Door de achtergrond zwart te maken komt er een zwaardere sfeer aanzetten. Door de ovalen vormen dichter opeen te plaatsen ontstaat er ook minder ademruimte, dat verhoogt de beklemming. Met acryl (vermiljoen) schilder ik een tekenpapier vol, waarvan ik daarna repen knip, die de spijlen moeten oproepen.
Ik weet dat ik dit thema nog vaak zal uitproberen.
08-09-2013
Met al mijn stenen I
Ik blijf met mijn gedachten bij die beginwoorden van Sjibbolet van Paul Celan:
Met al mijn stenen
de groot geweende
achter de spijlen
Die woorden blijven me aangrijpen: hoe kan je, in zo weinig woorden, zoveel drama neerleggen.
Ik probeer een eerste vormgeving uit. Voorzichtig, om de kwetsbaarheid van woorden niet teniet te doen. Maar de cirkelvorm is me te braaf, te mooi, te afgerond. Toch wil ik me niet uitleveren aan een theatraal hoekig of verscheurd zijn. Verder zoeken dus.
07-09-2013
Fotoreportage Tremartre
De tafel met kaartjes. Daarachter de werken met Oost-indische inkt. Daar vroegen bezoekers regelmatig uitleg over: hoe deed ik het toch.
Naast de ingekaderde werken lag een farde met een verzameling tekeningen. De tekeningen zijn in een plastieken hoes opgeborgen zodat ze veilig kunnen bekeken worden.
De tafel van Deepak met enkele van zijn ontwerpen. Hij maakt wel kleurrijke dingen.
De zijkant van de tent. Voor de schilderijen op de grond liet ik speciale staanders maken die bestaan uit twee platen die gemakkelijk op te bergen zijn en niet veel plaats innemen. Wanneer ze moeten dienst doen kunnen die platen gewoon in elkaar geschoven worden. Een vriend, zelf schrijnwerker, bracht zon klein model mee. En terwijl op Tremartre door de wind vaak dingen gingen vliegen, bleven deze ezels doortastend op de grond staan. Ook Christel en de collegas van de academie hebben zon staanders laten maken. Het is wel zwaar om sleuren maar voor de rest erg handig en veel goedkoper dan de ezels die je koopt in een of andere winkel met benodigdheden voor kunstenaars.
Karel even aan het uitrusten.
Een wegwijzer kondigt de tent van de academie aan.
Brigitte voor de afdeling van de academie. Iedereen bracht wat werken mee zodat een beeld gegeven werd van wat er tijdens een jaar afgeschilderd wordt. De meeste collegas bleven de ganse dag. Sommigen schilderden iets, anderen waren druk in de weer bezoekers uit te leggen hoe het er in de academie aan toe ging. Zouden er na dit bezoek mensen zich geroepen voelen om ook te komen schilderen?
06-09-2013
Portretschilderen
Dirk Van Houtven (googel maar even op zijn naam) heeft als hobby o.a. portretschilderen. En nu zit Karel voor hem. Af en toe ga ik eens kijken (gewoon het straatje schuin oversteken) en zie hoe het portret groeit. Heel wat mensen blijven even staan om de kunstenaar bezig te zien.
Langzaam aan groeit het portret. Van bij het begin kan Dirk het karakter van Karel in zijn portret weergeven.
Er groeit een intense vorm van communicatie. Af en toe wordt er wel iets gezegd, maar meestal zit Karel stil en werkt Dirk in stilte. Daardoor ontstaat er een vorm van concentratie die voor buitenstaanders bijna voelbaar is.
Twee van mijn collegas gaan ook model zitten. Daarna is het mijn beurt. Veel passanten doen teken dat het erg gelijkend is.
Een jonge fan blijft vol bewondering staan en stelt vragen. Dirk heeft er plezier in.
Maar het koelt af. Ik trek wel een extra vest aan, maar de kou vreet zich in mijn lijf. Ik begin echt te bibberen. Dirk merkt dat het niet meer zo goed gaat: mijn gezicht verkrampt van de kou. Christel neemt enkele fotos. Thuis zal Dirk het portret proberen af te werken met hulp van de fotos. Ik ben benieuwd wat het resultaat gaat zijn.
