gebruik van een achergrond, de stiften waarmee gewerkt wordt, de tekening die reeds in haar hand zit … allemaal gekende materie. Maar pas als je naar de ogen of de mond kijkt van die honderden portretten die ze reeds tekende of schilderde, ontdek je hoe uniek elk portret is. De portretten beantwoorden niet aan een uiterlijke realiteit, hoewel ze dat ook erg goed kan, maar ze verwijzen naar een innerlijke realiteit: van leven en beleven, van emotie en bewustworden. Wandelend door deze expositie ontdek je in elk werk een andere wereld. Net of Christel steeds opnieuw een ander aspect van zichzelf, van mens-zijn vorm geeft. Ze blijft echter sober in haar vormgeving: geen theatrale expressie maar verstilde momenten, alsof ze de omgeving niet wil verstoren met wat haar drijft.
De wereld van de travestie: Hierin komen de zojuist vernoemde elementen aan bod: vanaf de herwaardering van afval tot het troostend aanwezig zijn in een wereld die kwetsbaar is. De man die hier afgebeeld wordt heeft zich mooi gemaakt om dat aspect in hem vorm te geven dat meestal met gegniffel en vernederende opmerkingen afgedaan wordt. Christel laat die man in zijn waardigheid: hij gaat zijn feest vieren in een vrouwelijke uitdossing. We kunnen wellicht ook bedenken dat heel wat vooraanstaande figuren in verschillende culturen zich in een vrouwelijke uitdossing manifesteerden, denk maar aan de sjamanen of gewoon de speciale uitdossing van priesters en profeten van allerlei soorten godsdiensten. Christel benadert die man, geen concrete man maar een fantasme, een product van verbeelding met de vraag 'wie ben je', zonder voorooordeel maar met de openheid van iemand die zoekt om elke mens in zijn waardigheid te laten. Daarom dat twijfel en schroom vaak in haar werken voorkomen. Bij Christel moet je niet op zoek gaan naar grote zekerheden. Haar wereld kenmerkt zich door een openheid naar het nog niet gekende, het vorm geven van de onzekerheid en de kwetsbaarheid van wat nog moet ontluiken, bv. de jonge vrouw die wegduikt achter een zetel om haar verlegenheid te verbergen
Ik kan jullie alleen maar uitnodigen die wereld van spetterende kleuren en behoedzame aandacht voor het kwetsbare in de werken van Christel te ontdekken. Vanavond mogen we dit vieren. Laten we er op klinken en ervan genieten.
|