05-09-2013
Tremartre 2013
De weergoden zijn Tremartre gunstig gezind: droog maar niet erg warm. Nu ja, tegen de kou kunnen we een extra trui aantrekken, maar bij regen blijven de bezoekers weg.
Om 7u30 ben ik present en ook de collegas komen toe. We kunnen onze tenten tegenover elkaar plaatsen: Brigitte en de collegas van de academie aan de ene kant, Christel en ik aan de andere kant.
Terwijl ik de auto leeg maakt komt ook Karel aangefietst: hij kon niet meer in de auto, want elk plekje was daar benomen. Maar een fietstochtje is een gezonde onderneming: word je helemaal wakker van.
Wanneer de tent staat gelukkig zijn er bereidwillige handen die meehelpen, kunnen de tafels uitgeplooid worden en kan het uitstallen beginnen. In mijn hoofd heb ik een plannetje maar toch lukt het niet helemaal. Ik probeer dan een andere opstelling uit. Ondanks dat ik er al erg vroeg bij was om me te installeren ben ik pas echt klaar tegen elven, het begin van de markt ik zou reeds een pauze willen inlassen, een dutje doen. Maar dat kan hier niet, want bezoekers komen af en aan, vragen uitleg, vrienden komen een goede dag zeggen en zelf wil ik de markt ook wel eens zien.
Gelukkig is Karel er nog. Hier en daar steekt hij een handje toe: er zijn er nog met dezelfde type tent als de mijne, maar niet iedereen lijkt daar even handig mee om te gaan. Nu ja, wij hebben ze al verschillende keren opgesteld en afgebroken, uiteindelijk ken je het systeem dan wel. Schuin tegenover onze tent heeft een portretschilder zich geïnstalleerd. Hij heeft Karel gevraagd als model. Dat brengt een zekere animatie op de markt.
Mijn tent neemt twee staanplaatsen in beslag (twee keer 3 x 3). Omdat Deepak zon mooie ontwerpen heeft, heb ik een tafel voor hem voorbehouden. Ik ben wel fier op die zoon van mij. Geïnteresseerden kunnen dan een adreskaartje meenemen.
Tegen de middag zie ik hem komen aanlopen. Zijn vriendin is aan het werk, daarom komt hij alleen. We installeren ons in de tent terwijl Karel zijn tijd stil uitzit bij de portretschilder. En wie komt daar aangewandeld: Maria. Wat een verrassing! Met trein en bus is ze vanuit Kontich afgezakt naar Tremelo, en dat op zondag. De dag kan niet meer stuk. Het wordt een gezellige drukte onder de tent. Ik probeer de bezoekers op te vangen, ondertussen verhalen uit te wisselen met Deepak en Maria en te zorgen dat we iets te eten of te drinken krijgen. Voor Maria is koffie genoeg, maar Deepak kan altijd wel een hotdog gebruiken. Gelukkig staat de bevoorradingstent niet ver.
Karel is klaar bij de portrettist. Of Deepak even op de tent wil passen terwijl de ouderen samen iets gaan drinken?
Daarna gaat Karel met Maria de markt rond. Daarna is het tijd om weer de bus te nemen tot Mechelen en daar de trein naar Kontich. Later krijgen we via email bericht dat ze goed is thuisgekomen.
Tegen halfzeven beginnen we op te breken. Eerst alle kaartjes en schilderijtjes in de daarvoor voorziene dozen. En dat moet juist zijn, anders geraakt het niet in mijn wagen. Tafels terug opplooien en dan kan de tentweer afgebroken worden. Gelukkig dat Karel er nog is om me te helpen, want alles lijkt nu als lood te wegen. En weer geraakt alles weer in de wagen.
Thuis gekomen rij ik de garage binnen morgen zal ik wel uitpakken. Ik ben doodmoe. Een duvel zal smaken. Ondertussen proberen de vele indrukken tot rust te laten komen.
04-09-2013
De Eed - Chassan Baiev
Oorlogsmemoires van een Tsetsjeens chirurg
Chassan Baiev
Zelfs al proberen we zonder vooroordelen te leven, onze opvattingen over Tsetsjenië en de moslimwereld daar zijn heel beperkt, gewoon omdat er zo weinig informatie doorstroomt via de gekende media. Iedereen herinnert zich nog wel de gijzeling van achthonderd mensen in een theater in Moskou (24 oktober 2002) en de aanslag op de school in Beslan (1 september 2004) door Tsetsjeense terroristen. Maar wat weten we over de geschiedenis van Tsjetsjenië, over de oorlogen die Tsjetsjenië (1994 en 1999) herleidde tot een puinhoop?
Cassan Baiev is opgeleid als plastisch chirurg in Moskou, maar keert terug naar zijn geboorteland Tsjetsjenië om zijn volk bij te staan in die vreselijke oorlogsjaren, met datgene waarin hij uitstekend is: chirurgische ingrepen. Zijn opleiding van cosmetisch chirurg kan hij uitgebreid gebruiken om vermorzelde gezichten weer een menselijk uitzicht te geven. Hij werkt zich te pletter om oorlogsslachtoffers, zelfs in heel primitieve omstandigheden te helpen: wegnemen van granaatsplinters, amputaties hij maakt geen onderscheid tussen gewonden: Russische soldaten of strijders (hij kan het woord terrorist niet in de mond nemen), arm of rijk; hij houdt zich aan de eed die hij ooit aflegde: de eed van Hyppocrates. Dit brengt hem soms in erg moeilijke omstandigheden, zodat hij zelfs moet vluchten. Telkens keert hij terug tot hij definitief moet uitwijken naar de Verenigde Staten omdat er overal jacht op hem wordt gemaakt: Rusland omdat hij terroristen helpt, Tsjetsjeense legeraanvoerders omdat hij Russische soldaten helpt.
In de Verenigde Staten vraagt hij politiek asiel aan, verkrijgt dit, kan zijn familie laten overkomen en schrijft dan zijn memoires. Een relaas dat schokt.
Toch schrijft Cassan Baiev geen sensatieverhaal. Het is een verslag van oorlogsdaden, vernietiging van mensen, dorpen een gemeenschap. Hij schrijft zonder bitterheid, zo objectief mogelijk. Tegen de achtergrond van deze oorlogen laat hij de lezer kennis maken met de geschiedenis, de cultuur en de godsdienst (gematigde Islam) van Tsjetsjenië. Terwijl de Verenigde Staten en Rusland als één stem de Tsjetsjenen beschuldigen van terrorisme, laat Chassan Baiev ons kennis maken met de tradities die het leven in Tsjetsjenië vorm geven, hoe de Islam daar beleefd wordt als een religie die de naastenliefde op het oog heeft (zoals alle monotheïstische godsdiensten). Tussen vaak ontroerende verhalen over zijn familie, over de gewoontes van zijn gemeenschap, waarin hij oog heeft voor zowel de positieve als de beklemmende kanten, komt het oorlogsrelaas als een verschrikking op deze concrete mensen neervallen. Sommige momenten denk je, nee, dit gaat te ver, dit is fictie tot je denkt aan die andere oorlogsverhalen die eenzelfde beeld van wreedheid oproepen. Hier gaat het om een concrete oorlog, maar wat Chassan vertelt, omdat hij midden dit oorlogsgeweld zijn eed van Hyppocrates blijft gestand doen, gaat niet alleen over die oorlog, maar over oorlog, waar die zich ook afspeelt.
En midden die beschietingen, verwoestingen, kan hij een vorm van hospitaal recht houden, mensen verzorgen en medewerkers vinden die hem daarbij helpen. Dan krijg je een heel ander beeld van het Tsjetsjeense volk: niet de terroristen, niet de maffia, niet die mensen die we liever niet in onze gemeenschap willen, maar hier maak je dan kennis met mensen van vlees en bloed, die rouwen om al de doden, die geen wraak willen maar hun medemensen helpen om te overleven, die tegen hun angst in hun leven wagen om anderen te redden.
Chassan Baiev stelt zichzelf niet voor als held. Integendeel, hij laat ons deelnemen in zijn angsten, beschrijft hoe hij psychisch lijdt onder PTS (het post-traumatisch stressyndroom), hoe zijn integratie in Amerika moeizaam verloopt. Hij mag zijn job, waarin hij uitmuntte, niet in Amerika uitoefenen. Het aanleren van deEngelse taal verloopt moeizaam, gedeeltelijk te wijten aan de gevolgen van slagen op zijn hoofd tijdens verschillende stadia van arrestaties. Ondanks dat er vele mensen vriendschap met hem en zijn familie sluiten, blijft hij heimwee hebben naar Tsjetsjenië waar zijn oude vader en moeder nog wonen.
Het is een adembenemend boek maar na het lezen blijf ik geschokt achter: wat Chassan Baiev beschrijft gebeurt niet alleen in Tsjetsjenië maar nu ook in Syrië en overal waar oorlog gevoerd wordt: naast de strijders worden ook gewoner burgers gewond, gedood en dat niet alleen als collateral damage. We krijgen die beelden door als dagelijks beleg bij het avondnieuws. Kan het nooit eens ophouden?
Elk heeft een eigen verhaal
Terug naar mijn fotorooster. Nu maak ik gebruik van een schrift om bij elke persoon een eigen verhaal uit te schrijven. Ik denk dan aan mezelf, mijn familie stel dat we ook slachtoffers waren van die waanzin. Ik denk aan mijn ouders als hulpeloze oude mensen, ook de ouderen werden meegenomen. Ik denk aan de kinderen, kleinkinderen. Het is niet voor te stellen en toch zijn er miljoenen die weg moeten gaan. Mensen die recht hadden op een leven, nu vastgelegd in de Universele verklaring van de rechten van de mens.
Ik mag niet denken aan de huidige oorlogslanden. Hoeveel monumenten zullen nog moeten worden opgericht voor de mensheid een beetje rust vindt?
03-09-2013
Generositeit
Geven en schenken, delen en verdelen
Marc Verminck & Johan Van Looveren (red.)
Een geschenk van een boek. Onder een smalle wikkel met de namen van de medewerkers, komt een omslag te voorschijn die je automatisch voorzichtig streelt. De geur van de drukinkt bevestigt het nieuw-zijn van het boek. Binnenin mooie kwaliteit maar net niet glanzend papier, dat aanmaant om heel voorzichtig de paginas om te slaan zodat met een nauwelijks hoorbaar zuchtje het ene blad op het andere valt. Er is ruimte voorzien voor de bedrukking: de bladspiegel laat de letters rustig hun woorden vormen, geeft tijd om te ademen, om te savoureren wat aangeboden wordt. Een boek dat al je zintuigen aanspreekt.
Eerst wil je even kennis maken met het boek als geheel. Naast het prachtige drukwerk, wat je dan later als tekst zal lezen, ontdek je ook afbeeldingen van heel goede kwaliteit; een Facebook discussie wordt afgeprint of met witte letters op een zwarte achtergrond en schuin lopende marges wordt een toon gezet die aanduidt dat je hier toch iets speciaals in handen hebt. Heel het boek nodigt tot aandachtig lezen: wat hier zo mooi vorm krijgt moet toch de moeite waard zijn.
Generositeit kan dat de hedendaagse mens nog aanspreken? Auteurs van verschillend pluimage (filosofen, psychoanalytici, kunstenaars, letterkundigen ) werden gevraagd om met dit begrip aan de slag te gaan. Hoe kunnen zij, vanuit hun eigen vertrouwde, doordachte, ervaringsgerichte invalshoek iets over dit begrip zeggen?
En dan blijkt de taal precies te klein om de wereld van generositeit aan te bieden. Je hebt de benaderingen die de generositeit plaatsen in de culturele en sociale context waarin de samenleving dit begrip bedacht. De Grieken, met hun opvattingen over mens-zijn en samenleven hadden duidelijk een ander begrip over generositeit dan de gelovigen van de monotheïstische godsdiensten. Dan komt er een essay te voorschijn dat het heeft over het giftige schenken en wat met het testamentaire schenken? Zo krijgt ridderlijkheid een erg vreemde betekenis: na de plundering, het veroverde ridderlijk weggeven, zonder zichzelf te verrijken. En heeft generositeit een eenduidige betekenis of moeten we op zoek naar de mogelijke betekenissen en daardoor dit begrip met de nodige nuances benaderen? Heeft generositeit iets met kunst te maken en waar kunnen we dat terugvinden?
Het is geen boek om in één avond uit te lezen. Het best leg je het op een plaats waar je het af en toe ter hand kan nemen om essay na essay tot je te laten doordringen. Er zitten wel essays bij die niet zo direct toegankelijk zijn voor iemand die niet in een bepaald vakgebied gespecialiseerd is. Wie is vertrouwd met de leegte van Lacan? Moet je dan niet wat meer over deze psychoanalyticus en zijn visie vernomen hebben? Dan heb je wellicht de neiging om het boek meteen in de boekenkast te plaatsen bij de mooie uitgaven. Niet doen: andere essays nodigen de lezer uit om na te denken, zich in te leven in wat de schrijver probeert uit te leggen, hoewel me soms het gevoel bekruipt dat de woorden een wereld oproepen die niet meer buiten dit woordenbestand geraakt, teveel vakjargon, teveel begrippen met specifieke betekenissen, ver weg van de realiteit van de gewone mens, waardoor ik me de vraag stel: voor wie is dit boek bestemd?
Als mooi geschenkboek vind ik het heerlijk! Wat de inhoud betreft heb ik een dubbel gevoel. Sommige essays hebben me enorm aangesproken, andere zijn van zon ingesloten niveau dat ik niet zou weten aan wie ik dit boek cadeau zou willen doen als ik het louter om de inhoud genereus zou willen weggeven, ook al zouden de ontvangers geschoolde lezers (m/v) zijn.
Het is een mooi uitgegeven boek, heel aantrekkelijk om in handen te hebben, maar het geeft de indruk dat sommige essays niet nagelezen zijn, want vaak stoot ik op fouten die maar best vermeden werden. Op p.40 haalt men de (vertaalde ) tekst van Fénelon aan, maar omdat het woordje dan vervangen werd door dat is het goed dat onderaan de oorspronkelijke tekst wordt weergegeven, zodat men de zin zelf kan vertalen: Er is geen bitterder penitentie dat (moet zijn: dan) die toestand van louter geloof zonder enige tastbare grond. Dan stop je plots met lezen omdat je gehinderd wordt door een zin die geen Nederlands meer is.Als liefdeseis gesplitst wordt en er komt liefde- en seis (p. 41) te voorschijn is het even nadenken waarover het gaat. Zo gaan er een aantal (kleine) fouten schuil onder de zo verzorgde uitgave, en dat is wel jammer.
Toch kan ik het boek aanraden voor mensen die graag wat grondiger nadenken over het begrip generositeit. Gewoon proberen over de foutjes heen te lezen en genieten van wat aangeboden wordt.
02-09-2013
De eeuw van mijn vader
Toen ik even langs liep in Polare (vroeger De Slegte) in afwachting dat mijn autobus zou komen, ontdekte ik in de afdeling geschiedenis het boek De eeuw van mijn vader van Geert Mak. Omdat ik al verschillende boeken van Mak gelezen had kon ik niet weerstaan om dit boek uit het rek te halen en mee te nemen naar huis.
Het is een hele leesbelevenis geworden. Aan de hand van de biografie van zijn vader (geboren 1899) laat Mak ons kennis maken met de geschiedenis van de twintigste eeuw, maar dan van uit Nederlandse ogen hoewel, die Nederlandse inslag is beperkt. Mak schetst de context van de twintigste eeuw en plaatst daarin de concrete ervaringen van zijn vader en de verdere familie. Om die ervaringen te beschrijven beschikt Mak over een uitgebreide briefwisseling van de familie. Toen zijn vader naar Nederlands-Indië vertrok als gereformeerde dominee werd het contact met de familie door brieven onderhouden. En ze schreven elkaar vaak. Ook interviewde Mak familie en vrienden die de familie kenden, zocht hij in krantenarchieven naar wat er op een bepaalde dag gebeurde, tot zelfs het weer. Zo geeft het individuele beleven een eigen kleur aan de (wereld)geschiedenis.
Vaak heeft het boek me erg aangegrepen Geert Mak is een nakomertje in een gezin dat reeds zeven kinderen omvatte, geboren in 1946 (vier jaar jonger dan ik). Zijn vader is 13 jaar ouder dan mijn vader. De tijd die hij beschrijft is ook voor ons, de ouderen, zeer herkenbaar. Wij kennen wel geengereformeerden, maar de verzuiling is ook niet aan ons voorbijgegaan. Doet de gestrengheid van de gereformeerden (en anderen) ons nu naar adem happen het Roomse was in die periode ook geen snoepje.
De opkomst en groei van fascisme en nazisme krijgen natuurlijk aandacht: maar ook hoe moeizaam het was om zich daar een mening over te vormen. Als antwoord op bepaalde noden spraken beide ideologieën de mensen aan Tot Hitler de wereld in brand stak en zijn waanzin escaleerde in de totale vernietiging.
Stilaan zien we dan de hedendaagse wereld ontstaan en komt onze eigen geschiedenis aan bod.
Voortdurend vergelijk ik toen in Nederland en hier bij ons. Voor mij waren er vaak punten van overeenkomst. Zo trouwt Maks vader, afkomstig uit een kleine zelfstandige onderneming die zeilen maakt, met een meisje van een hogere stand. Mijn vader, opgegroeid in een arbeidersgezin, trouwde mijn moeder die afstamde van rijke polderboeren. Die spanning heb ik altijd aanwezig geweten: het vaak brute macho-gedrag van de broers van mijn vader tegenover een wereld van mensen die over geld beschikten en gewoon waren baas te zijn.
De jaren 68 en de nasleep ervan, de pil die de vrouw emancipeerde, de ontkerkelijking
Is er zoveel veranderd sinds 1899? De democratie heeft hier wortel geschoten, we doen meer dan overleven, kennen een ongeëvenaarde luxe, maar toch blijft men oorlog voeren, mensen en hun omgeving vernietigen. Zullen we het ooit leren om vreedzaam met elkaar om te gaan?
Het is een hartverwarmend boek. Je ziet hoe concrete mensen hun tijd beleefden. Mijn kinderen kunnen zich nauwelijks meer voorstellen hoe men leefde zonder elektriciteit of gas, water uit de (soms gezamenlijke) pomp, zonder telefoon en vooral zonder tv. Toch was er in die tijd ook warmte en menselijkheid aanwezig, hielp men elkaar, was er vakmanschap dat doorgegeven werd van vader op zoon. En de winters? Die waren veel kouder dan nu of niet?
01-09-2013
Tussendoor
Met Tremartre is het leuk om een bezigheid te hebben die samenhangt met wat je aanbiedt. Daarom wil ik uitproberen of ik nog iets kan tekenen naar foto. Want abstract werken vraagt teveel concentratie om daar op een kunstmarkt mee bezig te zijn. Ik moet eerder iets vinden dat weinig concentratie vraagt en waarbij alleen wat technische kundigheid vereist is.
Daarom deze tekening van een foto in een woud. Niet dat het op de foto lijkt die ik als basis gebruikte: ik voeg elementen samen en laat andere verdwijnen, ik speel gewoon met wat ik aangeboden krijg en gebruik de foto voornamelijk als inspiratiebron.
Zo zal ik het ook doen op Tremartre. Maar denkelijk met potlood: dat vraagt geen speciale plaats om een inktpot te zetten of pen neer te leggen en je kan de tekening elk moment terzijde leggen zonder te moeten uitkijken voor vegen. De vraag is natuurlijk of er tijd gaat zijn om iets te maken. We gaan met vier kramen naast elkaar staan van collegas uit de avondklas schilderen. Na twee maanden vakantie is er heel wat bij te praten.